Verslag plenaire vergadering
Verslag
Dames en heren, het debat is geopend.
De heer Reekmans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, op donderdag 17 december, toen we de laatste plenaire zitting hadden van vorig jaar, maakten we in Vlaanderen kennis met de eerste echte winterprik. De sneeuwval en wintertemperaturen hebben gezorgd voor het verbreken van alle records van files in Vlaanderen. Men stapelde die dag 510 kilometer file op.
De reden hiervan was dat de strooidiensten blijkbaar niet in staat waren om deze voorspelde serieuze winterprik te voorzien en er effectief klaar voor te zijn. De dag erna merkte ik enkele taferelen op die heel tegenstrijdig waren. Op de Brusselse ring moest men nog steeds 10 kilometer per uur rijden terwijl men op de E40 kust-Brussel volop aan het flitsen was. Qua prioriteiten stellen, kan dat tellen.
Mevrouw de minister, nadat u kritiek kreeg van onder andere LDD, haalde u in de media aan dat er communicatieproblemen waren. Mevrouw de minister, ik hoor het u graag zeggen, maar dat is blijkbaar een standaardantwoord geworden.
Ik wil letterlijk citeren uit een interne audit van 2003-2004: De interne audit heeft kunnen vaststellen dat de organisatie van de werking van de winterdienst vrij veel gebreken vertoont. Er ontbreken noodzakelijke schakels in het controletraject, er ontbreken formele richtlijnen en er is een gebrekkige communicatie, zowel top-down als bottom-up. Deze leemtes laten de aannemers de ruimte om de taken niet uit te voeren conform de bepalingen van het bestek. Er waren gegronde redenen om sanctionerend op te treden bij het vaststellen van contractuele onregelmatigheden, maar er gebeurde niets.
Mevrouw de minister, dit is een audit van 2003-2004. Toen werden uw voorgangers al op de hoogte gebracht van communicatieproblemen bij de winterdienst.
Het strooien en het gebrek aan strooizout is een apart hoofdstuk. Daar wil ik het vandaag nog niet eens zo concreet over hebben.
Ik wil even doorgaan op de audits van 2003 en 2004. De winterprik valt daaronder, maar ik wil het hebben over de gevaarlijke wegen die we vandaag overal in Vlaanderen tegenkomen, over de putten en de kraters in het wegdek. Men kan er niet naast kijken.
Voor de oudere wegen is de oorzaak hiervan zeer duidelijk. Er werd de voorbije jaren te weinig geïnvesteerd in structurele onderhoudswerken. Door deze structurele onderhoudsachterstand ontstaan er putten. Dat wil ik nog begrijpen. U hebt ook inspanningen geleverd, u hebt de budgetten verhoogd van 30 naar 100 miljoen euro. Dat was terecht en noodzakelijk.
Maar ik wil het hebben over recent aangelegde wegen, zoals de N29 steenweg Tienen-Diest ter hoogte van mijn gemeente Glabbeek. Vandaag heeft het AWV daar verkeerslichten moeten plaatsen voor een afgesloten stuk van de weg, wegens 120 putten over een afstand van 2 kilometer. De weg werd amper anderhalf jaar geleden volledig vernieuwd. Het wegdek van de E19 Antwerpen-Brussel dat enkele maanden geleden vernieuwd werd, moest ook al worden hersteld. Idem voor de E313 ter hoogte van Herentals. Het viaduct in Vilvoorde werd aangelegd in 2001, heraangelegd in 2004, dat kennen we. Op het wegdek vanaf Groenendaal tot aan de taalgrens zijn in acht jaar tijd reeds drie keer herstellingswerken aan het asfalt gebeurd.
Men kan zich dus op zijn minst ernstige vragen stellen over de kwaliteit en de duurzaamheid van het gebruikte asfalt. Asfalt wordt namelijk al eeuwenlang gebruikt, de Mesopotamiërs en de Romeinen maakten er baden waterdicht mee, en de Feniciërs zelfs hun schepen. De eerste weg in asfalt werd aangelegd in Babylon in 625 voor Christus.
Vandaag, anno 2010, zijn wij met al onze kennis blijkbaar niet in staat om waterinfiltratie in nieuw asfalt tegen te gaan. Ik heb er een beetje geschiedenis bij gehaald om te benadrukken dat asfalt wel degelijk kwaliteiten heeft. Mevrouw de minister, wij vermoeden dat de controle op die kwaliteit vandaag te wensen overlaat. Het controleorgaan Onpartijdige Controle-instelling voor de Bouw (COPRO) bestaat voor de helft uit aannemers die openbare werken uitvoeren en voor de helft uit bevoegde ambtenaren van het AWV. De audit van 2003 toont zelfs aan dat de stalen van asfalt niet worden genomen door controleurs, maar dat de aannemers ze zelf mogen aanreiken.
Ik rond af met het pleidooi van LDD. Neem een voorbeeld aan Nederland. Daar heeft men in 1987 de drie instellingen die verantwoordelijk waren voor de kwaliteit van het verkeer, samengevoegd in CROW, een kennisplatform voor infrastructuur en verkeer. In Vlaanderen hebben we het VITO en het Onderzoekscentrum Wegenbouw (OCW). We hebben voldoende kennis en instellingen. We moeten dringend een soort COPRO oprichten. De kwaliteit kan momenteel niet worden gegarandeerd. We moeten dus naar nieuwe instituten, samengevoegd uit bestaande organen zoals in onze buurlanden, om de kwaliteit van het asfalt te verhogen. (Applaus bij LDD)
Mevrouw Van den Eynde heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, ik hoef er u niet aan te herinneren dat op 17 december, de dag van onze laatste plenaire zitting, ons land bedolven werd onder zware sneeuwval. Hoewel die zware sneeuwval voorspeld was, bleken de strooidiensten totaal niet in staat om die sneeuwval te bestrijden.
s Morgens bereikte de sneeuwval Oost- en West-Vlaanderen je zou kunnen verwachten dat de diensten daarmee verwittigd waren. Maar toen tegen de avondspits de sneeuwbuien opschoven, bleek de overheid weer niet in staat om ons land de verkeersellende te besparen. Meer dan 500 kilometer file, de zwaarste file ooit in ons land, was hiervan rechtstreeks het gevolg. Urenlang moesten vele automobilisten aanschuiven in ellenlange files. Velen hebben veel moeite moeten doen om veilig thuis te geraken. De vraag die ik me hierbij direct stel, mevrouw de minister, is of het Agentschap Wegen en Verkeer dat de strooidiensten onder zijn bevoegdheid heeft, geen lessen trekt uit soortgelijke situaties van de vorige jaren.
Iedereen vraagt zich af of men niet vroeger had kunnen ingrijpen. De winterprik was toch voorspeld? Mevrouw de minister, het is toch onbegrijpelijk dat de strooidiensten niet efficiënt genoeg zijn om bij zware sneeuwval ernstige verkeershinder te voorkomen. Nochtans verzekerde het Agentschap Wegen en Verkeer de automobilistenverenigingen dat het paraat stond. Na al die ellendige toestanden werden heel wat opmerkingen gemaakt over de werking van de strooidiensten.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Voor de duidelijkheid van het debat: gaan we nu het debat voeren over het sneeuwvrij maken van de wegen en de kwaliteit van onze wegen, of over het feit dat we bij enorme sneeuwval op alle plaatsen tegelijk de wegen sneeuwvrij moeten maken?
De heer Decaluwe heeft het woord.
