Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het verdere overleg met General Motors betreffende de toekomst van Opel Antwerpen en de mogelijke inbreng ter zake van de Vlaamse Regering
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, vandaag lezen we dat bij de grote ondernemingen in Vlaanderen al 15.000 jobs verloren zijn gegaan. Dat is gebeurd op enkele maanden tijd. Een paar dagen geleden had men het nog over groeiprognoses van 1,7 percent. Vandaag heeft het IMF het over 2,4 percent. Nederland spreekt over 3,5 percent. We zitten in een echte, reële economische recessie. Die recessie is er niet alleen in België, ze is mondiaal. In die context bestaat er dan ook grote zorg over de toekomst van bepaalde bedrijven. Dat geldt zeker voor Opel Antwerpen.
De afgelopen dagen is minister-president Peeters gaan praten met minister-president Koch. In de media lazen we: "sluitingscenario voor Opel doemt weer op", "Opel zit eind april zonder geld", "Ernstige twijfels over de toekomst van Opel", "Berlijn aarzelt met de redding van Opel". Onze fractie steunt minister-president Peeters en de ministers van Economie en van Werk bij de inspanningen die al wekenlang geleverd worden. Ik denk aan de contacten met de diverse overheden, met de mensen van Europa en Opel Duitsland om Opel Antwerpen te redden.
De principes die de Vlaamse Regering voorop zet, zijn dat het om een levensvatbaar project moet gaan vooraleer de Vlaamse overheid participeert. In Duitsland staat men heel weigerachtig tegenover overheidssteun. Bondskanselier Merkel en de minister van Economie aarzelen. Wat aan de ene onderneming wordt gegeven, moet immers ook aan de andere onderneming worden gegeven. Het gaat ook over zeer grote bedragen. Er wordt 3,3 miljard euro overheidssteun of steun in het algemeen gevraagd. Een deel daarvan zou van Vlaanderen moeten komen.
Ik zie in de pers dat men vandaag een inbreng vraagt van de privésector. Het dossier wordt dus almaar complexer. Van General Motors wordt een reddingsplan gevraagd of aangekondigd. Daarin gaat het om 40 miljard dollar. Dat zijn toch gigantische bedragen. En dan is men nog niet zeker dat Chapter 11, dat een bedrijf moet vrijwaren tegen schuldeisers, wordt ingeroepen.
De toestand is zeer zorgwekkend. Vanuit de commissie voor Economie vragen wij dan ook de regering om een stand van zaken. Wij vragen niet dat u alles zegt. Er zijn onderhandelingen bezig. Discretie is zeker noodzakelijk. Ik wil mij ook afzetten tegen economen als Paul De Grauwe die, ergerlijk, dag in dag uit komen zeggen dat steunverlening in die sector geen toekomst heeft en dat het om scenario's gaat die alleen de overheid en dus de belastingbetaler veel geld zullen kosten maar die niets zullen oplossen. Wij mogen daar ook eens tegen ingaan. Een dergelijke free speech werkt contraproductief.
Ik zie ook in de pers dat bepaalde bedrijven, zoals de Holding Company of Punch Powertrain nv, zelf onderneming willen spelen en ideeën lanceren die interveniëren in een dergelijk bedrijf. Zij zeggen dat als je dat soort technologie gebruikt, dat dan dat model op een andere manier zal functioneren, en dan zal het in de toekomst wel een rendabel model zijn. Ook dat dient de zaken niet. Wat is de rol van de Vlaamse overheid in dat soort initiatieven waardoor de indruk bestaat dat die bedrijven ook de steun hebben van de Vlaamse Regering?
Mijn vragen hebben dus globaal betrekking op hoe de toestand is. Wij zijn ook erg bezorgd. Wat zijn de contexten waarin een reddingsoperatie van Opel Antwerpen mogelijk is?
De heer Penris heeft het woord.
Mevrouw de minister, ik zal mijn vraag stellen aan de minister-president want ik had dat als zodanig aangekondigd. U mag natuurlijk ook antwoorden.
Vlaanderen wacht niet, mijnheer de minister-president. Dat zegt u toch. In een aantal dossiers probeert u knopen door te hakken waar Vlaanderen al jaren heeft gewacht en misschien heeft moeten wachten. Wij zullen het straks hebben over de luchthaven van Deurne. Wij zullen het volgende week hebben over de Oosterweelverbinding. En vandaag moeten wij het jammer genoeg opnieuw hebben over een aspect van de automobielsector. In deze sector heeft Vlaanderen al te lang gewacht.
