Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, collegas, mevrouw de minister, de Europese kaderrichtlijn Water stelt dat tegen 2015 het oppervlaktewater in Europa van goede kwaliteit moet zijn. Er is ook de richtlijn Stedelijk Afvalwater. Daarin wordt zelfs gesproken over deadlines als 2000 en 2005. Die zullen we natuurlijk niet meer halen.
In december 2009 werd het waterzuiveringsstation Brussel-Noord stilgelegd. Dit heeft in onze Vlaamse rivieren voor een vervuiling gezorgd die, gelukkig, aan het herstellen is.
In Vlaanderen wordt 25 percent van het huishoudelijk afvalwater onvolwaardig gezuiverd. Ook dat heeft natuurlijk een effect op onze Vlaamse rivieren. Het probleem stelt zich op verschillende niveaus. Indertijd heeft minister Vera Dua de subsidie voor gemeentelijke rioleringsprojecten tot 100 percent verhoogd. Door een gebrek aan voldoende budgettaire middelen is er een heel lange wachtlijst ontstaan voor gemeentelijke rioleringsprojecten die voor subsidies in aanmerking komen.
Naast de goede lokale voorbeelden omvat de klas ook een aantal slechte leerlingen. Bepaalde gemeenten voeren onvoldoende een rioleringsbeleid en krijgen daarvoor geen enkele sanctie opgelegd.
Mevrouw de minister, wat wilt u doen om de waterzuiveringsgraad in Vlaanderen substantieel te verhogen en om ons uit de achterste linie van het Europese peloton te halen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb de reportage gezien waar de heer Sanctorum naar verwijst. We mogen echter niet alles op een hoopje gooien. Er is de Europese kaderrichtlijn Water. Die richtlijn betreft de ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Daarnaast is er de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater. Ik wil eerst even op dat laatste punt ingaan.
Wat de zuivering van het stedelijk afvalwater betreft, maakt de Europese Commissie een onderscheid tussen verschillende agglomeraties. Er zijn agglomeraties met meer dan 10.000 inwonersequivalenten, agglomeraties met 2000 tot 10.000 inwonersequivalenten en agglomeraties met minder dan 2000 inwonersequivalenten. Om het verschil duidelijk aan te tonen, zal ik even op alle drie deze categorieën ingaan.
Met betrekking tot de eerste categorie, de agglomeraties met meer dan 10.000 inwonersequivalenten, voldoen we volledig aan de richtlijn. In die gemeenten wordt momenteel 99 percent van het afvalwater gezuiverd.
In de tweede categorie, de agglomeraties met 2000 tot 10.000 inwonersequivalenten, voldoen 78 van de 83 agglomeraties aan de verplichtingen die in de richtlijn zijn opgenomen. We beschikken over een strikte timing. Normaal gezien, zouden we in 2012 op schema moeten zitten en zouden al die agglomeraties aan de zuiveringsgraad moeten voldoen.
In de derde categorie, de agglomeraties met minder dan 2000 inwonersequivalenten, zou er volgens de reportagemakers een probleem zijn. Volgens hen heeft Vlaanderen, in het bijzonder het buitengebied, een probleem. We zouden niet aan de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater voldoen. Ik kan hier echter melden dat we volledig aan die richtlijn voldoen. We hebben immers in onze regelgeving, onder meer in de Vlaamse Reglementering Milieu (VLAREM), opgenomen dat alles een primaire zuivering moet doorstaan. Het gebruik van de septische put is in Vlaanderen verplicht. De Europese Commissie heeft dit procédé in de kleine agglomeraties als een zuivering aanvaard.
Een ander aspect van de actuele vraag van de heer Sanctorum betreft de Europese kaderrichtlijn Water. Deze kaderrichtlijn behandelt de goede ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. Vlaanderen moet op dit vlak nog inspanningen leveren. Er is echter al heel wat gebeurd.
Vorig jaar heeft de Vlaamse Regering de zoneringsplannen goedgekeurd. In die plannen wordt bepaald waar tot individuele waterzuivering moet worden overgegaan en waar collectieve waterzuivering moet plaatsvinden. De zoneringsplannen moeten in gebiedsdekkende uitvoeringsplannen worden vertaald. Die plannen moeten een aantal bindende engagementen voor de Vlaamse overheid en voor de gemeenten bevatten.
Mijnheer Sanctorum, uw verwijzing naar de periode tot 2004 stelt me enigszins teleur. Alles zou toen heel goed zijn gegaan. Er zou toen in voldoende subsidiëring zijn voorzien. Ik heb de budgetten eens opgezocht. In 2004 is jaarlijks in 167 miljoen euro voor de subsidiëring van gemeenten voor de waterzuivering voorzien. In 2010 gaat het jaarlijks om een bedrag van 360 miljoen euro. (Applaus bij CD&V en N-VA)
De budgetten zijn enorm gestegen. U hebt zelf verwezen naar het feit dat we de rioleringen in gemeenten met gescheiden stelsels voor 100 percent subsidiëren. Er moeten nog bijkomende inspanningen worden geleverd. We voorzien tevens in een subsidie voor de individuele waterzuivering. Dat bedrag is bijna verdubbeld, meer bepaald van 1250 euro naar 2250 euro.
