Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Reekmans heeft het woord.
Voorzitter, eerste ondervoorzitter, minister, collegas, aan de hand van meerdere schriftelijke vragen heb ik de dotaties een beetje in kaart gebracht voor de werkingsmiddelen die de politieke partijen krijgen, de fracties van de politieke partijen, in de provincieraden. Nu blijkt dat in de periode 2002 en 2007 de werkingsmiddelen die de politieke partijen kregen vanuit de provincieraden, verviervoudigden.
Minister, in tijden van electorale campagnes, wanneer meerdere partijen beloftes doen over vegen voor eigen deur en het doorvoeren van besparingen, kan dit tellen. Ik heb het onderzoek gedurende enkele maanden gevoerd en ik heb geprobeerd om dit in kaart te brengen. Professor Maddens bijvoorbeeld heeft samen met een van zijn politicologen 1 jaar geleden het boek Het geld van de partijen geschreven, en hij kon zelfs de geldstroom van de provincies naar de politieke partijen niet vinden.
Ik heb die nu in kaart gebracht en nu blijkt dat bijna 5 miljoen euro van de 15 miljoen euro die de politieke partijen in Vlaanderen krijgen via Kamer, Senaat, Vlaams Parlement en provincies, van de provincies komt of bijna één derde. Die verhoging maal vier werd bovendien doorgevoerd op een ogenblik dat de provincies aan politiek belang hebben ingeboet. Je zou denken dat de werkingsmiddelen van de politieke fracties in de provincieraden verhoogd moeten worden omdat de provincieraden veel meer politiek en bestuursmatig werk doen, maar dat is niet het geval. Uiteindelijk ging het erom, dat hebben sommige partijen toegegeven in de media, om in stilte de kas te vullen en te gebruiken voor campagnes. Dit werd letterlijk door partijen gezegd in Het Nieuwsblad van vrijdag.
Wat nog meer opmerkelijk is, en dit is compleet mijn vraag, is dat uw voorganger, de heer Van Grembergen, in 2004 een omzendbrief heeft rondgestuurd waarin stond dat de werkingsmiddelen voor de politieke fracties enkel mochten worden gebruikt voor hun werking en voor niets anders. In 2007 heeft de Vlaamse Regering onder artikel 44 van het besluit van de Vlaamse Regering houdende het statuut van de provinciale mandataris, gesteld dat indien het geld voor andere zaken zou worden gebruikt, het zelfs moet worden teruggegeven.
Minister, u hebt in de media gezegd dat u erop zult aandringen dat de provincieraadsfracties hun verantwoordelijkheid nemen. Uw partij, de N-VA, ging verder en vroeg een onderzoek. Wat hebt u ondertussen al gedaan en wat zult u nog doen?
Minister Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Reekmans, u hebt de problematiek geschetst. Het is zo dat artikel 44 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 erin voorziet dat er een toelage kan gaan naar de fracties in de provincieraden. Het is een toelage die volgens dat besluit alleen mag worden aangewend voor de ondersteuning van de fractiewerking en voor de ondersteuning van de raden waarvan ze deel uitmaken. Het besluit zegt ook expliciet dat de toelage niet mag worden aangewend voor de campagnes, voor verkiezingsfolders en dergelijke meer. Dat staat in de memorie, maar ook in de tekst.
We stellen inderdaad vast dat de toelagen die de provincieraden toekennen, sterk gestegen zijn tijdens de afgelopen jaren. We stellen ook vast dat er minstens twee partijen zijn die, volgens Het Nieuwsblad van vorige week, zeggen dat ze die centen in Vlaams-Brabant ook gebruiken om campagne te voeren, om verkiezingsfolders te verdelen. Dit is in strijd met het besluit van de Vlaamse Regering.
Ik herhaal wat ik aan de pers heb gezegd, namelijk dat de eerste verantwoordelijkheid bij de deputaties ligt. De partijen moeten elk jaar hun verantwoordingsstukken indienen, hun notas met bewijsstukken, en de deputatie moet die controleren.
Er staat in het besluit uitdrukkelijk dat de deputatie, wanneer zij vaststelt dat het besluit wordt geschonden, kan terugvorderen of kan inhouden op de volgende toelage. Ik zal de provincies aan die bepaling herinneren en zeggen dat die toelagen tot niets anders mogen dienen en daarop moeten zijn afgestemd.
Voor de rest is dat een zaak van controle door het Rekenhof. Het Rekenhof is een parlementaire instelling die in opdracht van het parlement een onderzoek kan doen, als het Rekenhof al niet zelf ambtshalve, naar aanleiding van de feiten die bekend zijn en van dit debat, een onderzoek voert. Als er effectieve oneigenlijke aanwending is van die centen, dan moet dat onderzocht en blootgelegd worden.
Minister, u zegt hier hetzelfde als wat u in de pers zei, namelijk dat dit moet worden onderzocht. Ik had gehoopt dat u dat onderzoek toch al zou hebben opgestart. Laten we eerlijk zijn: dit gaat over ruim een verviervoudiging in amper 5 jaar tijd, van 1 miljoen euro werkingsmiddelen naar 4,4 miljoen euro.
