Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Poleyn heeft het woord.
Voorzitter, minister, collegas, 85 procent van de jongeren die de leertijd hebben gevolgd, hebben binnen het jaar een job. 16 procent van de jongeren die de leertijd hebben gevolgd, starten binnen de vijf jaar als ondernemer.
De leertijd is dus een zeer succesvol leertraject, maar spijtig genoeg zakt jaar na jaar het aantal jongeren dat zich inschrijft in de leertijd. De instroom blijft maar dalen. Dit weekend heeft het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen deze cijfers bevestigd. Ze spraken over 25 procent minder over de laatste vijf jaar. De Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en andere instellingen hebben dat ook al aangetoond.
Minister, tijdens de bespreking van de beleidsbrief en naar aanleiding van de vragen van de heer De Meyer heb ik u er ook al over aangesproken. Vorig jaar hebt u aangekondigd dat er in samenwerking met SYNTRA een actieplan zou komen en dat u extra zou inzetten op promotie omdat u ook overtuigd was van het belang van die richtingen. Het is belangrijk om naast het voltijds onderwijs een systeem van leren en werken te hebben dat gericht is op arbeidsrijpe jongeren en dat via het decreet Leren en Werken tot een diploma kan leiden.
Minister, wat is de stand van zaken? Wat hebt u reeds gedaan om de leertijd te herwaarderen? Wat zit er in de pijplijn?
Minister Smet heeft het woord.
Voorzitter, er is niet echt onderzoek naar de daling gedaan, maar we kunnen wel een aantal redenen bedenken waarom het zo is. Er is vooreerst het nog ietwat negatieve imago.
Daarnaast is het vaak te zeer op ambachtelijke beroepen gericht. Er worden te weinig meisjesberoepen aangeboden. Bepaalde sectoren kennen het niet of kampen, zoals de grafische sector, met belemmeringen in de caos.
In 2010 hebben we met SYNTRA een actieplan besproken. Er zijn al een aantal initiatieven genomen. Het is wellicht nog te vroeg om het mogelijk te maken een getuigschrift van het secundair onderwijs gelijk te schakelen. Die getuigschriften zijn vorig schooljaar voor het eerst afgeleverd.
Veel mensen beseffen nog niet goed hoe het werkt. We moeten dit verder bekendmaken. We hebben een heel doelgerichte campagne opgezet. We hebben hiervoor een nieuwe website gemaakt en alle moderne digitale media, zoals Facebook en Netlog, gebruikt. We hebben de centra voor leerlingenbegeleiding (CLBs) geïnformeerd en we hebben samen met SYNTRA informatiesessies georganiseerd.
Momenteel werken we een vernieuwd opleidingsaanbod uit. Voor hout, bouw, decoratie, handel en distributie is dit al gebeurd. In september 2011 zal er ook voor de elektrosector een nieuw aanbod zijn. De komende drie maanden zullen drie nieuwe opleidingen worden aangeboden. Het gaat onder meer om de opleiding tot logistiek helper in de zorginstellingen en om een opleiding in de elektrosector.
De hervorming van het secundair onderwijs is een fundamentelere ingreep. Het is de bedoeling deze opleidingen in het licht van het leren en werken in het secundair onderwijs te integreren. We willen de complementariteit behouden. We doen veel, maar het is niet enkel de taak van de overheid. De bedrijven hebben op dit vlak ook een belangrijke rol te spelen.
Ik behoorde duidelijk niet tot de doelgroep van de campagne, want ik heb daar niets van gemerkt. Het zou interessant zijn hierover wat informatie te ontvangen.
De evaluatie van het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap is voor 2013 gepland. Onze visie op de hervorming van het secundair onderwijs zou echter al in 2014 klaar moeten zijn.
Het lijkt me dan ook relevant om, bijvoorbeeld op het einde van dit schooljaar of bij het begin volgend schooljaar, een tussentijdse evaluatie te maken van de plaats van de leertijd in het decreet betreffende het stelsel van leren en werken in de Vlaamse Gemeenschap en van de impact van dit decreet op de leertijd.
Toen het decreet werd opgesteld, heerste de verwachting dat de regionale overlegplatformen voor een regionale afstemming tussen het aanbod van de verschillende aanbieders van leertijd en het aanbod in het deeltijds onderwijs zouden zorgen. Volgens mij is een van de belangrijkste redenen waarom jongeren soms voor deeltijds onderwijs en niet voor leertijd kiezen dat het financieel interessanter is deeltijds onderwijs te volgen. Het systeem biedt hen immers een hogere bijdrage aan. Dit verschil zou moeten worden weggewerkt. Een evaluatie van de regionale overlegplatformen lijkt me dan ook zeer interessant. Dit zou moeten gebeuren voor we de leertijd een plaats in de hervorming van het secundair onderwijs geven.
De heer Bouckaert heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me volledig aan bij de vragen en de bezorgdheid van mevrouw Poleyn. Dit onderwerp is in de commissie al meermaals ter sprake gekomen. Er vallen trouwens nog heel wat interessante cijfergegevens te melden. Bij ons bedraagt de daling 23 procent. Dat is echter geen wet van Meden en Perzen. In Wallonië bedraagt de daling amper 7 procent. Het zou misschien interessant kunnen zijn eens na te gaan waarom die daling in Wallonië veel beperkter is. Vorige week hebben we het Platform Bèta Techniek in Nederland bezocht. In Nederland wordt ten aanzien van de scholen een veel sterker beleid gevoerd om de instroom naar de technische beroepen te stimuleren.
De plannen van de minister zijn goedbedoeld, maar enigszins vrijblijvend. Dat kan zo niet blijven duren. Uiteindelijk zal hij sterkere afspraken met de CLBs en met SYNTRA moeten maken om de instroom te versterken en de aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt te verbeteren. Ook binnen het werkplekleren zijn ernstige misallocaties vast te stellen. Bepaalde richtingen, zoals restauranthouder, kleinhandelaar of kapper, worden frequent gekozen. Er is echter vaak niet voldoende vraag op de arbeidsmarkt.
Mevrouw Vermeiren heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me ook aan bij de actuele vraag van mevrouw Poleyn en vooral dan bij de vraag om een tussentijdse evaluatie. Als we op de eindevaluatie moeten wachten, wordt het moeilijk onderweg bij te sturen.
Wat de dalende cijfers betreft, zou ik ook graag wat antwoorden krijgen. Wat betekenen die cijfers? Op zich zeggen cijfers veel. Waarom is er een daling? Misschien is daar een eenvoudige reden voor. Aangezien we misschien nog kunnen bijsturen, wil ik mevrouw Poleyn bijtreden.
Ik zal bekijken of we nog iets meer in kaart kunnen brengen. We zijn daarmee bezig. In ons systeem mogen mensen nog altijd vrij kiezen. We kunnen hen niet dwingen te participeren aan dat leertijdsysteem. Het enige dat we kunnen doen, is ervoor zorgen dat er een stroomlijning komt in de informatie via de CLBs en andere kanalen. Maar goed, dat proberen we te doen. Ik ben altijd bereid te bekijken of we ter zake nog iets meer kunnen doen.
Ik dank u. We zullen dat zeker opvolgen.
Het incident is gesloten.