Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, naarmate de waterkwaliteit verbetert, wordt de hengelsport aantrekkelijker. 61.000 mensen hebben een visvergunning.
De hengelsport kampt echter ook met problemen, en één daarvan is de stroperij. Vooral Oost-Europese bezoekers die hier vissen, beschouwen ongeveer al wat zwemt als bruikbaar voor consumptie. Die vissen worden afgemaakt en vaak ook geëxporteerd. Als vissers hen erop attent maken dat dat eigenlijk niet hoort of hun eigen vangsten niet willen afstaan, ontstaat er af en toe zelfs fysiek geweld.
De Vereniging van Belgische Karpervissers is nu zelf met een sensibiliseringsactie begonnen om te vragen dat men die vis terugzet. Dat is wat bij ons meestal gebeurt. Ook bij ons zijn er uiteraard vissers die hun vangst meenemen. Het gaat om ongeveer 175 ton per jaar, vooral snoekbaars en paling. Maar het principe van no kill, gewoon vangen en terugzetten, vindt toch steeds meer ingang. 72 percent van onze vissers verklaart nooit vis mee te nemen. Die buitenlandse mensen kijken daar anders tegenaan. Het is ook een andere cultuur.
Waarschijnlijk is het een kwestie van handhaving. Er zijn in Vlaanderen 26 milieu-inspecteurs om de jacht en de visvangst te controleren. Dat zijn er 5 per provincie. Zij hebben in 2009 221 pvs uitgeschreven. Tussen de provincies is dat zeer ongelijk verdeeld. In West-Vlaanderen alleen al is meer dan de helft van die pvs uitgeschreven: 115.
Minister, welke maatregelen kunt u op korte termijn nemen om een einde te maken aan de stroperij en te vermijden dat het escaleert? Het staat in de pers en vanavond is er een bijdrage in Volt. Het is toch blijkbaar iets dat op het terrein aan de hand is.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Vandaele, u stelt een terechte vraag. De problematiek is ons bekend. Het klopt dat er in 2009 al 192 pvs zijn opgesteld. Het toezicht op de stroperij in de visserij is een verantwoordelijkheid van het Agentschap voor Natuur en Bos. In hun handhavingsplan voor 2010 hebben ze bijzondere aandacht besteed aan het toezicht op die stroperij. Ze gaan er extra op inzetten. Ik heb ook nog eens de instructie gegeven om daar voldoende aandacht aan te besteden. Zo zullen ze bijvoorbeeld ook meer nachtrondes organiseren. Ook daar zit er een groot verschil tussen de provincies.
Er zijn 26 natuurinspecteurs, maar daarnaast zijn er ook nog boswachters die de helft van hun tijd aan natuurinspectie besteden. We kunnen dus zeggen dat er in het totaal 34,5 voltijdse equivalenten ter beschikking staan voor het toezicht.
Er is ook de communicatie. Ik weet dat de sector zelf pamfletten heeft opgemaakt om uit te delen zodat iedereen weet wat in Vlaanderen mag en wat niet. We onderzoeken of we op de borden pictogrammen kunnen zetten zodat ze voor iedereen goed verstaanbaar zijn. Ook in de verschillende publicaties wordt er aandacht aan besteed.
Minister, u corrigeert mijn cijfers. Ik spreek over 221 pvs, u hebt het over 192. Ik tel er de navolgpvs bij.
Blijkbaar is ook de sector zelf vragende partij voor meer handhaving. Dat is opvallend. Een op vier van de Vlaamse vissers vraagt een strengere handhaving. 10 percent vraagt ook een strengere reglementering. Er is dus een draagvlak.
Als u de controles op korte termijn kunt opdrijven en ze wat meer gelijk kunt maken in West-Vlaanderen wordt 19 percent van de verloven gecontroleerd, in Oost-Vlaanderen is dat maar 2,8 percent dan ben ik u daar dankbaar voor.
