Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Goedemiddag, collega's en minister, een ander onderwerp, namelijk de renovatie van onze woningen. 50 procent van de woningen in Vlaanderen is ouder dan vijftig jaar. Een groot aantal daarvan verslindt energie en is op die manier bijzonder duur voor de bewoners. We hebben allemaal als doelstelling gesteld om die zo snel mogelijk gerenoveerd te krijgen. De doelstelling is om het innovatieritme te verdrievoudigen.
Het is ook duidelijk dat de renovatie opbrengt. Vandaag nog staat er een artikel in de krant over een studie die aantoont dat wie een slecht geïsoleerde woning gaat renoveren naar gewoon niveau D, daarmee in totaal 43.000 euro kan winnen, dus renovatie brengt op. Alleen kan natuurlijk niet iedereen die renovatie betalen en financieren, vandaar dat we in Vlaanderen Mijn VerbouwPremie, een inkomensgerelateerde steun, hebben ontwikkeld en Mijn VerbouwLening voor degenen die niet het spaargeld hebben om die investering te doen.
Dat is goed, maar we hebben gisteren in het jaarrapport van de Vlaamse Ombudsdienst vastgesteld dat er wel wat problemen zijn op het terrein met betrekking tot communicatie en informatie over de premie, de verwerking ervan, maar ook de beroepsmogelijkheden als een aanvraag wordt afgewezen. Met betrekking tot Mijn VerbouwLening lezen we in het rapport dat de situatie op het terrein als chaotisch wordt omschreven door de ombudsman, waarbij vermeld wordt dat er doorlooptijden zijn tot acht maanden en offertes die opgevraagd werden, verlopen zijn, wat voor de betrokkenen gezinnen die willen renoveren, uiteraard problematisch is.
De vraag is heel eenvoudig, minister. Hoe evalueert u de Mijn VerbouwPremie en -Lening, en hoe zult u ervoor zorgen dat de problemen op het terrein – met lange aanvraagprocedures, moeilijkheden rond communicatie- en beroepsmogelijkheden – aangepakt en vermeden worden?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de vraag. Misschien moeten we de waarheid zeggen, dat is altijd goed. Het verslag van de Vlaamse Ombudsdienst is een momentopname van 2023, toen de premie pas was ingevoerd. Die kende een heel groot succes. Zo gaat dat, en dat is goed.
In het begin was de doorlooptijd inderdaad acht maanden. Om het geheugen van sommige collega’s op te frissen: onder de vorige ministers was het altijd acht maanden. Door het succes van de premies was het in het begin acht maanden. We hebben extra volk aangeworven, we hebben de Energiehuizen versterkt en de doorlooptijd is teruggedrongen tot vijf maanden.
We blijven daar natuurlijk aan werken, hoe korter de doorlooptijd, hoe beter, collega Bothuyne. Maar sta me toe om heel eerlijk het volgende mee te geven. Vinden we het echt zo erg om vijf maanden te wachten op een verbouwpremie? Vinden we dat erger dan bijvoorbeeld een jongere die jeugdhulp nodig heeft of een gehandicapte die een zorgbudget nodig heeft en daar jarenlang op moet wachten? Misschien is het goed om sommige dingen in perspectief te plaatsen. Dank u wel. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord en voor uw informatie. Deze vraag ging over uw bevoegdheid. Ik had eigenlijk geen informatie gevraagd over de bevoegdheid van collega’s. Uiteraard willen we allemaal wachtlijsten vermijden.
Ik hoop dat u het ermee eens bent dat een wachttijd van vijf maanden voor een premie of lening bij renovatie problematisch is als de gevraagde offerte van de aannemer maar een maand geldig is. Ik hoop dat u zich niet neerlegt bij een situatie waarbij mensen bijna een half jaar moeten wachten op een antwoord over de noodzakelijke renovatiesteun die we met deze regering hebben geïntroduceerd om ervoor te zorgen dat iedereen effectief mee kan in de renovatiegolf die we bepleiten.
Minister, mijn vraag blijft gewoon dezelfde: wat zult u doen om ervoor te zorgen dat de wachttijden, binnen uw bevoegdheid, verder zullen dalen?
De heer Vandaele heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Ik heb ook het gevoel dat collega Bothuyne werkt met een beetje verouderde cijfers. De ervaring van zovelen, dat hoor ik toch, leert dat de behandeling van de dossiers tegenwoordig vlotter loopt. Men is daar tevreden over, maar er zijn inderdaad wel regionale verschillen.
