Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het rapport van het Rekenhof met betrekking tot de personeelsbesparingen bij de diensten van de Vlaamse overheid
Actuele vraag over het rapport van het Rekenhof betreffende de personeelsbesparingen in de diensten van de Vlaamse overheid
Actuele vraag over de recente bevindingen van het Rekenhof met betrekking tot de personeelsbesparingen in de diensten van de Vlaamse overheid
Verslag
Collega’s, we zijn toe aan vier samengevoegde vragen die ook aan verschillende ministers zijn gesteld. Als ik het goed heb begrepen, zullen alle vragen door de minister-president worden beantwoord.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega’s, ik wil u iets laten horen. (Thijs Verbeurgt laat een geluidsfragment horen.)
Getekend: minister-president Jambon, juni van vorig jaar.
We hebben gisteren het rapport van het Rekenhof ontvangen, en ik citeer: “Twee derde van de Vlaamse overheid besteedt wegens personeelsbesparingen taken uit. Zelfs recurrente kernprocessen worden uitbesteed aan derden. Deze personeelsbesparingen spelen daarbij vaak een belangrijke rol, een belangrijkere rol dan andere economische of strategische overwegingskaders. Enkele entiteiten kunnen zelfs bepaalde uitbestede taken niet meer opvolgen met hun eigen personeel. De kosteneffectiviteit van de uitbesteding wordt door de entiteiten nauwelijks geanalyseerd. Waar men dat wel deed, bleek de uitbesteding niet kostenefficiënter.”
Collega’s, ik wik mijn woorden, maar het rapport van het Rekenhof is behoorlijk vernietigend. Het Rekenhof stelt dat de beoogde doelstelling van een efficiëntere overheid niet werd behaald. Integendeel, de besparingen hebben de werkdruk en de stress bij het personeel verhoogd en essentiële kernprocessen, essentiële kerntaken zijn uitbesteed aan derden. Ze werden uitbesteed aan consultants, een debat dat we hier al vaak hebben gevoerd. Telkens werd er gezegd – ik herinner me de uitval van collega Muyters –: “Dat maakt onze overheid efficiënter.” (Opmerkingen van Philippe Muyters)
Efficiënter. “Het maakt onze overheid efficiënter.” En wat zegt het Rekenhof? “Nee, het kost veel meer.” En dat is dus, collega’s, de erfenis van manager Jan Jambon en boekhouder Matthias Diependaele: een overheid die slechter af is, een burger die meer moet betalen voor slechtere dienstverlening. (Opmerkingen bij de meerderheid)
Het Rekenhof is glashelder. Minister-president, wat is uw reactie op dit vernietigende rapport?
De heer Muyters heeft het woord voor een persoonlijk feit.
Collega Verbeurgt, op Twitter was u eerlijk. U hebt me persoonlijk aangesproken en brengt de uitspraak ‘zou het efficiënter moeten zijn’, wat exact is wat ik gezegd heb. Wat u zegt, blijkt totaal niet uit dit rapport. (Opmerkingen)
U moet gewoon zeggen …
U haalt alles door elkaar. Voor alle duidelijkheid, ik heb gezegd ‘zou het efficiënter moeten zijn’. Houd het bij uw tweet, want die was beter dan wat u nu hebt gezegd.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister-president, bij de start van deze Vlaamse Regering hebt u gezegd dat een personeelsbesparing van 5 procent uitgevoerd zou worden die 75 miljoen euro per jaar zou opleveren en zogezegd voor een hogere efficiëntie zou zorgen. Het was de derde personeelsbesparing op rij, volgens de kaasschaafmethode.
We hebben hier – en ik zat zelf in de PFAS-onderzoekscommissie – de leidinggevenden van verschillende diensten van de Vlaamse overheid horen zeggen dat het genoeg geweest is, dat ze aan de grond zitten en dat ze eigenlijk hun kerntaken niet meer konden uitvoeren. Dat was heel duidelijk in die PFOS-commissie. Door de besparingen hebben we gezien dat diensten te weinig expertise hadden om zelfs maar een goede vergunning af te leveren, om de gezondheid van onze burgers te garanderen en om ze te controleren. Dat is eigenlijk ook het verhaal van de kinderopvang hier in Vlaanderen geweest: te weinig controles en vooral het uitblijven van de opvolging ervan, waardoor de veiligheid van onze kinderen niet gegarandeerd kon worden.
Dat was meteen ook de reden, minister, waarom het parlement aan het Rekenhof heeft gevraagd om te kijken wat de impact van die besparingen was op het personeel en het uitvoeren van de kerntaken. Dat rapport is vernietigend: het is te duur, niet efficiënt en er zijn meer uitbestedingen die eigenlijk een enorm risico vormen voor de kwaliteit en het uitvoeren van de kerntaken.
Minister, wat is uw reactie op dat vernietigend rapport? Zult u die blinde besparingen terugschroeven en zult u ervoor zorgen dat de overheid weer haar kerntaken kan uitvoeren, zodanig dat de dienstverlening van de Vlaming is gegarandeerd? (Applaus bij Groen)
De heer D’Haese heeft het woord.
‘Besparen, besparen, besparen’ is het motto van de vorige en deze Vlaamse Regering. Wat Vlaanderen zelf doet, daar bespaart het meer op. Dat lijkt wel het adagium van Vlaams-nationalisten.
Het maakt niet uit waarop er wordt bespaard of wat de impact is, als er maar bespaard wordt. Er is zelfs een naam voor: koppenbesparingen. Ik vind dat een onwaarschijnlijk woord. Dat spreekt een visie uit over de mensen die in openbare diensten aan het werk zijn en die iedere dag keihard hun best doen. Dat zijn koppen waarop bespaard kan worden en dat leidt tot absurde situaties. We hebben hier het debat gehad over de VDAB, waar 200 mensen van de poetsdiensten en catering zijn buitengezet, om ze vervolgens via uitbesteding weer aan het werk te zetten. Dat kost niet minder, maar meer. Zolang er maar op koppen bespaard is en minder mensen in dienst zijn bij de overheid.
Bij het begin van deze legislatuur hebben we met de vakbonden, de PVDA en andere oppositiepartijen gezegd dat het een slecht idee is om te streven naar 1440 mensen minder, dat er kennis verloren zou gaan, de werkomstandigheden erop achteruit zouden gaan, er steeds meer uitbesteed zou moeten worden. De vraag was of het op het einde van de rit niet meer geld zal kosten.
Vandaag legt het Rekenhof een rapport neer waarin dat zwart op wit staat en wordt bewezen. We hebben inderdaad al gezien bij PFOS en in de kinderopvang dat die besparingen de openbare diensten over het randje aan het duwen zijn. Het klinkt natuurlijk goed om in het begin van de legislatuur te zeggen dat we 75 miljoen euro gaan besparen en dat er minder belastinggeld naar al die ambtenaren zal gaan. