Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de eventuele Vlaamse bijdrage aan de federale begroting en het verband met de gemeenschapsdialoog betreffende de staatshervorming
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u bent een veel geplaagd man. Niet alleen moet u afrekenen met de bankcrisis, ook uw fameuze dialoog van gemeenschap tot gemeenschap is vandaag onder een slecht gesternte van start gegaan.
Ik verwijs niet alleen naar het feit dat u het nodig hebt gevonden om in een interview met Knack eventuele resultaten van de dialoog voor u uit te schuiven, zelfs in de richting van 2010, en genoegen te nemen met wat u pleegt te noemen "de dynamiek van stapsgewijze afspraak". Er is vooral het feit dat nogal wat van uw gesprekspartners inderdaad niet een B-ploeg vormen. Het zijn mensen als Moureaux, Maingain en De Decker die nu aan Franstalige zijde gaan onderhandelen. Ze hebben in allerlei uitspraken al laten verstaan dat u naar de garanties die u meende op zak te hebben, kunt fluiten.
Mevrouw Milquet zegt bijvoorbeeld dat er niet mag worden gesproken over de interpersoonlijke solidariteit, dat er geen fiscale concurrentie tussen de gewesten mag ontstaan en dat de rechten van de Franstaligen in de Rand moeten worden verdedigd. De heer De Decker, uw covoorzitter in de dialoog, voegt er het volgende aan toe: "Il faudrait parler des limites de la région bruxelloise et aussi de l'arrondissement de BHV."
De heer Maingain, nog een deelnemer aan de dialoog namens de Franstaligen, zegt in een interview met Le Soir en La Libre Belgique dat de uitbreiding van Brussel onontkoombaar is en aan bod moet komen naar aanleiding van de communautaire onderhandelingen, dat de versterking van Brussel nodig zal zijn en dit alleen maar kan door de territoriale banden tussen Brussel en Wallonië te versterken.
Het zijn allemaal uitspraken die aantonen dat van de fameuze garanties in de praktijk heel weinig in huis dreigt te komen, en dat op een moment dat de dialoog nauwelijks van start is gegaan. Mijn vraag is dan ook de volgende. Hoe duidt u deze uitspraken van sommige prominente onderhandelaars aan Franstalige kant? Hoe garandeert u dat de garanties die u zegt gekregen te hebben, ook in de praktijk door de betrokken onderhandelaars zullen worden nageleefd?
De heer Peumans heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, ik heb een ietwat andere invalshoek. Het gaat over de begroting 2009. U hebt de vraag over de bijdrage van 800 miljoen kunnen lezen. Ik heb al uitspraken van de heer Demotte gezien waarin hij zegt te zullen meedoen. Brussel of de heer Picqué stelt over geen geld te beschikken omdat er een tekort voor 2009 is.
Ik ben dinsdagmorgen bij de eerste minister geweest. Het bedrag van 800 miljoen wordt toch gekoppeld, en ik baseer me daarvoor op uw uitspraken in de krant. U zegt dat we deze honderden miljoenen niet zomaar kunnen deblokkeren want dat de begroting aan het parlement is overgemaakt. Gisteren is echter nog een amendement voor een bedrag van 122 miljoen goedgekeurd. Ik zeg dit om toch maar een voorbeeld te geven.
Op een bepaald moment zegt viceminister-president Vandenbroucke, die naast u staat: "Dit is een vorm van schijnhulp."
U zegt dat u een aantal federale uitgaven zult schrappen, uitgaven die te maken hebben met gewestbevoegdheden. De ene krant koppelt dit aan de dialoog, de andere niet. Ik moet me ook maar baseren op wat u in interviews zegt, en dat zijn gewoonlijk maar quotes.
Ik denk dat u onder een heel slecht gesternte begonnen bent. Ik lees in Knack dat u zegt dat het 2010 zal worden en dat u deelakkoorden zult sluiten over de Nationale Plantentuin van Meise, wat eigenlijk al jaren in orde had moeten zijn. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik zeg niet dat u dat gezegd hebt, het kunnen ook collega's van u geweest zijn. Maar wat heeft de federale regering nu in feite gevraagd? Wat is toegezegd? Hoe legt u de link - en dat is toch gekoppeld aan de gemeenschapsdialoog - tussen de 800 miljoen en de gemeenschapsdialoog? U zegt dat er een aantal bevoegdheden van de federale overheid perfect kunnen worden overgeheveld naar de gewesten, zoals het arbeidsmarktbeleid, milieu en mobiliteit. Hoe koppelt u het ene aan het andere?
