Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik denk dat we mogen zeggen dat het fietspadenbeleid het paradepaardje van uw bestuursperiode is. Dat is ook enorm belangrijk. Vlamingen willen fietsen. Dat is gezond en dat is goed voor de fileproblematiek. Aan de andere kant weten we dat, ondanks het feit dat het aantal verkeersdoden daalt, dat aantal bij fietsers nog altijd toeneemt. Veilige fietspaden is iets dat ongelooflijk belangrijk is.
U hebt daar een grote verdienste, dat wil ik niet wegsteken. U hebt deze legislatuur maar liefst 1,4 miljard euro in de begroting laten inschrijven om fietspaden aan te leggen en u bent er ook in geslaagd om die in grote mate vast te leggen. Er zijn dus projecten.
Alleen, wat blijkt? Ik haal die cijfers uit een schriftelijke vraag die ik u zelf heb gesteld. Het zijn dus uw cijfers. Het blijkt dat het investeringsritme – dat wat er op het terrein wordt uitgevoerd, de fietspaden die effectief worden aangelegd – stokt. U hebt deze legislatuur nog maar voor 450 miljoen euro fietspaden effectief aangelegd. Nog erger is dat, als we naar 2021, 2022 en 2023 kijken, we zien dat het ritme van de investeringen daalt. In totaal hebt u nog maar ongeveer een derde van de middelen die u hebt verkregen in de regering, ook effectief besteed aan fietspaden. En vorig jaar was dat zelfs maar een kleine 28 procent.
Minister, ik denk dat we het erover eens zijn dat dat absoluut beter moet. Ik wil graag van u weten hoe u naar die cijfers kijkt, naar dat toch wel zwakke rapport op het vlak van de uitvoering van fietspaden, en wat u daaraan wilt veranderen. (Applaus bij Groen en de PVDA)
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, ik dank u voor uw vragen. We kunnen tegelijkertijd het hele fietsbeleid waarop we de voorbije jaren volop hebben ingezet, nog eens in de picture brengen. In vergelijking met ruim vijf jaar geleden hebben we de bedragen op jaarbasis verdrievoudigd. U hebt zelf het bedrag genoemd. Alleen al van 2020 tot 2023 werd meer dan 1,3 miljard euro uitgetrokken voor de fiets.
Fietsprojecten uitrollen betekent op de eerste plaats ervoor zorgen dat je de middelen in de begroting hebt voorzien, dat je een investeringsplan hebt. Als je daarin de middelen hebt, ga je vervolgens over tot vastleggingen. Wat betekenen die vastleggingen? Dat betekent dat we aanbestedingsprocedures in de markt plaatsen, dat we weten welke aannemer we hebben en welke aannemer die werken kan uitvoeren. De volgende fase is dan het vereffenen waarnaar u kijkt, de effectieve uitvoering.
Wat de effectieve uitvoering betreft, weten we dat de doorlooptijd van infrastructuurprojecten niet één maand of maximum een jaar is. Dat duurt altijd wat langer, zeker als het gaat over fietsbruggen of fietstunnels, of als er nutsleidingen en dergelijke moeten worden aangelegd.
De garantie die we wel hebben, is dat al die middelen – die 1,3 miljard euro – die vastgelegd zijn, alleszins definitief in vereffening omgezet zullen worden, want de aannemers zijn gekend, de verbintenissen zijn afgesloten en die aannemers zullen ook effectief overgaan tot uitvoering. Dat zie je ook als je de vastleggingspercentages bekijkt: die liggen elk jaar op 99 tot 100 procent. De vastleggingen zijn er, dus nu kan er overgegaan worden tot uitvoering. Die vereffening is afhankelijk van de vergunningen en van de doorlooptijd van de uitvoeringswerken zelf.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, ik moet u misschien wat dichter bij de realiteit van de Vlaming brengen: die heeft er niets aan dat er veel middelen in een begroting staan, die voelt ook niet wanneer die middelen effectief worden vastgelegd, maar die merkt het wanneer er een fietspad ligt waarover hij of zij op een veilige manier kan rijden. En dat gaat te traag. U slaagt er niet in om die middelen ook effectief te besteden aan fietspaden. Dat heeft te maken met verschillende factoren. Het is echter duidelijk: een zak geld voorzien en dan kijken naar hoe dat gebruikt zal worden, is niet voldoende.
