Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, Brussel heeft zijn reputatie als ‘hellhole’ de voorbije weken en maanden opnieuw alle eer aangedaan: vreemdelingenrellen, IS-aanslagen, en recent de drugsmaffiaschietpartijen en -afrekeningen. Brussel mag dan wel een hellhole zijn, het is wel degelijk ons hellhole. Brussel is de Vlaamse hoofdstad, en het kan en mag nooit de bedoeling zijn dat Vlaanderen Brussel laat vallen. Brussel is trouwens het levende bewijs dat wie de derde wereld importeert, zelf de derde wereld dreigt te worden.
De aanpak van de problemen in het door de Parti Socialiste gedomineerde beleid leidde ertoe dat Brussel een soort Gotham City dreigt te worden. Het is nu alleen maar wachten op Batman. Batman, minister, dat bent u misschien wel. Want de Vlaamse Regering investeert veel centjes in Brussel, maar we oefenen weinig invloed uit op het beleid in Brussel.
Volgens de Brusselnorm wordt 5 procent van de gemeenschapsbudgetten in Brussel geïnvesteerd. Uw budget als Brusselminister bedraagt ondertussen 54.516.000 euro. Via stedenbeleid gaat er nog eens bijna 20 miljoen euro naar Brussel, via Onderwijs wellicht meer dan 100 miljoen euro. Zeker wat het drugsbeleid betreft – daar gaat het uiteindelijk toch over vandaag – kan Vlaanderen nog heel wat tandjes bijsteken, en vooral via preventie het verschil maken, maar dat doen we helaas niet.
Ik geef één voorbeeld. We geven als Vlaamse overheid geld uit, subsidies, 143.000 euro, collega’s, aan Kuumba, het Vlaams-Afrikaans huis in de Matongewijk, waar zwarten, zoals dat tegenwoordig heet, Afrikaanse talen zoals Swahili kunnen leren. (Opmerkingen)
Collega Dewinter, uw vraag luidt?
Ik zal mijn vraag stellen. Er is geen geld voor drugspreventie in het onderwijs. Mijn vraag aan u, minister, is simpel. Wat kunt u doen om het verschil te maken, om ervoor te zorgen dat Brussel niet langer omvolkt, geafrikaniseerd en geïslamiseerd wordt? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Dalle heeft het woord.
Vanuit de Vlaamse overheid investeren we inderdaad fors in Brussel. We zijn daar ook fier op. Het is ongeveer 1,2 miljard euro dat we investeren in tal van goede initiatieven: Nederlandstalig onderwijs, cultuur en dergelijke meer. Ook ten aanzien van drugs doen we het nodige.
Het prachtige initiatief Kuumba waar u naar verwijst, is niet gevestigd in de Matongewijk, maar is verhuisd naar Anderlecht. Het is een prachtig initiatief waarmee buurten worden versterkt. Ook in wijken zoals de Peterboswijk, waar het vaak over gaat in het nieuws, hebben we sterke initiatieven vanuit Armoedebestrijding, vanuit Jeugd, vanuit Welzijn, om het samenleven in die buurten te versterken, en ook met resultaat.
Natuurlijk, de drugscrisis die je vandaag ziet in Brussel, kunnen we als Vlaamse overheid niet alleen aanpakken. Integendeel, het is de verpletterende verantwoordelijkheid van de Brusselse overheid, van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Dan gaat het niet alleen over preventie en opvolging van drugsverslaafden, wat de verantwoordelijkheid is van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), waarin we vanuit Vlaanderen ter beschikking staan om complementair te werken. Dan gaat het ook over de coördinatie van het veiligheidsbeleid.
De federale overheid heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in veiligheid en in politie, maar het is de Brusselse minister-president die de coördinatie van het veiligheidsbeleid moet doen en die het jammer genoeg nalaat om daar daadkrachtig op te treden.
Volgende week wordt de Gewestelijke Veiligheidsraad eindelijk samengebracht. Ik hoop dat dat op politiek topniveau kan gebeuren, dat daar echt een coördinatie kan zijn en dat de Brusselse minister-president samen met zijn Brusselse collega’s het heft in handen neemt, niet alleen om de veiligheidsaspecten van de drugscrisis aan te pakken, maar ook om heel hard te werken rond gezondheid en rond dieperliggende oorzaken. Ik stel vast dat dat Brusselbestuur vandaag uitblinkt in passiviteit en inertie. Ik roep het op om actie te ondernemen. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De heer Dewinter heeft het woord.
