Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, imec heeft naar jaarlijkse gewoonte gepolst naar de digitale gewoontes van de Vlamingen. De Digimeter is enkele dagen geleden uitgekomen. Die heeft in totaal 2835 Vlamingen bevraagd van minstens achttien jaar oud. Die meter heeft verschillende luiken, waaronder een luik rond digitale overheid. En ook dit jaar zoomt de meter meer in op alles wat artificiële intelligentie betreft.
Minister-president, de zogenaamde dataparadox blijft bestaan. Ongeveer de helft van de Vlamingen, namelijk 45 procent, vindt dat de overheid te veel over hen weet. Dat is 4 procentpunt meer dan de vorige keer. En toch zien we een stijging in het aantal Vlamingen dat ook aangeeft dat ze te vaak dezelfde gegevens aan hun overheid moeten geven. Dat gaat over 49 procent, een stijging met 3 procentpunt. Drie jaar geleden lag dat cijfer nog maar op 26 procent.
Ook zien we dat de instellingen waar de Vlaming vertrouwen aan hecht, een beetje moeten inboeten aan het vertrouwen dat ze krijgen. Ziekenhuizen dalen met 2 procentpunt tot 68 procent, banken met 5 procentpunt tot 60 procent, en de overheid daalt met 5 procentpunt. Zo heeft eigenlijk nog maar iets meer dan de helft van de Vlamingen vertrouwen in de Vlaamse overheid om de persoonlijke data aan de overheid toe te vertrouwen.
Tegelijk zien we ook dat een heel kleine groep van de Vlamingen, 19 procent, vindt dat de overheid nu al transparant genoeg is over wat ze met persoonlijke gegevens doet. Transparantie is dus een probleem, de dataparadox is een probleem, en ook het vertrouwen daalt verder.
Minister-president, u hebt vorig jaar op een gelijkaardige vraag van mij geantwoord dat u vooral naar Athumi keek, het datanutsbedrijf, om stappen vooruit te zetten op vlak van transparantie. Mijn vraag aan u is: hoe wilt u het vertrouwen van de Vlaming in de digitale overheid opnieuw doen stijgen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer De Roo, inderdaad, er is een lichte daling merkbaar. Ik denk dat een deel van de verklaring gevonden kan worden in het feit dat de technologische revolutie natuurlijk razendsnel gaat, en dat dat ook debatten op gang brengt. Ik verwijs naar het debat over AI, waarbij er langs de ene kant natuurlijk over gigantische opportuniteiten wordt gesproken, maar ook over de bedreigingen die daarmee gepaard gaan, wat langs de andere kant ook in de media breed wordt uitgesmeerd.
We werden ook regelmatig geconfronteerd met cyberaanvallen, waardoor de stad Antwerpen gedurende een lange periode, wat informatica betreft, heeft platgelegen. We lezen berichten over datalekken. Dat zijn natuurlijk allemaal dingen die het vertrouwen niet doen toenemen.
Daarom blijven we ons als Vlaamse overheid inzetten om dat vertrouwen wel te krijgen. We hebben een aantal middelen. Mijn Burgerprofiel moet echt de voordeur worden waarmee de Vlaming zoveel mogelijk dienstverlening van de overheid kan krijgen: van de Vlaamse overheid en natuurlijk ook van de lokale overheden.
Daarover kan ik zeggen dat het gebruik van Mijn Burgerprofiel in 2023 weer is gestegen. We krijgen er steeds meer burgers van overtuigd dat ze op dat vlak gemakkelijker dat soort zaken met de overheid kunnen regelen: aanvragen, dossiers, attesten, meldingen. Burgers die gebruikmaken van Mijn Burgerprofiel zullen veel minder geconfronteerd worden met dezelfde gegevens die ze een paar keer moeten inleveren. Het is dus ook een continue beweging om zoveel mogelijk mensen naar Mijn Burgerprofiel te krijgen.
We hebben de voorbije jaren ook flink geïnvesteerd om de overheid weerbaar te maken, tegen cyberaanvallen bijvoorbeeld. Ik zal daar nooit triomfantelijk over doen, want vandaag zeg je dat we veilig zijn, en morgen komen er nieuwe systemen op de markt. Dat is dus een permanent gevecht. Dat gevecht zal ook nooit ten einde zijn, maar we investeren met Vlaanderen gigantisch veel om ons te wapenen tegen cyberaanvallen.
