Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het verlenen van vergunningen in overstromingsgevoelig gebied
Actuele vraag over de toestand van de stuwen en sluizen op de Dender
Actuele vraag over de nieuwe planschaderegeling en het bouwen in gebieden gelegen in overstromingsgevoelig gebied
Verslag
De volgende vier samengevoegde actuele vragen zijn gericht aan minister Peeters en minister Demir, maar minister Demir laat zich vervangen door minister Diependaele.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
De ‘Pano’-reportage toonde gisteren het failliet van het waterbeleid in Vlaanderen. We hebben hier al veel gediscussieerd over water en overstromingen. In december hadden we overstromingen in de Westhoek, in januari in de Dendervallei en toen werden er heel wat beloftes gedaan, maar de vraag is wat daarmee is gebeurd.
Wat we in de reportage zagen, was echt hallucinant: sluiswachters die elke dag hun leven riskeren om oubollige, defecte sluizen te bedienen. Dat is schandalig. We zagen lokale besturen die er alles aan doen om bouwen toe te laten, ook op plekken waarvan we allemaal weten dat het geen goed idee is, dat het ons in de miserie zal werken omdat die overstromingsgevoelig zijn.
We zagen voorbeelden van lokale zelfbedieningspolitiek, met op kop nog een Vlaams Parlementslid die daar ook aan meedeed. Zo, beste collega’s, is het dweilen met de kraan open.
We weten nochtans wat er moet gebeuren. Ten eerste moeten we ervoor zorgen dat de medewerkers van de Vlaamse overheid op een veilige manier kunnen werken, niet geconfronteerd kunnen worden met onveilige arbeidssituaties, dat er voldoende investeringen gebeuren. Ten tweede moet er een plan worden gemaakt voor alle rivieren in Vlaanderen om ervoor te zorgen dat elke Vlaming veilig is als het gaat over overstromingen. Ten derde moeten die lokale besturen ondersteund worden om ervoor te zorgen dat bouwen in die overstromingsgevoelige gebieden niet meer wordt toegelaten, dat wij voldoende centen hebben om ervoor te zorgen dat we open ruimte hebben.
Mijn vraag aan u, minister, en aan de voltallige Vlaamse Regering: wanneer gaat u nu eindelijk een plan op tafel leggen, voor elke rivier in Vlaanderen, dat ervoor zorgt dat elke Vlaming beschermd is tegen overstromingen, met de nodige investeringen? (Applaus bij Groen)
De heer Tobback heeft het woord.
Het gebeurt zelden, maar ik heb een lijstje gemaakt. Toen ik gisteren naar ‘Pano’ keek, dacht ik dat ik naar een documentaire over een soort failed state of bananenrepubliek aan het kijken was die zo goed als onbestuurbaar was in de praktijk. Ik zal u zeggen waarom.
Wanneer ik op het lijstje kijk, zie ik burgemeesters, van al de regeringspartijen hier vertegenwoordigd in het parlement, letterlijk, figuurlijk, flagrant en met een grote lach op hun gezicht alle regels waar in dit parlement over werd gestemd, met de voeten treden. Dit parlement stemt voor een Blue Deal om ruimte te maken voor water, waarop de schepen van Opwijk een sporthal wil bouwen in een moeras. We hebben een stolp gezet over de watergevoelige gebieden, maar de burgemeester van Geraardsbergen is lid van een wijkcomité dat absoluut wil behouden dat er woningen in de winterbedding van een rivier staan. Er is een glashelder negatief advies van de Vlaamse administratie, maar de burgemeester van Affligem verklaart zichzelf functioneel analfabeet, zegt dat de term “ongunstig” Wetstraattaal is, en geeft toch een vergunning, want daar had hij zin in.
Het toppunt van onfatsoenlijk gedrag, collega’s, zijn parlementsleden die blijkbaar voor hun eigen gewin de administratie onder druk zetten om vergunningen af te leveren die totaal niet horen, en overigens in de voorbije maanden dapper mee gedebatteerd hebben om de absurd riante vergoedingen goed te keuren voor slechtgelegen bouwgronden, zonder ook maar één keer melding te maken dat ze zelf enkele tientallen daarvan in hun portefeuille hebben zitten. Maar ik laat het aan de deontologische commissie over om daarover te oordelen.
Minister, zo’n soort van spel – waarbij men denkt de eigen zaakjes binnen de gemeente te regelen, en de problemen voor een ander zijn – betekent natuurlijk dat alle plannen die deze Vlaamse Regering heeft om de duizenden gezinnen die voor reële waterschade staan, en om de miljarden euro’s aan schade die we zullen krijgen door terugkerende overstromingen aan te pakken, in de praktijk totaal onuitvoerbaar worden. Bovendien zullen de juridische procedures zich stelselmatig opstapelen door dit soort van plat wanbeleid. Tegen ieder van dit soort belachelijke beslissingen en zakkenvullerijen moeten iedere keer opnieuw burgers in beroep gaan om gelijk te halen waar ze ook gelijk hebben.