Het siert u dat u vandaag niet meer wilt wachten. U geeft minstens de indruk dat u niet meer wacht maar dat u dingen onderneemt. U gaat, in het verlengde van een lang geplande reis naar New York, naar Detroit. Dat siert u. Ik steun u daarin. U gaat af en toe naar Duitsland en u nodigt uw Duitse collega's uit in Brussel. Dat siert u ook. Hierin volg ik de heer Van Rompuy. U wekt minstens de indruk dat u het dossier niet onbeheerd laat. Toch heb ik de indruk dat u vooral veel wind en dure woorden verkoopt. Wij hebben u gisteren gehoord over 'level playing ground' en 'facts and figures'. Men weet niet waarover u het had, vooral de mensen aan de band in Opel weten niet waarover u het hebt. Zij zijn het die vandaag duidelijkheid nodig hebben.
Misschien hebt u de regie vandaag niet meer volledig in handen. Ik denk dat de hoofdregisseur in Amerika woont, de deelregisseur woont in Duitsland en u bent iemand die misschien goede bedoelingen heeft maar die het spel zeker niet in handen heeft. Maar dan moet u het omgekeerde niet aan Vlaanderen proberen te verkopen. Wij verwachten van u duidelijkheid. Als Amerika die niet geeft en als Duitsland die niet geeft, dan moet u minstens een poging doen.
Ik blijf in plan A, de redding van Opel, geloven. Dat is absoluut noodzakelijk. Daar moeten we alles voor doen. Daar moeten we minstens hetzelfde voor doen als wat de Duitsers nog altijd zeggen te doen: privépartners zoeken. In Duitsland is men privékapitaal aan het zoeken. De Opeldealers zijn op dit ogenblik kapitaal aan het verzamelen om medeaandeelhouder in de Duitse poot van de Europese afdeling te worden. Wij moeten ook een dergelijk initiatief durven te nemen.
Als wij dat niet kunnen, laat ons dan een serieus plan B op tafel gooien, zoals drie weken geleden de hoofdredacteur van Trends heeft bepleit: laat ons dan inzetten op een Vlaamse automobielpoot die er mag zijn. Daarin volg ik de heer Van Rompuy niet. Als Punch vandaag een insteek geeft en zegt te geloven in het project van die hybride motoren en daarin wil investeren, dan mogen we dat zeker niet naast ons neerleggen.
Het moet natuurlijk meer zijn dat het kleine plannetje waarover Knack vandaag schrijft. Het moet een groot plan B zijn. Dit plan moet de algemene automobielsector in Vlaanderen behelzen. Dit plan moet in een sterke industriële poot blijven geloven. In tegenstelling tot wat professor De Grauwe verklaart, blijft Vlaanderen nood aan industrie hebben. Dit geldt ook voor de primaire industrie.
Voor mijn vraag richt ik me tot minister Ceysens. Is dat vandaag nog mogelijk? Zo ja, hoe kunnen we dit vertalen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Ceysens heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, ik wil een stand van zaken geven. Aangezien ze helemaal met elkaar verbonden zijn, zal ik hierbij drie niveaus behandelen. Eerst en vooral gaat het om de situatie van GM in de VS. Daarna komt de situatie van GM in Europa aan bod. Tot slot wil ik het natuurlijk ook over de vestiging in Antwerpen hebben.
Ik zal de situatie van GM in de VS kort samenvatten. Tijdens het dramatische jaar 2008 heeft de multinational 31 miljard dollar verlies gemaakt. Op 2 december 2008 heeft het bedrijf bij de Amerikaanse overheid een 'turn-around plan' ingediend. Na de indiening van dit plan hebben in de Amerikaanse Senate en House of Representatives debatten plaatsgevonden. Op 31 december 2008 is aan GM een noodkrediet ten bedrage van 13,4 miljard dollar toegekend. Dat is de enige reden waarom GM op dit ogenblik nog niet failliet is. Het is belangrijk dit voor ogen te houden. Dankzij de kredietlijn van de Amerikaanse belastingbetalers is de voormalige autogigant momenteel nog in leven. Op 31 maart 2009 stopt deze kredietverstrekking. De Amerikaanse wet stelt evenwel dat het krediet met een maand kan worden verlengd. GM moet de Amerikaanse overheid dan wel van de levensvatbaarheid van het plan overtuigen.
Op 17 februari 2009 heeft GM in het zogenaamde 'restructuring plan' de bouwstenen van een levensvatbaar plan aangereikt. Volgens dat plan zou de gevraagde overheidssteun in de VS in een negatief marktscenario tot 30 miljard dollar kunnen oplopen. Ondertussen onderhandelt de presidential task force met GM. De resultaten van die onderhandelingen zijn voor ons op dit ogenblik totaal niet zeker. Dit maakt de behandeling van dit dossier net zo moeilijk. We mogen elkaar niets wijsmaken. We kunnen geen oplossing voor de vestiging in Antwerpen of voor de Europese tak van GM uitwerken zonder te weten wat er in de VS met GM zal gebeuren.