Minister, u weet dat een struisvogel ongeveer vijftig jaar leeft. De twee belangrijkste vijanden van de struisvogel zijn de luipaard en de leeuw. In dit land is er ook een falende, failliete, voornamelijk en zeker in Brussel socialistische overheid. Aan die struisvogelpolitiek moeten we nu ook een minister van Brussel toevoegen die zijn kop in het zand steekt. En die doet wat Bart De Wever altijd doet: verwijzen naar de federale overheid. ‘Het is de federale, de Brusselse regering die het fout doet.’ Terwijl wij, als Vlaamse Regering, zoals u zelf hebt gezegd, meer dan 1 miljard euro investeren in Brussel. Wat krijgen wij daarvoor in ruil? Hoeveel politieke druk oefent u uit? En wat doet u concreet met dat geld, om ervoor te zorgen dat bijvoorbeeld in de Vlaamse scholen in Brussel drugspreventie- en vooral drugsontradingscampagnes worden gevoerd? Want het merendeel van de jongeren die vandaag voor de drugsmaffia opereren, die de moorden plegen, die de afrekeningen organiseren, zijn uitgerekend minderjarigen, zo blijkt uit de cijfers.
Minister, u blijft in gebreke. U steekt uw kop in het zand. U betaalt Vlaams belastinggeld en u krijgt daar niets of nauwelijks iets voor terug. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister, we kunnen niet ontkennen dat er hier een fundamenteel probleem is. Dat is er niet enkel de voorbije weken. Dat is de voorbije jaren zo. De voorbije weken zagen we het in de Marollenwijk, in Sint-Gillis, in Peterbos … We zagen het deze zomer aan het Zuidstation. De problematiek aan het Noordstation is ook heel uitvoerig in beeld gebleven. Dan stel ik mij altijd de vraag waar die Brusselse regering zit. Waar is Rudi Vervoort? Wat doet Rudi Vervoort? Hij heeft bevoegdheden rond veiligheid, hij kan coördineren. En wat gebeurt er nu, voor de eerste keer? De Veiligheidsraad gaat eindelijk eens bijeenkomen. Maar voor de rest gebeurt er niets. Wat gaat men in Brussel wel doen? Men gaat nog spuitruimtes inrichten. Er bestaan al spuitruimtes, en men heeft de bedoeling om nog spuitruimtes in te richten. We stellen vast dat er op meerdere plaatsen schietpartijen zijn.
Minister, 1,2 miljard euro wordt er in Brussel geïnvesteerd. Dit is onze hoofdstad, dit is de hoofdstad van Vlaanderen. Ik vraag dialoog, ik vraag overleg. Ik vraag druk op uw Brusselse collega’s en dat u minstens naar het GGC-college (Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) gaat om op tafel te kloppen. (Applaus bij de N-VA)
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik denk dat we in de Vlaamse Regering ook een minister van Antwerpse aangelegenheden nodig hebben, zodat we, wanneer de granaten ontploffen in Antwerpen, ook daarover kunnen debatteren. (Opmerkingen bij de N-VA)
Laat mij heel duidelijk zijn: het loopt in Brussel de spuitgaten uit met die drugscrisis, zowel op het vlak van druggebruik als op het vlak van de drugsmaffia. Daar moeten oplossingen voor komen. Een van die oplossingen is zeker en vast een eengemaakte politiezone in Brussel. Wij, met onze partner Ecolo, zijn daar alvast voorstander van.
Maar, minister, wij weten dat dat geen oplossingen zijn die op korte termijn kunnen worden gerealiseerd. Vandaag is de situatie acuut. Ik denk, eerlijk gezegd, dat u als Vlaamse minister weinig hefbomen hebt om de problematiek van het druggebruik en de drugsmaffia in Brussel te tackelen. Maar ik denk wel dat u als cd&v-minister instrumenten in handen hebt. Minister, zult u aan minister De Moor vragen om iets te doen aan de vele daklozen in Brussel? De opvangcrisis heeft daar heel veel mee te maken. Zult u aan minister Verlinden vragen om meer politie naar Brussel te sturen? Niet alleen bij voetbalmatchen maar ook bij deze ernstige crisis. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Het druggeweld is totaal geëscaleerd, eerst in Antwerpen en nu ook in Brussel. Het grote pijnpunt is natuurlijk dat diegene die de meeste bevoegdheden en de meeste middelen heeft – de Brusselse minister-president – het minst van al de problematiek lijkt te erkennen. Als klap op de vuurpijl komt zijn uitspraak dat alle criminaliteitscijfers in Brussel zijn gedaald, behalve de moorden. Je moet het maar durven zeggen, te midden van de schietpartijen.
