Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, als kind van de Westhoek was ik in het krokusverlof in het museum in Passendale. Hoewel de rijen met witte stenen, de begraafplaatsen, me zo bekend zijn, blijf ik geraakt door alle verhalen die verschijnen over de burgerslachtoffers en de mensenlevens in de Eerste Wereldoorlog.
We moeten er alles aan doen om dat te kunnen blijven herdenken. Iedereen is het daarover eens. Dat was ook zo. Vorig jaar werden in de Westhoek 27 sites erkend als UNESCO Werelderfgoed. Er was niemand die daar maar één opmerking over maakte. Dat was ook in overleg verlopen. Niemand had echt het gevoel dat er iets op hen afkwam.
Toen was de afspraak, het vertrekpunt, het convenant van 2015, ondertekend door de lokale besturen en de provincie, het middenveld. Ook Vlaanderen had zijn handtekening eronder gezet. In dat convenant stond dat er afspraken zouden worden gemaakt over de manier om overleg te plegen, en ook het volgende … Ik wil het graag even voorlezen, collega’s: “Het Werelderfgoedstatuut vormt geen beoordelingsgrond voor werken, handelingen en plannen. De erkenning als UNESCO Werelderfgoed houdt geen enkele bijkomende regelgeving, beperking of rechten in.”
Maar vorige week hebt u samen met uw collega Demir laten optekenen, zonder het beloofde overleg, dat er binnen de afstand van 3 kilometer van de werelderfgoedsites geen nieuwe windmolens zouden mogen worden geplaatst.
Minister, sta me toe om te vragen wat een handtekening precies nog waard is. Wat volgt er nog? Over de wettelijke betekenis van een kernzone en bufferzone is er heel veel gezegd. Mijn vraag is concreet: hoe zorgt u ervoor dat u een betrouwbare overheid blijft, die ook overleg aangaat en de gemaakte afspraken honoreert?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Vandromme. Ik moet u bekennen dat ik altijd een beetje opgewonden geraak als erfgoed aan bod komt in de plenaire vergadering. Het begint me nu te dagen dat het eerder over windmolens gaat dan over erfgoed. In die zin is het een beetje een domper op de vreugde hier.
Maar we hebben heel hard aan gewerkt – niet alleen ik, ook de voorgaande ministers – om die sites in de Westhoek, trouwens niet alleen in de Westhoek, te laten erkennen als UNESCO Werelderfgoed. Ik denk dat dat heel terecht is. De rol die die regio heeft gespeeld voor heel de wereld – niet alleen voor Vlaanderen, niet alleen voor de Westhoek, maar voor heel de wereld – is bijzonder. Daar kunnen we nu mee uitpakken.
Ik ben ook blij om vast te stellen dat iedereen daar zeer tevreden over is. We hebben daarvoor inderdaad heel hard samengewerkt met de lokale besturen, samengezeten met alle betrokkenen. We hebben bijvoorbeeld ook met landbouwers overlegd, omdat die ook vreesden dat er een aantal zaken mogelijk zouden zijn.
Maar ik kan u alle angst daarvoor wegnemen. We houden ons nog altijd zeer strikt aan het convenant dat in 2015 werd gesloten. U citeert het natuurlijk niet correct, maar ik zal dat wel doen. Het gaat over artikel 3: “Het Werelderfgoedstatuut vormt geen beoordelingsgrond voor werken, handelingen en plannen. De beoordeling gebeurt op basis van de onderliggende intrinsieke erfgoedwaarde. De erkenning als UNESCO werelderfgoed houdt bijgevolg geen enkele bijkomende regelgeving, beperking of rechten in, anders dan die dat voortvloeien uit de vigerende wet- en regelgeving.”
Dat is ook exact wat we nu nog altijd doen.