Minister, hoeveel kunnen we geloven van al die plannen, die terecht zijn en reële noden en uitdagingen voor de toekomst van Vlaanderen aanpakken? Hoe worden die ooit uitgevoerd als u op die manier lokale besturen niet onder controle kunt krijgen? (Applaus bij Vooruit)
De heer Meremans heeft het woord.
We staan hier weer. Eerst en vooral wordt er naar een plan gevraagd. Dat plan is er. Het is gisteren niet aan bod gekomen, maar het heet T.OP Dender (territoriaal ontwikkelingsprogramma). Alle gemeenten van de Denderstreek zijn daarbij betrokken, en als stad bij de Dender is Dendermonde dat ook. Die T.OP Dender beslaat een aantal thema’s: ruimte voor water, groen-blauwe Denderflanken, en transformatie voor de bebouwde ruimte. Daar is men dus mee bezig, maar dat is natuurlijk voor de middellange en de lange termijn. Elke gemeente is daarmee bezig, maar ik spreek mij niet uit over individuele gevallen.
Waar het voor mij nu vooral op aankomt – en dat geldt voor alle mensen uit de Denderstreek –, zijn die stuwen en die sluizen. Ik wil toch eventjes wel toevoegen dat daar gisteren ook een beetje vrolijk rond is gefietst.
De werken waren normaal gestart in Geraardsbergen. Die plannen waren klaar. Die zijn wel stilgelegd door een procedure van Omer Wattez. Die heeft een bijnaam die ik ook al een paar keer gebruikt heb. Met andere woorden: die werken liggen daardoor stil.
Maar wat mij vooral verontrust, minister, zijn die andere stuwen en sluizen die het waterpeil regelen. En na wat ik gisteren gezien heb, zou ik graag willen weten of die veiligheid toch gegarandeerd is. Ik weet dat er een noodstuw staat in Geraardsbergen. De vraag is natuurlijk of de bewoners daar moeten vrezen, bij overvloedige regenval, de laatste dagen opnieuw, of de veiligheid wel gegarandeerd wordt bij die stuwen en sluizen. Dat was mijn vraag. (Applaus bij de N-VA)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ministers, de strijd tegen het water is een strijd die we allemaal samen moeten voeren. Het is ook een strijd die per locatie anders is, en die andere maatregelen vergt. We hebben de discussie over de sluizen, waar we blijkbaar vaak gehinderd worden door ellenlange proceduremogelijkheden die ons verhinderen een schop in de grond te steken. We hebben op sommige plaatsen nood aan anders bouwen, anders vergunnen. Geen kelders, maar paalwoningen bijvoorbeeld. Op andere plaatsen mogen we inderdaad niet meer bouwen, is het voorbij, en moeten we de grond een andere bestemming geven, moeten we van bepaalde woongebieden open ruimte maken. De Vlaamse Regering heeft daar zeker ook al initiatieven toe genomen, al ruimtelijke uitvoeringsplannen opgestart. Dat is positief.
Want in die ‘Pano’-reportage – en ik laat het aan de programmamakers om hun selectie aan experten en politici samen te stellen, al duw je de conclusie dan natuurlijk ook in een bepaalde richting – was de conclusie op het eind van de rit vrij duidelijk. Dat is gewoon een pure aanval op het eigendomsrecht. Het gaat over mensen die zeggen er de bulldozer tegen te duwen, dat je niemand moet vergoeden, dat die mensen maar moeten schuiven voor het algemeen belang, dat het eigendom in dit land eigenlijk niets meer betekent en ook niet gewaardeerd hoeft te worden. Wij hebben in dit parlement daarover duidelijke keuzes gemaakt. Wij hebben planschade goedgekeurd aan 100 procent venale waarde, de enige juiste, eerlijke vergoeding, die je daarvoor kunt geven. Al die beslissingen moeten natuurlijk gestoeld zijn op rechtszekere middelen, rechtszekere waterkaarten, pluviaal, fluviaal. Vandaag zien we dat dat theoretische modellen zijn, theoretische kaarten, die nooit aan het publiek tegenstelbaar gesteld zijn, nooit openbaar onderzocht zijn, en daarom ook juridisch wankel zijn, maar door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) toch gebruikt worden voor adviesverlening. Vandaar is er ook de vraag waarom de VMM die in de adviesverlening gebruikte, en hoe u nog altijd tegenover die compensatie van de planschade staat. (Applaus van Bart Van Hulle en Bart Dochy)
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel aan de vraagstellers. U begrijpt natuurlijk dat ik hier geheel uit vrije wil sta. Ik vervang minister Demir, maar u mag het mij niet kwalijk nemen – dat mag u wel, maar het gaat niet veel helpen – dat ik me aan de voorbereiding ga houden die ze mij bezorgd heeft. Dan probeer ik op een paar zaken te antwoorden.