Hij heeft nu eindelijke de Gewestelijke Veiligheidsraad bijeengeroepen. Alle diensten moeten absoluut samenwerken. Minister Verlinden en staatssecretaris De Moor hebben al een project opgestart om de overlastplegers zo snel mogelijk te identificeren, en om die prioritair terug te sturen. Er ligt ook in de Kamer een wetsvoorstel voor. Ik roep de oppositie op om geen bijkomend advies van de Raad van State te vragen, zodanig dat die wetten doorgang kunnen vinden en er geen onnodige vertraging is. Iedereen, alle partijen, ook de oppositie, moeten hun verantwoordelijkheid nemen om deze problematiek, die totaal de spuigaten uitloopt, aan te pakken. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Collega’s, ik maak mij als Brusselaar en als moeder inderdaad ongelooflijk grote zorgen. Drugsbendes die wijken overnemen, schietincidenten op klaarlichte dag, dat is compleet onaanvaardbaar. Laat ons ook eerlijk zijn: de Vlaamse subsidies voor preventie, als één van de zeven bevoegde overheden in Brussel, gaan daar het verschil niet maken. Dat is een druppel op een hete plaat.
Ik denk dat we daar inderdaad moeten zeggen wat gezegd moet worden: Brussel moet eerst zelf zijn zaken op orde krijgen. We hebben nood aan een eenheid van commando. Ik hoorde dat de burgemeester van Vorst niet kon zeggen wat er was gebeurd met het slachtoffer van het incident in Vorst, omdat die was afgevoerd naar een Brussels ziekenhuis. Het personeel daar had een aangifte gedaan bij de Brusselse politie, die onder leiding van een andere burgemeester valt. Dat is te zot voor woorden. Ja, wij zijn dus voor één politiezone, en het liefst nu.
Maar laat ons ook daar eerlijk zijn, collega’s. We kunnen het niet alleen. Brussel kan het niet alleen. Zet u met Brussel en het federale niveau samen rond de tafel. We hebben nood aan meer politie. We hebben nood aan oplossingen. Dat is het enige waar Brusselaars vandaag op zitten te wachten. (Applaus bij Vooruit)
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de verschillende tussenkomsten. Die tonen dat dit ons wel heel erg bezighoudt, en terecht.
Zoals gezegd, ben ik het volledig eens met degenen die zeggen dat het de verantwoordelijkheid is van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om dit te coördineren en slagkrachtig aan te pakken. Maar ik zou ook onze eigen positieve rol als Vlaamse Gemeenschap niet onderschatten. De 1,2 miljard euro waar ik naar verwees, zijn investeringen die renderen, collega’s. Dat zijn investeringen in Brusselaars. Ze komen Brusselaars ten goede, maar ze komen ook Vlaanderen ten goede.
Collega Dewinter, als we het hebben over het onderwijs, dan is er niemand die ontkent dat de kwaliteit van ons Vlaams onderwijs in Brussel sterk is. Een op de vier kleuters in Brussel gaat naar dat onderwijs. Eén op de vijf Brusselaars in totaal volgt dat onderwijs. Daar wordt sterk, kwalitatief onderwijs geleverd, en daar wordt ook gewerkt rond preventie, ook rond drugs. Dat gebeurt in samenwerking met partners vanuit het welzijnsveld. Denk dan aan CAW Brussel (centrum algemeen welzijnswerk), denk aan Logo Brussel. Daar wordt heel actief samengewerkt met die scholen om ook te zorgen dat jongeren in Brussel gezond opgroeien.
Ik wil ook niet meegaan in het beeld van de Brusselse jeugd die delinquent is. Natuurlijk zijn er jonge daders die hard aangepakt moeten worden, maar de grote meerderheid van de jongeren in Brussel doet het goed. Dat blijkt trouwens ook uit recent onderzoek dat wij hebben gefinancierd met ons Jeugdonderzoeksplatform (JOP). Daaruit blijkt dat de overgrote meerderheid van de Brusselse jongeren net bezorgd is over de veiligheidssituatie in hun wijk. De jonge mensen die opgroeien in de Petersboswijk willen een veilige wijk. Ze willen daar gaan werken. Ze zijn ook geëngageerd om daar samen met onze jeugdorganisatie werk van te maken.