Ik sluit mij graag aan bij de heer Ceyssens. Na twee sprekers is het voor mij ook niet duidelijk waarover het debat gaat. Over de auditverslagen is er al meerdere keren gedebatteerd. De kwaliteit van het asfalt is ook iets anders, en de controle erop ook. Wat mij stoort bij de twee sprekers tot hiertoe is de tendens om te zeggen dat die ellendig lange files, zoals u het noemt, mevrouw Van den Eynde, niet normaal zijn. (Opmerkingen)
Ik heb het ondertussen eens bekeken. Het waren inderdaad bijna de langste files ooit, maar dit was ook zo in Nederland, zeker in Groot-Brittannië, in Frankrijk en in Slovenië. Dat is gewoon een naakte vaststelling. De oppositie geeft hier de indruk dat het beleid bij zware sneeuwval de files kan vermijden. Kijk naar de Verenigde Staten, waar er een complete chaos was. Die illusie mag u aan de kiezers en aan de mensen niet geven: de politiek kan bij zware sneeuwval door tijdig ingrijpen niet alles onder controle houden. Ik stel vast dat het in geen enkel land in de wereld bij onverwacht en zelfs bij voorspeld zwaar weer evident is om op voorhand te strooien. Men heeft vorige week goed uitgelegd dat er niet op voorhand kon worden gestrooid omdat het geen effect had. Men moest wachten.
Voorzitter, als we dan toch over goede debatten praten, moeten we misschien eerst beter aflijnen waarover het debat concreet gaat want hier worden toch verschillende dingen door elkaar gehaald.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Mijnheer Decaluwe, nu gaat u toch, in alle eerlijkheid, zeer kort door de bocht. Wij hebben ook alle artikels gelezen die zijn verschenen naar aanleiding van de sneeuwval. Het ging, voor alle duidelijkheid, niet om meters of pakken, het ging over de luttele centimeters sneeuw die we keer na keer hebben in België. Die waren trouwens weken of dagen op voorhand aangekondigd. De pers was duidelijk: ze had het over de grootste verkeerschaos ooit, over blunder na blunder, over strooiwagens die niet of verkeerd opdaagden, die naar verkeerde plaatsen werden gestuurd, die defect bleken te zijn. We hebben op onze Vlaamse wegen nog nooit een dergelijke chaos gehad.
Ik heb daarover, voorzitter, een vraag ingediend. Die zal dan ook in het actualiteitsdebat worden getrokken. Ik heb de minister-president, die toen nog minister van Openbare Werken was, de heer Kris Peeters, eind 2007 al geïnterpelleerd met de vraag of hij een strooiplan had voor het geval er een dergelijke overlast was een overlast die aangekondigd wordt, voor alle duidelijkheid. Ik stel alleen maar vast dat er 2 jaar later nog altijd geen deftig plan is. Zodanig dat ons land lam ligt, niet bij meters sneeuw, maar bij die enkele centimeters sneeuw die we hier jaarlijks hebben.
We kunnen misschien een voorstel van decreet indienen dat het niet meer mag sneeuwen. (Rumoer)
Ik stel vast dat de meerderheid bijzonder lastig en zenuwachtig wordt van wat kritiek van op de oppositiebanken. Mijn vraag aan de minister is zeer concreet: bestaat er intussen al een efficiënt strooiplan? Blijkbaar niet. Wordt eraan gewerkt? Is er een raming van de economische schade als gevolg van een dergelijke lamlegging van een land gedurende een hele dag of enkele dagen?
Mijnheer de voorzitter, net zoals een aantal andere collegas had ik een vraag om uitleg ingediend. En, mijnheer Decaluwe, deze vragen werden omgezet en hebben geleid tot een actualiteitsdebat. U moet mij niet onder vuur nemen en zeggen dat ik het debat uitbreid en begin over de strooidiensten en de slechte werking. Het debat is het gevolg van de vragen om uitleg die hierover zijn gesteld. (Rumoer)
Ik heb het al gehad over de vele opmerkingen naar aanleiding van de werking van de strooidiensten. De strooidiensten reageerden met de mededeling dat ze al het mogelijke gedaan hadden, maar zij zagen een probleem in het aangepast rijgedrag van de automobilisten. De automobilisten reden trager, waardoor er een file ontstond. Daarnaast stelde Wegen en Verkeer dat er in de nacht van woensdag op donderdag wel 1600 ton zout gestrooid werd, maar dat het zout niet goed werd ingereden. De vraag die dan onmiddellijk bij me opkomt, is of het preventief strooien dan niet doeltreffend genoeg is. Of, mevrouw de minister, moet er naar andere methoden gezocht worden? Het Agentschap Wegen en Verkeer stelde eveneens dat hun planning in de zomer nog herbekeken en bijgestuurd werd. Blijkbaar hebben de bijsturingen niet het gewenste resultaat opgeleverd. Naast het laattijdig strooien op de autosnelwegen, bleek dat ook vele belangrijke secundaire wegen die naar de grote autosnelwegen leiden, fel te kampen hadden onder de zware sneeuwval, waardoor ook die totaal onberijdbaar werden.
Ook de gemeentebesturen waren zeer slecht voorbereid op de zware sneeuwval. Sommige hadden nog geen zout ingeslagen, waardoor er onmogelijk voldoende gestrooid kon worden. En andere gemeenten wilden niet strooien en meenden dat de burgers maar thuis moesten blijven. Ook hier, mevrouw de minister, is het duidelijk dat er goede afspraken moeten worden gemaakt tussen het Vlaamse Gewest en de lokale besturen over de verantwoordelijkheden inzake de ijzelbestrijding. (Opmerkingen van de heer Jan Verfaillie)
Massas tonnen zout werden gestrooid, en toch lukt het niet om sneeuw te bestrijden. Maar de vraag is dan hoe andere landen het doen. Ik hoor toch geen signalen van monsterfiles bij zware sneeuwval in Duitsland of Zwitserland. Is het strooien van zout wel het meest efficiënte middel? We horen signalen vanuit Nederland, waar men in sommige steden en gemeenten een combinatie gebruikte van zout en een suikerachtige substantie. Deze methode is volgens de betrokken gemeente veel doeltreffender. Andere gebruiken dan weer zand. Van een collega die wat meer over Zweden kent, heb ik gehoord dat daar veel zand wordt gebruikt in combinatie met zout. Na een periode van vriezen, wordt het zand dan weggeveegd. (Rumoer)
Collegas, ik vraag om dat verder te onderzoeken. Mevrouw de minister, binnen uw kabinet of administratieve diensten moeten er toch wel bekwame ingenieurs zijn om dat verder te onderzoeken.
Collegas, vandaag ijzelt het nog steeds, en in het algemeen is het hoofdwegennet goed berijdbaar. Maar de eerste winterprik, de eerste vriestemperaturen en de dooi hebben zware schade toegebracht aan ons wegennet. Verscheidene belangrijke wegen vertonen grote putten en zorgen opnieuw voor een onveilig wegdek. Wegvliegende stukken asfalt, wegverzakkingen moeten dan ook zeer snel hersteld worden. Maar ook hier, mevrouw de minister, bleken uw diensten tijdens de kerstperiode in de fout te gaan. De Vlaamse administratie, waar het meldpunt zich bevindt, was gesloten. Er was opnieuw een slechte communicatie, waardoor dringende herstellingen niet konden worden uitgevoerd. Uw diensten gingen zelf op weg om te kijken waar herstellingen nodig waren en voerden er een aantal uit. Het was echter kunst- en vliegwerk.
