Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tack heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, u weet dat het Stabiliteitspact voorschrijft dat België in 2013 de Maastrichtnorm haalt. Voor de Europese Commissie is dat niet snel genoeg. De Europese Commissie houdt wellicht rekening met de torenhoge schuld van België, en vindt daarom dat het in 2012 moet. Vorige week kwam de Hoge Raad voor Financiën met een rapport waarin staat dat het ook kan. Het rapport beschrijft zelfs hoe dat kan.
Het mag natuurlijk niet met extra belastingen gebeuren, want dat zou nefast zijn voor de heropleving van onze economie. De belastingdruk is al veel te hoog in dit land. De Hoge Raad van Financiën pleit dus voor besparingen: 1 miljard euro dit jaar, 3,9 miljard euro volgend jaar en 4,5 miljard euro in 2012. De Hoge Raad zegt ook wie deze besparingen zou moeten dragen. De instelling heeft het over een 65/35-verhouding: 65 percent te dragen door de federale overheid en de sociale zekerheid, 35 percent door de deelstaten en de lokale overheden.
Vorige week is federaal minister van Begroting Vanhengel daarover door tal van parlementsleden ondervraagd. Hij zei toen dat hij aan de Europese Commissie voor het einde van de maand een antwoord moet bezorgen. U herinnert zich de heisa die vorig jaar ontstond toen België veel te lang wachtte om de Europese Commissie te antwoorden en daarvoor een reprimande kreeg.
Hij zei ook dat hij een antwoord zal bezorgen nadat hij heeft overlegd met de deelstaten. Hij wil daarover eerst met u onderhandelen. Als hij u nog niet heeft gecontacteerd, dan zal dat wellicht heel snel gebeuren. Tussen haakjes: de SERV heeft berekend dat de begrotingsopmaak voor 2011 erg moeilijk zal zijn. Er wordt gewag gemaakt van meer dan 600 miljoen euro extra besparingen.
Vorige maand hebt u tijdens de begrotingsbesprekingen in de plenaire vergadering verklaard dat u geen duimbreed zult wijken. U hebt voorzien in een aantal inspanningen voor de begroting 2010 en u voegde eraan toe dat u geen overschotten wilt reserveren, tenzij in 2011 alle regeringen van dit land een evenwicht zouden bereiken, wat natuurlijk weinig waarschijnlijk is.
Als minister Vanhengel u zal ontvangen, wat zult u hem dan vertellen? Zult u consequent blijven met wat u vorige maand hebt gezegd, of zult u buigen voor het Belgische compromis en zo proberen om België andermaal te redden?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Voorzitter, collegas, ik begrijp dat u zich wat zorgen maakt. U vreest dat ik zou zwichten voor een aantal argumenten op een bijeenkomst met minister Vanhengel. Ik heb van hem nog geen uitnodiging ontvangen.
U verwijst naar de vragen van de heer Vereeck. Ik zal het nog eens duidelijk herhalen, de Vlaamse Regering heeft een begrotingspad afgesproken: in 2011 is onze begroting in evenwicht. Het document van de SERV toont aan dat we nog een zware weg af te leggen hebben. Ik ben ervan overtuigd dat we dat halen. We leveren daarmee een gigantische inspanning voor die nv België. We doen dat voor ons en niet omdat men ons dat vraagt.
Als we die doelstelling halen in 2011, zal de nv België met het Europese bericht en het rapport van de Hoge Raad van Financiën zelf inspanningen moeten leveren. Ik wil in alle rust onderstrepen dat we dat evenwicht zullen halen. Als alle overheden in dit land maar daar ga ik niet van uit naar datzelfde doel zouden streven, zouden we vanaf dan het debat over de overschotten kunnen voeren. Maar ik heb niet de indruk dat alle overheden in dit land dezelfde dynamiek en timing hebben als Vlaanderen. Ik zal dit opnieuw herhalen mocht minister Vanhengel mij uitnodigen en die vraag opnieuw stellen.
Het wordt hoe dan ook een boeiende discussie. In de plenaire zitting van vorige week zei hij dat het een solidaire verantwoordelijkheid was van alle overheden in dit land om dit begrotingsresultaat te kunnen halen. Ik wens u veel sterkte en goede moed. Ik hoop dat u zich aan uw woord zult houden.
U zult mij zeker volgen.
De heer Van Mechelen heeft het woord.
Voorzitter, zeker met het Belgische voorzitterschap van de Europese ministerraad in de tweede helft van dit jaar moeten wij een voorbeeldrol spelen. Iedereen weet dat dit een gedeelde inspanning zal zijn. We hebben de discussie over de Maddensdoctrine in de commissie al gevoerd, ik ga ze hier niet openen. Dat debat volgt hier nog wel.
In uw regeerakkoord staat echter een zinnetje dat mij bijzonder verontrust. Het gaat over de invoering van een ESR-boekhouding bij steden en gemeenten. Ik ben nogal goed geplaatst om te weten wat dat betekent. Wilt u dat invoeren in het begrotingsjaar 2012 of vanaf 2013? Dat betekent dat de lokale investeringen gedecimeerd gaan worden. Kan de Vlaamse economie dat dragen?
De heer Vereeck heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, ik dank u voor uw antwoord in verband met 2011. De vraag van de heer Tack ging natuurlijk ook over 2012. Dat leest u in de titel van zijn actuele vraag. Ik heb u in de begrotingsbesprekingen gevraagd wat u zou doen met die overschotten die waarschijnlijk zullen ontstaan vanaf 2012. Het zijn fictieve overschotten, want u gaat ze gebruiken voor het eigen Vlaamse beleid.