Mevrouw Vandromme, het punt is – en daar bent u verkeerd – dat we nu juist duidelijkheid scheppen over wat dat precies inhoudt. Hoe wij die bescherming juist zullen opvatten en hoe wij bekijken wat we gaan doen. En in tussentijd gaan we daarmee stoppen …
U knikt van neen? Kijk de teksten na die vorige week zijn goedgekeurd. Daar staat uitdrukkelijk in dat we een wetenschappelijk onderbouwde en gevalideerde methodologie uitwerken die de impact van turbines op de monumenten in kaart zal brengen. Het is dus geen definitieve stop. Het dient alleen om te bekijken hoe we nu gaan vaststellen waar het wel kan en waar het niet kan. Het is voor een overheid niet zo onverstandig om dat te doen, om daar een systeem voor op te zetten. Sommige van die sites liggen bijvoorbeeld op een helling. Er zijn daar niet zoveel hellingen in de streek. Dan maakt het niet zoveel uit of iets aan de achterkant iets dichter komt dan aan de voorkant. Dat maakt niet zoveel uit. Dat is wat we op wetenschappelijke basis zullen afwegen. Niet met de natte vinger, mevrouw Vandromme, want dat is geen goed idee. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik draag mijn regio en ook Heuvelland, waar wel heuvels zijn, een warm hart toe, en het verleden van de regio ook.
Op zich is het van grote waarde dat er kaders komen met afspraken met betrekking tot ons erfgoed. Ik heb exact voorgelezen wat u aangaf, maar dat is net het probleem: het stoot heel veel mensen tegen de borst dat er eigenlijk geen vertrouwen mogelijk is op basis van de afspraken die er zijn. Er zijn nog zulke processen geweest. Ik verwijs naar de landschapsparken. U kunt niet geloven hoe groot het wantrouwen is op het terrein. Als lokaal bestuurder kan ik dat volgen. Wij waren nul-komma-nul op de hoogte van de aanpassingen die er zouden komen of van de plotse stop, terwijl in het convenant ook staat dat er overleg zou zijn.
Ik heb een heel concrete vraag. We hebben met een aantal gemeenten burgemeestersconvenanten afgesloten. Wat als blijkt dat we, door de maatregelen die nu zijn genomen, die normen niet meer halen? Zal Vlaanderen dan met het vingertje komen wijzen? Of zal Vlaanderen over de brug komen met wat centen? Zal Vlaanderen ons bijstaan als een betrouwbare partner?
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, er ontstaat wel eens wrijving tussen het behoud van erfgoed aan de ene kant en het opwekken van duurzame energie aan de andere kant. Dezelfde discussie hebben we al gehad – en hebben we soms nog – over zonnepanelen op beschermde monumenten of in beschermde dorpszichten. Ook hier is het de vraag of windturbines thuishoren bij sites die herinneren aan de eerste wereldoorlog. Persoonlijk hoop ik dat er plekken voorhanden zijn die een beter of een groter draagvlak voor dat soort turbines hebben dan die UNESCO-sites in de Westhoek. Maar het is wel goed dat er hiervoor een rechtszeker kader is. Dat is zeker een feit.
Minister, u zegt dat we dat beter en wetenschappelijker zullen onderbouwen om eventueel te zeggen waar wel en waar niet. Kunt u daar een termijn op plakken?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, de Westhoek kreeg inderdaad recentelijk heel goed nieuws. 27 begraafplaatsen en monumenten uit de Eerste Wereldoorlog werden erkend als UNESCO-werelderfgoed. Deze erkenning benadrukt inderdaad het mondiale belang van ons erfgoed. Rondom dit erfgoed zouden grote windmolens worden geplaatst. Uiteraard veroorzaken die plannen onrust. Initieel zouden ze zelfs op 100 tot 150 meter van enkele begraafplaatsen worden geplaatst. Met een wiekhoogte van 200 meter zouden ze tot 172,5 meter boven het hoogste punt van het slagveld uit steken. Dat zou het landschap ernstig verstoren. Gelukkig worden die windmolens tijdelijk binnen een straal van 3 kilometer van die erkende sites verboden.