Eerst en vooral heeft Vlaanderen al jaren geleden de watertoets ingevoerd. Het heeft natuurlijk weinig nut om zo’n toets in te voeren als je die niet goed zou gaan uitvoeren. Het is dus wel degelijk de bedoeling dat die watertoets degelijk gebruikt wordt, en dat die aantoont waar er een risico is. In dat geval moet er geweigerd worden. De adviesinstanties en de vergunningverlener moeten die watertoets correct doen, en ze baseren zich daarvoor op expertise, terreinkennis, modellen die opgesteld worden, de watertoetskaarten enzovoort. Dat is allemaal mooi in het decreet beschreven.
Dat sommige lokale besturen op onverantwoorde wijze omgaan met die watertoets en omgevingsvergunningen blijven afleveren in overstromingsgevoelig gebied, is een probleem dat collega Demir al enige tijd aanklaagt. Op haar voorstel is er door het Departement Omgeving de voorbije jaren dan ook systematisch in beroep gegaan tegen dergelijke vergunningen. Dat is al 343 keer gebeurd. Dat is dus nog niet min. We doen dat niet om mensen te ‘ambeteren’ of het lokale besturen moeilijk te maken. Dat is natuurlijk omdat, door vergunningen te verlenen in watergevoelig gebied, je je eigen miserie van de toekomst gaat organiseren.
Er is natuurlijk ook nog zoiets als lokale autonomie. Gemeentebesturen zijn nu eenmaal ontvoogd. Zij kunnen zelf die verantwoordelijkheid nemen voor het verlenen van vergunningen. Veel gemeenten nemen dat serieus en doen dat goed. Helaas zijn er ook enkele die dat minder goed doen en die dus verzaken aan hun verantwoordelijkheid. Mevrouw Demir is daar ook al erg vaak heel helder over geweest. Ik citeer mevrouw Demir, maar dat zal duidelijk zijn van het eerste woord dat ik uitspreek: “Baronnengedrag helpt het algemeen belang niet en dat primeert boven gemeentelijke autonomie. Bij bevoegdheden horen nu eenmaal verantwoordelijkheden.” Sluit de aanhalingstekens.
De collega-minister denkt dus inderdaad dat toezichtsbeleid verder moet kunnen gaan dan vandaag de dag. We dragen lokale autonomie van besturen na aan het hart, maar ook daar zijn grenzen aan.
Zij is dus van mening dat lokale besturen die structureel – structureel, herhaaldelijk dus – blijven verzaken aan hun verantwoordelijkheid en structureel vergunningen blijven afleveren in watergevoelig gebied, eigenlijk hun vergunningsbevoegdheid moeten kunnen verliezen. Dat is naar het voorbeeld van de rioleringsinvesteringen, waarbij Vlaanderen kan ingrijpen. Ligt het aan mevrouw Demir, dan maken we het decretaal mogelijk om de vergunningsbevoegdheid weer naar Vlaanderen te trekken, wanneer het al te gortig wordt.
Zij staat dus open voor dat debat over extra toezicht en sanctiemogelijkheden ten aanzien van lokale besturen. Het beschermen van de open ruimte en de bouwshift zijn immers een gedeelde verantwoordelijkheid.
De droogteproblematiek en de wateroverlast – en dat is het laatste wat ik zeg – zijn weerszijden van dezelfde medaille. Daarom kwam er de Blue Deal, maar ook het Blue Dealdecreet, waarin we verankeren dat elke toekomstige Vlaamse Regering binnen een jaar na haar aantreden een Blue Deal met concrete investeringen moet opmaken. Die Blue Deal is ons sterk antwoord op de aanpak van extreme weersituaties. Door dat decreet zal elke nieuwe Vlaamse Regering in de toekomst een Blue Deal moeten opmaken en laten goedkeuren, met niet alleen doelstellingen, maar ook de financiering van heel concrete maatregelen. Die voorbereidingen zijn bezig.
Ten slotte, voor het weigeren van vergunningen is er op zich natuurlijk geen planschade, maar is er de reguliere methode die vandaag werkt. Voor een planwijziging, een herbestemming van grond, natuurlijk wel. Dat is de logica zelve. In voorkomend geval wordt er voor bepaalde werken wegens waterhuishouding natuurlijk een onteigening gedaan, tegen de correcte vergoeding.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, waterveiligheid, waterzekerheid is uiteraard van essentieel belang. Ik denk dat we ook gerust mogen stellen dat we op dat vlak met De Vlaamse Waterweg, bevoegd voor de bevaarbare waterwegen, de voorbije legislatuur ook heel wat werk hebben verricht. We hebben onder meer 550 miljoen euro besteed aan waterbeheer, voor investeringen. Daarnaast hebben we ook nog 180 miljoen euro aan onderhoudswerken. Het is dus zeker niet zo dat we niets hebben gedaan.
We hebben zelf ook, in navolging van de waterbom in de Vesdervallei, onmiddellijk het initiatief genomen tot dat expertenpanel, onder leiding van Henk Ovink. We zijn ook tot ons tienpuntenactieplan gekomen om te zorgen voor meer waterveiligheid en meer waterzekerheid.
