Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de begeleiding van huisartsen door zorgstroomcoaches
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega's, Vlaanderen wordt op dit moment inderdaad gekenmerkt door een tekort aan huisartsen en tandartsen. Ik denk dat iedereen al ervaren heeft dat als je naar een tandarts belt en zegt vandaag terecht te willen, je er niet geraakt. Maar als je een huisarts moet hebben, dan wordt het minstens even moeilijk, zeker als je verhuist en op zoek gaat naar een nieuwe huisarts. Dat geeft patiëntenstops, lange wachttijden, en zorgt ook voor heel wat druk op de artsen: in het Waasland, ook in Sint-Gillis-Waas, voorzitter, maar helaas niet alleen daar. Op dit moment hebben we 227 gemeenten in Vlaanderen waar er een tekort is aan huisartsen. Eigenlijk kunnen we zeggen dat er alleen in Vlaams-Brabant nog een deeltje is waar geen tekort is, maar in al de rest eigenlijk wel.
We hebben onder impuls van minister Weyts en met de hulp van minister Crevits de contingenten al opgetrokken in het kader van de opleiding Geneeskunde. De resultaten daarvan zullen we natuurlijk pas over zeven jaar zien, en we stellen vandaag die tekorten vast.
Minister, ik heb in de pers gelezen dat u op uw eigen begroting een budget van 243.000 euro hebt gevonden, eenmalig lijkt dat, om een zorgstroomcoach aan te stellen – een heel woord. Die gaat in bepaalde eerstelijnszones concrete oplossingen zoeken. Die zou partners wijzen op bestaande steunmechanismen. En die zou – en ik citeer – “goede praktijken en eerstelijnsgezondheidszorg beter organiseren, opdat de wachttijden zouden dalen”.
Nu, minister, we hebben 67 huisartsenkringen en zestig eerstelijnszones. Dat zijn er heel wat en als ik dan kijk in Vlaanderen, dan zijn er eigenlijk heel veel plaatsen met tekorten. Eén zorgstroomcoach die gaat organiseren, dat lijkt een beetje een druppel op een hete plaat.
Mijn vraag is dus eigenlijk heel concreet. Welke huisartsenkringen zullen de chance hebben om die zorgstroomcoach over de vloer te krijgen en op welke manier zal de wachttijd, de patiëntenstop en de druk op onze huisartsen effectief verlichten?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, vorige week is de Gemeente-Stadsmonitor bekendgemaakt en daaruit blijkt dat eigenlijk meer en meer mensen ontevreden zijn over de toegankelijkheid naar een huisarts. De tevredenheid is gedaald van 82 procent naar 67 procent.
Eigenlijk zien we toch ook wel twee grote tendensen. Dat is ten eerste dat de huisartsen meer en meer willen werken in groepspraktijken en dat huisartsen ook meer en meer naar de centrumsteden trekken, waardoor plattelandsgemeenten – zoals de mijne – ook wel meer en meer in de steek worden gelaten. Daardoor moeten dus ook meer mensen op zoek gaan naar een huisarts. Wij vinden echter dat de fysieke nabijheid toch ook heel belangrijk moet zijn en blijven, zeker ook in die plattelandsgemeenten.
Vandaar hebt u vorige week een idee gelanceerd om – inderdaad, zoals de collega zei – in te zetten op die zorgstroomcoaches. Het budget is alleszins vrijgemaakt en nu komt het erop aan om de uitrol daarvan op een goede manier te voorzien. Er zijn heel veel huisartsen in Vlaanderen, eerstelijnszones, enzovoort.
Minister, vandaar ook mijn heel concrete vraag: op welke manier ziet u eigenlijk de uitrol van die zorgstroomcoaches als een goede begeleiding voor de huisartsen in Vlaanderen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, Sint-Gillis-Waas united aan de pupiter. (Opmerkingen van de voorzitter)
Wel, enfin, ik vond het toch redelijk united (Opmerkingen van de voorzitter)
Ja, voilà, het ís mooi om te zien, want ze staan er nog samen, maar in elk geval, collega’s, het is een heel belangrijke problematiek.