Mevrouw de minister, alle automobilisten die op de gewestwegen rijden, waar heel wat diepe putten zijn, lopen het risico op ernstige schade aan hun wagen. En net zoals de gemeenten verantwoordelijk gesteld kunnen worden bij beschadigingen aan het wegdek, kan ook het Vlaamse Gewest verantwoordelijk gesteld worden. Ik raad dan ook alle automobilisten van wie de wagen stuk is omdat ze op een slecht wegdek hebben gereden, aan om klacht in te dienen bij het Vlaamse Gewest. (Rumoer)
Het feit dat ons wegennet zo zwaar beschadigd is, kent natuurlijk verschillende oorzaken. U hebt zelf al in de commissie gezegd dat u een plan hebt om de gewestwegen in Vlaanderen beter te onderhouden. En we steunen dat plan. Dat is absoluut noodzakelijk. Maar, mevrouw de minister, er moet ook worden nagedacht over de kwaliteit van het asfalt. Voldoet het asfalt dat we nu gebruiken, om te weerstaan aan de klimaatwisselingen in Vlaanderen?
Deze winterprik zal in ieder geval niet snel vergeten worden, mevrouw de minister. Daarom vragen wij u om absoluut werk te maken van de volgende zaken. Eén: een beter onderhoud van onze wegen. Twee: een onderzoek naar welk soort asfalt het meest geschikt is voor de Belgische weersomstandigheden. Drie: een degelijk onderzoek naar de fouten die gebeurd zijn bij uw diensten wat betreft het laattijdige optreden van de strooidiensten en de afwezigheid van een meldpunt voor schade aan het wegdek tijdens de vakantie.
Ik hoop dat ik hier volgend jaar niet opnieuw moet staan, mevrouw de minister, om vragen te stellen over de slechte werking van de strooidiensten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gysbrechts heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collegas, ik wil het hier vandaag heel concreet hebben over strooizout. Ik had wel degelijk een actuele vraag ingediend over dit onderwerp, omdat het nu eenmaal superactueel is.
De eerste winterprik speelt de Vlaamse weggebruiker parten. Het Agentschap Wegen en Verkeer liet gisteren weten voor de gewestwegen geen tekort aan zout te verwachten. Men rekent op goede afspraken met de leveranciers. Uiteraard heeft het gewest geen probleem, collegas. Onder andere de contracten met strenge boeteclausules zorgen ervoor dat de leverancier niet anders kan. Maar diezelfde leverancier, die reserves moet garanderen voor het gewest, schuift zijn leveringen aan de gemeenten vandaag op de lange baan, of wil of kan niet meer leveren. Ook die leveranciers komen immers stilaan zonder zout te zitten. Als we dan denken aan de voorspellingen voor volgend weekend, collegas
Gisteren werden verschillende gemeentebesturen hiermee geconfronteerd. Zij maken zich zorgen. Dit is geen verstandige manier van werken, wanneer het Vlaamse Gewest over voldoende zout lijkt te beschikken. Het gewest verwacht namelijk zelf geen schaarste, weliswaar volgens de eigen mededelingen van Wegen en Verkeer. En dat terwijl de secundaire wegen en de fietspaden in onze gemeenten er spekglad zullen bijliggen.
De gouverneur van de provincie Antwerpen waarschuwde de gemeentebesturen al en raadde hen aan om zuinig om te springen met strooizout, en om eens bij de buren te kijken wie nog voorraad heeft. Maar ook die buren hebben geen voorraad meer. De gouverneur vroeg ook om een lijst te maken van wat men nog liggen heeft, en dat vervolgens te melden, aangezien de toestand van de zoutvoorraad volgens de gouverneur zorgwekkend begint te worden. Meer nog: volgens de gouverneur zullen ook de provincie, het gewest én de snelwegen bij nieuwe sneeuwval tegen het einde van de week niet meer over zout beschikken. Er schort dus duidelijk wat aan de communicatie tussen de provincie en de Vlaamse administratie.
Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat het gisteren fout liep in die communicatie. Terwijl een gouverneur aan de gemeenten vraagt om economisch om te springen met de zoutvoorraad en zo meer, verstuurt het Agentschap Wegen en Verkeer een persbericht waarin gesteld wordt dat de zoutvoorraad voor de volgende dagen gegarandeerd is, dankzij de reserves. Het lijkt mij ongepast om in deze toestand de indruk te wekken dat de Vlaamse wegen er de volgende dagen veilig zullen bij liggen, collegas.
De realiteit lijkt deze mededelingen ondertussen voorbij te snellen. De minister mag op zeker spelen voor haar eigen wegennet, maar het kan niet de bedoeling zijn dat dit ten koste gaat van de weggebruiker in de dorpsstraat. Het gemeentebestuur zal de verwijten krijgen. Daarnet had iemand het over gemeentebesturen die slecht voorbereid zijn. Welnu, ik ben ervan overtuigd dat het gros van onze gemeentebesturen goed voorbereid waren en dat zij hun uiterste best gedaan hebben en dat ze dat ook zullen blijven doen, met de middelen die zij voorhanden hebben. Met duidelijke communicatie tussen het gewest, de gemeenten en de provincies zullen we al een heel eind verder komen.
Een globaal plan van aanpak voor een volgende winterprik, en zeker voor de volgende jaren, zou ideaal zijn en is absoluut noodzakelijk, mevrouw de minister.
Mevrouw de minister, collegas, drie weken winter en Vlaanderen dreigt volgend weekend lam te liggen. Met de huidige weersvoorspellingen houd ik mijn hart vast. Ik hoorde deze namiddag ook verwarde en onduidelijke signalen van gemeentebesturen die mij zeggen dat hun leveranciers gezegd hebben geen zout meer te mogen leveren aan de gemeentebesturen. Men verwijst dan naar mensen van de Vlaamse administratie, die dreigen met boetes en die heel duidelijk hebben gemaakt dat de leveranciers aan hen moeten leveren en dat ze de gemeentebesturen maar moeten laten wachten.
De heer Verfaillie heeft het woord.
Mijnheer Gysbrechts, ik heb deze namiddag nog telefonisch contact gehad met mijn diensten. De grote winterprik wordt voor Antwerpen pas in het weekend voorspeld, maar in de Westhoek zou er morgenvroeg al een pak sneeuw vallen. Misschien kunt u dan eens komen kijken hoe wij dat probleem op een efficiënte manier proberen op te vangen.
Ik kan u verzekeren dat wij het bericht hebben gekregen dat de zoutlevering in West-Vlaanderen geen enkel probleem zou vormen. Wij hebben een contract met een leverancier en deze leverancier zal zijn contractuele verplichting nakomen.
Ik wil er nog op wijzen dat ook de weggebruiker zijn rijgedrag een klein beetje moet aanpassen aan de staat van de weg. Mijn politiediensten hebben mij ook gesignaleerd dat de toestand van de autobanden soms heel slecht is, waardoor men zich niet veilig op de weg kan begeven. Er zijn maar heel weinig mensen die winterbanden opleggen. Nochtans zijn winterbanden noodzakelijk bij zulke weersomstandigheden.
Alle verantwoordelijkheid afschuiven op de overheid, is hier volgens mij niet op zijn plaats.
Ik begrijp eigenlijk het doel van uw tussenkomst niet.
Ik heb op geen enkel moment gezegd dat de weggebruiker zijn verantwoordelijkheid niet moet nemen of dat het alleen de verantwoordelijkheid van de overheid is. Neen, dat heb ik helemaal niet gezegd. De weggebruiker moet zeker zijn verantwoordelijkheid nemen en de weggebruikers moeten er rekening mee houden dat niet alle straten kunnen worden vrijgemaakt. Dat is duidelijk. Ik zie niet in wat u wilt zeggen. Uiteraard ondersteunen wij dat ook.