De premie – en daarover gaat het toch in de eerste plaats, collega’s – en de lening zijn bijzonder succesvol. Ze zijn succesvoller dan we met zijn alleen hadden gehoopt toen ze werden ingesteld. Dat is voor ons het allerbelangrijkste. Het gaat op bepaalde plaatsen iets trager, maar ik hoor de minister toch zeggen dat daaraan wordt gewerkt. Dat is goed, maar het zit in de schaduw van het grote succes van dit systeem.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering voerde de verplichte renovatie in en heeft op die manier de hardwerkende Vlaming opnieuw op kosten gejaagd binnen een reeds onbetaalbare woonmarkt. U wist dat veel mensen dat zouden willen recupereren via de Mijn VerbouwPremie en -Lening. Wat blijkt nu? De diensten waren er niet op voorbereid en kunnen die druk niet aan. Resultaat: maandenlang wachten op leningen en premies.
Of het nu gaat over deze materie of andere bevoegdheden, vijf maanden is veel te lang. De samenvatting van deze Vlaamse Regering is: de Vlaming zal wel betalen. Nu, minister, de Vlaming is het kotsbeu. De Vlaming wil niet langer uitgeperst worden zoals een goedkope citroen. Behandel hem dan ook niet zo. Geef Vlamingen voldoende tijd en ademruimte om hun eigen plannen eindelijk te kunnen verwezenlijken, zonder bemoeienissen van deze Vlaamse Regering.
Dank u wel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Schiltz heeft het woord.
Dat is natuurlijk compleet van de pot gerukt. Wat deze Vlaamse Regering en deze Vlaamse meerderheid wil, is mensen helpen om een robuust, duurzaam en toekomstbestendig huis te krijgen, hen helpen om te renoveren, zodat ze minder energie moeten verbruiken, hen helpen zodat ze in een gezond, goed huis kunnen wonen. Daarom is die premie en zijn die leningen ingevoerd: voor de mensen die het moeilijk kunnen betalen, maar wel mee willen.
Ik vind het een beetje jammer. Je voelt dat de campagnetijd in aantocht is. Dus mijn vraag, minister, is: als de wachtlijsten zo belangrijk zijn, stel ik voor dat u nog snel aan minister Diependaele een begrotingswijziging vraagt, en uw hele budget overhevelt naar Zorg, om dat daarin te investeren. Daar gaat het vandaag niet over.
Onze bezorgdheid, en ik denk ook de uwe, is om ervoor te zorgen dat de centen die we vrijmaken, om exact de mensen die een huis willen kopen maar moeite hebben om het huis kwaliteitsvol te maken, vooruit te helpen. Die beslissing is goed, net zoals uw beslissing om de EcoHuizen in te schakelen om mensen te ontzorgen, zodat ze door de bomen het bos zien.
Dat is de manier waarop we moeten doorzetten. Dan denk ik niet dat de vraag is: hoe moeten we het afschaffen? Neen, de vraag is: kunnen we vandaag nog meer doen, zodat we ervoor kunnen zorgen dat meer bescheiden huiseigenaars kunnen genieten van een energiezuinig huis? (Applaus bij Open Vld en cd&v)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, eerlijk klimaatbeleid is ervoor zorgen dat iedereen energiezuinig kan wonen. Wat stellen we vast, minister? Dat het beleid dat u nu voert, eigenlijk flopt. Want bijna de helft van de Vlamingen kan een grondige renovatie vandaag niet betalen, ook niet met de premies die al werden voorzien.
We zien ook dat een renovatiepremie eigenlijk gaat naar de 30 procent rijkste Vlamingen, terwijl mensen die moeilijker rondkomen eigenlijk echt het meeste voordeel hebben bij een goed beleid op het vlak van renovatie. Dus, minister, mijn vraag is dan ook: wanneer gaat u extra financiële ondersteuning voorzien voor mensen die het echt moeilijk hebben, voor de laagste inkomens en middelste inkomens? Hoe gaat u die mensen verder ontzorgen? (Applaus bij Groen)
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, u kent onze kritiek vanuit Vooruit op het systeem van premies en leningen. Inderdaad, een te groot deel ervan gaat naar mensen die ook zonder die premies en leningen hun renovatie zouden kunnen financieren. Een te klein deel gaat naar degenen die echt in de kou blijven staan, letterlijk en figuurlijk.
Er is ook gedurende een aantal jaren een chronisch probleem geweest van onderbesteding. Budgetten werden niet opgebruikt, omdat er grote achterstand was. Als het systeem dan al te selectief is, zou het ten minste goed kunnen werken. Want als het dat niet doet, beginnen mensen voor je het weet naar ambtenaren te bellen om hun dossiers te regelen. Dat kan – en dan zal collega Bothuyne het met me eens zijn – ongetwijfeld niet de bedoeling zijn.
Minister, ik zou dus heel graag van u horen hoe het op dit moment staat met de concrete besteding van die budgetten, en het concrete effect ervan op de renovatiegraad in Vlaanderen. Zijn we dat geld momenteel ook echt aan het uitgeven? Komt het terecht bij wie het nodig heeft? Hebt u daar cijfers over? Wat is het effect op de renovatiegraad? Als het nul is, moeten we het eens herbekijken, denk ik. (Applaus bij Vooruit en van Mieke Schauvliege)
Minister Demir heeft het woord.