De Europese tak van GM is volledig met het Amerikaanse moederbedrijf vervlochten. Ik citeer het restructuring plan van 17 februari 2009, waarin Europa wordt omschreven als "a highly competitive environment that is unprofitable for many vehicle manufacturers". Europa wordt volgens datzelfde plan tevens omschreven als "a relatively costly restructuring environment". Om die reden moet in Europa voor 1,2 miljard dollar aan kostenreducties "which include several possible closures of spin-offs or manufacturing facilities in high-cost locations" worden gezocht.
GM heeft verklaard dat de onderhandelingen met de Duitse overheid over "operating and balance sheet support" lopende zijn. Het restructuring plan stelt tevens dat "a sustainable strategy for GM's European operations may include support from partnerships with the German government and/or other European governments". Tot slot heeft GM verklaard dat het de intentie is "to resolve solvency issues for its European operations prior to March, 31th." Dit is de dag waarop de kredietlijn in de VS ten einde loopt.
Een cruciaal onderdeel van het globale levensvatsbaarheidsplan van GM is een reductie van de kosten in Europa met 1,2 miljard dollar.
Wat nu met Vlaanderen? Ik kan u formeel stellen dat zowel in het onderhoud dat wij, minister-president Peeters, minister Vandenbroucke en ikzelf, in Detroit hebben gehad met Wagoner en Forster, als in het onderhoud dat we gisteren in Brussel hebben gehad met de Europese GM-top, in de persoon van Stevens en Wakefield, de GM-top iedere keer heeft bevestigd dat er nog geen beslissing is genomen over de toekomst van Antwerpen.
Een van de cruciale vragen is natuurlijk of die 1,2 miljard dollar aan kostenreductie die in Europa moet worden doorgevoerd, mogelijk zal zijn zonder fabriekssluiting. Het antwoord op die vraag hangt in de eerste plaats af van de onderhandelingen die momenteel lopen tussen de GM-directie en de Europese vakbonden. Zullen zij erin slagen een share-the-painscenario te vinden, waarbij de besparingen worden uitgesmeerd over alle vestigingen? Dat weten we vandaag niet.
In tweede orde komen dan heel wat overheden op het toneel. Aangezien de industriële sector heel belangrijk is, zijn overheden bereid een flankerend kader aan te bieden. Tot dusver hebben de betrokken Duitse, Vlaamse, Engelse en Spaanse overheden zich ook uitgesproken waarborgen te willen toekennen, steeds onder voorwaarde dat GM een geloofwaardig businessplan kan voorleggen.
Verdere en zwaardere engagementen van overheden - en dan heb ik het over het toetreden in het kapitaal van het verzelfstandigde GM-Europa - zijn er vandaag niet. Ik verwijs daarvoor toch uitdrukkelijk naar de verklaringen van zowel collega zu Guttenberg als van bondskanselier Merkel.
De Vlaamse Regering heeft steeds als uitgangspunt genomen om alle opties, die gesteund zijn op een geloofwaardig businessplan, te willen onderzoeken. Dat is ook wat we vandaag doen. Ik herhaal wat ik ook al eerder in dit parlement heb gezegd: het is niet door de aandeelhoudersstructuur te veranderen dat de problemen van GM opgelost zullen zijn. Ook een mogelijk verzelfstandigde GM-entiteit zal worden geconfronteerd met die besparingsdoelstelling van 1,2 miljard dollar. Het basisprobleem van GM-Europa is immers ook overcapaciteit. Wie ook aandeelhouder wordt, hij of zij zal steeds de capaciteit van de fabrieken en de werknemers die daarin zijn tewerkgesteld, in overeenstemming moeten brengen met de verwachte marktvraag aan Opel-auto's voor de volgende jaren. Aan die economische logica kan niemand iets veranderen.
Het voorkomen van fabriekssluitingen in Europa zal een beroep moeten doen op een dubbele solidariteit: enerzijds een solidariteit tussen werknemers, anderzijds een solidariteit tussen lidstaten. Over die laatste solidariteit, die tussen de Europese lidstaten, zal aanstaande vrijdag een belangrijk overleg plaatsvinden. Europees Commissaris voor Industrie en Ondernemingsbeleid, Günter Verheugen, brengt dan opnieuw de GM-top samen met de ministers van Economie van die lidstaten waar een GM-vestiging is gelokaliseerd. Dit moet voorkomen dat lidstaten tegen elkaar worden uitgespeeld en dat nationalistische logica's het halen op bedrijfseconomische argumenten. Wanneer we in Europa die weg opgaan, dan is het hek van de dam en verliest de Europese constructie haar bestaansreden.