Dat u in West-Vlaanderen nog over zout kunt beschikken, is mooi voor u. Wij weten dat er momenteel in onze provincie een enorm tekort is aan zout en dat de leveranciers aan de gemeentebesturen zeggen dat ze niet meer mogen en kunnen leveren. Op de vraag van de gouverneur hebben verschillende gemeentebesturen en ik heb de mails gezien geantwoord. Er is een lijstje van tien gemeenten uit één streek die allemaal zeggen dat de voorraden op zijn. Als u heel goed hebt geluisterd naar mijn betoog, dan vraag ik dat men er in de toekomst iets aan doet en dat er voldoende met elkaar wordt gecommuniceerd als er een probleem is. Uw punt over de weggebruiker is een heel ander punt. (Applaus bij Open Vld)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, geachte collegas, het is koud, het was koud en het gaat nog veel kouder worden de volgende dagen. De eerste dag van de vrieskou en van de sneeuw zijn er inderdaad problemen geweest. Dat moeten we niet ontkennen. Er zijn problemen geweest in alle landen. Maar vandaag ben ik nog nooit zo vlot van Hasselt naar Brussel gereden. De wegen worden vrijgemaakt en vrijgehouden. Op dit moment wordt er zeer efficiënt gewerkt.
Vandaag las ik in de krant dat er door het Vlaams Agentschap voor Wegen en Verkeer al 35.000 ton strooizout werd gebruikt. Dat wijst erop dat er hard wordt gewerkt.
Even relevant voor mij zijn de gevolgen van het strooien van het zout voor onze wegen. We worden nu al geconfronteerd met heel wat schade aan de wegen. De discussie over de toestand van de wegen is een heel belangrijke discussie. Ze werd ook al tijdens de begrotingsgesprekken gevoerd. De afgelopen jaren zijn er heel wat inspanningen geweest en ook voor dit jaar wordt er in bijkomende middelen voorzien.
Ik wil docent Willy Miermans van de afdeling Verkeerskunde van de Universiteit Hasselt citeren in De Standaard eind vorig jaar. Hij stelt dat landen zoals Oostenrijk, Duitsland of Noorwegen ervaring hebben met winter- en vriesweer. Daardoor zijn de wegfunderingen er anders, maar er zijn ook kleine praktische aanpassingen.
Zo gebruikt bij ons bijna niemand winterbanden, terwijl die in andere landen vaak verplicht zijn, zodat er minder moet gestrooid worden. Dat is goed, want zout is door smeltwater dat insijpelt, zeer schadelijk voor het wegdek.
Het lijkt me in deze discussie vooral belangrijk te kijken wat we meer kunnen doen met dezelfde middelen. We moeten kijken naar nieuwe technieken en efficiëntiewinsten binnen de huidige werking.
Ik kom even terug op de opmerking van docent Miermans over de winterbanden. In ons land zijn ze niet verplicht. Het is ook een federale bevoegdheid. In heel wat landen wordt wel verplicht om in extreme omstandigheden winterbanden te laten opleggen. Misschien moet daarover eens worden nagedacht.
Een ander voorbeeld is al aangehaald. In Nederland wordt nu gewerkt aan een proefproject waarbij men de heteluchtwagen voor de landingsbanen van Schiphol ook inzet op de wegen. Het ijs wordt gesmolten waardoor men minder moet strooien. Dat kan ook een belangrijke piste zijn. Mevrouw Van den Eynde heeft al aangehaald dat men in Nederland ook de combinatie van strooizout en een suikerachtige substantie gebruikt. Ongetwijfeld zijn er heel wat oplossingen te bedenken en zijn er nieuwe technieken die we misschien nog niet kennen maar waarmee men in het buitenland al testen doet.
Voor onze fractie is het belangrijker dat er zo efficiënt mogelijk gewerkt wordt om de negatieve gevolgen van het winterweer voor ons wegennetwerk en het wegverkeer te beperken, zowel bij de inzet van personeel, materiaal als technieken. Het lijkt me zinvol om verder onderzoeken te verrichten.
Mevrouw de minister, het winterweer is niet uniek voor dit jaar. Ook andere jaren zijn er problemen geweest. Ik heb altijd geleerd dat als er problemen of klachten zijn, men die moet proberen te verzamelen om er lessen uit te trekken. Is er in het verleden al een evaluatie geweest van de werking van de strooidiensten op de gewestwegen en autosnelwegen? Zijn er aanbevelingen geformuleerd? Wilt u voor de afgelopen weken een evaluatie doorvoeren?
Wat de schadelijke effecten van het strooien van zout op onze wegen betreft, lijkt het me belangrijk om verder onderzoek te verrichten. Mevrouw de minister, wilt u alternatieve technieken onderzoeken en eventueel implementeren? (Applaus bij CD&V en de N-VA)
De heer Reekmans heeft het woord.
Mevrouw Jans, ik heb dat artikel van die verkeersdeskundige van de universiteit in Hasselt er ook even bij genomen. U moet verder lezen. Die man zegt ook: Een land met het dichtste verkeersnet ter wereld zou zich niet ieder jaar mogen laten verrassen door een beetje winterweer. Verder staat er ook in dat het heel erg gesteld is met ons wegdek en dat de gebruikte materialen dikwijls te wensen overlaten.
Ik vond wat u daarnet vertelde opmerkelijk. U wilt Vlaanderen blijkbaar verplichten winterbanden te steken. Dat leid ik er toch uit af. Maar u weet toch dat als u in landen als Oostenrijk en Zwitserland winterbanden moet steken en sneeuwkettingen moet opleggen, waarvoor dat dient? Dat dient om de bergen op te rijden, mevrouw. Dat dient niet voor de vlakke wegen in Vlaanderen. U kunt dat misschien eens in Wallonië gaan promoten, in de Ardennen. Ik vind het voorstel van N-VA toch een beetje betuttelend. Ga dat maar eens vertellen aan alle mensen die vandaag hun velgen en banden kapot rijden in de putten en kraters in de wegen!
U hoeft niet zo hard te schreeuwen, mijnheer Reekmans. Ik hoor het wel door de microfoon. (Applaus)
Laat uw collegas dan iets dimmen.
U zegt dat dat in andere landen verplicht is in streken waar men in de bergen moet rijden. Ik woon in Hasselt kort bij de Duitse grens. In Duitsland moet men overal verplicht winterbanden opleggen. Waar ik rijd als ik de grens oversteek, is het zeer vlak.
Ik heb niet gezegd dat men het moet verplichten. Ik denk dat we gewoon alle pistes moeten bekijken om problemen te vermijden. (Applaus bij CD&V en de N-VA)
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Mevrouw de minister, de voorbije dagen en weken is er door de verschillende wegbeheerders met man en macht gewerkt om de wegen sneeuw- en ijsvrij te maken.
Er is zoveel gestrooid dat er ons gisteren berichten bereikten over schaarste. Diverse gemeentebesturen, zeker in Antwerpen, kregen de melding binnen dat men niet meer aan strooizout kon geraken. Als reden werd opgegeven dat de leveranciers zelf in de problemen kwamen en in eerste instantie hun contracten met het Vlaamse Gewest moesten uitvoeren.
Mevrouw de minister, ik heb geen zicht op deze contracten, maar ik denk dat het goed zou zijn als u die zou toelichten.
Het is heel belangrijk dat er afspraken met de gemeenten worden gemaakt. U weet dat de wegbeheerders verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun wegen. Ze kunnen aansprakelijk worden gesteld. Men kan hen via procedures aansprakelijk stellen bij ongevallen. We moeten zien dat er geen concurrentiestrijd losbarst tussen het Vlaamse Gewest, de provincie en de gemeenten. Voor de toelevering kunnen gemeenten zich verenigen om ook dergelijke contracten af te sluiten. Dat zou niet goed zijn.
Het zou wel goed zijn dat er een globaal plan komt voor de verschillende wegbeheerders. Gisteren kregen we van de gouverneur van Antwerpen een melding dat aan de gemeente werd gevraagd een oplijsting te maken van de voorraden en de mogelijke toeleveringen met het oog op de coördinatie van de verspreiding en het strooien. In die mail stond ook vermeld dat er al problemen werden vermeld bij het gewest en de provincies.
