Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw de minister, gisteren heeft de Fietsersbond zijn rapport voorgesteld over de kwaliteit van onze fietspaden. Het rapport was niet zo positief. De kwaliteit van 4,9 percent van de fietspaden laat te wensen over. Er zijn enorm veel schokeffecten op die fietspaden. Persoonlijk vond ik de kwaliteit van de nieuwe fietspaden zeer opmerkelijk. Die scoren amper 6 op 10. Dat is bijzonder laag.
Mevrouw de minister, u hebt in uw beleid al accenten gelegd. Gisteren hebt u naar aanleiding van het rapport van de Fietsersbond enkele maatregelen nogmaals opgesomd. Ik denk onder andere aan het ter beschikking stellen van meetfietsen, ook voor gemeentebesturen, zodat zij de fietspaden zelf met de fiets kunnen inspecteren. U hebt ook aangekondigd om een fietspadtoets toe te passen, zodat kan worden gecontroleerd of de kwaliteit van de fietspaden goed is, of ze voldoende vlak zijn om er comfortabel over te kunnen fietsen.
Dat zijn stuk voor stuk goede maatregelen. Zal dit volstaan? We hebben in een vorige vraag ook gezien dat de middelen van de gemeentebesturen eerder beperkt zijn. Ze moeten keuzes maken. Focussen op de gemeentebesturen is goed, maar er moet voldoende ondersteuning komen.
Een tweede aspect zijn de gewestwegen. Daar hebt u zelf inspectie uitgevoerd. U zult ook investeringen doen om probleempunten aan te pakken. Heel concreet stel ik vast op het terrein dat wanneer grote investeringen gebeuren aan gewestelijke wegen, en dan vooral de omvorming van wegen naar primaire weg categorie 1, de fietser dikwijls wordt vergeten. Bepaalde knooppunten worden dichtgemaakt en nadien stelt men plotseling vast dat de fietsers kilometers moeten omrijden om zich nog van het ene punt naar het andere te verplaatsen. Men verplaatst zich met de fiets als het comfortabel is, maar ook als het haalbaar is qua afstand. Ik wil vragen om bij belangrijke gewestelijke investeringen voldoende aandacht te hebben voor de fietser.
Minister Crevits heeft het woord.
Er bestaat in Vlaanderen een kaart waarop een functioneel bovenlokaal fietsroutenetwerk is uitgetekend. We weten duidelijk waar we fietspaden willen. Het is onverstandig om nu van koers te veranderen. Het netwerk bestaat, er zijn nog heel wat inspanningen te leveren, maar nu moeten we er gestaag voor zorgen dat dat utilitair fietsroutenetwerk wordt gerealiseerd.
Vorig jaar heb ik voor de eerste keer een opmeting per fiets laten doen van de toestand van de fietspaden. Ambtenaren reden met een fiets op een fietspad en keken hoe het eruitzag. Dat was een vrij nuttige oefening, maar er kwam onmiddellijk commentaar, onder andere van de Fietsersbond. Ze vonden dat we de onderhoudstoestand hadden opgemeten, en niet het comfort. Met comfort worden niet rustpunten langs het fietspad bedoeld, maar het trilcomfort. Als je over een fietspad rijdt, is het dan niet te hobbelig, of is het wel mooi glad? Ik heb gezegd dat dit niet zomaar met het blote oog kan. Daarvoor is een meetfiets nodig. Die meetfiets is ondertussen ontwikkeld door een universiteit.
De Fietsersbond heeft nu voor het eerst in de geschiedenis van het Vlaamse fietspad die test gedaan over een aantal wegen. Het ging over zowel gewestelijke als gemeentelijke wegen. Een van de conclusies van dat onderzoek was dat de nieuw aangelegde fietspaden in een aantal gevallen niet aan de eisen van het comfort voldoen. Dat is opmerkelijk. Ik denk dat geen enkele gemeente of gewestelijke administratie een nieuw fietspad aanlegt met de bedoeling dat het niet voldoet aan de trilvoorwaarden en aan de eisen van de gladheid. We moeten nagaan hoe we dat kunnen verhelpen.