In de ‘Pano’-reportage gisteren kwam onder andere het verhaal van de Dender aan bod. Collega Meremans heeft al terecht verwezen naar het Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) Dender, het strategisch actieplan.
Mevrouw Schauvliege, u weet dat wij ook al actieplannen hebben voor het Scheldebekken, voor het IJzerbekken en voor de Maas. Het strategisch plan voor de Dender, ‘Meer ruimte voor de Dender’, is volop in opmaak. We hopen zo snel mogelijk het definitief alternatief te kunnen afkloppen op de Vlaamse Regering.
Wat is alleszins één certitude? Dat is het feit dat het hele verhaal van de stuwen sowieso beslist beleid is. We moeten die stuwen veranderen. Die stuwen zijn al 150 jaar oud, maar u weet net zo goed als ik dat we daar met een ellenlange procedureslag spelen, zowel voor Aalst als voor Geraardsbergen. In Aalst zijn de werken – en het zijn heel grote, omvangrijke werken – zo goed als rond. In Geraardsbergen was er echter een eerste keer een vernietiging van de vergunning in 2017, met nadien ook een strafklacht jegens de aannemers en jegens de mensen van De Vlaamse Waterweg. We hebben een nieuwe vergunningsprocedure doorlopen, met een nieuw milieueffectrapport, met ook nieuwe problematieken rond erfgoed en dergelijke meer. We hebben finaal in 2023 een nieuwe vergunning verkregen. Wat is het gevolg? Het actiecomité Omer Wattez gaat opnieuw naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen. U weet net zo goed als ik dat we zonder vergunning geen werken kunnen uitvoeren.
Wat doen we op dit ogenblik? Met die mensen aan tafel zitten. Voor mij geldt nog altijd: liever cocreëren dan procederen. Ik hoop dat zij zo snel mogelijk inzien dat we eigenlijk de handen in elkaar moeten slaan, om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk een vergunning krijgen, zodat we die stuwen en sluizen zo snel mogelijk kunnen veranderen.
Wat gebeurt er in afwachting? Want opnieuw, dat werd inderdaad door de sluiswachters gezegd: er is op dit ogenblik wel degelijk een actieplan binnen De Vlaamse Waterweg. Dat is een actieplan rond een veilige aanwending van die stuwen. Dat wordt door iedereen gerespecteerd en gehonoreerd. Dat komt ook maandelijks op het overlegcomité Preventie en Welzijn.
Wat dat betreft, hoop ik dus dat iedereen dat ook blijft respecteren in de toekomst. Maar liefst van al komt er zo snel mogelijk een vergunning, zodat we zo snel mogelijk de werken kunnen aanvatten om al die stuwen te vervangen. Het beleid is beslist en het is absoluut noodzakelijk.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik hoor u heel veel zeggen, maar een van de grote problemen is er nog. Er is beslist over stuwen. De milieubeweging vecht dat aan, omdat ze net niet akkoord zijn met het plan waarin heel dat verhaal zich kadert. Waarom zijn ze niet akkoord? Omdat ze aangeven dat die stuwen op zich het probleem niet gaan oplossen. We zitten nu al met heel grote problemen. Ze willen dat dat integraal wordt aangepakt.
Dat is een goed idee. Daarom is het belangrijk dat je voor elke rivier in Vlaanderen zo’n duidelijke strategie op poten zet. Niet alleen een strategie, maar dat je ook structurele middelen voorziet om ervoor te zorgen dat die plannen worden uitgevoerd. Minister, ik wil u vragen: ziet u brood in het voorzien van structurele middelen, over de legislaturen heen, voor het uitvoeren van die plannen? Want dat is essentieel als we willen komen tot een waterveilig Vlaanderen, voor elke Vlaming in de regio. (Applaus bij Groen)
De heer Tobback heeft het woord.
Ministers, als jullie kijken naar de manieren waarom het actiecomité de procedure tegen die stuw heeft gewonnen, dan is het precies omdat die stuw alleen geen oplossing is. Dat was ook het argument van de rechtbank in die uitspraak. Het is misschien een deel van de oplossing, maar het is op zichzelf geen oplossing.
Het heeft vooral geen zin als gemeentebesturen langs de Dender blijven verharden, en de afstroom van water blijven bemoeilijken. Dan zorgen die alleen maar voor het afschuiven van het probleem. Dat was ook het meest onverantwoordelijke dat ik de burgemeester van Samson heb horen verkondigen in die ‘Pano’-reportage. Hij gaat ervan uit dat het probleem maar voor een ander moet zijn. Laat dat water maar afvloeien.
Hoe meer water je laat afvloeien, hoe meer problemen er stroomafwaarts zullen komen, en hoe meer overstromingen er daar zullen komen. Mijnheer Coenegrachts, dat is ook zo bij mensen die eigendom hebben. Als je de grond, het land en de woningen van mensen onder water zet, omdat je er slecht mee omgaat, dan is dat ook eigendomsaantasting.