Ik wil misschien eerst meegeven voor collega Daniëls dat wij met de Vlaamse Regering ontzettend veel inspanningen leveren om het voor onze huisartsen te verbeteren. Er bestaat een renteloze lening voor startende huisartsen, er bestaat ook een financiële tussenkomst voor huisartsen die een praktijkverpleegkundige in dienst nemen of die een logistieke ondersteuning doen. In dertien steden en gemeenten zijn we op dit ogenblik ook bezig met het zoeken hoe je in groepspraktijken kunt werken waar je veel disciplines samen hebt, om ook efficiënter te kunnen werken. Dat zijn allemaal heel goede dingen, wij nemen onze verantwoordelijkheid.
Op vraag van Domus Medica is er nu ook een zorgstroomcoach aan de slag – gehuisvest bij Domus Medica, tot grote vreugde ook van hen. Wat is eigenlijk de bedoeling van de persoon in kwestie? We gaan die eens testen in zes piloten, omdat ik ook overtuigd wil worden van de meerwaarde, natuurlijk. We zien dat er in bepaalde eerstelijnszones nog winsten te boeken zijn door een betere samenwerking, door mensen elkaar beter te leren kennen, doordat bepaalde huisartsen zeggen: “Jullie hebben wel maatregelen, maar wij hebben geen tijd om dat allemaal operationeel te brengen. Waar moet ik die mensen vinden?” Het is eigenlijk echt de bedoeling dat de persoon binnen een eerstelijnszone, met de huisartsenkring aan de slag gaat om te kijken hoe we twee doelstellingen kunnen realiseren. Ten eerste, meer patiënten, een betere toegankelijk van de huisarts. En tweede, de work-lifebalance een beetje beter maken, want dat is een van de grote zorgen bij onze artsen.
De eerstelijnszones zullen worden geselecteerd aan de hand van tien criteria, die liggen vast en zijn uitgewerkt samen met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en Domus Medica. Het is absoluut de bedoeling om die heel snel te gaan selecteren, maar de steun van het lokaal bestuur – of van de lokale besturen, afhankelijk van welke eerstelijnszone het is – zal uiteraard ook een van de criteria zijn. Er is ook het engagement van de huisartsen om eraan mee te werken. De eerste reacties die wij krijgen, zijn zeer positief, omdat het ook een stukje verlichting betekent om een aantal efficiëntiemaatregelen te kunnen nemen.
Ik heb nu voorlopig 243.000 euro voorzien voor dit jaar en volgend jaar, maar als blijkt dat het een groot succes is, zullen we daar uiteraard extra middelen aan geven. Het is een project dat in volledige samenwerking tot stand gekomen is met de VVSG, met Domus Medica, dus vandaar ook dat we de persoon in kwestie huisvesten bij Domus Medica. Zij waren natuurlijk ook sterk vragende partij voor wat we willen doen.
Collega’s, de huisarts is voor zo veel mensen in Vlaanderen het eerste aanspreekpunt bij zorgen. Wij moeten er echt over waken dat elke Vlaming toegang heeft tot een huisarts. Dat is vandaag niet het geval. Dat vraagt dat we met alle overheden van dit land de handen in elkaar slaan om die toegankelijkheid te vergroten en om alle mogelijke instrumenten te zoeken om die toegankelijkheid maximaal te garanderen voor iedereen die hier leeft en verblijft.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik heb begrepen dat er één iemand is van Domus Medica die in zes pilootprojecten gaat werken. Ik verwees er zonet al naar. We hebben zestig eerstelijnszones en 67 huisartsenkringen. Dat wil dus zeggen dat er ofwel 54 eerstelijnszones ofwel 61 huisartsenkringen uit de boot vallen, waar er ook tekorten zijn.
Ik verwijs ook graag nog even naar een studie die al sinds 2021 loopt in verband met toegankelijke huisartsgeneeskunde. Mijn vraag daarbij is de volgende. Is die extra zorgstroomcoach nu de beste aanpak? Is het niet beter om te werken met de maatregelen die u opsomt en om die via het Departement Zorg kenbaar te maken aan alle huisartsenkringen, aan alle huisartsen zodat we er in al die regio’s en op al die plaatsen effectief aan kunnen werken, in de plaats van die zes plaatsen nu en dan binnen een of twee jaar nog meer? Want de problemen zijn er vandaag. Dus lijkt het mij beter om die middelen op die manier in te zetten dan door een extra coach erbovenop.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik ben ook blij dat er toch wel een goed uitgewerkt project getest zal worden. Is er al meer duidelijkheid over de concrete timing? Hoe lang zal het proefproject lopen? Op welke – korte – termijn komt er dan een evaluatie en hopelijk natuurlijk ook een verderzetting? Want we weten dat we inderdaad nog meer van die mensen nodig zullen hebben.