Ik vraag u, mevrouw de minister, of dit inderdaad zo is en hoe u de volgende dagen en weken denkt door te komen. De weersvoorspellingen zijn erg slecht. Er hangt nog sneeuw in de lucht.
Voorts is het de vraag of er nog wel zout moet zijn. Kan er niet gezocht worden naar alternatieven? In de buurlanden wordt er gezocht naar alternatieven en we lezen er ook over. Misschien moet daar onderzoek naar gebeuren. Kan er misschien geruimd of geborsteld worden?
Er is misschien effectief ook een veiligheidsprobleem. Als de gouverneur de coördinatie op zich neemt, dan is dat een belangrijk signaal. Is het niet aangewezen om contacten te leggen met Binnenlandse Zaken en hun te vragen of er geen materialen van de Civiele Bescherming ter beschikking kunnen worden gesteld? Er wordt mij gezegd dat zij over heel veel materialen beschikken. De vraag is waarom die in de opslagplaatsen blijven liggen terwijl wij allemaal worden geconfronteerd met problemen.
Ik denk al aan het herstel van de wegen. Het strooien en de weersomstandigheden hebben heel wat gevolgen voor het wegdek. Ik vergelijk niet met het asfalt van de Romeinen, zoals de heer Reekmans. Ik vermoed dat het toen van een andere kwaliteit was, zoals trouwens ook het verkeer. Kunnen de wegen worden gecontroleerd? Op welke manier kunnen de wegen worden aangelegd zodat de gevoeligheid voor de strooizouten vermindert? Welke planning is er vooropgesteld en welke middelen voor het herstel? We weten dat het tijd, middelen en hinder zal vragen. Gebeurt er dan ook een onderzoek naar de conformiteit? In hoeverre heeft de aannemer van destijds of recent aangelegde of herstelde wegen effectief zijn verplichtingen uitgevoerd?
De heer Vanvelthoven heeft het woord.
Ik wil u een ervaring uit het hoge Noorden meegeven. Dat is een ervaring die de lokale bestuurders de afgelopen dagen en weken ook hebben gehad.
Dat is een ervaring die wellicht een aantal lokale bestuurders de afgelopen dagen en weken hebben meegemaakt. Als verantwoordelijke voor een gemeente probeer je de strooidiensten zo te organiseren dat de lasten en nadelen voor de mensen zo minimaal mogelijk zijn. De strooidiensten bij ons hebben dag en nacht gereden als dat nodig was. Tot vandaag hebben we geen gebrek aan strooizout. Mijn diensten hebben prima werk geleverd, en toch zit ook mijn mailbox vol met klachten en opmerkingen van inwoners van mijn gemeente. Die zijn voor een deel zelfs terecht. Een aantal zaken kunnen we verbeteren. Maar een groot deel is niet realistisch. Als politicus moet ik aan die inwoners zeggen dat sommige zaken niet kunnen. Op basis van sommige tussenkomsten hier kan ik alleen concluderen dat er ook politici zijn die alleen nog maar napraten wat de mensen zeggen. (Applaus bij de meerderheid)
Daarvoor zit ik niet in de politiek. Ik kom hier niet met de grote oplossingen. Een en ander kan worden verbeterd. Voor dat zout moeten we misschien eens naar alternatieven kijken. We hebben onze mond vol over innovatie. Misschien is dat wel een element van innovatie. We zijn natuurlijk geen land waar het voortdurend sneeuwt. Ik kan me voorstellen dat we de mosterd kunnen halen in landen waar het wel voortdurend sneeuwt.
Een probleem is dat het voordeel van losliggende fietspaden nu een nadeel is. We moeten ook eens nadenken over hoe we dat moeten oplossen. Maar laten we in Vlaanderen geen volk van klagers worden. Als de lente komt, klagen we wel eens dat er te veel bladeren aan de bomen hangen en we te veel in de schaduw zitten. Als de herfst eraan komt, liggen er te veel bladeren op de wegen en moet de overheid die opruimen. Als het winter is en sneeuwt, is het ook weer slecht.
De heer Vanden Bussche heeft het woord.
Men doet of er geen problemen zijn, maar er zijn nog problemen te verwachten. Uit West-Vlaanderen komen er andere berichten. De diensten van de gouverneur zijn bezig met een onderzoek of er in de gemeenten genoeg strooizout aanwezig is. In de meeste gemeenten is er maar zout meer voor enkele strooibeurten. Er zijn blijkbaar leveringsproblemen. U kunt een en ander niet afdoen alsof er geen enkel probleem is.
Tussen gemeenten en gewesten moeten er betere afspraken worden gemaakt. Het kan niet dat leveranciers voorrang geven aan de gewesten en zo de gemeenten in de kou laten staan. Dan is er nog het probleem dat de privé ook geen leveringen krijgt omdat er voorrang wordt gegeven aan de gemeenten, die grotere klanten zijn dan de winkels, die dan geen zout kunnen krijgen. Er is duidelijk een coördinatieprobleem.
Ja, dat is juist, maar voor een deel is het ook naast de kwestie. Die leveranciers hebben een bepaalde hoeveelheid voorraad. Als we vandaag zeggen dat die hele voorraad naar de gemeente moet, dan krijgen we hier volgende week een actualiteitsdebat over het probleem dat het Vlaamse Gewest een tekort aan zout heeft.
U hebt niet goed geluisterd. Ik vraag naar coördinatie, en niet naar voorraden.
Daar ben ik het mee eens. Er zijn zaken die kunnen worden verbeterd, maar zoek niet overal problemen. Er zijn problemen, iedereen probeert die op te lossen. Op het lokale vlak doen de burgemeester en schepenen dat, op het Vlaamse niveau proberen de minister en het agentschap dat te doen.
Ten slotte nog dit: er zijn zaken die kunnen worden verbeterd, laten ons dat doen in plaats van daarover hier twee uur te klagen. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Sanctorum heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collegas, er is al veel gezegd, maar ik zal proberen om niet in herhaling te vallen. Gisteren geraakte via een woordvoerder van het Agentschap Wegen en Verkeer bekend dat sinds oktober al ongeveer 35.000 ton strooizout op de Vlaamse wegen is uitgestrooid. Dat lijkt me veel, zeker als men beseft dat dit het wegdek beschadigt en ook negatieve ecologische effecten heeft.
Ik wil even naar het verleden kijken, maar zonder zo ver te gaan als de Romeinse tijd, toen er trouwens nog geen asfalt bestond. Tot in de jaren zestig werd vooral zand en grind gebruikt, en soms ook wel het erg schadelijke calciumchloride. In de jaren zeventig schakelde men over op natriumchloride of keukenzout. Nog later, in de jaren negentig, begon men met preventief natstrooien, wat eigenlijk een hele verbetering is in vergelijking met het gebruik van zuiver strooizout.
Anno 2010 is de vraag gewettigd of de huidige methode de beste is. Milieuspecialisten pleiten onder meer voor het opnieuw gebruiken van zand of voor meer sneeuw ruimen, zoals in het buitenland vaak gebeurt. Er werd daar al aan gerefereerd. Anderen promoten dan weer het gebruik van zeezout in plaats van keukenzout, onder meer omwille van de grotere korrelgrootte, want dat zou minder nadelige ecologische effecten met zich meebrengen. Op de markt bestaan trouwens alternatieven, zoals het zogenaamde eco-thaw en het gebruik van winterbanden, wat in het buitenland een succes is. Wat is uw standpunt over die alternatieve methodes? Worden alternatieven getest? Bijkomend heb ik een vraag over natstrooien versus droogstrooien. Wordt overal in Vlaanderen, in alle gemeenten, het natstrooien gebruikt?