Professor Maddens en een van zijn politicologen hebben daar anderhalf jaar geleden een boek over geschreven. Zij hebben die geldstromen zelfs niet kunnen blootleggen. Waar gaan we naartoe in Vlaanderen, als politicologen en journalisten zelfs geen zicht krijgen op de financiële middelen van de politieke partijen? Indien ik u die vragen niet had gesteld en vandaag deze actuele vraag niet had gesteld, zou dit allemaal blauwblauw zijn gebleven. En intussen maken de meeste partijen maar beloftes als we moeten voor eigen deur keren, we moeten besparen, we moeten het niet alleen bij de burger halen, we moeten zelf ook besparen, terwijl ze zichzelf de voorbije jaren immens veel middelen bij hebben gegeven via de provincieraden.
Wat mij nog het meeste stoort, is de hypocrisie in dit debat. Men durft in dit parlement het debat over de afschaffing van de provincies niet ten gronde aan te gaan. Maar nu snap ik ook waarom. Uiteindelijk weigeren de meeste partijen hier hun melkkoe te slachten. Dat is het grote probleem.
Vrijdag zei u dat u een onderzoek zou voeren. Vandaag, een week later, zegt u hetzelfde. Pas gewoon de wet toe, minister.
De heer Durnez heeft het woord.
Mijnheer Reekmans, de provincies zijn niet aanwezig in dit parlement en kunnen zelf dus niet antwoorden, maar ik kan u vanuit mijn verleden wel een paar zaken meegeven. Ten eerste is deze reglementering op hetzelfde moment in de vijf provincies ingevoerd, namelijk in 2003. Het is dus gemakkelijk om een veelvoud van betoelaging te vinden als je vertrekt op een moment dat die reglementering niet bestond.
Ten tweede is dit reglement ook nagezien door het Rekenhof. Het is u wellicht niet bekend, maar elke provincie staat onder toezicht van het Rekenhof. Die reglementen zijn in 2004 aangepast aan de opmerkingen van het Rekenhof.
Ten derde stel ik mij vragen bij de onderzoekers die u aanhaalt. Als die jaren nodig hebben om een artikel in elke provinciebegroting, dat open en bloot aangeeft waarover het gaat, te vinden, wens ik hun nog veel succes in hun verdere onderzoek. Die documenten zijn zeer zichtbaar. Er is helemaal niets duisters aan de hand.
Ten slotte wil ik ook meegeven dat het op vraag van alle politieke partijen was dat dit gereglementeerd is.
Mijnheer Reekmans, het is niet de eerste keer dat ik constateer dat u niet luistert naar wat ik zeg. Ik kan geen onderzoek voeren. Dat valt onder de provinciale autonomie. Het is een verantwoordelijkheid van de deputatie, die het besluit van de Vlaamse Regering moet naleven en die dus de bewijsstukken moet controleren. Ik zal de deputaties daaraan herinneren. Zij moeten binnen de bepalingen van dat besluit opereren. Als er uitgaven gebeuren die daar niet mee stroken, is het niet conform en heeft de deputatie de plicht om op te treden, om terug te vorderen en om eventueel te compenseren met volgende uitgaven.
Ten tweede komt de controle van de bewijsstukken mij niet toe. Ik heb die bevoegdheid niet, die komt toe aan het Rekenhof. Het Rekenhof kan die stukken opvragen. Dit parlement kan het Rekenhof vragen om een onderzoek te doen. Het Rekenhof is een parlementaire instelling en kan dat ook ambtshalve doen. Dat komt mij niet toe. Ik zal de deputaties wel wijzen op hun verantwoordelijkheid en hun plichten ter zake.
Minister, er moet niets worden onderzocht, dat weet u maar al te goed. U bent zeer goed op de hoogte. In de pers hoor ik de N-VA altijd heel stoer vertellen: we gaan het onderzoeken. U zat in een kartel met CD&V toen die verhoging is doorgevoerd, minister. U weet wel degelijk waar het over gaat. Mijnheer Durnez, u geeft toe dat het je reinste politieke zelfbediening was dat de politieke partijen zichzelf opslag hebben gegeven.
Zal er iets veranderen, collegas? Iedereen vraagt nu in volle verkiezingstijd dat de burger moet besparen en dat de politici het voorbeeld moeten geven. Beste collegas, politici zagen niet de tak af waar ze zelf op zitten! Dat is het verhaal dat ik vandaag breng. Als ik hier vandaag niet stond, werd dit zelfs niet aangekaart want het is not done dat je hier dergelijke vragen stelt. Artikel 44 is duidelijk en de omzendbrief ook. Minister, ik vraag u gewoon de wet toe te passen zoals we die voor onszelf hebben gemaakt, dan zal de burger opnieuw vertrouwen hebben in de politiek
Het incident is gesloten.