Minister-president Peeters heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, geachte collega's, wij hebben in het Vlaams Parlement gediscussieerd over het akkoord in de Vlaamse Regering. Een van de laatste punten was dat er volgens de Vlaamse Regering deelakkoorden moeten worden afgesloten voor de regionale verkiezingen van juni 2009. Dat betekent dat we ook na 2009 nog verder onderhandelen om te komen tot de grote, belangrijke staatshervorming die u en dit parlement al jaren vragen. De timing is niet nieuw.
Deze voormiddag was er de eerste vergadering van de dialoog die door alle deelnemers als positief is ervaren. Er werden een aantal werkafspraken gemaakt. Ik zal in de toekomst geen verklaringen afleggen over zaken die in de media zijn geventileerd. Ik ga ervan uit dat die ventilatie minder en minder zal gebeuren. Uitspraken zoals die van Maingain, Dedecker en anderen, helpen de dialoog niet vooruit en maken het er niet gemakkelijker op, integendeel. Het enige wat u terecht kunt vragen en waar ik alles aan ga doen, mijnheer Dewinter, is zo snel als mogelijk deelakkoorden afsluiten.
Uw parlementaire bevoegdheid laat toe om hier iedere keer vragen te stellen. Maar ik zal met de voorzitter bespreken hoe ik over de dialoog in de commissie zal communiceren en een stand van zaken zal geven zodat er verder over kan worden gediscussieerd.
Het is heel belangrijk dat de dialoog opgestart is, dat ik goed weet dat we deelakkoorden moeten afsluiten, dat er een grondige staatshervorming moet worden gerealiseerd - met de domeinen die u allen kent: arbeidsmarktbeleid, financiering enzovoort - en dat dat de oefening is die we nu gaan maken.
Wat de begroting 2009 betreft, is het zo dat wij een onderhoud hebben gehad met de premier. De premier heeft gezegd dat hij aan alle gewesten en deelregeringen een bijdrage boven op de norm vraagt voor een bedrag van 800 miljoen euro. Wij hebben die vraag in het verleden ook gekregen, toen ging het over 360 miljoen euro. Ik heb daarop geantwoord dat de begroting 2009 goedgekeurd is door de Vlaamse Regering en ingediend is in het Vlaams Parlement en dat het niet kan dat er 400 of 500 miljoen euro zomaar gevonden wordt om tegemoet te komen aan die vraag.
Ten tweede is er van gedachten gewisseld over een aantal uitgaven die de federale regering doet en waar ik van overtuigd ben dat die uitgaven eigenlijk betrekking hebben op bevoegdheden die wij hebben. Ik wil zelfs verder gaan en kijken, als de federale regering budgettaire problemen heeft, of niet versneld een aantal bevoegdheden doorgeschoven kunnen worden, wat dan al dan niet in deelakkoorden kan worden opgenomen.
Er is afgesproken dat een technische werkgroep samenkomt, maar één ding is duidelijk: wij gaan, net zoals de vorige keer, niet gewoon zeggen dat we een bepaald aantal miljoen euro blokkeren, omdat het federale niveau dat vraagt. Dat is de essentie.
Nu komen we natuurlijk tot een heel belangrijke oefening voor de dialoog, met de vraag in welke mate ook andere dossiers daar een impact op kunnen hebben. Het is natuurlijk niet juist dat deelakkoorden bijvoorbeeld zouden gaan over de plantentuin van Meise. Ik ga ervan uit dat maar wordt gecommuniceerd als het is opgelost. Ik heb daar al heel wat vragen over gekregen en weet hoe lang het al duurt, dus ik doe alles wat ik kan.
We moeten absoluut elk instrument dat we hebben, zeker als het gaat over financiën, inzetten om tot een grote, grondige staatshervorming te komen. Ik zal alles gebruiken dat me wordt aangereikt of dat ik kan inzetten om het doel te bereiken: stappen zetten in de grondige staatshervorming, zoals dit parlement heeft gevraagd en zoals het in het Vlaams regeerakkoord is opgenomen.
