Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Hauthem heeft het woord.
Mijnheer de minister, ik heb twee verzoeken: een verzoek tot sanctionering en een verzoek tot bijstand van een aantal burgemeesters.
Het is weer zover. Het kon niet uitblijven. Het gemeentebestuur van Kraainem, met waarnemend burgemeester d'Oreye de Lantremange, verstuurt oproepingsbrieven voor de federale verkiezingen in de taal van de betrokkene. Blijkbaar houden zij een register bij van wie Nederlandstalig en wie Franstalig is. Dat kan al niet.
Het feit dat de oproepingsbrieven op die manier worden verstuurd, is onwettig.
Het argument van de brave man is bijzonder origineel. Hij zegt dat de federale minister van Binnenlandse Zaken omzendbrieven heeft verstuurd over verschillende aspecten van de organisatie van de verkiezingen, maar dat hij niets heeft gezegd over het taalgebruik voor het versturen van de oproepingsbrieven. En dus, zegt de heer d'Oreye de Lantremange, is de omzendbrief van minister Duquesne van 2003 nog van kracht. Dat is natuurlijk onzin. De omzendbrieven-Peeters werden in december 2004 definitief gevalideerd door de Raad van State. Bovendien is er een omzendbrief van uw hand van 8 juli 2005 waarin u alles nog eens uit de doeken doet en waarin heel expliciet staat dat de oproepingsbrieven in het Nederlands verstuurd moeten worden en dat er eventueel een vertaling aangevraagd kan worden. De man is van het FDF. Gisteren vond onder grote politiebegeleiding een meeting van het FDF plaats in Sint-Genesius-Rode. De lijsttrekker van de MR, een FDF'er, vroeg er de uitbreiding van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest.
Mijnheer de minister, de man is waarnemend burgemeester, maar dat ontslaat u er niet van om tuchtsancties te nemen. Het gaat om iemand die kennelijk wangedrag vertoont of blijk geeft van grove nalatigheid volgens artikel 71 van het Gemeentedecreet - ik hoop dat er ondertussen al uitvoeringsbesluiten zijn. Wanneer gaat u tuchtsancties nemen? Wanneer gaat u optreden?
Ik kom tot het tweede element van mijn vraag. In de commissie heb ik u al gevraagd wat uw houding is ten aanzien van de burgemeesters die de organisatie van de verkiezingen boycotten met het argument dat ze geen verkiezingen kunnen organiseren in een ongrondwettelijke kieskring. U zei toen dat u geen tuchtsancties zou nemen. Ik heb u ook gevraagd: "Wat met de eventuele rechtsgevolgen voor die burgemeesters? Wat als er klachten worden ingediend?" U antwoordde dat dat uw taak niet is. U zei dat op 17 april in de commissie van het Vlaams Parlement, en acht dagen later, op 25 april, verklaarde de federale minister van Justitie op vraag van alweer het FDF, dat ze het parket van Brussel de opdracht heeft gegeven om de zaak te onderzoeken en om desgevallend op te treden. Ondertussen werd al een klacht ingediend.
Mijnheer de minister, als u a zegt, moet u ook b zeggen. U zegt dat u geen tuchtsancties tegen de burgemeesters zult nemen omdat ze gelijk hebben. U hebt toen in uw antwoord verwezen naar het feit dat elke "rechtgeaarde Vlaming achter de splitsing staat" en naar het arrest van het Arbitragehof. Als u a zegt, moet u ook b zeggen. De burgemeesters krijgen uw steun, want als tuchtoverheid zegt u uitdrukkelijk dat u niet optreedt en dus zegt u even uitdrukkelijk dat ze niet in de fout gaan. Welnu, als ze niet in de fout gaan, als u hen steunt, dan moet de Vlaamse Regering ook rechtsbijstand verlenen indien het na de verkiezingen tot een rechtszaak komt.
Mijnheer de minister, wanneer gaat u optreden en tuchtsancties nemen tegen de waarnemend burgemeester van Kraainem? Hebt u weet van andere gemeentebesturen die de oproepingsbrieven op dezelfde manier versturen? Verlopen die verkiezingen nog wel rechtsgeldig?
Is de Vlaamse Regering bereid om eventueel juridische bijstand te verlenen aan de burgemeesters die de organisatie van de verkiezingen boycotten?
Minister Keulen heeft het woord.
Mevrouw de voorzitter, mijnheer Van Hauthem, ik blijf op mijn lijn: geen tuchtsancties. Ik heb dat al gezegd en ik krijg daar ook vanuit Vlaanderen soms opmerkingen over. Ik heb inderdaad verwezen naar het arrest van het Arbitragehof en naar de resoluties van het Vlaams Parlement. Ik neem geen tuchtsancties, maar ik verleen inderdaad ook geen rechtsbijstand. Dat gebeurde ook niet in 2004 na een actie van de FDF'er Libert tegen de burgemeesters. Alle of bijna alle betrokken burgemeesters hebben toen een beroep gedaan op de Ethias-polis voor uitvoerende mandatarissen die met gerechtszaken worden geconfronteerd.