Er zijn verschillende manieren. Het is belangrijk dat in de standaardbestekken om fietspaden aan te leggen de vlakheidsnorm wordt ingevoerd. Dat betekent dat elk fietspad dat wordt aangelegd, wordt beoordeeld op vlakheid. We moeten er ook voor zorgen dat we het trilcomfort van bestaande fietspaden kunnen meten. Ik heb al beslist dat in elke provincie zo'n meetfiets wordt aangekocht. Die zal soms niets te doen hebben. Daarom stel ik voor die ook te laten gebruiken door gemeentebesturen. Het gekke is dat je die meetfiets niet zomaar door iedereen kunt laten berijden. Dat staat in het rapport. Daar zijn bepaalde gelijke omstandigheden voor nodig en die staan beschreven. Daarom kan de Fietsersbond hier een nuttige partner zijn.
In elk wegenwerk dat vandaag aan de gewestwegen gebeurt, moeten we het fietspad opnemen. Vandaag zien we een omgekeerde evolutie. Om een fietspad heraan te leggen of om een nieuw fietspad aan te leggen, sluiten we nu een module af en die loopt niet noodzakelijk samen met de heraanleg van de weg. Vandaar de fietspadtoets. Dit betekent dat elk wegenwerk het fietspad als geïntegreerd onderdeel opneemt. Dat zal moeten vermijden dat bij de heraanleg van een weg niet of onvoldoende rekening wordt gehouden met het fietspad.
Mevrouw de minister, de eerste stap is meten, de situatie ter plaatse kennen. Het is goed dat die stap nu is gezet, maar er moeten voldoende middelen aan gekoppeld worden om ook de lokale besturen aan het werk te zetten. Laten we hopen dat er voldoende wordt geïnvesteerd om die fietspaden comfortabeler te maken voor de fietser.
Het is ook goed dat de meetfiets ter beschikking wordt gesteld van de lokale besturen. Ik zie al burgemeesters en schepenen op de fiets stappen, maar dat is niet de bedoeling. Er zal personeel ter beschikking moeten zijn om de fietspaden goed te kunnen inspecteren. De lokale besturen moeten daarvoor voldoende middelen en personeel ter beschikking krijgen.
Als er gewestelijk wordt geïnvesteerd, is het goed dat ook de fietspaden worden opgenomen, dat de fietspadtoets wordt ingevoerd.
U zegt dat de fietsroutenetwerken voldoende in rekening zullen worden gebracht. Uit de praktijk blijkt echter dat dit in het verleden onvoldoende is gebeurd. Wanneer bepaalde knooppunten hermetisch worden afgesloten, dan moet een fietser kilometers omrijden. Daar is men zich soms te weinig van bewust. Ik zou willen vragen om daar in het ontwerp van een aantal knooppunten en van een aantal grote verkeersassen in Vlaanderen voldoende rekening mee te houden en te voorzien in voldoende fietsersbruggen of doorsteken.
De heer Koninckx heeft het woord.
Het meest opvallende resultaat uit die studie is dat fietspaden die nieuw worden aangelegd, eigenlijk niet goed scoren. Nederland is bij uitstek gespecialiseerd in het aanleggen van fietspaden. In Nederland kent men dat vak. Waarom zijn we niet gaan kijken hoe men in Nederland degelijke en comfortabele fietspaden aanlegt? Zou het niet nuttig zijn om voor de aanleg van fietspaden een kopie te maken van de fietspaden in Nederland? Ik heb in elk geval nog geen klachten gehoord over het comfort van de fietspaden daar.
De heer Glorieux heeft het woord.
