Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer de minister, dames en heren, vorig weekend werden we weer opgeschrikt door een bijzonder gewelddadig incident op een voetbalplein, waarbij een scheidsrechter met een ijzeren staaf het ziekenhuis werd ingeklopt door een aantal jonge voetbalspelers.
Als dit een eenmalig incident was, zou ik er hier zeker geen vraag over stellen. Helaas is het geen eenmalig incident. Na dit incident werden drie spelers van de betrokken ploeg Berchem City levenslang uitgesloten uit hun voetbalverbond, het Verbond van Voetballende Vriendenclubs. Deze week was er dan alweer een ander incident waarbij drie spelers van de ploeg Belgica Edegem uitgesloten werden gedurende drie jaar van het Katholiek Vlaams Voetbalverbond als gevolg van soortgelijke feiten.
Alleen al in de stad Antwerpen werden we vorig jaar zeven keer opgeschrikt door dergelijke incidenten. In 2006 gebeurde dat vijf keer, in 2005 acht keer. Nu we eindelijk het hooliganisme in de voetbaltribunes min of meer onder controle hebben, blijkt dat hooliganisme zich te verplaatsen naar de voetbalvelden. Als minister van Sport kunt u daar toch een sturende rol in spelen. Het grote probleem is dat er, met uitzondering van gerechtelijke sancties en vervolgingen, niet zo heel veel mogelijkheden zijn om dit te beteugelen. De reden is ook dat ons land tientallen en tientallen voetbalverbonden telt, soms heel amateuristisch en soms heel professioneel. Er worden spelers uitgesloten, maar die verkassen dan heel snel naar een andere bond of federatie waar de feiten zich dan vaak herhalen.
Mijn voorstel is dat er tussen al die verbonden en federaties een overeenkomst wordt gesloten zodat er op zijn minst een eenduidige regeling zou gelden. En waarom kan er geen zwarte lijst worden opgesteld van spelers die absoluut nergens meer het voetbalveld mogen betreden?
Ten tweede: het zou misschien een goed idee zijn om, na de vele campagnes tegen racisme, zoals de campagne "Hang de aap niet uit", een campagne te voeren om het geweld op het veld te bannen en voetballers te sensibiliseren om hun voetbalpassie niet om te zetten in geweldpleging en spelers of scheidrechters te molesteren, maar om het sportief te houden. Dat is een taak voor de minister van Sport, want de normvervaging op het veld loopt echt wel de spuigaten uit. Ik weet waarover ik het heb, want ik heb zelf die sport vele jaren mogen beoefenen.
Dit keer is het gelukkig beperkt gebleven tot een scheidsrechter die met veertien hechtingen in het ziekenhuis is beland, maar de volgende keer zou het wel eens erger kunnen zijn. Ik hoop dat we onszelf dan niet moeten verwijten dat we niet op tijd de nodige inspanningen hebben geleverd om dit aan te klagen en te beteugelen.
Minister Anciaux heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, collega's, het probleem dat u aanhaalt, is vanzelfsprekend ernstig. Ik neem dat ook ernstig op. Vanzelfsprekend zijn er de klassieke procedures en de strafwet die voor dergelijke zwaarwichtige voorvallen van toepassing zijn. Ik ga ervan uit dat er wordt vervolgd.
Ik heb natuurlijk geen bevoegdheid om in de plaats van de rechter te treden, en evenmin beschik ik over politionele bevoegdheden. Ik vind wel dat ik als minister van Sport stappen moet kunnen zetten die veeleer passen in het tuchtrecht en in een ontradingsbeleid.
Nog voor de zomer leg ik een ontwerp van decreet aan het parlement voor. We werken al enkele jaren aan de uitbreiding van het toepassingsgebied van het decreet over het medisch verantwoord sporten en zijn omzetting in een decreet over het ethisch verantwoord sporten. Naast doping en medische misbruiken zijn er nog wel meer factoren die de sport kapotmaken. U hebt het over geweld, maar er zijn wel meer onethische gedragingen die ik wil aanpakken.
Sommige daarvan kunnen strafrechtelijk worden aangepakt. Het is logisch dat de verantwoordelijke voor wat die scheidsrechter is overkomen, strafrechtelijk wordt vervolgd. Er zijn evenwel nog andere gevallen. Ik denk dan bijvoorbeeld aan wat is gebeurd op die basketbalwedstrijd in Bree. Het zou toch bijzonder erg zijn als we binnenkort grote omheiningen zouden moeten plaatsen? We moeten dus zelf stappen kunnen zetten om scheidsrechters te beschermen. Ik wil daarom ook met de minister van Binnenlandse Zaken onderzoeken of het statuut van de scheidsrechter kan worden verbeterd. Ik denk dan niet onmiddellijk aan politionele bescherming, maar bijvoorbeeld aan de bescherming waarvan de brandweerdiensten genieten. De Vlaamse Gemeenschap zou er zich ook toe kunnen verbinden om zich systematisch burgerlijke partij te stellen. Ik kan zelf de verantwoordelijkheid opnemen om de zaak bij de rechtbank aanhangig te maken.