We hadden dan een discussie over de vraag of u dat overschot integraal zou gebruiken voor Vlaanderen of slechts gedeeltelijk en dan hebt u natuurlijk niet gelogen en het andere deel eventueel voor schuldafbouw. Ik heb u dat verschillende keren gevraagd. U hebt daar niet uitdrukkelijk op geantwoord, maar gelukkig heeft minister Muyters dat wel gedaan. Drie keer zelfs heb ik hem die vraag gesteld. Hij aarzelde in het begin maar hij heeft uiteindelijk de knoop doorgehakt in de commissie en gezegd: de mogelijke overschotten gaan integraal naar eigen Vlaams beleid. Er gaat geen cent naar schuldafbouw.
Deze discussie is wat mij betreft politiek dichtgecementeerd. U kunt geen bijdrage meer leveren aan het Belgische begrotingsresultaat in 2012.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik geloof dat we hier om de twee, drie weken dezelfde vraag krijgen, en gelukkig ook hetzelfde antwoord van de minister-president en van de minister van Begroting. Het regeerakkoord is duidelijk. We gaan op Vlaams niveau naar een nultekort in 2011, en dat is al een heel sterke prestatie.
Als je het laatste rapport van de Hoge Raad voor Financiën leest, dan zie je dat er in 2011 voor de globale Entiteit II nog altijd een tekort van 0,8 percent wordt vooropgesteld. In 2012 mag Entiteit II nog altijd een tekort hebben van 0,4 percent. Het is dus niet zo dat de federale regering sneller op de Vlaamse deur zal komen kloppen om een overschot te boeken.
Daarnet was er in de commissie voor Innovatie nog een heel interessant debat naar aanleiding van het verslag van de VRWB. Er zijn voldoende uitdagingen op Vlaams niveau om de Vlaamse centen op een goede manier te besteden als versterking van een innovatieve Vlaamse kenniseconomie. Ik ben er gerust in dat de voltallige Vlaamse Regering die paragraaf uit het regeerakkoord zal uitvoeren en zal investeren in een sterke Vlaamse kenniseconomie.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, we hebben inderdaad al een paar keer hetzelfde debat gevoerd. Wat er een beetje vreemd aan is, is dat iedereen er zomaar van uitgaat dat minister Vanhengel het zelf evident vindt om die vraag in Vlaanderen te komen stellen omdat hij weet dat er één begroting is die een duidelijke inspanning doet, met een duidelijk traject, en omdat hij zelf aan het Overlegcomité een document heeft gepresenteerd waaruit blijkt dat er één regio is die substantieel vooruitgaat en bijdraagt. Als hij spreekt over een solidaire inspanning, dan weet hij dat één regio die voor 2010 al heeft gedaan.
Er is hier al een paar keer gezegd dat en ik denk dat dat de evidentie zelf is voor zover er geen solidariteit blijkt uit wat de anderen doen, inclusief de heer Vanhengel zelf, men hier niet moet komen vragen om wat dan ook te doen na 2010. Er is een begrotingstraject dat binnen afzienbare tijd naar overschotten leidt, die zullen worden besteed aan Vlaams beleid. Punt aan de lijn. Zolang de andere overheden, inclusief de federale overheid, die inspanning niet doet, vind ik het zelfs vreemd te veronderstellen dat hij zou durven komen vragen dat Vlaanderen nog een stap verder zet.
Voorzitter, Guy Vanhengel heeft die vraag nog niet gesteld. Misschien wordt die vraag ook niet gesteld. Dat zien we wel. Mijnheer Tack, mijn antwoord is dus duidelijk.
Mijnheer Van Mechelen, u weet zeer goed dat we de ESR-boekhouding voor gemeenten moeten invoeren. Er zijn Europese afspraken die het noodzakelijk maken om die boekhouding in te voeren. (Opmerkingen van de heer Dirk Van Mechelen)
Jullie stelling is dus dat de boekhouding van de gemeenten niet ESR-conform moet zijn? Nu niet en ook niet in 2012. (Opmerkingen van de heer Dirk Van Mechelen)
Ik pas het reglement toe. Minister-president Peeters heeft het woord. (Opmerkingen van de heer Bart Tommelein)
De minister-president mag zoveel vragen stellen als hij wil. De enige die een repliek mag geven, is de heer Tack, en hij kan er misschien op antwoorden.
Voorzitter, het was een retorische vraag. Ik ga ervan uit dat Open Vld ook weet dat we de ESR-boekhouding voor gemeenten vroeg of laat moeten invoeren. De vraag is alleen maar wanneer we ze invoeren. De bedoeling is dat het voor 2012 gebeurt, dan is er een nieuwe legislatuur voor de gemeenten. We maken daarvan gebruik om duidelijke afspraken te maken over hoe de ESR-boekhouding wordt ingevoerd en hoe we de investeringsdynamiek van steden en gemeenten kunnen oplossen: hoe gaan we met investeringen om, over welke periode gaan ze lopen?
We hebben reeds een aantal voorstellen geformuleerd. Ik hoop dat we in dit debat landen en dat u zeer goed weet dat we er niet onderuit kunnen. We kunnen het mogelijk nog een paar jaar uitstellen, maar het is belangrijk om het op die manier in 2012 te doen.
Mijnheer Vereeck, u hebt het antwoord van minister Muyters gekregen. Ik hoef het dus niet te herhalen. Ik denk dat andere collegas alleen maar hebben bevestigd wat ik hier heb gezegd.
Voorzitter, u verwacht misschien dat ik de kastanjes voor de Open Vld uit het vuur zal halen. Er zal nog veel water door de Schelde vloeien vooraleer ik dat zal doen.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. We zullen het dossier blijven opvolgen. Indien nieuwe elementen zouden opduiken, zullen we u hier zeker mee confronteren. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.