Ik heb hier vorig jaar al eens een vraag gesteld over het tekort. U verwees toen naar een studie die gepland was en die eind vorig jaar opgeleverd werd. Daar kwamen een aantal indicatoren uit, zowel aan de zijde van het zorgaanbod als aan de kant van de zorgvraag. Ik heb daarom de volgende vraag, minister. We moeten natuurlijk ook geografisch bekijken waar er zich precies tekorten voordoen. In sommige steden en gemeenten loopt het namelijk goed, in andere zijn er echt wel serieuze tekorten. Hoe zit het met die studie? Wanneer krijgen we een totaalplaatje van die tekorten, vooral op geografisch gebied? (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dat er een huisartsentekort is en dat er patiëntenstops worden ingevoerd, is natuurlijk geen nieuw probleem. Dat dat er zat aan te komen en dat dat zou verergeren, dat weten we al heel lang. Dat zal ook nog verslechteren, omdat de oudere huisartsen op dit moment een heel andere manier van werken hebben. Ze werken een groter aantal uren en werken vaak alleen, terwijl de jongere artsen op zoek zijn naar een betere werk-privé-balans en vaak werken in huisartspraktijken, dus met meerdere collega’s samen. Als we dan weten dat het grootste deel van de huisartsen bestaat uit 60-plussers, waarvan een groot deel 65-plussers, dan weten we natuurlijk wat er zit aan te komen. Dan stel ik me de vraag of zo’n zorgstroomcoach het probleem zal oplossen. Want ik hoor enkele mensen op het terrein zeggen dat huisartsen gewoon meer moeten werken. Ik wil dus vooral vragen om een administratieve vereenvoudiging, die een opening kan creëren om meer mensen te zien. Mijn vraag is dus heel simpel: bent u al in overleg geweest met de federale overheid om te zorgen voor een administratieve vereenvoudiging?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega’s, het huisartsentekort is een heel groot probleem in een aantal regio’s, ook in mijn regio, de Kempen. Ik moet eerlijk zeggen, minister, dat ik, toen ik het persbericht zag, “een zorgstroomcoach als antwoord op de patiëntenstop”, heel erg benieuwd was naar het artikel. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik de kritiek van zowel collega Daniëls als collega Saeys wel wat deel. Die zorgstroomcoach zal een nuttige maatregel zijn, hoewel ik nog niet helemaal doorheb hoe en waar hij dan juist aan de slag zal gaan. Maar dit gaat geen oplossing bieden voor het acute probleem op het terrein.
En dan vraag ik mij inderdaad ook af of dit nu de juiste maatregel is. Of is het misschien beter om te kijken naar andere maatregelen, zoals een uitbreiding van de investeringssteun voor artsen die zich willen vestigen op een plaats waar er een acuut tekort is? Kunnen we dan niet beter daarin extra investeren in plaats van in zo’n zorgstroomcoach, waarvan het mij niet helemaal duidelijk is wat precies de bedoeling is?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel. Ik ben een beetje verbaasd over de mogelijke kritiek. Jullie mogen niet vergeten dat dit een maatregel is die samen met Domus Medica werd uitgewerkt, op hun vraag.
Collega’s, voor mij is het heel eenvoudig. Je zou hier de vraag kunnen stellen of we blijven toeteren aan de kant van de weg of maatregelen zoeken om vooruit te geraken. Willen we achteruit of vooruit? Wel, we willen vooruit.
En wat betekent dat, collega’s? (Opmerkingen)
Wat betekent dat, collega Tobback? Aan de overkant van de straat zit er een minister van Volksgezondheid die bevoegd is om te vereenvoudigen, die een administratieve vereenvoudiging kan realiseren. Wel, sla de hand alstublieft aan de ploeg en doe het.