Dank u voor de verschillende tussenkomsten.
Mevrouw Blancquaert, de feiten spreken u tegen, belangrijke feiten. Wie een energieverslindende woning koopt en die vervolgens ook renoveert, zal op het einde van de rit ongeveer 57.000 euro voordeliger uitkomen dan wie een energiezuinige woning koopt. Dat zijn feiten. Dat komt uit een studie. Het is belangrijk dat ook het Vlaams Belang studies leest, en zich baseert op feiten, vooraleer men hier allerlei zaken poneert. (Applaus bij de N-VA, Open Vld, Groen en Vooruit. Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
Mevrouw Blancquaert, u moet studies lezen. U kunt hier van alles komen zeggen en de mensen van alles wijsmaken, maar daar moet toch ergens een ondergrond voor zijn. Ik baseer mij op studies. Als je beleid voert – u gaat dat nog weten –, moet je je wel baseren op bepaalde studies. Dat gaat niet zo. (Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
Wat de dossierbehandeling betreft, collega’s, klopt het, inderdaad. In het begin hebben we enorm veel aanvragen gehad. We zaten toen aan een termijn van acht maanden. Jullie moeten weten dat dat tijdens de vorige legislatuur altijd acht maanden was. Zowel bij de minister van Energie als bij de minister van Wonen, was het altijd acht maanden. We zitten nu aan een doorlooptijd van vijf maanden. De bedoeling is dat we de doorlooptijden verder kunnen laten dalen, tot vier maanden in het voorjaar, en tot twee of drie maanden in het najaar.
Daarom hebben wij onder andere die Energiehuizen versterkt en ook extra volk aangeworven.
Er zijn ook wel wat verschillen. Bijvoorbeeld in de regio Turnhout is de gemiddelde doorlooptijd zelfs maar één maand. In de regio Aalst en in de Westhoek is de gemiddelde doorlooptijd twee maanden. In zes Energiehuizen is het gemiddelde vier maanden. Er zijn dus Energiehuizen die het veel beter doen. Zoals ik heb gezegd, is het de bedoeling om tegen het najaar naar twee tot drie maanden te gaan.
Collega Bothuyne, voor het Energiehuis van waar u schepen bent is de doorlooptijd iets hoger dan de gemiddelde doorlooptijd. Ik denk dus dat het goed is dat u daar even binnenstapt om eens te zien hoe of wat. Als een stad als Aalst aan een doorlooptijd van twee maanden komt, vind ik ook wel … (Opmerkingen van Robrecht Bothuyne)
Niet bellen, inderdaad. Als parlementslid kunt u eens gaan horen bij het Energiehuis wat daar de problemen zijn.
We hebben ongeveer een half miljard euro gemobiliseerd voor iedereen die woningen renoveert. Inderdaad, die premies zijn toegankelijk voor de middenklasse. Groen noemt de middenklasse rijk. Ik denk dat u eens buiten moet komen, beste vrienden van Groen, want dat is niet zo. Het is goed dat we voor de mensen die werken die premies hebben opengesteld. Inderdaad, zij maken er gebruik van.
Collega Tobback, ik heb de cijfers niet bij, maar heel oude woningen worden meer gerenoveerd. Die analyse loopt, zoals ik ook in de commissie heb gezegd. Zodra dat is afgerond, kunnen we dat in zijn geheel bespreken. (Applaus van Arnout Coel en Willem-Frederik Schiltz)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u wel.
Collega’s, ik denk dat elke Vlaming inderdaad een energiezuinige en comfortabele woning verdient. We moeten er alles aan doen om dat toegankelijk te maken voor elke Vlaming. Niet zoals de collega’s van Vlaams Belang, die de mensen gewoon willen laten zitten in een verouderde en energieverslindende woning. (Opmerkingen van Adeline Blancquaert)
We moeten een beleid voeren dat de mensen effectief helpt. Studies wijzen ook uit dat dat geld oplevert: 43.000 euro extra opbrengst als je een energieverslindende woning renoveert. Het is onze taak en, minister, uw taak. Ik ben blij met uw toezegging om die doorlooptijden verder te verkorten en om inspanningen te leveren om ervoor te zorgen dat mensen die vragen hebben en die steun nodig hebben, die ook krijgen op een zo kort mogelijke termijn. Ik hoop ook dat u dat de komende maanden ter harte neemt en dat u ervoor zorgt dat wij elke Vlaming een energiezuinig huis kunnen bezorgen. (Applaus van Willem-Frederik Schiltz)
De actuele vraag is afgehandeld.