Wat het sneeuwvrij houden van de fietspaden betreft, blijkt er dat er een groot verschil is tussen de Nederlandse en de Vlaamse aanpak. Ik verwijs dan in concreto naar de toestand op de N139, waar op Nederlands grondgebied de fietspaden permanent sneeuwvrij zijn maar in Vlaanderen het veel langer duurt vooraleer men begint met het sneeuwvrij maken ervan. Hoe verklaart u dat opmerkelijke verschil?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, collegas, ik heb gisteren mijn administratie een nieuwjaarswens overgemaakt. Hij is toepasselijk, dus ik zal hem hier herhalen. Ik heb mijn administratie voor 2010 de drie Ps gewenst: positivisme, passie en peper en zout.
In dit debat is een interessante waaier van problemen aan bod gekomen die zich voordoen als het weer zich plots iets anders gedraagt dan we gewoon zijn. Wie twijfelt of er wel een plan bestaat, wil ik geruststellen. Een aantal jaren geleden is een audit gemaakt waarin een reeks problemen inzake de winterdienst bij onze administratie zijn geanalyseerd.
Er werd toen een plan opgesteld en er werden een aantal aanbevelingen gedaan. Die aanbevelingen werden allemaal, stuk voor stuk, uitgevoerd. Wie geïnteresseerd is, kan daar uiteraard het verslag van krijgen.
Ik heb even bekeken wat er in de voorbije twee, drie weken gebeurd is. We zien dat er sinds begin december een kleine 40.000 ton zou werd gestrooid op de Vlaamse gewestwegen. In het totaal is Vlaanderen verdeeld in 28 districten en er werden 9300 trajecten gereden.
Waarom wordt dat georganiseerd op districtsniveau en niet op provinciaal of op Vlaams niveau? Dat komt omdat een district heel dicht staat bij de dagelijkse weggebruiker en er op die manier vrij snel kan worden ingegrepen als er problemen zijn.
Als we de bemanning bekijken, zien we dat er de afgelopen weken ongeveer 430 mensen bijna permanent werden ingezet om de strooiacties te coördineren en uit te voeren. Er is een ploeg van 112 personeelsleden van het Agentschap Wegen en Verkeer die 24 uur op 24 beschikbaar was, en er zijn 320 personeelsleden van extra aannemers die opgeroepen worden en die strooibeurten uitvoeren.
Betekent dit dat er geen enkel probleem geweest is? Neen. Er werd hier al verwezen naar een incident in Sint-Stevens-Woluwe, en daar werd inderdaad een telefonische oproep foutief doorgegeven, wat aanleiding gaf tot een grote file. Daar is een menselijke fout gebeurd.
Naast de gebruikelijke klachten heb ik ook een aantal felicitaties gekregen ik wil ze u ook meegeven van mensen die gezien hebben dat we de eerste winterprik wel goed overleefd hebben en dat we er de voorbije weken wel in geslaagd zijn om onze gewestwegen sneeuw- en ijsvrij te houden, zeker ook onze snelwegen.
Dit betekent natuurlijk niet dat het niet beter kan, want we willen dit in de toekomst nog beter organiseren. Een van de grote pijnpunten die hier al werd aangehaald, betreft de communicatie en de coördinatie tussen de beleidsniveaus. Ik heb daarom de beslissing genomen om morgenochtend om 9 uur een overleg te houden met onze provinciegouverneurs, die trouwens allemaal aanwezig zullen zijn. Dat is trouwens de reden waarom de gouverneurs de voorbije dagen aan de gemeenten vragen hebben gesteld over de voorraden, over problemen en ook of men het nog ziet zitten de komende weken.
Het overleg van morgen heeft tot doel om zich niet alleen op de eigen borst te kloppen omdat het goed gaat met de eigen wegen, maar om te bekijken hoe we, ten eerste, ervoor kunnen zorgen dat er een voldoende grote zoutvoorraad is om de komende, al aangekondigde, winterprik te overleven en niet alleen op de autosnelwegen, maar ook op de lokale wegen en, ten tweede, er ook voor kunnen zorgen dat de communicatie over de beleidsniveaus heen hoog wordt gehouden en aangescherpt wordt zodat klachten en meldingen snel behandeld worden.
Wat de opmerkingen over de zoutvoorraden betreft, ben ik toch een beetje verrast. Stelt u zich voor dat ik geen goede contracten had afgesloten met de aannemers. Wat zou u mij dan verweten hebben? U zou mij op een verwijtende toon zeggen: Mevrouw de minister, hoe is dat nu toch in godsnaam mogelijk dat u niet zegt dat er geleverd moet kunnen worden op het hoofdwegennet in Vlaanderen? Welnu, in de contracten die afgesloten zijn, staat een clausule die bepaalt dat er altijd zout moet worden geleverd qua volume voor ongeveer 1 à 2 dagen problemen. Is dat te veel gevraagd? Ik denk het niet, want voor wie een behoorlijk contract wil afsluiten en zich behoorlijk wil indekken tegen problemen, is dit een redelijke vraag om te stellen aan bedrijven die zout leveren.
Dit betekent helemaal niet dat het Vlaamse Gewest geen eigen voorraden heeft. Elke provincie heeft zijn eigen opslagcapaciteit, die vrij groot is en die op dit ogenblik ook moet worden ingezet.
Staat er in die contracten dat er niet geleverd mag worden aan de gemeenten of aan de privésector? Helemaal niet! Ik zou dat ook niet kunnen. Het enige wat wij in onze contracten bedongen hebben, is dat er steeds een minimale hoeveelheid geleverd moet kunnen worden en ik meen, collegas, dat dit een daad van goed bestuur is.
Dan komen we tot de staat van het wegdek in Vlaanderen. Er zijn inderdaad problemen met het wegdek. Het is hier al heel vaak aangehaald, ook in de voorbije jaren: we komen uit een dramatische situatie, waarin het onderhoud van het Vlaamse wegennet zeer stiefmoederlijk werd behandeld. Zes à zeven jaar geleden werd er 30 miljoen euro besteed aan het onderhoud. Bedenken we dan dat er 100 à 120 miljoen euro nodig is, dan weten we dat er problemen worden gecreëerd. We hebben de voorbije jaren geprobeerd die onderhoudsbudgetten systematisch op te krikken. Dit jaar is dat budget ondertussen 100 miljoen euro geworden. Daarmee kunnen we heel wat onderhoudsachterstand laten wegwerken. Maar uiteraard, als er sprake is van een oude weg die barsten vertoont, en daar komt water en zout in, en er is koude en dan opnieuw dooi, dan worden de problemen nog groter. We moeten inderdaad het tempo van het onderhoud van onze wegen niet alleen hoog houden, maar misschien nog wat opdrijven.
Wat de nieuwe wegen die worden aangelegd betreft, wil ik toch even nuanceren. Er zijn inderdaad hier en daar problemen, ook met nieuwe wegen. Er zijn hier ook voorbeelden aangehaald. Een voorbeeld was dat van een provincieweg, waar de provincie ingrepen heeft gedaan die blijkbaar niet zo goed waren. Een voorbeeld was dat van een gewestweg, waar er inderdaad tot op vandaag problemen zijn. Men heeft hier echter niet de grondige structuurherstellingen vermeld die bijvoorbeeld op de E40 en de E17 zijn gebeurd, en die tot gevolg hebben dat er geen problemen meer zijn. Het Vlaamse Gewest probeert ook op plaatsen waar het kan, terug te grijpen naar betonherstellingen, die inderdaad weinig temperatuurgevoelig zijn, zodat er geen problemen zijn bij extreme wintertemperaturen.