Ministers, is er vanuit de Vlaamse Regering nu echt een globaal overkoepelend plan, in overleg met die gemeenten? Zodat in plaats dat iedereen gewoon zijn goesting doet, iedereen tezamen het juiste doet om het probleem op te lossen. Zodat al die mensen, al die duizenden gezinnen die daar vandaag wonen, en de belastingbetaler die opdraait voor de miljarden euro’s aan schade, een goed gevoel kunnen hebben bij het idee dat de regering het ook aanpakt en oplost, in plaats van het te laten aanmodderen, letterlijk en figuurlijk. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Meremans heeft het woord.
Neem me niet kwalijk, maar ik ontwaar toch een zekere hypocrisie bij de collega’s. Men zegt dat het met die stuwen en sluizen niet vooruitgaat. Ze vragen hoe dat komt aan de minister. Als we dan zeggen dat het aan de procedureslag ligt, dan zegt men dat de actiecomités ook wel gelijk hebben. Het is A of het is B, mensen, alstublieft zeg. (Opmerkingen bij Groen. Applaus bij de meerderheid)
Beseffen jullie wel dat jullie met mensenlevens aan het spelen zijn? Beseffen jullie dat wel? Ik ben daar geweest. Ik weet wat watersnood teweegbrengt bij mensen. Ik vind dat werkelijk hypocriet gedrag. Er is een plan. Het klopt, we moeten ruimte hebben voor water. Dat is juist. We moeten meanderen. Dat is ook gebeurd bij Marke en dergelijke. Maar die sluizen en stuwen zijn essentieel. Die zijn echt essentieel. Dat is een essentieel onderdeel voor veiligheid. De rest is ook noodzakelijk. Dus stop met die comités achterna te lopen, in de hoop op een paar stemmen meer, alstublieft. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, het valt mij toch ook op dat de collega’s van Vooruit en Groen tegen delen van de oplossing zijn omdat de globale oplossing er nog niet zou liggen. Ze zeggen wel dat het delen van de oplossing zijn, maar dat ze er toch tegen zullen procederen. Ik kan dat niet begrijpen. Stap per stap geraken we er wel.
Collega’s, als wij draagvlak willen behouden voor alle maatregelen die we moeten nemen, waarbij we aan al die mensen moeten zeggen: “Sorry, u had gedacht uw droomhuis op dit stuk grond te bouwen, maar het kan niet vanwege water”, en dat is een zeer terechte boodschap, dan moeten we inderdaad zorgen voor compensatie. Maar dan moeten wij er ook voor zorgen dat de kaarten op basis waarvan wij dat beslissen, juridisch onderbouwd zijn. Dat is vandaag een manco. Onze pluviale en fluviale kaarten zijn theoretische modellen die nog niet openbaar onderzocht zijn. Dat dreigt op die manier de nieuwe boskaart te worden. Dat moeten we absoluut vermijden.
Ik vraag dus aan de regering hoe we ervoor zullen zorgen dat die kaarten juridisch onderbouwd zijn. (Applaus bij Open Vld)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Ik heb gisteren ook naar de ‘Pano’-documentaire gekeken. In het begin dacht ik dat het een soort historische documentaire was over het leven in de 19e eeuw in Vlaanderen. Het was wel pijnlijk, de waterproblematiek die we daar zien, en het mismeesteren ervan door de Vlaamse Regering. We zien dat ze in Wallonië hebben geïnvesteerd om de Dender uit zijn oevers te laten treden. En over de taalgrens zijn er enkel dijken om het water tegen te houden. In Wallonië hebben ze de sluizen vernieuwd; in Vlaanderen werken de sluiswachters in levensgevaarlijke omstandigheden met verroeste kettingen en met eigenlijk middeleeuwse stuwen. Ik zit niet in de Waalse Regering, het is niet aan mij om de Waalse Regering te verdedigen, maar het is natuurlijk wel pijnlijk voor een parlement waar sommige partijen van Walloniëbashing een soort nieuwe hobby hebben gemaakt, om te zien wat het verschil is. Het toont ook aan hoe belachelijk het is dat we in dit land die bevoegdheden hebben opgesplitst. Waarom hebben wij dat gedaan?
We hebben maatregelen nodig om die sluizen te vernieuwen en om de Dender de ruimte te geven om uit zijn oevers te treden. Minister, ik wil van u weten hoe het zit met al die andere sluizen en stuwen waarover we het nog niet hebben gehad. U hebt het enkel over Aalst en Geraardsbergen gehad. Hoe zit het met de rest? (Applaus bij de PVDA)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Naar aanleiding van de overstromingen in de Denderstreek diende het Vlaams Belang recent nog een motie in met verschillende constructieve voorstellen. En wat bleek? Alle andere partijen stemden tegen. De camera’s waren weg uit de Denderstreek en er veranderde bijna niets. Ik vind het dan ook hypocriet dat, nu ‘Pano’ het dossier aan de schandpaal heeft genageld, er hier opnieuw een rondje gespeelde verontwaardiging wordt opgevoerd.