Mevrouw de minister, er is al lang een grote achterstand in Vlaanderen tegenover andere landen als Nederland en Duitsland voor wat het aantal functionele en comfortabele fietspaden betreft. Daarnaast wordt nu ook vastgesteld dat de bestaande fietspaden van een zeer discutabele kwaliteit zijn. Het is goed om de kwaliteit en het comfort van de fietspaden te meten. Het is goed dat u daar speciale meetfietsen voor aankoopt en ter beschikking stelt. Meten is één zaak. Maar daarnaast moet ook remediërend worden opgetreden. Wanneer we merken dat deze regering enorm veel geld investeert in grootse infrastructuurwerken die vooral het aantrekken van extra vrachtwagenverkeer tot gevolg zal hebben, dan lijkt het me niet meer dan fair dat er ook meer middelen worden besteed aan het verbeteren van bestaande fietspaden maar ook aan het aanleggen van nieuwe, comfortabele, veilige en functionele fietsverbindingen. Hoe ver staat het eigenlijk met de uitvoering van het resolutievoorstel dat onlangs in het Vlaams Parlement werd aangenomen? Daarin wordt ervoor gepleit dat de Vlaamse Regering samen met de Brusselse overheid functionele fietscorridors tussen de Vlaamse randgemeenten en Brussel zou aanleggen. Dat zou moeten gebeuren volgens de 'best practices'-principes zoals de Fietsersbond bepleit.
Mijnheer Glorieux, u zegt dat meten weten is. Het is in elk geval belangrijk dat er gemeten wordt. We kunnen ook onze ogen sluiten en doen alsof alles in orde is. We doen dat niet. We meten en we stellen problemen vast. Een van de oorzaken waarom die fietspaden minder voldoen, is het feit dat het aanleggen van een fietspad in betonblokjes een pak minder goed scoort qua trilcomfort dan asfalt of gladde beton. We kunnen fietspaden in betonklinkers aanleggen maar dan is een andere fundering nodig. Dergelijke zaken zijn nu in kaart gebracht. Voor alle fietspaden in Vlaanderen geldt nu de vlakheidstest. Die wordt opgenomen in alle bestekken. Dat betekent dat men bij het aanleggen van een fietspad aan bepaalde normen moet voldoen.
Het tweede punt waarop we wat minder scoren, is de afstand tot de rijweg. Vlaanderen is dichter bebouwd. Vele gemeenten hebben niet veel ruimte. We scoren iets minder omdat Vlaanderen minder plaats heeft. De gewestelijke fietspaden scoren iets beter.
Een van de belangrijke aandachtspunten, ten slotte, gaat over de veiligheid en de oversteekplaatsen. Op dat vlak kunnen we wel lessen trekken. Ik heb net gezegd dat de fietspadtoets er voor moet zorgen dat bij elke weg die moet worden heraangelegd rekening wordt gehouden met de oversteken, de doorsteken, de doorgangen. Het beleid van vroeger om met convenants te werken, heeft er in sommige gevallen toe geleid dat alles fragmentarisch werd bekeken. Dat moeten we vermijden. We moeten alles weer als één geheel beschouwen. Dat zal tot gevolg hebben dat we niet meer met situaties te maken hebben dat fietsoversteken maar halvelings zijn opgenomen in een werk. Dat zijn zaken die vanaf nu gelden. De toets geldt sinds september van vorig jaar, toen ik ze ook heb aangekondigd. Die moet ervoor zorgen dat we beter scoren op het vlak van het comfort.
Er werd ook gekeken naar een Nederlandse gemeente. De score is er iets beter dan in Vlaanderen. Ik heb u ook de oorzaken daarvan gegeven. U weet uit welke materialen de fietspaden in Nederland bestaan.
Het gaat hier niet alleen over de uitvoering van de resolutie, maar ook over de middelen die naar fietspaden gaan. We zien dat alle middelen voor de fietspadprojecten jaar na jaar worden vastgelegd. Er is wel nog wat ruimte voor de vastlegging van de middelen uit het Fietsfonds. Ik doe dan ook, samen met minister Van Brempt, een oproep aan de gemeenten om daar gebruik van te maken. 80 percent van de uitgaven kan hierdoor rechtstreeks gefinancierd worden. Hetzelfde geldt voor de ontwerpkosten in een aantal provincies. Het zal ons helpen om het fietspadennetwerk in Vlaanderen goed en degelijk uit te bouwen.
Het incident is gesloten.