Wat doen wij ondertussen in Vlaanderen? Wij zoeken maatregelen om ervoor te zorgen dat we logistiek ondersteunen, dat we infrastructureel ondersteunen en dat we bovendien inderdaad een makelaar, een bemiddelaar, een coach, op vraag van de huisartsenkringen, in dienst nemen om het leven gemakkelijker te maken voor onze huisartsen. Het zijn kleine maatregelen die een groot verschil kunnen maken.
Ik noteer dat sommigen zeggen dat we dat moeten afschaffen en moeten investeren in publiciteitscampagnes. Ik zal dat niet doen. De persoon werd trouwens al aangeduid. We weten wie het zal zijn. Er is heel veel enthousiasme bij een aantal pilootregio’s die ermee aan de slag willen. Ik geef die persoon alle kansen.
U moet weten, collega’s, dat er in sommige regio’s veel ouderen zijn, in andere regio’s veel jongeren en in nog andere regio’s veel zorgvoorzieningen. Dat is een heel verspreid lappendeken aan problemen. We willen eerst gaan samenwerken met de meest gemotiveerde zones, met de zones waar de problemen het acuutst zijn. Collega De Rudder, we hebben er zicht op welke zones dat zijn. Er loopt echter nog een wetenschappelijk onderzoek, waaraan de universiteiten meewerken. De bevraging zal starten na de zomer. Het is een digitale bevraging en vormt de start van het digitale databeheer dat heel veel jaren kan doorgaan. Zo zouden we kunnen monitoren hoe we, daar waar de tekorten het grootst zijn, nog beter zouden kunnen inspelen op de concrete omstandigheden.
Collega’s, wat mij betreft, is er heel veel steun voor de maatregel, waarnaar de organisatie zelf ook had gevraagd. Wie ben ik om negatief te zijn over iets waarin ze zelf geloven? Het is hoog tijd dat we alle steun bieden die we kunnen bieden, elk op zijn niveau en in de best mogelijke samenwerking. (Applaus van Brecht Warnez en Axel Ronse)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, als Domus Medica inderdaad om een coach vraagt om alles te structuren en tot bij de arts te brengen, is er voor het agentschap Zorg en Gezondheid een opdracht om daar automatisch voor te zorgen. We moeten daarnaar kijken.
Collega’s, ik ben blij dat deze Vlaamse Regering afstand heeft genomen van de vroegere contingenten van de federale regeringen en dat we als Vlaanderen zelf onze noden hebben bepaald. Mochten we nog altijd vasthangen aan de noden die de federale overheid vaststelt, hadden we zeker tekorten op langere termijn.
Minister, ten slotte wil ik nog even ingaan op dat lopende onderzoek. Het waren nog Louis Ide en Elke Sleurs die op zoek gingen naar dat kadaster van artsen: hoeveel, waar en in welke mate zijn ze actief? Ik hoor nu dat dat onderzoek nog altijd lopende is, dat we dat nog altijd niet in kaart hebben. Dat is triest om te zien, want dat is natuurlijk de basis om te kunnen zien waar je moet inzetten en om te bepalen waar die zorgstroomcoach aan de slag zou moeten gaan.
We zullen dit van zeer nabij opvolgen, om ervoor te zorgen dat mensen inderdaad snel bij een arts terechtkunnen, dat er geen patiëntenstops zijn en dat de druk op onze huisartsen effectief verlicht wordt. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw bijkomende toelichting. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat elke burger in Vlaanderen recht heeft op het vinden van een huisarts en dat de toegankelijkheid heel nabij moet blijven.
Minister, ik ben ook heel blij dat u nog eens hebt benadrukt dat dit initiatief vanop het lokale terrein zelf naar boven toe is gegroeid is en dat dit er is op vraag van de sector zelf. Vanuit bepaalde hoeken wordt er namelijk vaak gepiept dat er meer overleg moet zijn met het terrein. Nu ís er overleg met het terrein, het ís een maatregel die wordt gevraagd door het terrein. We kunnen het dan ook alleen maar toejuichen dat er vanuit de sector zelf een oplossing komt.
Wij kijken met veel plezier mee uit naar de resultaten van de pilootprojecten. Uiteraard hoop ik dat dit een succes is, zodat we dit ook verder kunnen uitrollen in andere eerstelijnszones en dit project een echt goede ondersteuning zal zijn voor al onze huisartsen in heel Vlaanderen. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.