Wat zagen we in ‘Pano’? Levensgevaarlijke werkomstandigheden, een cd&v-burgemeester die ondanks negatief advies toch vergunningen uitreikt in overstromingsgebied, en een Vlaams Parlementslid, ook van cd&v, die mogelijk zijn positie misbruikte in een bouwdossier. Dat zijn zaken die de geloofwaardigheid van de politiek absoluut niet ten goede komen. Verder sprak de reactie van de gedelegeerd bestuurder van De Vlaamse Waterweg ook boekdelen toen hij met de schrijnende werkomstandigheden werd geconfronteerd. Zijn dienst leek niet eens te weten of te beseffen hoe ernstig de toestand is.
Minister Peeters, hebt u eigenlijk nog vertrouwen in de bestuurstop van De Vlaamse Waterweg? Acht u deze nog in staat om de overstromingsrisico’s effectief aan te pakken en te beheersen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, verstandig omgaan met water en met de voorwaarden waaronder er kan worden gebouwd: ik denk dat eenieder in dit parlement het daarover eens is.
Als we op Geopunt Vlaanderen kijken, zien we dat we met betrekking tot water maar liefst tien kaartlagen vinden met informatie over water en over welke risico’s er eventueel zouden kunnen zijn. Er wordt nogal streng gesteld alsof het zwart-wit zou zijn, maar als ik kijk naar die kaarten – minister, ik heb u daarover al in het verleden aangesproken in de commissie – dan is dat helemaal niet zo zwart-wit. We weten allemaal, of ik hoop tenminste dat iedereen die tussenkomt weet, dat de investeringen die er gebeuren en het beheer van de waterloop een impact hebben op die kaarten.
Minister, u hebt zelf ook gesteld dat ze indicatief zijn, maar ook dat maatregelen nemen ook een mogelijkheid is om te zien onder welke voorwaarden eventuele ontwikkelingen kunnen. Met andere woorden, de collega heeft al gevraagd hoe we met de status van die kaarten en de impact daarvan moeten omgaan. Ik heb de minister ook al gevraagd hoe we daar beleidsmatig verder mee aan de slag gaan.
Ik wil daarbij aanvullen: als het de uitkomst is dat een grond niet kan worden bebouwd, dan hebben we het engagement aangegaan dat effectief de harde bestemming omgezet wordt naar een zachte bestemming, met ook de nodige planschade daaraan verbonden. Minister, welke rol ziet u daar in de toekomst weggelegd voor Vlaanderen?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende vragen.
Ik herhaal nog even: wat betreft de acht stuwcomplexen op de Dender, hebben we voor zeven ervan beslist beleid dat die stuwcomplexen worden vervangen. Dat is beslist beleid. Dat zit ook mee opgenomen in de T.OP Dender.
Vooraleer we een stuwcomplex kunnen vervangen, vernieuwen, renoveren, hebben we een omgevingsvergunning nodig. Ik denk dat de heer Meremans het terecht stelde, we moeten vooral kijken wat hier primeert: het algemeen belang, de waterzekerheid, de waterveiligheid of het individueel belang van een aantal actiecomités die telkens opnieuw stokken in de wielen steken en verhinderen dat er een vergunning kan worden afgeleverd of telkens opnieuw naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen gaan, zodanig dat er helemaal geen vergunning is. Dat zijn de feiten vandaag.
De eerste vergunning was van 2015. Die is in 2017 aanhangig gemaakt voor de Raad voor Vergunningsbetwistingen, en die werd vernietigd. We hebben een nieuwe vergunningsaanvraag ingediend. Die werd in 2023 verkregen, na eerst een strategisch milieueffectrapport (MER) over de cumulatieve effecten van de zeven stuwcomplexen. De vergunning werd verkregen. Wat blijkt? Het actiecomité gaat opnieuw naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen, en die procedure is hangende.
Dat maakt dat op dit ogenblik De Vlaamse Waterweg geen vergunning heeft om de werken uit te voeren. Die stilstand is een volledige verantwoordelijkheid van een actiecomité. En waarom? Omdat dat actiecomité maar één ding wil: vooral alleen maar dat de rivier overal volop kan meanderen. Nu, je kunt honderd jaar geschiedenis niet met één pennentrek wegvegen.
Wat is daar altijd ons standpunt geweest? Zacht waar het kan, hard wat het moet. Ja, daar waar veel bewoning is, moet je mensen beschermen, moet je dijken bouwen. En daar waar er ruimte is, moet je die rivier laten meanderen.