Een tweede element is het aanpakken van het onethisch gedrag via het decreet over het ethisch verantwoord sporten. In de commissie hebben we het daarover al enkele keren gehad. Eigenlijk zijn we het erover eens dat een groot gedeelte van die handelingen niet zomaar van bovenaf kunnen worden bestraft. Ik heb het dan natuurlijk niet over slagen en verwondingen en dergelijke, maar over ander onethisch gedrag. We willen daarom de federaties en de clubs betrekken in een proces waarin we met hen doelstellingen vastleggen en ze zelf bepalen hoe ze die willen bevorderen. Het gaat dan over geweld, racisme en alle vormen van onethisch gedrag.
We gaan samen met alle partners na hoe we een weg kunnen afleggen en welke doelen er kunnen worden bereikt. Als die doelen niet kunnen worden gehaald, dan zijn er sancties mogelijk. U geeft het voorbeeld van uitsluiting. Het is ook mogelijk om die mensen voor de commissie te brengen die nu een medische commissie is, maar die ook een commissie van de Vlaamse Gemeenschap kan zijn die handelt over medisch en ethisch verantwoord sporten.
Wat mij betreft, kunnen spelers bij zeer zwaarwichtige feiten, ook levenslang worden uitgesloten van elke deelname aan eender welke sportactiviteit.
Het decreet is er nog niet, dat duurt nog enkele maanden. Maar dan zullen we spelers overal kunnen uitsluiten en dan wordt overgaan naar een andere federatie of sport onmogelijk gemaakt. We denken grondig na over die pistes. We zullen er snel mee naar het parlement komen.
Ik zal ook nagaan, in samenspraak met de minister van Binnenlandse Zaken, hoe we de scheidsrechter beter kunnen beschermen. Ik zal ook laten bekijken of ik me als verantwoordelijke burgerlijke partij kan stellen bij onaanvaardbare feiten die we met hand en tand moeten bestrijden.
Mijnheer de minister, dank u voor uw duidelijk antwoord. Ik ben helemaal te vinden voor de voorstellen die u doet. We zullen die als oppositie ongetwijfeld steunen, want we vinden dat er krachtdadig moet worden opgetreden. 'Wie niet horen wil, moet voelen' is de enige taal die deze mensen verstaan.
De heer Sauwens heeft het woord.
Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. Er is natuurlijk een breder probleem.
Eerst en vooral zou ik het probleem niet willen veralgemenen. Het zijn enkelingen die zich misdragen, en die moeten hard worden aangepakt. Er zijn gevallen van agressie in het openbaar vervoer, op de sportvelden, in scholen, in het uitgaansleven. Het is moeilijk voor een samenleving om zich hiertegen te wapenen.
Ik zou u aanraden eens te gaan praten met de procureurs-generaal. Dit weekend hebben we het nog meegemaakt dat zware fouten die moedwillig gebeuren en worden gestraft met een gele kaart, aanleiding geven tot strafrechtelijke klachten of vorderingen bij de burgerlijke rechtbank.
Destijds hebt u met het parket-generaal gepraat over doping. Ik denk dat het goed zou zijn om aan de parketten te vragen nu ook strenger op te treden en minder vlug over te gaan tot seponeren en buiten vervolging stellen. In naam van de sport worden toch een aantal zware feiten toegedekt die niet mogen worden toegedekt.
We moeten sensibiliseren. De gerechtelijke instanties zijn daarvoor het geëigende instrument, maar ze moeten via het parket-generaal worden aangemaand om streng op te treden.
Het is duidelijk dat er verschillende gradaties zijn. Ik ben het met u eens dat we niet mogen veralgemenen. Ik stel ook vast dat veel agressieve handelingen gebeuren door ouderen die aan de kant staan. We moeten dus oppassen met het stigmatiseren van jongeren. Maar we moeten de figuren die systematisch boel maken, wel ernstig nemen.
Het is een heel goede suggestie en ik zal ze opnemen. Ik zal het gesprek aangaan met de vertegenwoordigers van het parket. We zullen ook een evenwicht moeten zoeken. Via mijn decreet zullen we geen strafrechtelijke sancties kunnen uitspreken of strafrechtelijke vervolging kunnen instellen. Dat laten we over aan de wet en aan het parket. Maar we moeten in het decreet duidelijk afbakenen, zoals we dat hebben moeten doen voor medisch verantwoord sporten en doping, wanneer we met strafzaken te maken hebben - waar wij ons niet mee bezighouden, maar waarvoor we ook geen hinder willen zijn - en wanneer we bij tuchtrecht terechtkomen.
Ook binnen het tuchtrecht zijn er volgens mij twee onderdelen: duidelijke feiten die via tuchtrecht aanleiding moeten geven tot duidelijke tuchtsancties en het mee responsabiliseren van clubs en federaties bij het realiseren van een klimaat waarin dit niet wordt geduld. Soms hebben we de indruk dat het gedoogd wordt. Dat wil ik ook een halt toeroepen, maar het is natuurlijk moeilijker om dat tuchtrechtelijk te beteugelen. Dat kan alleen maar gebeuren door engagementen en resultaatsverbintenissen aan te gaan. Als clubs en federaties die resultaatsverbintenissen niet halen, kunnen we sanctioneren.
Er zijn dus verschillende gradaties. De laatste gradatie is vanzelfsprekend het stimuleren, het voeren van een positieve communicatie en het organiseren van een positief klimaat. Ik denk dat jongeren weten dat het absoluut niet cool is om zulke dwazigheden en criminele feiten te plegen.
Het incident is gesloten.