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik denk dat het vooral gaat over de karpervissers die er serieuze problemen over maken.
We moeten het volgende zeggen: de meeste van onze vissers hebben zelfs geen plaatsen meer om te vissen. Op veel plaatsen worden ze geweerd, bijvoorbeeld bij wateren waar er ook toerisme is. Het is dus een belangrijke vraag voor de vissers. Als ze al een plaats hebben om te vissen, hebben ze het probleem dat de vis meestal voor hun neus weggevangen is.
Minister, ik wil er sterk op aandringen om de vraag van de vraagsteller te steunen en de handhaving, maar vooral de straffen voor de mensen die hier zomaar onze vissen komen vangen, sterk op te voeren zodat ze, wanneer ze één lesje hebben gehad, stoppen met de pesterij voor onze vissers.
De heer Martens heeft het woord.
Voorzitter, minister, de heer Vandaele had het vooral over de karpers en het probleem van het leegvissen van plassen door, volgens de heer Vandaele, buitenlandse vissers.
Ik denk dat er ook een gezondheidsaspect meespeelt, namelijk de pcbs in onze palingen. Ik weet niet of Oost-Europeanen die bovenhalen, maar ik denk dat het goed zou zijn om te sensibiliseren en aandacht te besteden aan de terugzetplicht voor de palingen, ook ter bescherming van diegenen die denken dat ze een lekker stukje vis verorberen, maar eigenlijk hun eigen gezondheid in gevaar brengen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Minister, u weet dat de mensen van Waters en Bossen bijzonder streng zijn in de toepassing van de jachtwetgeving voor de Vlamingen van eigen bodem die jagen. Het is misschien aangewezen om het accent te verleggen van de overdreven aandacht die men schenkt aan de jagende Vlaming naar wat er gebeurt in de visserij. Het kan niet de bedoeling zijn dat we strenger zijn voor onze eigen landgenoten dan voor hen die hier op doorgang zijn en problemen veroorzaken.
In plaats van te zeggen dat er te weinig mensen zijn, kunnen we de aandacht verschuiven en dan kan het probleem vrij resoluut worden aangepakt.
Ik ben blij dat u zich allemaal aansluit bij de vraag om er extra aandacht aan te besteden. Ik heb al gezegd dat we dit gaan doen en dat we er al mee bezig zijn. Het stond al in het handhavingsplan van het Agentschap voor Natuur en Bos van 2010.
Mijnheer Martens, voor de paling hebben we ook bijzondere aandacht. We hebben een communicatie voorbereid omdat men niet altijd goed begrijpt waarom men zo streng is voor het vissen op paling. Als je dan wijst op het mogelijke gezondheidsaspect, is er een groter draagvlak voor en begrijpt men dat beter.
Het toezicht gebeurt voor iedereen op dezelfde manier. Wie niet in orde is, of dat nu een Vlaming is of een buitenlander, wordt op dezelfde manier bestraft. Er wordt een proces-verbaal opgemaakt en men gaat over tot een strenge aanpak, laat daar geen misverstand over bestaan.
Mijnheer Callens, de accommodatie is inderdaad een probleem. 20 percent van de vissers vraagt ook een betere accommodatie.
Mijnheer Martens, het gaat vooral over karpers. Dat is ook een typisch voorbeeld van no kill, van redelijk vissen.
Mijnheer Sabbe, ik heb wat meer moeite met uw opmerking. Ik heb geen xenofobe uitspraak willen doen, ik heb alleen willen zeggen dat er een cultuurverschil is tussen onze vissers en buitenlandse vissers in het soort vissen dat zij verorberen. Zoals de minister zegt, moeten we dat vooral met communicatie oplossen.
Alle gebruikers van oppervlaktewater, dus ook de hengelaars, zijn bondgenoten in het streven van de overheid naar een betere kwaliteit van het oppervlaktewater.
Het incident is gesloten.