Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
Dames en heren, met toepassing van artikel 46 van het Reglement van het Vlaams Parlement heeft de heer Callens bij motie van orde het woord gevraagd.
De heer Callens heeft het woord.
Voorzitter, voor wij deze plenaire vergadering aanvatten, zou ik willen zeggen dat ik me als vertegenwoordiger van het volk in dit Vlaams Parlement de laatste maanden niet goed voel. De reden daarvoor is dezelfde als bij een aantal andere collegas.
De vragen die wij indienen voor de commissies, worden voor een groot deel geweigerd. Dat is al maanden het geval. Er wordt dan verwezen naar de begrotingsbesprekingen of naar de bespreking van de beleidsnota. Onlangs kreeg ik een brief waarin stond dat mijn vraag was geweigerd omdat over een maand het voortgangsrapport van de Mestbank klaar is. Ik moet mijn vraag op dat moment dan maar stellen.
Als het om dringende vragen gaat, dan vind ik dat de commissie die vragen moet aanvaarden en de volksvertegenwoordiger op zijn minst de mogelijkheid moet geven om te rapporteren aan de betrokkenen.
Mijnheer Callens, ik stel voor dat u dit probleem ter sprake brengt in de commissie Landbouw. Ik ga geen uitspraken doen over vragen die worden geweigerd. Ik mag dat sowieso niet doen in plenaire zitting.
Voorzitter, u geeft de heer Callens de raad de zaak in de commissie Landbouw te berde te brengen. Maar ikzelf stel het probleem ook vast. Men stuurt ons van het kastje naar de muur. Ik heb zelfs nog in de plenaire vergadering gevraagd om de beleidsnota Wonen dringend te bespreken, om de bespreking aan te vatten. Men zegt dan dat ik vragen moet indienen. Als ik dat dan doe, zegt men dat die thuishoren bij de bespreking van de beleidsnota. Het gebeurt dus niet alleen in de commissie Landbouw, maar ook in andere commissies. Dat is betreurenswaardig.
Mevrouw De Waele, ik verwijs naar artikel 83, punt 3 van het reglement over de al dan niet ontvankelijkheid van een vraag om uitleg enzovoort. Daarin staat heel duidelijk: Wanneer een vraag onontvankelijk is verklaard, kan de vraagsteller dat aan de orde stellen bij de eerstvolgende regeling van de werkzaamheden van de commissie. Door de voorzitter wordt een driemaandelijks verslag gemaakt ten behoeve van het Uitgebreid Bureau met een lijst van de onontvankelijk verklaarde vragen. Dat wordt inderdaad voorgelegd aan het Uitgebreid Bureau.
Ik verwijs dus naar het reglement, dat door het parlement met eenparigheid van stemmen is goedgekeurd. Ik verwijs u dus in eerste instantie naar uw commissie.
Voorzitter, ik wil een kleine rechtzetting doen. Het gaat niet om de commissie Landbouw maar wel om de commissie Leefmilieu en andere. De voorzitter van de commissie Landbouw zou anders kwaad zijn.
Dan moet u zich wenden tot de heer Martens.
Het incident is gesloten.