Ik ben zelf een Maasbewoner. Ik denk dat het voorbeeld van het actieplan rond de Maas het beste voorbeeld is van hoe het kan. Ja, daar zijn woningen gekocht. Ja, daar zijn woningen verdwenen. En ja, de rivier heeft daar een heel breed bed en kan dan vrij meanderen, en dat zorgt voor veiligheid. Maar op sommige plaatsen zijn er ook dijken, en die dijken moeten te gepasten tijde versterkt en verhoogd worden. Het is dus een en-en-enverhaal. Dat staat ook heel expliciet in het plan van ons expertenpanel Weerbaar Waterland: zorgen voor dijken en voor verstevigingen en elders ook zorgen dat er meer ruimte is voor de rivier, zodat de rivier kan meanderen.
Ik heb daarstraks gezegd welke middelen wij op dit ogenblik investeren: 550 miljoen euro plus 180 miljoen euro regulier onderhoud. Ja, ik ben ook een pleitbezorger voor een waterzekerheidsfonds over de legislatuur heen. Ook dat is een van de punten in het actieplan Weerbaar Waterland, door de experts mee op tafel gelegd. Laat ons daar dus werk van maken, dat we zo snel mogelijk werken kunnen uitvoeren. Maar ik blijf herhalen: werken kunnen we maar uitvoeren – en die werken zijn in het algemeen belang – als we ook effectief een vergunning hebben.
Tot slot: ik heb uiteraard nog alle vertrouwen in onze administratie. Ik denk dat heel veel dingen gisteren heel ongenuanceerd zijn gebracht in de ‘Pano’-reportage, maar het koste wat het kost, De Vlaamse Waterweg doet al het mogelijke om een goed waterbeheer te doen op de bevaarbare waterlopen. Er worden heel veel investeringen gedaan. Er zijn recent ook op de Dender nog werken uitgevoerd. Het is u misschien ontgaan, maar alleszins zijn er nog werken uitgevoerd.
Ik heb er alle vertrouwen in dat, zodra we definitief de vergunning bekomen … Ik hoop dat daar de verantwoordelijkheidszin bij het actiecomité duidelijk daagt. Wat hebben we gedaan? We hebben hen uitgenodigd. We hebben op dit ogenblik een intendant aangeduid om samen met dat actiecomité te kijken wat nu de noodzakelijke werken zijn. Laat ons zo snel mogelijk komen tot een vergunning, zodat die werken kunnen worden uitgevoerd en we kunnen zorgen voor de veiligheid van de mensen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik wil heel kort drie zaken zeggen. Eerst en vooral wil ik aansluiten bij de collega’s van de meerderheid die daarnet inderdaad bevestigd hebben dat die sluizen en stuwen een deel van de oplossing zijn, maar dat die comités achternalopen niet gaat.
Voor alle duidelijkheid, er is niets verkeerd met een particuliere belangenverdediging, er is niets verkeerd met een vzw die zich daarvoor inzet, maar wat geherwaardeerd moet worden, is het feit dat de politiek hier en in het algemeen dat algemeen belang moet dienen. En die beide kun je niet doen door een particulier comité achterna te lopen dat een bepaald belang dient en verdedigt. Daar is niks op tegen, maar het algemeen belang, daar moeten wij voor zorgen, dat is onze verantwoordelijkheid. Als je naar de laatste jaren kijkt, dan gaat dat verloren. Dan zijn we die ruggengraat in de politiek kwijt, om alleen maar iedereen te willen achternalopen, in de plaats van voorop te zetten wat er nu effectief nodig is om die problemen aan te pakken.
Ten tweede, het is een deel van de oplossing, maar niet alleen. Er gebeuren ook nog andere zaken die ik doorgestuurd gekregen heb. Er is erosiebeleid, er worden maatregelen genomen om open ruimte te vrijwaren, er worden signaalgebieden geschrapt, er worden natuurvriendelijke oevers aangelegd, en ga zo maar verder. Er is dus al beleid bezig dat ruimer is dan alleen maar de vernieuwing van die stuwen en die sluizen.
En dan, mevrouw Rombouts – dat is natuurlijk wel een beetje een deel mijn bevoegdheid ook –, wij voorzien wel degelijk in een cofinanciering vanuit Vlaanderen voor die herbestemmingen, vanuit het bouwshiftfonds. Daar is dus al een zekere bijdrage die wij leveren. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, dat het een en-enverhaal is, is duidelijk. Er moet effectief gewerkt worden aan de vernieuwing van de sluizen, maar er moet tegelijkertijd gewerkt worden aan ruimte voor water. Het probleem is hier daarnet heel duidelijk geïllustreerd: er zijn mensen die geloven dat de oplossing alleen bij die sluizen zit. Dat is niet het geval. Het is en-en.
En dat is waar we naartoe moeten gaan. Vandaar is ons pleidooi, al jaren lang, om voor elke rivier in Vlaanderen een degelijk plan te maken, dat zowel harde als zachte maatregelen combineert. Maar er moet niet alleen een plan zijn, want zo hebben we er al veel die in de schuif belanden. De plannen moeten ook uitgevoerd worden, met de nodige budgetten, zodat onze sluiswachters niet in onveilige situaties moeten komen zoals nu. Want dat is alleen maar het gevolg van achterstallig beheer, onderfinanciering en verwaarlozing van onze waterinfrastructuur. En daar moeten we van af. (Applaus bij Groen)
De heer Tobback heeft het woord.