Zijn er bijvoorbeeld voldoende ambtenaren die dat beleid ook effectief moeten omzetten in fietspaden? Is er bijvoorbeeld een probleem met te rigide vergunningsprocedures? Dat zijn dingen die u ook moet bekijken als minister van Mobiliteit. U moet niet alleen een zak geld voorzien, maar ook beleid voeren om te zorgen dat dat geld effectief zorgt voor betere fietspaden. Ik vraag me af of u na vier jaar nog geen lessen geleerd hebt en of u geen concrete voorstellen hebt om tot een versnelling te komen. (Applaus bij Groen)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, telkens als het gaat over de aanleg van nieuwe fietspaden of de heraanleg van bestaande fietspaden, komt u hier en in de kranten zwaaien met recordbedragen. U zegt dat er nog nooit zoveel geld geweest is en u bent daar trots op. U zegt ook dat ik en anderen klagers zijn als wij kritiek hebben op uw fietsbeleid. Maar, minister, meten is weten, en cijfers zeggen alles. En de cijfers geven ons gelijk, want nu blijkt dat het geld voor een veilig fietsbeleid jaar na jaar blijft zitten in uw zakken, in uw portemonnee. Zijn de moordstrookjes weg? Neen. Zijn al de beloofde fietspaden aangelegd? Neen. In 2023 hebt u zelfs nog geen derde van wat u beloofd hebt, uitgegeven aan betere fietspaden. Dat is problematisch. De fietser in Vlaanderen heeft niets aan een minister met een hart voor fietsen die echter het geld in haar portemonnee houdt en het niet uitgeeft. Zoals u weet, minister, was het aantal fietsdoden nog nooit zo hoog. Alle alarmbellen zouden moeten afgaan.
Ik heb daarom de volgende vraag, minister. Hoe zult u ervoor zorgen dat uw vele centen eindelijk leiden tot een beter fietsbeleid? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, u zult van ons zeker niet horen dat u te weinig inspanningen doet voor de fietser en bij uitbreiding voor het realiseren van veilige fietspaden. Maar natuurlijk is het niet evident om die effectief snel aan te leggen. Denk maar aan de ellenlange onteigeningsprocedures, die jammer genoeg jaren duren.
Natuurlijk moeten er ook telkens verschillende adviezen opgevraagd worden, ook aan de administraties van de Vlaamse overheid, bijvoorbeeld bij Natuur en Bos. U weet, minister, dat dat mijn grote frustratie is. Ze geven vele malen een negatief advies omdat een veilig fietspad door een stukje kwetsbare natuur zou lopen. Minister, dan stel ik me de vraag – een vraag die ik ook al in de commissie gesteld heb – wat er belangrijker is voor de Vlaamse overheid. Is dat het snel realiseren van fietspaden – dus de veiligheid van de fietser – of de bescherming van natuur en bos?
De heer Meremans heeft het woord.
Ook bij mij heerst er eerder een genuanceerd beeld. Zeggen dat er niets gebeurt, is gewoon de waarheid geweld aandoen. Ik zie dat dus ook. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) is overal bezig. Ik zie dat. Het is inderdaad zo dat de procedure traag is, maar dat komt, zoals collega Fournier al zei, door allerhande bezwaren en problemen met het verwerven van grond. Dat gaat allemaal heel traag in Vlaanderen. We hebben er een sport van gemaakt om te proberen met iedereen, maar dan ook met iedereen, rekening te houden. Per slot van rekening ga je daardoor wel heel erg traag vooruit.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Er is in de pers voorgesteld om te werken volgens het systeem van Nederland en om verder te werken aan de gewestwegen maar ondertussen ook te kijken of je geen veilige wegen kunt aanleggen via verkavelingen en via fietssnelwegen, een beetje weg van die gewestwegen dus, waarbij je natuurlijk wel de oversteekpunten moet verbeteren. Deze suggestie wilde ik nog meegeven.
De heer Keulen heeft het woord.
Het begint uiteindelijk altijd met wiskunde en met budgetten, minister, want zonder budgetten heb je natuurlijk geen beleid. 99 procent is vastgelegd, dus dat geld kan ook voor niets anders gebruikt worden.
En om collega Stijn Bex bij de realiteit van de Vlaming te brengen: het gaat niet over een of-ofverhaal, maar een en-enverhaal. Het gaat ook vaak over tegengestelde maatschappelijke belangen. Ik heb zo'n strijd meegemaakt in mijn eigen gemeente, langs een gewestweg. Alle parkeerplaatsen van handelszaken langs die gewestweg moesten verdwijnen om een fietspad aan te leggen. Het was de inwoner zelf die daartegen in opstand kwam. In overleg met het kabinet en met Gijs Moors van AWV, die ook een gemeentelijke reflex heeft, zijn we tot een compromis gekomen. Parkeerplaatsen zijn behouden kunnen blijven en er zijn ook veilige fietspaden aangelegd.
Dat is de realiteit van alledag, collega Bex. Bij u is het wit of zwart, gewoon een kwestie van willen. Het begint met budgetten en ervoor zorgen dat je alle actoren meekrijgt. En dat zijn soms mensen die op een heel andere manier in het leven staan en die willen dat handel en andere maatschappelijke functies ook een plaats krijgen, naast veilige fietspaden. (Applaus bij Open Vld)
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de bijkomende vragen en bemerkingen.