Wat de 800 miljoen euro betreft, kunnen we, mevrouw de voorzitter, afspraken maken om er in het parlement van gedachten over te wisselen. (Applaus bij CD&V en Open Vld)
De heer Dewinter heeft het woord.
Mijnheer de minister-president, u lijkt me toch een naïef man, als u vandaag stelt, zoals u dat in het middagjournaal hebt verklaard, dat u niet meer zult ingaan op eventuele provocaties vanuit Franstalige hoek en niet meer zult reageren op uitspraken. Niet zomaar enkele Franstalige politici, maar deelnemers aan de dialoog, laten in hun arrogantie opnieuw duidelijk blijken dat de garanties die zij hebben gegeven nu al, bij de start van de dialoog, met de voeten worden getreden. Dan gaat het over BHV, over de uitbreiding van Brussel, over de interpersoonlijke solidariteit en over zoveel andere dingen die essentieel zijn om deze dialoog op zijn minst op een min of meer ordentelijke manier van start te laten gaan.
Dan antwoordt u dat u daar niet op zult reageren. U laat dat blauwblauw en door er niet over te spreken, zal het probleem wel vanzelf weggaan. Dat is natuurlijk niet waar en u weet dat heel goed. Ik begrijp dat u wilt redden wat er te redden valt.
U doet me steeds meer denken aan de gewezen Britse premier Chamberlain, die in september 1938 ook zwaaide met allerlei garanties die hij kreeg van nazi-Duitsland. Er zou niets gebeuren en het was toch duidelijk dat de vrede gewaarborgd was en bleef. U weet wat er, jammer genoeg, nauwelijks twee jaar later is gebeurd.
Laat u dat toch niet overkomen. Die garanties zijn een vodje papier die de Franstaligen welwillend aan u hebben overgemaakt, om ervoor te zorgen dat heel deze dialoog over de drempel van de verkiezingen van juni 2009 wordt getild. En ondertussen zijn ze met dezelfde arrogantie als het voorbije anderhalf jaar nu al bezig, in alle Franstalige media, om de poten van onder uw dialoogstoel te zagen.
U gelooft in sprookjes. U denkt dat door het stilzwijgen te bewaren de problemen wel vanzelf zullen weggaan. Zoveel naïviteit had ik van u, mijnheer de minister-president, niet verwacht. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mijnheer de minister-president, in uw antwoord over de beroemde 800 miljoen euro heb ik niet meer gehoord dan wat ik in de pers heb gehoord. (Opmerkingen van minister-president Kris Peeters)
Ik weet niet of dat een goede pers is, want ik weet nog altijd niet hoe u de link legt. Als u zegt dat u een aantal federale bevoegdheden wilt overhevelen naar de gewesten of de gemeenschappen, is de vraag of men het daar aan de andere kant van de taalgrens ook over eens is. Dat is natuurlijk wel een voorwaarde. De federale overheid kan natuurlijk geen maanden wachten.
Dan is de vraag: hoe verbindt u het ene met het andere? U zegt dat u daar geen duidelijke uitspraken over gaat doen.
Ik heb vandaag het interview gelezen dat Patrick Martens met u heeft gehad. Er is ene Maingain, of hoe heet die mijnheer van het FDF, met zijn extremistische standpunten, nietwaar mijnheer Van Rompuy, dat weet u zeer goed, en ook de heer Demesmaeker weet dat. Ik ben wel verwonderd dat u in de kranten zegt dat de N-VA en de anderen de lat van de gemeenschapsdialoog zo hoog leggen dat die alleen maar kan mislukken. In de commissie zullen we de gelegenheid krijgen om daar van gedachten over te wisselen, maar ik sluit me graag aan bij de heer Dewinter, en dat gebeurt niet vaak. Ik lees vandaag ook de uitspraken van de heer De Decker in La Libre Belgique of in Le Soir, en die is toch covoorzitter. Als dat de dialoog is? Hij doet uitspraken doet over de 'erreur historique' van het CD&V-N-VA-kartel. Waar moeit die man zich eigenlijk mee? Hij doet nog een aantal uitspraken. Als in die sfeer de dialoog moet gebeuren - en dan heb ik het nog niet over wat onder andere mevrouw Milquet heeft gezegd - dan houd ik mijn hart vast voor wat die dialoog voor u zal opleveren in dat schitterende negentiende-eeuwse eclectische gebouw, dat gelegen is in de schaduw van het koninklijk paleis. Dat is misschien wel symbolisch.