Wat de oproepingsbrieven in Kraainem betreft, heb ik aan de gouverneur gevraagd om de beslissing van het schepencollege op te vragen. Als de beslissing luidt dat het verzenden gebeurt op basis van taalaanhorigheid, dan moet en zal die vernietigd worden. Het administratieve vervolg is een zaak van de federale overheid, want de organisatie van deze verkiezingen is een zaak van de federale overheid. Verkiezingen moeten plaatsvinden en dat moet natuurlijk wettelijk gebeuren.
De heer d'Oreye de Lantremange is vandaag waarnemend burgemeester van Kraainem. Voorlopig zal ik hem niet benoemen. Voorlopig betekent dat één Franstalige schepen minder in het Kraainemse college. Dat is de onmiddellijke sanctie voor de heel halsstarrige opstelling in de organisatie van de verkiezingen, hetzij voor de gemeente- en provincieraad, hetzij federaal.
Mijnheer de minister, sta me toe te zeggen dat u rond de pot draait. Als u a zegt, moet u b zeggen. Als u vindt dat burgemeesters die de verkiezingen boycotten in de fout gaan, moet u tuchtsancties nemen, maar dat doet u niet. U geeft hen in feite gelijk. U zegt dat u geen enkele reden hebt om tuchtsancties te nemen. Indien er verdere gevolgen op het juridische vlak bij komen, dan moet de Vlaamse Regering minstens bijstand overwegen en organiseren. Als u daarachter staat, moet u dat voor het volle pond doen, en niet halverwege de koers afhaken, want anders is het alleen maar een symbolische steun.
Mijnheer de minister, ik ben het niet met u eens inzake Kraainem. U zegt dat de administratieve afwikkeling een zaak is voor de federale regering, omdat die de verkiezing organiseert. Dat is niet waar. Nu, dat is natuurlijk wel waar. De federale regering organiseert wel de verkiezingen, maar de burgemeester, of hij nu waarnemend is of niet, is titelvoerend burgemeester. Hij overtreedt uw omzendbrieven. De omzendbrieven zijn niet van de federale, maar van de Vlaamse Regering, en ze zijn definitief gevalideerd door de Raad van State. Die heeft dat in een omzendbrief van 8 juli 2005 nog eens expliciet herhaald.
U stelt nu vast dat die burgemeester uw omzendbrieven gewoon in de vuilnisbak gooit. Misschien is het een testcase, dat zou ook kunnen. Maar het heeft niets te maken met de vraag of de federale overheid al dan niet organiseert. U moet vaststellen dat het gaat over kennelijk wangedrag of grove nalatigheid, en dan moet u tuchtsancties nemen. U kunt ook waarnemende burgemeesters afzetten, u kunt burgemeesters van buiten de raad benoemen. U hebt mogelijkheden tot uw beschikking. Maar nu zegt u: ik doe niets. Dat antwoord is ontgoochelend.
U moet het maar eens vragen aan de Franstaligen in de Rand. Het feit dat ze geen effectieve burgemeesters hebben in vier van die gemeenten omwille van dezelfde feiten, ligt hun heel zwaar op de maag. In de praktijk betekent dat een Franstalige schepen minder. Dat is meteen een duidelijke en heel zware sanctie, neem dat van mij aan.
De organisatie van deze verkiezingen voor de federale parlementen is een zaak van de federale overheid, en niet van de Vlaamse overheid. Wij zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen. Maar daar probeert u altijd omheen te fietsen.
Mijnheer de minister, u zegt altijd dat ze één Franstalige schepen minder hebben. Wel, het zal hun worst wezen, want ze doen gewoon verder.
Het is hun allesbehalve worst.
In Halle-Vilvoorde hebben we allemaal een verkiezingspamflet van uw zusterpartij in de brievenbus gekregen - natuurlijk, Brussel-Halle-Vilvoorde is niet gesplitst, dus heeft iedereen dat ontvangen - met daarop als lijsttrekker de heer Maingain van het FDF.
Daar hebben wij niets mee te maken. Ik niet en ook mijn partij niet.
Natuurlijk hebt u daar niets mee te maken. U zou misschien eens uw regeerakkoord moeten uitvoeren. Daarin stond 'onverwijld en onmiddellijk'. Maar wat ik niet kan velen, is dat u zegt dat de organisatie tot de federale overheid behoort, en dat uw omzendbrieven gewoon worden geschoffeerd. U zit er blijkbaar geen snars mee in dat die worden overtreden.
Daarom zijn er ook geen effectieve burgemeesters en is er één Franstalige schepen minder. Dat is meteen de sanctie voor het niet respecteren van de omzendbrief.
Maar ze doen gewoon verder. U stelt dat verkiezing na verkiezing vast en nu opnieuw. U zegt dan dat het een waarnemend burgemeester blijft. Het zal hun worst wezen dat ze zes jaar lang een waarnemend burgemeester hebben. Dan blijft hij daar als waarnemend burgemeester zitten. En u komt hier als voogdijminister in het parlement zeggen dat hij waarnemend burgemeester blijft en dat u hem niet benoemt. Als u die gasten wilt stoppen, moet u verder gaan. Het moet nu eindelijk gedaan zijn. U kunt tuchtsancties nemen, maar ik stel vast dat u weigert dat te doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Het incident is gesloten.