Tot slot wil ik nog kort ingaan op wat werd gevraagd over Punch. De mensen van Punch leveren voortreffelijk werk en technologieonderzoek in hun motoren. Dat Punch die technologie aanbrengt bij verschillende automobielconstructeurs lijkt me bijzonder verstandig. Wij hebben nogal wat contact met de mensen van Punch. In opvolging van de taskforce die ik heb gedaan met de automobielindustrie, is dit het eerste dossier dat we concreet bij de Europese Investeringsbank hebben ingeleid.
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, ik kan kort zijn door het antwoord van mijn collega. Ik zal het voor alle duidelijkheid ook volledig in het Nederlands doen, zodat er geen misverstanden ontstaan, en alle Engelse begrippen vertalen, mocht ik die gebruiken.
Dit is een zeer ernstig dossier. Ik denk dat vriend en vijand, mijnheer Penris, moet erkennen dat de Vlaamse Regering - minister Vandenbroucke, minister Ceysens, maar ook de andere ministers - zeer snel in dat dossier is ingestapt.
Wij waren een van de eersten die aan GM hebben laten weten dat, als er een probleem is, we daarvan in kennis gesteld willen worden en willen kijken wat we kunnen doen. Wij hebben niet alleen met de CEO van GM-Europe, Forster, contact gehad. We zijn naar Detroit gegaan en hebben contacten met Duitsland en Spanje. We weten zeer goed, ook door de geschiedenis in andere dossiers, dat een overheid en een regering niet moet wachten tot men in de krant kan lezen wat de beslissing is in het hoofdkantoor, in dit geval in Detroit. We hebben de lessen geleerd en hebben gezegd dat we als regering maximaal proactief gaan werken.
Ik denk dat we dat tot hier toe zeer goed gedaan hebben. Dat veronderstelt ook, collega's, een tweede element. We willen dat GM de informatie geeft waar wij verder op kunnen studeren en verder kunnen kijken wat de beste reactie is. Dat is gisteren heel duidelijk geformuleerd. Als men informatie geeft aan de Duitse regering, wensen wij ook die informatie te hebben. Vandaar het level playing field, dat wil zeggen dat we in dezelfde omstandigheden dezelfde informatie willen hebben, om daar het debat over te voeren. Dat is gisteren heel uitdrukkelijk op tafel gelegd.
Minister Ceysens heeft ernaar verwezen dat, als we niet opletten, we met Duitsland in een serieus probleem komen. Als Duitsland zegt dat men geld op tafel legt, maar dat betekent dat er geen enkele fabriek in Duitsland gesloten mag worden, rijst de vraag waar ze dan wel gesloten moeten worden. Dan zijn we verkeerd bezig. Daarom moet Commissaris Verheugen de nodige initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat het niet zo is dat er bij degene die geld op tafel legt, geen enkele sluiting is, en er zich bij degene die om verschillende redenen daar niet bij betrokken wordt of te laat is, een probleem stelt.
Dat hebben we gisteren duidelijk gesteld aan de mensen van GM. Als men informatie geeft aan de Duitse regering en niet aan ons, heeft men een probleem. Wij gaan ervan uit dat er in alle duidelijkheid, ook met de Europese Commissaris, over gesproken wordt. Minister Ceysens verwees naar de vergadering van vrijdag aanstaande, waar duidelijkheid gecreëerd moet worden.
We gaan natuurlijk niet onverkort en onverhoeds blanco cheques uitschrijven voor een bedrijf, weze het GM of een ander bedrijf. We moeten dat met heel veel zorg doen. Maar het gaat hier ook over heel veel werkgelegenheid. Ik wil uitdrukkelijk zeggen, voor degenen die werkzaam zijn in Antwerpen en bij de toeleveranciers, dat de regering zeer bezorgd is over de werkgelegenheid. Het gaat niet alleen over de directe werkgelegenheid van een kleine 3000 mensen, maar ook over al degenen die daar indirect bij betrokken zijn. We zijn daar zeer bezorgd over.
We willen ook zeer ver gaan, maar natuurlijk binnen een Europees kader en met een rechtvaardiging, want we spreken hier over geld van de belastingbetaler. De heer Koch, de minister-president van Hessen, wil in Duitsland ook geld op tafel leggen, maar hij vindt dat dat in eerste instantie moet gebeuren door een private partner, waar men een aantal borgen aan kan geven of een aantal risico's kan indekken.