Mijnheer de minister-president, ik ben teleurgesteld in uw antwoord en in wat u tot nu toe weet te vertellen over de dialoog. (Applaus bij de N-VA)
Mijnheer Peumans, de dialoog is daarstraks opgestart. Na een installatievergadering al verwachten dat er deelakkoorden zijn afgesloten, is wat naïef. Ik ga ervan uit dat u dat tijdens de eerste vergadering niet verwacht had.
Ikzelf met mijn collega's zijn bij de premier geweest en daarna zijn de Franstaligen bij de premier geweest. We zullen zien wat het voortschrijdend inzicht is inzake de 800 miljoen en de bevoegdheden. Sommigen zeggen bijvoorbeeld: moeten wij niet aan de brandweer denken? Als ik me niet vergis draagt de N-VA dat voorstel een zeer warm hart toe. Ik wil daar niet op vooruitlopen. We zullen zien hoe een en ander zich verder ontwikkelt. Ik maak me geen illusies: als men bevoegdheden overdraagt en daar moeten budgettaire middelen voor worden ingezet, dan moeten we zien wat de concrete afspraken daarover zullen zijn.
Mijnheer Dewinter en mijnheer Peumans, ik heb die uitspraken ook gelezen. Door daar niet op te reageren, denk ik niet dat ik de problemen zou negeren en van enige naïviteit kan worden beticht, verwijzend naar andere politici in de geschiedenis. U hebt tijdens de discussie in De Schelp gezegd dat u voorstander was van het opstarten van de dialoog, en dat er resultaten moeten worden geboekt. Welnu, ik ga voor die resultaten. U weet zeer goed dat de tijd waarbinnen die resultaten moeten worden geboekt, heel beperkt is. Ik ga ervan uit dat ik daar naartoe werk. Bepaalde uitspraken die u citeert zijn ook ongepast, maar ik heb die niet gedaan. Ik ga die uitspraken ook niet verdedigen, integendeel. De minimis non curat praetor. Ik ga ervan uit dat reageren op uitspraken in de kranten geen toegevoegde waarde heeft voor de dialoog en dat in de toekomst mensen die deelnemen aan de dialoog, op een andere manier zullen communiceren. (Applaus bij CD&V)
Mijnheer de minister-president, ik dank u voor uw antwoord. U zegt dat u geen uitspraken doet over wat de Franstaligen in de Franstalige pers zeggen. Ik probeer elke dag Le Soir te lezen. Wat u wel doet, is natrappen. Dat vind ik spijtig. U trapt na naar eigen Vlaamse lotgenoten, als ik dat woord mag gebruiken, door even te zeggen dat wij de lat van de staatshervorming te hoog hebben gelegd. De realiteitszin die wij aan de dag hebben gelegd in het kader van deze staatshervorming, was legendarisch. U zegt dat u aan dat manoeuvre niet meedoet. Maar de manoeuvres die een aantal Franstaligen naar voren brengen, daar reageert u niet op. Daar heb ik als Vlaming een serieus probleem mee.
Ik ga ervan uit dat er deelakkoorden moeten worden afgesloten. Dat debat hebben we al gevoerd toen we nog kartelpartners waren. Ik zeg: moeten! In het verslag van de bemiddelaar stond: kunnen. Ik zeg u: er moeten deelakkoorden worden afgesloten. Het gaat daarbij niet om de plantentuin van Meise enzovoort, en dat een grondige staatshervorming voor juni 2009 volstrekt onrealistisch zou zijn.
Mijnheer Peumans, ik wil niet natrappen, dat is niet mijn bedoeling. Maar u mag ook niet zeggen dat de deelakkoorden over de plantentuin en dergelijke zaken zullen gaan. Ik doe er alles aan om de deelakkoorden af te sluiten. Die moeten geplaatst kunnen worden in die grondige staatshervorming. Het gaat er niet om te tonen hoe goed we deelakkoorden kunnen afsluiten. Neen, de deelakkoorden moeten stappen zijn in de grondige staatshervorming.
Het incident is gesloten.