Minister, wij zijn absoluut pro windenergie, maar wat ons betreft moet voor de bouw van die onshore windmolens werk worden gemaakt van duidelijk afgebakende planlocaties, om zo de wildgroei ervan tegen te gaan. Vlaanderen verandert op het vlak van windmolens onder deze Vlaamse Regering meer en meer in het Wilde Westen.
Minister, bescherm het dus niet alleen tijdelijk. Bewijs dat dit geen charmeoffensief is dat de N-VA in West-Vlaanderen in de aanloop naar de verkiezingen heeft ingezet. Vertel mij wanneer deze regering eindelijk werk zal maken van een algemeen planologisch kader.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, ik ben zelf ook een fan van erfgoed, maar tegelijk hebben we nood aan meer hernieuwbare energie. Deze Vlaamse Regering lijkt maar niet te beseffen dat een windturbine vandaag vergund krijgen een project is dat eigenlijk al jaren duurt. Ik heb het dan niet over het bouwen, maar over de vergunning ervoor krijgen. Dat vraagt dus eigenlijk in die lange periode een betrouwbare overheid, en een stabiel investeringskader. Dat betekent dus niet een beleid dat op basis van omzendbrieven om de paar maanden wordt aangepast zonder enig overleg met de energiesector.
Bij zo’n vergunningsaanvraag worden vandaag al alle effecten van het project in kaart gebracht. Dat is niet alleen zo voor erfgoed, maar ook voor landbouw, milieu, natuur, en open ruimte. Dat wordt allemaal afgewogen. Nu gaat u dus enkel en alleen het erfgoed, en enkel en alleen in de Westhoek, naar voren trekken en absolute voorrang geven op meer hernieuwbare energie. Het is toch een heel duidelijke doelstelling van deze Vlaamse Regering om meer hernieuwbare energie mogelijk te maken, ook op land? Tegelijkertijd trekt u in nagenoeg de hele Westhoek nu de handrem op. Ik begrijp niet hoe u dat kunt laten rijmen met elkaar. Misschien moet u dat nog eens uitleggen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Collega’s, minister, ik hoef u niet te vertellen dat mijn stad Ieper, waar er heel wat erkende sites zijn, rechtstreeks betrokken partij is. Wij zijn als regio en als stad bijzonder trots op de UNESCO-erkenning. Het is echt een kwaliteitslabel dat ook zegt hoe wij in Vlaanderen en in de Westhoek omgaan met ons erfgoed, en ook met vredeseducatie.
Aan de andere kant stellen wij vast dat open ruimte bijzonder gegeerd is voor windmolens. Ik mag zelfs zeggen dat de aanvragen mij bijna om de oren vliegen dezer dagen, wat de inplanting van die molens betreft. Begrijp mij niet verkeerd, hernieuwbare energie is bijzonder cruciaal voor onze industrie en voor de doelstellingen die we voor onszelf hebben vooropgesteld en wensen na te leven. Aan de andere kant zijn we als lokale overheid heel erg bezorgd over de inplanting van die molens. Wat betreft onze kenmerkende, mooie, open, landelijke omgeving maken we ons zorgen. Maar we moeten ook zoeken naar draagkracht bij onze inwoners. Wat u zelf nu ook aanhaalt: hoe kunnen we ons erfgoed beschermen door op de juiste plaats te bepalen waar we die windmolens toelaten? Daarom vind ik het een heel goede zaak dat de perimeter wordt bekeken per site, en dat we daarmee aan de slag gaan. Ik strek zeker mijn hand uit vanuit het lokale bestuur. Betrek ons hierin, want dat is echt nodig. Wij kennen onze regio.
Minister Diependaele heeft het woord.
Iedereen hier is voor windenergie. Dat wordt nergens in twijfel getrokken, ook ik doe dat niet. Maar dat betekent niet dat je zomaar overal windmolens kunt zetten. Dat is zeker omdat we vandaag niet meer spreken over windmolens van 60 of 80 meter hoog. In 2015 was dat wel nog zo. Je spreekt over windmolens van meer dan 200 meter hoog. Dat betekent wel degelijk dat die een impact hebben op je landschap en op de omgevingsfactoren.