Wij willen als Vlaamse Regering in die richting meehelpen en kijken op basis van het dossier hoe we ervoor kunnen zorgen dat Antwerpen een toekomst heeft. Met de informatie die we nu gaan krijgen, kan er verder gediscussieerd worden, niet alleen rechtstreeks met GM, maar ook met onze Duitse en Spaanse collega's. Dat kan gebeuren in groot vertrouwen, want het is niet wijs om daarover zware verklaringen af te leggen, want heel wat arbeiders en mensen die daar werken, zijn heel bezorgd. Door het minste dat voor een verkeerde interpretatie zorgt, is men, terecht, in paniek. We zijn ons daarvan bewust. Met enige terughoudendheid wat de communicatie betreft, pakken we dit dossier aan.
Maar ik denk dat deze Vlaamse Regering aantoont, tot hier toe, hoe men zo'n dossier moet aanpakken: proactief kijken wat men kan doen. Dat moet gebeuren met kennis van zaken en binnen bepaalde krijtlijnen die ook voor het parlement belangrijk zijn.
Ik ben ervan overtuigd dat wij binnen de Vlaamse Regering, met deze aanpak en met de nodige maatregelen, alles zullen doen binnen die krijtlijnen om dat bedrijf te helpen en een toekomst te geven. Maar minister Ceysens heeft gelijk: het is natuurlijk in eerste instantie aan het bedrijf zelf om duidelijkheid te geven en voorstellen te doen waar wij op kunnen ingaan. Als dat niet zou gebeuren, mijnheer Penris, dan moeten we andere mogelijkheden bekijken, maar dat is wat mij betreft, nu niet aan de orde.
De woorden van de minister-president zijn op dit ogenblik belangrijk. Het is een internationale context, waarin de beslissingen worden genomen door het moederbedrijf. Het bedrijf zelf moet klaarheid scheppen in welke context het overleven van GM mogelijk is. Het is duidelijk dat de private sector ook een belangrijke rol moet spelen in zo'n reddingsoperatie, die kan niet louter op de overheid worden afgewenteld. Van overheidszijde moet het ook duidelijk zijn volgens welke criteria dit moet gebeuren.
Het is belangrijk dat vrijdag de Europese Commissaris eindelijk het initiatief heeft genomen om de verschillende lidstaten samen met het bedrijf zelf in overleg te brengen zodat er geen operatie gebeurt waar een lidstaat een deel van het bedrijf redt ten koste van een andere lidstaat. Alle werknemers in Europa zijn gelijk. Als er initiatieven moeten worden genomen, dan moeten de lasten gespreid worden over iedereen en moet de reddingsoperatie te verdedigen zijn vanuit het standpunt dat het gaat om een Europees dossier waarbij elke werknemer de kans moet krijgen om zijn job te vrijwaren.
Onze fractie steunt wat de Vlaamse Regering doet. Ze haalt alles uit de kast, in Amerika, in Duitsland en op Europees vlak. Het is inderdaad deels een symbooldossier. Indien dit niet zou lukken, dan vrees ik ook voor andere bedrijven. Het gaat tenslotte over een multinationaal bedrijf. Vechten dat een tak van een multinationaal bedrijf hier overleeft in een internationale crisis, is een strijd waarvan in de toekomst zal blijken dat die zeer belangrijk is geweest.
Mevrouw de voorzitter, mevrouw de minister, mijnheer de minister-president, ik wil Willem van Oranje parafraseren: men moet niet wanhopen om te volharden. Het zijn niet de letterlijke woorden van Willem van Oranje, want hij sprak ze uit in een vreemde taal en met vreemde talen moeten wij oppassen, mijnheer de minister-president.
Men moet niet wanhopen om te volharden. Wij wanhopen niet, noch u, noch ik, mevrouw de minister. Ik heb vastgesteld - ik hoop dat dat straks kamerbreed zal worden bevestigd - dat we blijven geloven in de auto-industrie in Vlaanderen in het algemeen en in de toekomstperspectieven van Opel Antwerpen in het bijzonder.
We moeten niet wanhopen, maar we moeten wel volharden. Ik volg u dus wanneer u zegt dat u inspanningen doet, zij het met de scepsis die de oppositie eigen is. Als uw meerderheid u al alle steun geeft, blijven wij een beetje kritischer. Wij zullen ook volharden in het opvolgen van wat u ons en de mensen van Opel in het bijzonder, vandaag belooft, mijnheer de minister-president en mevrouw de minister.
Laat ons het geen plan B noemen, noch een groot, noch een klein, maar laat ons om de toekomstperspectieven van de auto-industrie in Vlaanderen in het algemeen veilig te stellen, de piste van een eigen Vlaamse autopoot niet zomaar opgeven. Het zijn geen wilde dromen, het zijn dingen die doordacht zijn door mensen die er veel meer van kennen dan u en ik en wij allen hier samen, en die misschien toekomstperspectief geven als het internationale systeem zou blijven instorten. Laat ons ook die piste verder blijven bewandelen en daarvoor ook de nodige voorbereidende werkzaamheden treffen. Als dat zou kunnen, dan zullen de mensen aan de band vanavond heel gerust gaan slapen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, uw uitspraken van gisteren en vandaag roepen bijkomende vragen op. Mijn eerste vraag is: hebt u de indruk dat General Motors Vlaanderen informatie onthoudt die eventueel wel wordt verstrekt aan andere partners? Dat is bijzonder belangrijk.