Dan hebt u verwezen naar Athumi, en het is denk ik ook belangrijk om dat te weten. Athumi is natuurlijk nog maar recent opgericht, recent van start gegaan. Ik had dus niet gedacht dat de Vlamingen over die dataparadox, waar u terecht naar verwees, al zouden zeggen dat ze merken dat Athumi er is, dat ze voelen dat dat anders is. Dat is nog in een te vroeg stadium.
We gaan die dataopslag loskoppelen van een onlinetoepassing, en burgers dus via de Solid-technologie (social linked data) controle geven over hun data. Er zijn al vier of vijf platformen actief op dat vlak, maar dat is zeker nog niet heel de overheidsdienstverlening. Ik denk dat we ook moeten zorgen dat de burger het vertrouwen bewaart in het toenemende gebruik van artificiële intelligentie. Daarvoor hebben we het AI Competence Center opgericht binnen de Vlaamse administratie.
Ten slotte wil ik nog aangeven dat iedereen die denkt dat die digitaal niet mee is, verschillende kanalen ter beschikking heeft: de 1700-infolijn, fysieke loketten enzovoort. Ik ben altijd de mening toegedaan dat, zolang mensen nog liever een fysiek loket hebben dan de digitale weg, fysieke loketten moeten blijven. We moeten zeker de digitale weg ingaan, maar we zijn een overheid. We moeten diensten verlenen aan iedereen, ook de mensen die de fysieke dienstverlening nog verkiezen. Die blijven dus.
Dan hebben we natuurlijk de digibanken en digipunten waar mensen ook terechtkunnen. Het is een hele reeks, maar het is waar: er is vaak negatieve berichtgeving rond AI, rond de cyberaanvallen. Negatieve berichtgeving heeft altijd een grotere invloed dan positieve berichtgeving op dat vlak.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister-president voor uw antwoord. In 2023 was er inderdaad heel wat te doen rond data en digitalisering, vooral door de opkomst en de berichtgeving rond artificiële intelligentie, met ChatGPT als belangrijkste voorbeeld. Dat kwam heel uitgebreid in de media, waardoor meer en meer mensen ook via de digimeter aangeven dat ze weten wat artificiële intelligentie is.
Tegelijkertijd stelt de digimeter ook een nieuwe paradox vast: de AI-paradox, de artificiële intelligentieparadox. Die zegt eigenlijk dat de groeiende nieuwsgierigheid van een aantal mensen die alleen maar toeneemt, ook gepaard gaat met een groeiende groep die bezorgd is over de impact die technologie en artificiële intelligentie zouden kunnen hebben.
Tegelijk zien we dat de digitale kloof steeds groter wordt, van mensen die nog mee kunnen ten opzichte van de mensen die niet meekunnen. We zien dat meer en meer mensen meekunnen, maar de kloof met zij die niet meer meekunnen, wordt groter. We moeten daarop inzetten.
Nu, minister-president, naar aanleiding van Flanders Technology & Innovation (FTI), dat er de komende weken aankomt, hebt u vorig jaar aangekondigd dat u ook zou inzetten op het platform rond levenslang leren rond technologie. Mijn bijkomende vraag is: wat is de stand van zaken van dit platform? (Applaus bij cd&v)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ja, levenslang leren is één van de vijf thema’s van FTI. Wij zullen de volgende weken tonen wat er in Vlaanderen op dat vlak allemaal aangeboden wordt. We hebben bijvoorbeeld in Gent het klaslokaal van de toekomst, dat niet meer fysiek zal zijn maar voor een stuk digitaal. Het zal mensen – zij die dat willen – op een gemakkelijke manier de mogelijkheid geven om bij te studeren zonder dat men fysiek naar klaslokalen moet. Die technologie is in Vlaanderen ontwikkeld, en die zullen we ‘showcasen’ binnen veertien dagen.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, daar kijken we alvast naar uit. De toekomst is digitaal, en de voorbije jaren heeft de digitalisering een gigantische sprong genomen. Ik ben ervan ook overtuigd dat we over enkele jaren zullen terugkijken op nieuwe toepassingen, die we nu nog niet kennen, maar die dan eigenlijk dagelijks zullen gebruikt worden.
Als overheid moeten we een betrouwbare partner zijn, en moeten we het vertrouwen verder kunnen verhogen. De digitalisering van onze dienstverlening moet vooral gepaard gaan met het bieden van een fysiek alternatief voor hen die digitaal niet meekunnen. Daarop moeten we inzetten. Iedereen die niet digitaal vaardig is moet steeds op een fysieke dienstverlening kunnen rekenen. (Applaus bij cd&v en van Arnout Coel)
De actuele vraag is afgehandeld.