De kwaliteit van het asfalt is hier de voorbije jaren ook al een paar maal een discussiepunt geweest, denk ik. Inderdaad, dat baart de afdeling Wegenbouwkunde van mijn administratie ook zorgen. Er is momenteel een nieuw asfaltreglement klaargemaakt, dat duidelijke normen stelt met betrekking tot de temperatuurgevoeligheid. Er is echter een probleem. Ik zal niet te technisch worden, maar hier in Vlaanderen moeten we asfalt leggen dat niet alleen bestand is tegen extreme koude. In de zomer is er immers sprake van zeer hoge temperaturen. De temperatuurspanning moet dus zeer groot zijn. Daarom is het bij die kwaliteitsnorm soms zoeken naar de goede samenstelling. Over dat asfaltreglement wordt momenteel overlegd. Het komt er binnenkort aan.
Ik besef zeer goed dat we de komende dagen een nieuwe winterprik zullen krijgen. We proberen ons terdege voor te bereiden. Morgenochtend is er overleg met de gouverneurs. We werken aan de kwaliteit van de materialen die worden gebruikt. We proberen duurzame herstellingen uit te voeren aan onze wegen. In de toekomst moeten we goed overleggen, ook op alle niveaus. De nieuwe wegen die we aanleggen, moeten van goede kwaliteit zijn. Er moet goed worden onderhouden. We moeten koesteren wat we hebben, maar vooral proberen lessen te trekken uit de zaken die gebeuren.
Mijnheer Sanctorum, het is het eerste jaar en iemand van uw fractie heeft me dat daarnet bevestigd dat het vrijliggend fietspad wordt geruimd. Fietsers bevestigen dat. We hebben machines gekocht. Vroeger gebeurde dat niet: alles werd tegelijk geruimd, en een vrijliggend fietspad kan totaal niet worden aangepakt met een gewone sneeuwruimer. Het is het eerste jaar dat de AWV daar volop op heeft ingezet. Het is ook de eerste keer dat we die positieve berichten krijgen. Het is nog niet zoals in Nederland. Het is nog niet perfect, maar we zijn op de goede weg en het is absoluut mijn bedoeling om die weg voort te bewandelen. (Applaus bij de meerderheid)
Mevrouw de minister, er is de jongste weken inderdaad hard gewerkt. Er is veel gereden, maar mijn vraag ging natuurlijk vooral over de toestand van onze zoutvoorraden en de communicatie ter zake. We merken ook vandaag dat uw Waalse collega overleg en een betere communicatie over heel die problematiek vraagt, maar dat is vooral heel belangrijk voor de toekomst. Ik ben blij met het overleg met de gouverneurs, maar daar moet de vraag natuurlijk zijn hoe we zorgen voor voldoende zout. Dat is immers het concrete geval vandaag. Ik heb het niet specifiek gehad over de infrastructuurproblemen op het wegennet op zich, maar heb expliciet de vraag gesteld hoe het staat met de zoutvoorraden.
Goede contracten zijn noodzakelijk. De gemeenten hebben natuurlijk ook goede contracten nodig. Er moet met betrekking tot het wegennet een volledige samenwerking tussen Vlaanderen en de gemeentebesturen zijn. Dat blijkt momenteel een praktisch probleem.
Ik heb nooit gezegd dat de minister niet voor voldoende zout moet zorgen. Uiteraard moet ze hiervoor zorgen. Indien ze dat niet zou doen, zou ze verwijten krijgen. De gemeentebesturen moeten evenwel ook voor voldoende zout zorgen. Dat is in het licht van de huidige problematiek zeer moeilijk.
Het heeft me verheugd dat mevrouw Schryvers daarnet ongeveer hetzelfde verhaal heeft verteld en dezelfde praktische vragen heeft gesteld. Aangezien ze het in feite over hetzelfde heeft gehad, vind ik het eigenaardig dat de heer Verfaillie daar geen opmerkingen over heeft gemaakt.
Mijn vraag heeft specifiek betrekking op de provincie Antwerpen, maar heeft allicht ook betrekking op de andere provincies. Wie trekt dit dossier nu eigenlijk? De gemeentebesturen hebben te horen gekregen dat er niet mag worden geleverd. Heeft de gouverneur de leiding? Geeft hij die opdrachten? Gaat het om de minister van Binnenlands Bestuur of om de minister van Openbare Werken? De administratie moet natuurlijk voor de eigen contracten instaan. Wie heeft de administratie de opdracht gegeven de leveranciers te bellen met de mededeling dat ze niet meer aan de gemeentebesturen mogen leveren. De leveranciers mogen enkel aan het Vlaamse Gewest leveren. Ik bedoel natuurlijk niet dat het Vlaamse Gewest geen zout mag krijgen. Ze moeten dat zeker wel krijgen. Die telefoongesprekken hebben echter plaatsgevonden.
Volgens de heer Vanvelthoven zijn we een volk van klagers. Ik voel me daardoor niet aangesproken. Ik heb een concrete vraag gesteld omdat ik bekommerd ben om het tekort aan zout. De burgers moeten rekening houden met de realiteit. Een overheid kan niet alles oplossen. De winter is natuurlijk de winter.
Er is hier al meermaals naar de gemeentebesturen verwezen. Ik wil nogmaals benadrukken dat alle gemeentebesturen hun uiterste best doen. Ze werken met de mogelijkheden die ze hebben. Het Vlaamse Gewest heeft eveneens veel inspanningen geleverd. Zonder zout houdt het voor de gemeentebesturen echter op. Dan moeten we hier wel komen klagen.
Ik zou de minister willen bedanken. Bij de aanvang hebben haar partijgenoten geprobeerd dit actualiteitsdebat te torpederen en zij heeft dit weer rechtgetrokken. Er is mooi om een probleem heen gefietst. Veel Vlaamse wegen vertonen vandaag putten en kraters. Er zijn meer stukken asfalt verdwenen dan ooit voordien. Nooit tevoren hebben we zo veel Vlaamse wegen met putten en kraters gezien. We moeten dat niet ontkennen, dat is de realiteit. Veel mensen rijden hun wagen op die wegen stuk.
Mijnheer Vanvelthoven, de sp.a mag dan de partij zijn die zich met de dromen van de mensen bezighoudt, maar er zijn ook politici die zich met de problemen van de mensen bezighouden. U vindt dat die politici nalopen wat de mensen zeggen. Gelukkig zijn er voldoende politici in het Vlaams Parlement die dergelijke problemen op de agenda willen zetten.
Als burgemeester van een gemeente die erin slaagt 85 percent van 316 kilometer aan gemeentewegen vrij te houden, ben ik natuurlijk bezorgd om dit zouttekort. Ik denk niet dat we hier moeten discussiëren over wie wat moet doen. De vraag is wie de wegbeheerder is. De wegbeheerder moet de wegen maximaal vrij maken. Daar kunnen we het allemaal over eens zijn.
Er zijn alternatieven. Manuele bewerkingen, zoals het gebruik van sneeuwschoppen, maken een aantal zaken mogelijk.
Ik zou de heer Gysbrechts echter willen melden dat een tekort aan strooizout in feite inhoudt dat ik in mijn gemeente tot rantsoeneringen zou moeten overgaan. Het zou me echter meer storen te merken dat ik voldoende zou kunnen strooien en dat de gewestwegen in mijn gemeente niet vrij zouden zijn. In dat geval zouden we helemaal op drift zijn.
Indien we met een tekort worden geconfronteerd, moeten we, net als de gemeentebesturen, een aantal prioriteiten stellen. Het lijkt me duidelijk dat we in eerste instantie onze gewestwegen prioritair behandelen.
De heer Verstrepen heeft het woord.
Mijnheer de voorzitter, ik heb naar de uiteenzetting van de minister geluisterd. Ik heb nog een vraag over een onderwerp waar ze enigszins aan is voorbijgegaan. Ik zou gewoon een beetje verduidelijking willen.