Minister Ceysens heeft terecht gezegd dat er twee mogelijkheden zijn. Ofwel zal tot sluitingen worden overgegaan, want er moet worden gesneden in de kosten, ofwel is er een Europese solidariteit. Daarvoor is solidariteit van de werknemers nodig. Ik meen dat de werknemers ter zake heel verantwoordelijk bezig zijn. Ik heb daar heel veel waardering voor. U hebt nu ook een aantal internationale contacten gelegd met regeringen. Wij hebben u daar trouwens toe aangezet, en u doet wat u moet doen. Gelukkig hebt u kunnen profiteren van de opening van twee Vlaamse vertegenwoordigingen, zowel in de VS als in Madrid, om contacten te leggen. Ik vind dat goed. De heer Verheugen neemt een initiatief, maar u hebt natuurlijk al gepraat. Mijnheer de minister-president, hebt u het gevoel dat er een basis is in Europa om tot solidariteit tussen de staten en de deelstaten te komen?
Ik heb enkele weken geleden met u gesproken over het plan B, toen Trends aankondigde de dag erop het plan van Vic Heylen te zullen brengen. Toen werd ook al gesproken over het andere plan B, het plan-Punch, dat nu zichtbaar is geworden. U hebt toen op mijn vraag of het niet nodig was ter zake een taskforce op te richten, geantwoord dat dit niet nodig was, dat er voldoende bestaffing was, dat men daar met Flanders' DRIVE voldoende voor was gewapend. Ik heb daar een vraag om uitleg over ingediend, maar ik zou er toch iets meer over willen weten. Ik hoop dat plan A slaagt, maar daartoe moeten heel veel voorwaarden vervuld zijn. Een collega van u heeft het ook al gehad over een plan B. Daarbij zou het niet gaan over de volledige productiecapaciteit. Er zijn twee plannen: een Vlaamse NedCar en het plan-Punch. Die moeten worden bestudeerd. Er moet ter zake actie worden genomen.
De heer Gabriels heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte leden, dames en heren ministers, de antwoorden van zowel de minister-president als de minister van Economie bevestigen de feiten: de Vlaamse Regering doet wat ze kan om ervoor te zorgen dat de sterkte van de automobielsector in Vlaanderen ook morgen overeind blijft. Het is niet evident in deze wereldwijde situatie. Vroeger was er sprake van wijzigingen onder invloed van één land dat besliste. Nu is het een wereldwijde situatie. Ik zou me ook niet te veel laten leiden door de economen. De economische toestand is verward, maar zij zijn dat ook. Dat is evident. Een beleid uitbouwen op basis van een stellingname van een econoom is een riskante operatie voor de toekomst: daarvan ben ik overtuigd.
Ik ben het alleszins eens met wat de minister-president heeft gezegd: laten we nu niet met plannen B voor de dag komen. Als we dat nu zouden doen, verzwakken we natuurlijk onze eigen positie al enorm. Het is van het allergrootste belang nu uitsluitend voor plan A te gaan, waarbij Opel Antwerpen actief wordt gehouden. Vanzelfsprekend moeten we achter de schermen trachten te komen tot een realistische kijk, maar ik zou alleszins de ontmoeting met commissaris Verheugen aangrijpen om ervoor te zorgen dat we zeker zijn dat protectionisme in Europa niet wordt gedoogd en dat we van een Europese commissaris en een Europese Unie tenminste een Europese aanpak mogen verwachten. Dat is heel belangrijk. Dan hebben we in Vlaanderen troeven die naast die van de anderen kunnen liggen.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, het is de zoveelste maal dat we hier een soort minidebat houden over Opel Antwerpen. Dat bewijst dat het parlement veel belang hecht aan dit dossier, maar jammer genoeg ook dat het een dossier is dat blijft aanslepen en aanleiding geeft tot zeer grote ongerustheid. Dat is ook niet verbazingwekkend: zoals vorige sprekers al hebben aangetoond, hebben we zeker niet alle kaarten zelf in handen, integendeel. Dat leidt tot grote ongerustheid. We moeten hopen dat die ongerustheid niet omslaat in moedeloosheid. Onze grootste troef voor die fabriek zijn de productieve en flexibele arbeidskrachten die daar aanwezig zijn. Ter zake zou moedeloosheid absoluut de slechtste raadgever zijn.