Het gebeurt niet vaak dat ik het met minister Diependaele eens ben, maar ik ga het nu toch doen. Ik sluit mij helemaal aan bij uw oproep om in het bestuur oog te hebben voor het algemeen belang. Van dat algemeen belang maken, als het over de Dender gaat, zowel de sluizen, de meandering als de overstromingsgebieden – die trouwens in de Blue Deal zitten – deel uit.
Maar als u aan burgers wilt uitleggen en tonen dat u het algemeen belang nastreeft, dan zal dat toch iets beter moeten gebeuren dan hoe die drie of vier lokale bestuurders die ik gisteren in die reportage heb gezien, dat deden. Want als er nu een ding flagrant duidelijk was, was dat geen enkele van die vier mensen – één parlementslid, drie lokale bestuurders – ook maar ‘een jota bezig was’ met algemeen belang. Die waren stuk voor stuk bezig, als het al niet was met hun eigen portemonnee, dan minstens met een aantal dossiers die alleen maar voor hun gemeente interessant waren. En de gemeentes stroomopwaarts of stroomafwaarts: ‘on s’en fout’ dat die onder water staan.
Als u, minister, het algemeen belang, het vertrouwen van de burger in een goed bestuur wilt ondergraven, moet u het vooral op die manier doen. En het soort vergunningen dat daar werd afgeleverd, het zou er nog aan mankeren dat men daar niet tegen in beroep gaat. Die hadden gewoon nooit afgeleverd mogen zijn. Dan had er ook niemand in beroep hoeven te gaan. En dan zou het al een heel stuk beter lopen in Vlaanderen qua bestuur en qua juridische procedures. (Applaus bij Vooruit)
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, ik vind het jammer dat nu blijkbaar elke lokaal bestuurder op hetzelfde hoopje wordt gegooid: sjoemelaars, mensen die denken aan eigenbelang. Mijnheer Tobback, u kent blijkbaar toch weinig schepenen, weinig raadsleden in de Dendervallei die daar wel degelijk mee bezig zijn. Dat is het eerste.
Ten tweede wil ik zeggen dat er een plan is. Deze week nog is op elk college – of toch de voorbije weken of de komende weken – een strategische nota beland over T.OP Dender, waarbij je nog bemerkingen kon geven. Men is daar dus mee bezig, maar dat is voor de middellange en de lange termijn. Dat is een hele transformatie die je moet doen in die Dendervallei, waarbij ook moeilijke beslissingen genomen zullen moeten worden. Daar ben ik mij ook terdege van bewust. Maar ik blijf erbij, minister, dat u werk moet maken van die stuwen en sluizen, en die omgevingsvergunningen.
Ik besef ook dat ze nu opnieuw – want er is vroeger al gesproken met het actiecomité – naar de raad stappen. Dat is hun recht, maar ik noem dat inciviek gedrag, het spijt me. Ik noem dat gewoon inciviek gedrag, zoiets. En ik vind eigenlijk dat dat niet meer kan. Ze moeten toch gaan nadenken hoe ze daar in de toekomst mee zullen omgaan, willen ze in Vlaanderen nog twee stenen op elkaar krijgen. Dat zal dan voor het volgende parlement zijn.
Ten laatste wil ik zeggen dat de Dender inderdaad veel potentieel heeft. Kom er alstublieft fietsen, kom er wandelen. Het blijft een prachtige streek en ik wil voor die streek nog steeds mijn nek uitsteken. (Applaus bij de N-VA)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Voorzitter, de Dender is schoon, maar niet zo schoon als Limburg. Dat kan ook niet. Zoals zo vaak, collega’s, wijst Limburg ook in dit dossier de weg. Wij hebben die en-en-enaanpak gedaan. Wij hebben én de meandering, én het omzetten van bestemmingen, het weghalen van bewoning, én het versterken van sluizen en dijken gedaan.
Dus, collega’s, als jullie hier pleiten voor een en-en-enbenadering, maar zeggen dat de ‘en’ van de dijken niet hoeft en dat alleen de andere ‘en’en er moeten komen, dan is dat quatsch en flauwekul. Een en-en-enaanpak betekent: elk aspect. Pak die dijken in de Dender eerst aan en begin daarna aan de rest.
Met het Limburgse model hebben wij ook aangetoond dat wij eerlijk omgaan met de eigendommen van die mensen. We hebben hun niet alles afgepakt en dan gezegd dat ze 80 procent terugkrijgen van wat ze er ooit voor hebben betaald. We hebben een draagvlak gebouwd door eerlijk om te gaan met de eigendommen van de mensen. Zo zijn wij tot uw voorbeeld verheven.
De actuele vragen zijn afgehandeld.