Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sannen heeft het woord.
Voorzitter, volgens professor fiscaal recht Maus doet iedereen het. Iedereen in België doet aan belastingfraude. De overheden in dit land zouden daardoor jaarlijks 26 miljard euro mislopen. Dit plaatst ons in de Europese kopgroep. Na Griekenland, Italië, Spanje en Portugal volgt België. Dat lijstje geeft me een onbehaaglijk gevoel.
Ik zal niet alle cijfers weergeven. Ik heb ze trouwens ook niet allemaal gememoriseerd. Ik heb vastgesteld dat iets meer dan 37 procent van de Belgen bij de koop of de verkoop van een woning blijkbaar iets onder tafel heeft geschoven. Ik merk dat meer dan 40 procent van de Belgen verklaart bij een erfenis te sjoemelen.
Ik geef deze twee voorbeelden omdat ze gevolgen hebben voor de Vlaamse begroting. Het gaat hier om ontvangsten die wij in onze eigen begroting moeten gebruiken. Ik stel me dan ook de vraag of we eigenlijk zicht hebben op de mogelijke effecten van fiscale fraude op onze begroting.
In zijn beleidsnota heeft de minister erkend dat het een groot probleem betreft. Hij acht het evenwel niet nodig in Vlaanderen in bijkomende controles te voorzien. Ik besef dat de twee voorbeelden die ik net heb gegeven, slaan op belastingen die nog door de federale overheid worden geïnd en moeten worden gecontroleerd. We organiseren echter steeds meer fiscale inningen zelf.
Minister, hebt u, los van de vraag wie de inning verzorgt, enig zicht op de mogelijke consequenties van de fiscale fraude voor de Vlaamse begroting? Wilt u, hoewel u dat niet in uw beleidsnota hebt opgenomen, naar aanleiding van deze studie toch niet overwegen ook onze controles te verscherpen en op te drijven?
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik ben blij dat de heer Sannen in zijn vraagstelling al een begin van een antwoord heeft gegeven. Ik wil echter in eerste instantie iets over de studie zelf zeggen. Ik heb begrepen dat bij de in de studie gehanteerde methodologie heel wat vraagtekens worden geplaatst. Ik wil me daar zelf niet over uitspreken. Dat is niet de essentie van de zaak.
De essentie van de zaak is dat er volgens de heer Sannen nog heel wat fraude is. Met betrekking tot de twee belastingen die hij zelf heeft aangehaald, maakt de federale overheid nog steeds de dienst uit. Dit betekent dat de federale overheid int en controleert. We zouden dat om verschillende redenen echter zelf willen doen.
De heer Sannen herinnert zich allicht dat de Vlaamse Regering heeft beslist de inning en de controle vanaf 1 januari 2015 zelf te verzorgen. Op die manier zullen we onder meer zelf de controle in handen hebben. Ik geef even twee voorbeelden van wat onze eigen ervaringen ons leren.
Met betrekking tot de onroerende voorheffing wordt momenteel nog naar schatting 0,5 procent niet betaald. Sinds 1 januari 2011 innen en controleren we de verkeersbelasting zelf. Afgelopen zomer heb ik het nieuwe controlesysteem bekeken. Elke voorbijrijdende auto wordt gescand. Wie de verkeersbelasting niet heeft betaald, wordt 500 meter verder tegengehouden. De inning vindt dan onmiddellijk plaats. Indien iemand niet kan betalen, zal de betrokkene tot aan een Bancontactautomaat worden begeleid of een andere betalingswijze worden voorgesteld. De pakkans ligt veel hoger dan vroeger.
Ik ga ervan uit dat de heer Sannen van mening is dat de we inning en de controle in verband met de twee door hem aangehaalde voorbeelden beter zelf zouden verzorgen. We zouden dat zelf beter kunnen. We zullen die stap zo snel mogelijk zetten. De complexiteit van de zaak vereist echter dat we de nodige tijd nemen voor we de successie- en registratierechten zelf innen en controleren.
Eigenlijk heb ik op mijn eerste vraag geen antwoord gekregen. Heeft de minister enig zicht op de omvang van de fraude en enige indicatie van de gevolgen voor de Vlaamse begroting?
In het rapport van professor Maus wordt gesteld dat als belastingen redelijk zijn, men die wel zal betalen. We hebben in Vlaanderen de registratierechten naar beneden gebracht, het meeneemrecht ingevoerd en de schenkingsrechten vereenvoudigd. Hebt u er zicht op of de nieuwe regelgeving het effect heeft van een afname van mogelijke fraude of is het toch maar wishful thinking dat wanneer het eenvoudiger wordt en er minder belastingen zijn, er automatisch ook minder fraude zal zijn?
Een indicatie is heel moeilijk aangezien wij de dienst niet uitmaken. Ik heb alleen een hoegrootheid. Ik zal zeker niet de percentages van de professor toepassen op onze hoegrootheid, omdat er heel wat vragen zijn over de methodologie die de professor in kwestie heeft gebruikt.
U vraagt of we een indicatie hebben dat de verlaging van de registratierechten en de schenkingsrechten een effect heeft. Wij hebben gezien dat door de verlaging van de schenkingsrechten er een duidelijk naar voren trekken is van de schenkingsrechten. Mensen wachten niet tot de successie, ze gaan vroeger betalen. We hebben een stijging van de ontvangsten gezien de afgelopen jaren door het verlagen van de schenkingsrechten. Er is dus een indicatie, maar geen wetenschappelijke vaststelling, dat de verlaging van de schenkingsrechten wel het effect heeft gehad dat men zijn belastingen wel betaalt, eerder dan vroeger toen er hogere successierechten waren. Dat is een indicatie, maar niet meer dan dat. Er is geen wetenschappelijke studie, en zeker niet over de elementen waar u vooral naar verwees, omdat wij de dienst niet uitmaken. Op het ogenblik dat wij alles zelf controleren, kunnen wij natuurlijk percentages plakken op de hoeveelheid overtredingen bij de controles die we doen.
Het enige dat ik kan vaststellen is dat Vlaanderen de autonomie die het gedurende jaren heeft gekregen, blijkbaar onvoldoende heeft gebruikt om sneller de belastingen te innen, als ik u mag geloven minister, dat als we het zelf zouden kunnen doen, er minder fraude zou zijn. Ik ben niet zeker dat de mentaliteit van iedereen doet het automatisch zou wijzigen.
Het incident is gesloten.