Men zegt hier dat amper een derde vereffend is. Zelfs dat klopt niet. We hebben een bedrag vastgelegd. En dat vastleggen, dat betekent een verbintenis aangaan met een aannemer en met een studiebureau, om ook effectief een fietsproject te realiseren.
Vereffeningen voor 2024 kunnen nog altijd niet. Ik denk dat u dat wel weet. De vereffeningen van 2020 tot 2023, dat gaat over een bedrag van 463 miljoen euro. We hebben dus al voor 463 miljoen euro concrete projecten gerealiseerd waar dagelijks mensen over fietsen. Dat zijn fietsbruggen, fietstunnels, fietssnelwegen. Dat is een heel gamma voor de fiets. Dat zijn kleine projecten, dat zijn grote projecten, maar er is al heel veel gerealiseerd, langs gewestwegen, langs waterwegen, door De Werkvennootschap, door De Vlaamse Waterweg, door Lantis en uiteraard ook door het Agentschap Wegen en Verkeer.
Ik hoor hier de suggestie om de fietspaden wat verder te leggen, naar Nederlands model, om ze daar wat veiliger en wat verder van de gewestweg af te leggen. Ja, dat zou een goed voorstel zijn in het kader van verkeersveiligheid. Maar waar botsen we dan weer op? Je zult dan heel veel percelen moeten onteigenen. Ik hoor hier spreken over een verbod om landbouwgronden nog te gaan verkopen. We moeten soms ook fietspaden aanleggen door landbouwgebieden of door natuurgebieden. En daar knelt inderdaad heel vaak het schoentje: ons vergunningenbeleid.
Uitentreuren krijgen we ook bij heel veel fietsprojecten, ondanks heel veel inspraak en ondanks heel veel participatietrajecten, toch nog heel vaak bezwaren: bezwaren van natuurverenigingen omdat er verlichting is aan een fietspad of omdat de gladde slang daar een of andere biotoop heeft. Dat is iets wat ons heel veel achteruitzet, naast de onteigeningsprocedures.
Als u dan aan mij vraagt hoe we dat in de toekomst zouden kunnen verbeteren: we moeten kijken naar ons vergunningenbeleid. Eigenlijk zou je bijna moeten kunnen zeggen dat alles wat met fietsinfrastructuur te maken heeft, raakt aan het algemeen belang. En daarvan zou je eigenlijk moeten kunnen zeggen dat we dat onmiddellijk moeten kunnen uitvoeren. Daar moeten we geen ellenlange procedure voor gaan voeren, met heel veel participatietrajecten, met heel veel adviezen, waarbij adviezen elkaar vaak tegenspreken, met het archeologisch onderzoek dat er ook nog vaak bij te pas komt. Als we echt allemaal willen dat die fietsprojecten veel sneller vooruit kunnen gaan, dan moeten we kijken naar het vergunningenbeleid. En dan moeten we daar het algemeen belang laten primeren op het individueel belang en ervoor zorgen dat al die projecten veel sneller uitgerold kunnen worden.
Maar, om af te ronden: ik ben wel heel trots en fier op alles wat we gedaan hebben. Het gaat om 1,3 miljard euro. We hebben de statistieken van Europa. Er is maar één land dat ons voorgaat als we kijken naar het bedrag per inwoner dat we investeren in fietsinfrastructuur. We hadden vorige week een heel interessant fietscongres in het kader van het Europese voorzitterschap. Maar één land in heel Europa moeten we laten voorgaan als het gaat over fietsinvesteringen per inwoner. Wel, dan hebben we schitterende cijfers.
Alles wat vastgelegd is, zit nu in een uitvoeringsfase. En hoe sneller dat vereffend kan worden, de studieprojecten doorgevoerd kunnen worden, de omgevingsvergunning rond is en de nutsleidingen zijn aangelegd, en ook effectief de bovenbouw van het fietspad klaar is, des te sneller mensen kunnen fietsen. Ik zal er alleszins over blijven waken dat we heel snel een maximaal aantal projecten ook effectief kunnen vereffenen.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, aan het tempo waaraan u nu bezig bent zal het twaalf jaar duren vooraleer uw middelen uitgegeven raken. Ik wil dan wel eens zien of die aannemer dat over twaalf jaar nog altijd kan doen voor de prijs die u vandaag met hem hebt afgesproken. Dat is het grote probleem. Als ik hier vandaag naar u luister, en u die cijfers voorleg, dan zie ik een minister die wel een aantal problemen kan oplijsten, maar die er niet aan gewerkt heeft om daar oplossingen voor te voorzien. Dat is problematisch. Daardoor is uw fietsbeleid als een dure koersfiets met platte banden: het ziet er heel mooi uit, maar je raakt er niet mee vooruit. Je gaat er geen koers mee winnen. (Applaus bij Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.