We hebben in de commissie meermaals van gedachten gewisseld over Opel Antwerpen: het is bijna een rode draad door diverse besprekingen. Ik heb vastgesteld dat er een algemeen draagvlak bestaat voor het verstrekken van waarborgen, maar ook dat er grote terughoudendheid bestaat wat andere scenario's betreft. Met name in het antwoord van de minister van Economie lees ik tussen de regels dat weliswaar alle opties open worden gelaten, maar dat daadwerkelijk deelnemen aan een eventuele Europese poot niet de favoriete oplossing is.
Ik zeg niet dat dat de favoriete oplossing moet zijn. Ik pleit ervoor om vandaag niet onmiddellijk voor scenario B te opteren en alles in te zetten op scenario A. ik zou proberen om binnen scenario A alle opties open te houden en geen deuren te sluiten die anderen ook niet sluiten. Ik roep op om in dit dossier alle mogelijke scenario's door te lichten met een openheid van geest en zonder taboes. We moeten alles aanwenden wat beschikbaar is om dit strategisch bedrijf te vrijwaren. Uiteraard zal dat moeten passen in een levensvatbaar project en uiteraard zal een toekomstig Opel moeten passen binnen de duurzame ontwikkeling. Dat veronderstelt wel oplossingen op korte termijn.
Ik heb één bijkomende vraag, mevrouw de minister. U hebt verwezen naar de vergadering van komende vrijdag met de Europese Commissarissen. U wees uitdrukkelijk op de aanwezigheid daar van lidstaten. Wie zal daar België en/of Vlaanderen vertegenwoordigen?
De heer Stassen heeft het woord.
Uit het overzicht van minister Ceysens blijkt de ernst van de situatie van GM. Als GM al overleeft, zal het zwaar gesaneerd moeten worden, eerst in Amerika, en dat met alle gevolgen voor Europa. Op Europees vlak zijn slechts twee soorten sanering mogelijk. Ofwel gaat men plants sluiten, ofwel gaat men verschillende plants afbouwen. Dat zijn de enige mogelijkheden, gezien de ernst van de situatie, de zware besparingen en de enorme overproductie. Het gaat over minder auto's produceren bij Opel of de sluiting van Opel en andere bedrijven.
Welke argumentatie zullen de verschillende lidstaten aanvoeren om hun eigen plant te verdedigen binnen een globale Europese aanpak? Ik versta dat u dat niet zomaar op tafel gooit, maar daar ligt het kalf gebonden. Dan nog zal Opel Europa of GM-USA beslissen wat er gaat gebeuren. Het komt erop aan te argumenteren waarom een ingekrompen Opel Antwerpen zo belangrijk is voor de aanpak van Opel Europa.
Ongeacht het plan, A, B of C, als de automobielassemblage nog toekomst heeft in Europa zal dat de groene wagen zijn. Een groene wagen verbruikt minder en rijdt op andere grondstoffen dan diesel of benzine. Daarin moet worden geïnvesteerd. Het liefst wordt dat Opel, maar anders is het een ander bedrijf. Dat is de toekomst voor de automobielindustrie.
Ik ben vorige week bij mevrouw Kroes geweest voor een vertrouwelijk gesprek over concurrentie binnen Europa. Ik heb daar onze waarborgregeling aangemeld. Die gesprekken lopen goed. We hopen eind deze maand groen licht te krijgen van Europa voor ons systeem van crisiswaarborgen en het tijdelijke uitzonderingskader dat zal gelden tot december 2010.
Vorige week vergaderde de gewone concurrentieraad met Commissaris Verheugen. Een van de agendapunten was de automotive sector. Naar aanleiding van dat punt hebben we bepleit dat Europa nu eens specifiek gaat inzoomen op GM en Opel. We hebben geargumenteerd dat meerdere lidstaten daar nu volop bij betrokken zijn, geconsulteerd zijn door GM en afspraken proberen te maken. We hebben benadrukt dat het opportuun is dat de minitop van de lidstaten met een plant bijeenkomt. Ik zal daar vrijdagnamiddag zijn, samen met minister Van Quickenborne, om het dossier te bepleiten.
Ik voer niet graag het debat of er een toekomst is voor die sector of niet. We moeten niet terug een roep doen naar nationale sectoren. Er zijn voor mij geen afgeschreven sectoren, geen sectoren die een aparte behandeling nodig hebben, en geen sectoren die we aan de borst moeten drukken omdat ze ons meer dierbaar zijn.
Ik geloof daar niet in, niet langs de ene, niet langs de andere kant. Het enige waar ik in geloof, is dat bedrijven, en er zijn er heel wat die het in deze crisis verschrikkelijk moeilijk hebben, recht hebben op een degelijk flankerend beleid. Het niveau van dat flankerend beleid hebben we de voorbije zes maanden serieus opgetild, zowel generiek, inzettende op de lastenverlaging voor de bedrijven, maar ook bij het creëren van een kader voor waarborgen voor bedrijven, dat we nu volop met Europa doorpraten.