Volgens mij levert Vlaanderen alle mogelijke inspanningen om de waterkwaliteit te verbeteren. De vergelijking met de Zenne gaat niet op. Het gaat hier immers om de puntlozing van het afvalwater van 1,1 miljoen Brusselaars in de Zenne. Dit afvalwater is niet primair gezuiverd. Ik vind het erg dat u dit aan de hand van deze actuele vraag probeert goed te praten. (Applaus bij CD&V en N-VA)
Mevrouw de minister, u hebt dat nummertje heel goed voorbereid. Daar gaat het hier echter niet om. In feite kunnen beide feiten worden vergeleken. Die puntlozing is natuurlijk heel erg. Ik wil hier duidelijk stellen dat we dit onaanvaardbaar vinden.
Maar dat neemt niet weg dat nog altijd 25 percent van het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd zonder secundaire zuivering. Dat is mijn punt.
U haalde daarnet de Europese kaderrichtlijn Water aan. In de commissie hebt u gezegd dat we die kaderrichtlijn zouden halen via het Toekomstpact 2020. De kaderrichtlijn spreekt echter over een deadline van 2015, en niet van 2020. Misschien kunt u daar ook een antwoord op formuleren.
U probeert natuurlijk een goednieuwsshow te brengen, en dat is uw goed recht. Maar de vraag is hoe we die 25 percent van het afvalwater die nog altijd onvoldoende wordt gezuiverd, kunnen zuiveren. Dat is de grote vraag. Ik krijg daar geen antwoord op. U verwijst gewoon naar het verleden. Het gaat over wat we nu gaan doen.
De heer Sabbe heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik vind dat u nogal kort door de bocht gaat door de heer Sanctorum zo te proberen pakken op een terechte opmerking van zijnentwege. Het heeft immers meer dan drie weken geduurd vooraleer u wist dat de Zenne Vlaanderen aan het vervuilen was. Als u iemand wilt terechtwijzen, dan moet u ervoor zorgen dat u zelf recht in uw schoenen staat. (Applaus bij LDD. Rumoer)
Mevrouw de minister, u zegt dat er subsidies worden gegeven. Ik zou graag weten wat uw opvolgingsmechanisme is. U zegt dat de VMM agglomeraties kleiner dan 2000 inwonersequivalenten niet de moeite waard, maar de tussensoort, tussen 2000 en 10.000, wel. U geeft daar subsidies voor. Hoe gaat u dat opvolgen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat dat snel en consequent gebeurt?
De heer Vandaele heeft het woord.
Ik wil beklemtonen dat we met die 25 percent inderdaad een heel andere situatie hebben, waarbij we meestal geen ongezuiverd afvalwater lozen, maar op verschillende plaatsen afvalwater lozen dat meestal via septische putten is gepasseerd.
Ik wil voor één keer de minister bijtreden wanneer ze zegt dat er al heel veel inspanningen gebeuren in het landelijke gebied. De subsidies zijn er. Sinds 1996 werden er 4300 projecten op gemeentelijk vlak gesubsidieerd vanuit het Vlaamse Gewest. Ik denk ook aan het lokaal pact, waarbij men gedurende zeven jaar 100 miljoen euro per jaar investeert. Ten slotte verwijs ik naar de reorganisatie van de watersector in 2005, waardoor er op de facturen nu ook een gemeentelijke saneringsbijdrage komt.
Dat zijn allemaal belangrijke inspanningen, maar wij zijn het er uiteraard over eens dat er altijd nog een tandje kan worden bij gestoken. Als ik goed ben geïnformeerd, mijnheer Sanctorum, zijn er toch ook een aantal oefeningen bezig op ambtelijk niveau, om te bekijken hoe men de sanctionering via de uitvoeringsplannen kan doen. De minister krijgt daar wat tijd voor.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Mevrouw de minister, we zijn allemaal van mening dat er nog inspanningen nodig zijn om die 25 percent waarvan sprake in de toekomst nog te verminderen. U moet echter ook rekening houden met het feit dat de gemeenten meer en meer in financiële moeilijkheden komen en dat het vaak de gemeentelijke rioleringsprojecten zijn die vooruitgeschoven worden. Dat heb ik tot hiertoe nog niet gehoord in uw verhaal. Ik hoop ook daarop een antwoord te krijgen.
De heer Martens heeft het woord.
