Verslag plenaire vergadering
Verslag
Opheldering over de stand van zaken
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, bij motie van orde wil ik het woord vragen over de agenda, omdat ik toch een beetje verbaasd ben over de actuele vragen vandaag. Vanmorgen staat op de voorpagina van De Tijd: ‘Faillissement Van Hool dreigt maandag al’. Ik lees in De Tijd dat de regering ervan uitgaat dat een flitsfaillissement het meest plausibele scenario is. Zoals we hier vorige week op de regeringsbanken hebben gehoord, zou men er alles aan doen om dat bedrijf te redden.
Ik heb daarover een vraag ingediend aan de minister van Economie, minister Brouns, maar die vraag wordt hier blijkbaar geweigerd omdat er zogenaamd geen nieuwe elementen zouden zijn. Als een mogelijk faillissement tegen maandag en een regering die zich daarbij neer lijkt te leggen, geen nieuwe elementen zijn, dan weet ik het ook niet meer. Op deze manier is het niet mogelijk de minister te ondervragen vóór maandag, want de eerstvolgende commissievergadering is immers pas donderdag.
Er is woensdag ook nog een plenaire vergadering.
Of woensdag, dat zullen we zien, maar ik hoop dat het niet zover hoeft te komen, voorzitter.
Bij dezen opnieuw de vraag – ik heb ze ook al via mail gesteld, maar geen antwoord gekregen – om die ontvankelijkheid opnieuw te evalueren. Het is echt een democratisch probleem als we het debat met de minister van Economie niet kunnen voeren over zo’n belangrijk bedrijf, over zoveel jobs, over zo’n belangrijke industrie van de toekomst. (Applaus bij de PVDA)
Collega D’Haese, u hebt inderdaad die actuele vraag ingediend en ik heb die beoordeeld. U zegt dat men die vraag heeft afgewezen, maar ik beoordeel die persoonlijk op basis van adviezen van commissiesecretarissen en dergelijke meer. Ik hou ook rekening met wat er in het recente verleden en in de nabije toekomst geagendeerd stond en staat. Uw vraag bevatte geen enkel nieuw onderwerp dat vorige week niet aan bod is gekomen. Als ik het me goed herinner, heeft de Vlaamse Regering hier gezegd dat de deadline einde maart ligt. Als ik goed kan tellen, zijn we nog altijd niet einde maart. Geen enkele andere fractie heeft daar een vraag over ingediend. Enkel u wilt erop blijven doorgaan, wat uw volste recht is, maar er is geen nieuw element. De vraag is daarom onontvankelijk. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Collega D’Haese, uw vraag is onontvankelijk. Ik ga die beslissing niet omkeren. Uw vraag is onontvankelijk. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
U wilt er nog iets aan toevoegen? Sowieso is de vraag niet ontvankelijk.
Het is gewoon absurd, voorzitter, dat er geen nieuw element is. Vorige week hebben we een discussie gehad over de deadline van 31 maart voor een herstelplan. Vandaag spreken we over een mogelijk faillissement tegen maandag. Als dat geen nieuw element is. (Opmerkingen van de voorzitter)
Nee, dat was vorige week niet zo, voorzitter. Dat zijn nieuwe feiten. Wat een ander nieuw feit is, is dat de regering vorige week op deze banken heeft gezegd dat ze er alles aan zou doen om een faillissement te vermijden, en nu lijkt men zich daarbij neer te leggen. Wij zouden daar de minister van Economie niet over mogen ondervragen? Wat voor een democratie is dat hier dan? (Applaus bij de PVDA)
Collega D’Haese, ik heb mijn uitleg gegeven. Ik wil die nog wel eens herhalen. Er was geen enkel nieuw element in uw vraagstelling die tot ontvankelijkheid van uw vraag noopte.
Het incident is gesloten.