Dan kom ik tot de verantwoordelijkheid van het Brussels Gewest en wat zij kunnen doen. Ik heb gewezen op hun rol in het veiligheidsbeleid. Collega Van Rompuy heeft terecht gewezen op een wetsontwerp dat mijn federale collega Verlinden heeft ingediend in het Federaal Parlement. Dat moet ervoor zorgen dat de bevoegdheid die de minister-president heeft gekregen om de zes politiezones te coördineren, en om dat veiligheidsbeleid te coördineren, nog meer operationeel wordt gemaakt. Hij heeft die bevoegdheid, hij krijgt nog meer bevoegdheden, en hij moet ze opnemen.
Collega Bex, u hebt gelijk dat ook de federale overheid, net als de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschapsregering, zijn verantwoordelijkheden heeft. Wat collega Verlinden en Binnenlandse Zaken betreft, weet u dat zij heel fors heeft geïnvesteerd in het veiligheidsapparaat de afgelopen jaren, met steun van de Federale Regering.
U weet ook dat, wanneer er problemen waren in het Zuidstation, zij de verantwoordelijkheid heeft genomen om de coördinatie te doen, om te streven naar een nieuw politiekantoor in het Zuidstation om vanuit de federale gerechtelijke politie extra te investeren en er met de bestuurlijke politie werk te leveren. Zij neemt dus haar verantwoordelijkheid.
Ik ben tevreden dat we het eens zijn over de nood om op termijn de politiezones te fusioneren. Inderdaad, het is ook aan ons om onze Franstalige collega’s daarvan te overtuigen.
Collega De Moor heeft – en ook daar heeft collega Van Rompuy naar verwezen – net het initiatief genomen om ervoor te zorgen dat mensen zonder wettig verblijf die het te bont maken, prioritair worden aangepakt om teruggestuurd te worden naar de landen van herkomst.
Maar, collega’s, het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest zal het ook niet alleen oplossen. We staan er allemaal samen voor. De Brusselse overheid heeft in ons een partner om het op te lossen, om de uitdaging aan te gaan. Ik weet dat ook de Federale Regering ter beschikking is. Maar er is wel één iemand en een regering verantwoordelijk om de coördinatie op te nemen. Zonder plan zul je het nooit opgelost krijgen.
Collega Bex, sta me toe om te zeggen dat ook uw partijgenoot in de Brusselse Regering – dat geldt ook voor de mensen van Vooruit en Open Vld – iets kan doen. Als het gaat over preventie van drugs, als het gaat over begeleiding van drugs, dan is het de verantwoordelijkheid van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) en van de Brusselse collega’s minister Maron en minister Van den Brandt. Zorg ervoor dat ook zij hun verantwoordelijkheid opnemen. (Opmerkingen Karl Vanlouwe)
De heer Dewinter heeft het woord.
Voorzitter, ik vind het bepaald hypocriet dat vandaag uitgerekend een cd&v-minister en zijn fractieleider en ook de fractieleider van de socialisten, van Vooruit, zich hier uiteindelijk wegsteken achter het federale beleid, maar nog veel meer achter de beslissingen die ze zelf in het verleden hebben genomen. De versnippering van bevoegdheden, het feit dat Brussel een derde gewest is geworden, het feit dat wij, Vlaanderen, uiteindelijk Brussel hebben losgelaten, met de afrikanisering, de islamisering en niet in het minst de ‘PS-isering’, het feit dat de Franstalige socialisten het nu in Brussel voor het zeggen hebben en het verknoeien: dat is uw schuld! Dat is de schuld van de staatshervormingen van Martens, Dehaene en co, waaraan u hebt meegewerkt.
Ten tweede, minister, u hebt geld, veel geld. U hebt meer dan 1 miljard euro Vlaams belastinggeld dat we investeren in Brussel. Gebruik dat. Draai desnoods – niet voor het onderwijs, maar voor andere projecten – de kraan dicht. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Collega Dewinter, we gaan over naar de volgende actuele vraag.
Doe de socialisten voelen waar het pijn doet, en dat gaat altijd in hun portefeuille zijn. Geld van een ander geven ze graag uit. Wel, zorg ervoor dat dat Vlaams geld niet meer naar Brussel vloeit en vooral niet meer naar de PS-regering die Brussel verknalt en er een ‘Gotham City’ van aan het maken is. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.