Mijnheer Sanctorum, u had het over de deadline voor het halen van de ecologisch goede kwaliteit van al onze oppervlaktewateren. In de Europese richtlijn wordt inderdaad 2015 naar voren geschoven, maar tegelijkertijd wordt de lidstaten de kans geboden om twee keer een uitstel te krijgen voor een periode van zes jaar. In het Pact 2020 en Vlaanderen in Actie is overeengekomen dat we de ecologisch goede toestand van alle waterlopen willen bereiken tegen 2020. Dat impliceert dat we één keer naar Europa zullen trekken voor uitstel.
Wat u zegt, is correct. We moeten die 25 percent van het nog niet volledig gezuiverde afvalwater verder zuiveren. We hebben daar in de vorige legislatuur heel veel hoorzittingen aan gewijd om uit te zoeken hoe we dat het best kunnen aanpakken. Daar zijn aanbevelingen uit voortgevloeid, die door de Vlaamse Regering vooralsnog niet zijn opgevolgd.
Eén ervan was te komen tot gebiedsdekkende uitvoeringsplannen. Daarbij zouden we samen met de lokale besturen moeten nagaan wanneer de verschillende werken moeten worden uitgevoerd, anders riskeren we dat gemeentebesturen dat gaan doorschuiven naar een volgende legislatuur. Op die manier gaan we nooit onze deadlines halen.
Een tweede aanbeveling was om te zorgen voor een ambtshalve indeplaatsstelling door het Vlaamse Gewest van de gemeentebesturen die na herhaaldelijk aandringen toch nalaten de nodige investeringen te doen. Mevrouw de minister, hoe zit het daarmee? Wordt daar werk van gemaakt? Wordt die resolutie op dat punt ook uitgevoerd? Kunnen we ervoor zorgen dat er een stimulerend en aan de andere kant straffend beleid komt ten aanzien van lokale besturen zodat ze hun verantwoordelijkheid opnemen?
Mijnheer Sanctorum, ik ging hetzelfde antwoorden als wat de heer Martens net zegt. De kaderrichtlijn Water stelt inderdaad 2015, met tweemaal de mogelijkheid tot uitstel. Vandaar dat in het Pact 2020 staat dat Vlaanderen een goede ecologische waterkwaliteit wil van het oppervlaktewater tegen 2020. Dat is en blijft de ambitie.
U zegt dat ik niet antwoord op uw vraag hoe het nu verder moet. Ik heb gewezen op de zoneringsplannen die nu al klaar zijn, die aanvaard zijn door de Vlaamse Regering, en die nu vertaald worden in gebiedsdekkende uitvoeringsplannen. Die zullen bindend zijn en daarin, mijnheer Martens, zal ook staan dat, als die gemeenten hun verplichtingen niet nakomen, het Vlaamse Gewest in de plaats van die gemeenten de verantwoordelijkheid kan afdwingen en opnemen. Die plannen worden nu volop uitgewerkt. De ambitie is ze zo snel mogelijk klaar te hebben. De timing is nu medio 2011 voor volledige afronding van de plannen, na overleg met de gemeenten. We moeten samen bekijken waar er collectieve en waar er individuele zuivering moet komen.
Wat de financiële toestand van de gemeenten betreft, verwijs ik nogmaals naar het feit dat de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel voor 100 percent gesubsidieerd wordt. Ook de individuele installaties voor de behandeling van afvalwater ( IBAs) worden gesubsidieerd. Laat ons de saneringsbijdrage op de waterfactuur niet vergeten die door de gemeenten verplicht moet worden aangewend voor de aanleg van die collectieve waterzuivering, riolering en IBAs. We zijn daar zeker mee bezig. De vergelijking met de Zenne gaat absoluut niet op.
U hebt nu iets meer verteld over die sanctie. Het is mij nog altijd niet duidelijk wat ze precies inhoudt.
Inderdaad, de kaderrichtlijn Water voorziet in uitstel. Maar, mevrouw de minister, u bent absoluut niet zeker dat de Europese Commissie uitstel zal verlenen. Bij mijn weten is Pact 2020 nog altijd ondergeschikt aan de Europese regelgeving.
CD&V heeft het over de geloofwaardigheid van groenen inzake waterkwaliteit; wij zijn op dit vlak zeker geloofwaardig. Ik denk dat u beter eens zou kijken naar uw eigen geloofwaardigheid. U hebt zelfs een federale premier die groot geworden is door een staatshervorming, die dan in de koelkast wordt gestopt of zelfs begraven. (Applaus bij LDD)
U hebt een Vlaamse minister-president die er alles aan doet om zijn Vlaams imago te verkopen. En dan in Brussel zwijgt men. (Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe)
Ik denk dat jullie beter zwijgen over credibiliteit.
Mijnheer Van Rompuy, ik denk dat u de volgende keer uw T-shirtjes met Splitsing Brussel-Halle-Vilvoorde beter gewoon thuis laat. (Applaus bij de oppositie. Opmerkingen van de heer Carl Decaluwe )
Het incident is gesloten.