Ik wil geen discussie beginnen over de soort strooizout die moet worden gebruikt. Ik heb gisteren vernomen dat de weinige leveranciers in het buitenland door hun voorraden zitten. Die voorraden zijn meestal uit Duitsland afkomstig.
Ik kijk ook even over de grens. Ik heb het meegemaakt, toen het meer dan 1 centimeter sneeuwde, dat ik vanuit de provincie Antwerpen, via de provincie Limburg, over Nederlands Limburg naar Duitsland reed, en dat op minder dan twee uur. Ik heb winterbanden, dus ploegde ik me door de sneeuw op de autosnelwegen. In Antwerpen viel het nog mee. In Limburg was er een karrenspoor waarbij je moest baggeren tot aan de grens. Vanaf de Nederlandse grens had je vrije wegen, ook in Duitsland. Dat zijn landen die aan ons land grenzen, met hetzelfde weer op dat ogenblik en met hetzelfde klimaat.
Waarom slaagt me daar op zon korte periode wel in om de autosnelwegen snel sneeuwvrij te maken? Ik zag daar ook sneeuwruimers, en dat in een land waar er geen Alpen liggen. Het is een vlak land, er zijn meer polders dan hier. Ik vraag me af waar er iets scheelt in Vlaanderen dat wij niet kunnen waar men net over de grens wel in slaagt. Dat mis ik in uw antwoord. Kijkt u ook wel eens over de grens? Weet u waarom het daar wel lukt en hier niet?
Mevrouw de minister, het is heel belangrijk dat u de komende winterprik zeer nauwgezet zult opvolgen met uw diensten. Ik heb uit uw antwoord niet begrepen op welke manier en binnen welke tijdsspanne u de wegen die nu al zware beschadigingen hebben, zult herstellen. Als er opnieuw sneeuw gaat vallen, zullen we die putten niet goed meer zien en wordt de kans op beschadiging van de wagens weer groot. Ik had graag gehad dat er wel degelijk herstellingen komen van een aantal dringende problemen op gewestwegen.
Ik wil het eerst hebben over de problemen met het zout. Mijnheer Gysbrechts, we hebben morgen een overleg met de gouverneurs. Die houden zich ook bezig met de veiligheid en het coördineren ervan. Op de agenda van het overleg van morgen staat het inventariseren van de problemen en een prioriteitenstelling. Die nood wordt heel sterk aangevoeld door de gemeenten. Als er schaarste ontstaat en je moet keuzes maken tussen het ruimen van een hoofdweg of een pleintje dat occasioneel wordt gebruikt, dan moet je die prioriteiten durven te stellen. Het is de bedoeling dat we daar morgen een gesprek over hebben en dat de gouverneurs hun verantwoordelijkheid kunnen nemen of informatie kunnen geven in verband met het prioriteren.
U zegt dat er door mijn diensten wordt getelefoneerd naar de aannemers dat ze niet meer mogen leveren aan gemeenten. Dat is mij volslagen onbekend. De contracten zijn heel duidelijk. Het is zeker zo dat mijn diensten aan de aannemers vragen dat ze een dagvoorraad ter beschikking zouden houden. Dat staat ook in de contracten. Volgens mij is dat behoorlijk. Het Vlaams gewestwegennet moet bij voorrang vrij worden gehouden.
Er moet ook nagedacht worden over hoe we ons strooibeleid regelen. De heer Verstrepen had het heel terecht over sneeuwruimers. Vorig jaar zei iemand naar aanleiding van een actuele vraag dat we veel vroeger moeten beginnen te strooien. Dat is juist de kunst. Eigenlijk moet je preventief strooien een zestal uren voor het sneeuwt. Dan laat je het sneeuwen, je ruimt en je strooit nog een keer. Dat is het ideale scenario. We hebben echter een paar grillige situaties meegemaakt. De sneeuwruimers hebben we en die worden ingezet, maar als er flutsneeuw valt, kun je niet gaan ruimen. Het moet behoorlijk sneeuwen voor de ruimers kunnen worden ingezet. Wij kijken absoluut naar wat onze buurlanden doen. Ik heb ook al omgekeerde scenarios meegemaakt. Mijnheer Verstrepen, ik denk dat u dat scenario één keer hebt meegemaakt, geen tien keer. Ik weet ook wanneer het is gebeurd.
In Duitsland, Nederland en Frankrijk dreigt vandaag ook een zouttekort. We moeten dat goed in het oog houden. Als we de komende week prioriteiten moeten stellen tussen een klein straatje of een hoofdweg, dan zal iedereen kiezen voor de hoofdweg. Daar moeten we morgen duidelijke afspraken over maken en misschien ook een draaiboek voor gemeenten die daar gebruik van willen maken.
Mijnheer Reekmans, u zegt het terecht: er zijn heel wat wegen met putten. Het is daarvoor het ideale moment: extreme koude, water en strooizout. Ik heb een heel technische uitleg over uw historische vergelijking, maar ik zal u die besparen, het is al laat. Dit is inderdaad een extreem slechte combinatie voor het asfalt.
Ik heb het al uitgelegd. We proberen het structurele herstel goed aan te pakken. Momenteel zijn onze wegenwachters permanent op de baan om de knelpunten te signaleren. Vandaag heeft de regio Oost-Vlaanderen een herstelactie ondernomen. Maar maak u geen illusies, het herstel is tijdelijk. Het grondige herstel kan pas gebeuren als het niet meer vriest. Nu kunnen we enkel met koud asfalt putjes opvullen. Zo moet het, en zo doen we het elk jaar.
Voor wie nu vreest dat de algemene toestand zeer slecht gaat worden ik kijk even naar de heer Decaluwe verwijs ik naar het rapport-Heleven. De heer Heleven is al lang met pensioen, maar het rapport blijft zijn naam dragen. De toestand van het wegennet evolueert jaarlijks. Er komt opnieuw zon rapport aan. We zien daarin de effecten van onze ingrepen in het verleden. Het rapport is nuttig, we blijven het jaar na jaar opvolgen. U zegt dat het nog nooit zo erg is geweest met de putten en de kraters. Dat zou ik niet durven zeggen. Vorig jaar heb ik eenzelfde toestand meegemaakt. Er was ook een periode met veel schade. Afgelopen zomer waren er ook problemen met het asfalt door de extreme warmte. We moeten telkens opnieuw evalueren en het rapport gebruiken.
Mevrouw Van den Eynde, ik heb geprobeerd om uit te leggen hoe het herstel wordt aangepakt. Voorlopig gebeuren de herstellingen met koud asfalt. De asfaltproductie draait trouwens niet op dit ogenblik. Het zou heel slecht zijn om met dit weer met grote herstellingen te beginnen. De wegendiensten zijn permanent onderweg. Zodra het weer dat toelaat, wordt het structurele en grondige herstel aangevat. U kent de parameters, we hebben er al vaker over gediscussieerd in de commissie. Veiligheid en comfort staan voorop. De nadruk ligt op de veiligheidsparameters. De stroken die het meest een gevaar voor de veiligheid betekenen, worden het eerst aangepakt.
Ik hoop oprecht en dat zal gedeeltelijk van het weer afhangen, gedeeltelijk van de inspanningen dat we volgende week niet opnieuw rond dit thema moeten debatteren. Ik kan u verzekeren dat mijn diensten, mijn arbeiders en wegenwachters paraat staan in de komende week. We zullen alles maar dan ook alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat onze wegen gesoigneerd worden zoals het hoort.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Het debat is gesloten.
Actualiteitsmoties
Door de dames Van den Eynde en Bruyninckx en de heren Penris en Huybrechts en door de heer Reekmans werden tot besluit van dit actualiteitsdebat actualiteitsmoties ingediend. Ze zullen worden gedrukt en rondgedeeld.
Het parlement zal zich daarover straks uitspreken.
Het incident is gesloten.