We hebben geen dag verloren, want vanaf het ogenblik dat we ervan overtuigd waren inzake waarborgen voor grote ondernemingen - en ik was daar van meet af aan van overtuigd - hebben we geen dag verloren om het kader neer te zetten. Het gaat om een mix van goed blijven uitkijken dat we generiek aan bedrijven in Vlaanderen, aan kmo's en aan grote ondernemingen die zuurstof kunnen blijven geven en aan lastenverlaging kunnen werken. We hebben vrijdag inderdaad beslist om het provinciale deel van de onroerende voorheffingen voor bedrijven in 2009 vrij te stellen. Dat betekent wel wat voor de bedrijven in Vlaanderen. Met de waarborgen bekijken we inderdaad wat we kunnen doen tijdens de crisis, die nu verschrikkelijk hard gaat, dat merk ik dagelijks aan de bedrijven die inlichtingen komen vragen over het systeem. De waarborgen zijn dus bijzonder nodig. Ik geloof niet in sectoren, maar wel in echte jobs met een echte toekomst, en dat is het richtsnoer en de richtlijn die we moeten aanhouden.
Ik wil absoluut niet het verhaal van Punch Flanders' DRIVE afdoen als een plan B. Ook dat is voor ons een plan A, maar het is een ander plan. Wat we doen voor innovatie in de automotive bij Flanders' DRIVE, met ondertussen een honderdtal leden, is inzetten op innovatie in automotive als plan A. Als daar zaken uitkomen die Opel kunnen helpen, dan is dat des te beter, maar ik koppel die twee niet aan elkaar. Misschien moet u eens een onderhoud vragen met die mensen of er eens op werkbezoek gaan, want het is fantastisch wat men daar ontwikkelt, maar het is iets voor op lange termijn. We geven het alle kansen en ik herhaal nogmaals dat dit het dossier is dat bij de Europese Investeringsbank is ingeleid. Ik zal persoonlijk contacten leggen - ik heb dat gedaan met mijn collega's van de andere gewesten - om te zien dat we daar goed vertegenwoordigd worden. Innovatie in automotive is een plan A, net zoals we vandaag voor de bedrijven die omwille van de economische en financiële crisis zwaar in de problemen zitten, bekijken wat de instrumenten zijn die er hopelijk voor kunnen zorgen dat we op termijn door het ergste van de crisis geraken.
Ik denk niet dat dit het moment is om aan ideologie te doen, zoals de heer Stassen, die het heeft over de groene auto, de auto van de toekomst. Dit is niet het geschikte moment daarvoor. Dit is ook niet het moment om - het is geen plan B zegt u - zoals de heer Bourgeois de indruk te wekken dat we hier in Vlaanderen met het ontwikkelen van nieuwe technologieën en een nieuw model in deze context op de wereldautomarkt een leefbaar bedrijf kunnen opzetten waarbij de werkgelegenheid van 3000 mensen gevrijwaard blijft. Dat is totaal utopisch en creëert een verwachtingspatroon dat we nooit kunnen waarmaken. Wat de Vlaamse Regering nu doet, is het plan A met alle mogelijkheden, zowel op Europees vlak als met het bedrijf zelf, bekijken. Welke vorm van overheidssteun we ook geven - de heer Van Malderen heeft op dat vlak gelijk - in de vorm van participaties of van waarborgen, het is veel te delicaat om er uitspraken over te doen of om denksporen uit te sluiten. We kunnen alleen maar de Vlaamse Regering steunen, maar laten we voluit gaan voor een plan A, zoals de minister-president het ook heeft gezegd, want in deze moeilijke context zijn er wellicht nog oplossingen mogelijk als de overheid proactief blijft optreden. Wij steunen de Vlaamse Regering daarbij.
Mevrouw de voorzitter, collega's, ik heb in dit halfrond gepeild naar een mogelijke kamerbrede, blijvende steun voor Opel Antwerpen. Ik heb die mogen noteren vanuit Vlaams-Brabant, West-Vlaanderen, Limburg en Oost-Vlaanderen, en uiteraard staat ook Antwerpen erachter. Wat de politieke steun betrof, heb ik bijna iedereen positief horen pleiten. Er was één fractie die wat kritische randbemerkingen plaatste, maar dat zijn we van hen gewoon. Er is een andere fractie die niet gesproken heeft, maar ook van hen hadden we vandaag niets anders verwacht.
De mensen van Opel Antwerpen hebben vandaag een hartverwarmend signaal gekregen van dit parlement, waarvoor mijn dank.
Het incident is gesloten.