Ik ben er wel degelijk van overtuigd dat er op sommige plaatsen rekening moet worden gehouden met cultuurhistorische landschappen, en dat we die moeten gaan beschermen. Er moet trouwens ook rekening houden worden met de draagkracht van de omgeving, en dus ook met WO I-erfgoedsites, die gebaat zijn bij stilte en rust. Ze zijn gebaat bij een omgeving waar je effectief die sites ten volle kunt beleven. Neen, ik vind niet dat er overal – ook niet dicht bij die sites of cultuurhistorisch landschap dat vandaag al beschermd is, of dat we morgen nog zouden beschermen – zomaar vrijbrieven moeten worden uitgedeeld om windmolens te zetten. In alle eerlijkheid, mevrouw Vandromme, geloof ik ook niet dat de Vlaming in het algemeen daar zo over denkt. Ik denk dat er maar een heel kleine minderheid vindt dat het overal kan. Iedereen is voor windenergie, maar wees oordeelkundig voor waar je die inpast.
Mijnheer Vandaele, ik weet niet wat de timing is van dat onderzoek. Stuur eens een mailtje en ik zal dat navragen.
De beslissing die we nu hebben genomen, is dat we gaan kijken waar we dat kunnen doen. Waar kunnen we op een verstandige manier die windmolens toelaten zonder dat die een impact hebben op de sereniteit die zo’n site nodig heeft, of de sereniteit die zo’n cultuurhistorisch landschap nodig heeft? Dat onderzoek gaan we nu doen. Dan zullen we duidelijkheid kunnen verschaffen aan iedereen die windmolens wil plaatsen. We geven daarmee ook duidelijkheid aan burgers die dan kunnen verwachten waar het wel of niet kan.
Mevrouw Talpe, natuurlijk zullen wij daar het nodige overleg voor overlopen met alle betrokkenen. Met Ieper hebben wij altijd zeer goed samengewerkt, zeker op het vlak van erfgoed. We zullen dat dus ook blijven doen. Ik kan mij echt niet voorstellen – en dat is wat mij het meest verwondert aan de inslag die uw vraag plotseling kreeg – dat wij tegen een afwegingskader zijn om een duidelijke juridisch klare kijk te hebben op waar het nu wel of niet kan, welke overwegingen we meenemen en welke niet. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, we horen of we lezen het vaak: het vertrouwen in de politiek is zoek. En toch zie ik hier heel veel collega’s hard werken, overleggen, compromissen proberen te sluiten. Toch wordt het steeds moeilijker om mensen te overtuigen dat we dat echt wel doen. Het geloof in de politiek krijgt een deuk, minister, als onze inwoners niet op de gemaakte afspraken kunnen vertrouwen. Daarover gaat mijn vraag. Ik draag ook het UNESCO- en WO I-erfgoed een zeer warm hart toe. Heel veel mensen in de Westhoek doen dat. De erkenning werd door iedereen warm omarmd. Wat is dan het probleem? Er werd beloofd om overleg te plegen en u hebt, samen met uw collega-minister Demir, gewoon een beslissing genomen, zonder overleg. Dat is mijn punt.
Minister, als er morgen weer in de krant staat dat het vertrouwen in de politiek zoek is, dan hoeven we niet ver te zoeken. (Opmerkingen)
Ik vraag u: wilt u werk maken van een betrouwbare Vlaamse overheid die respect heeft voor gemaakte afspraken en die in overleg blijft gaan?
Ik ga afsluiten in het West-Vlaams.
U moet eigenlijk afronden, maar dat wil ik nu wel horen.
Ge meugt de minsch'n gin bloasjes wiesmoak'n. (Applaus bij cd&v)
De actuele vraag is afgehandeld.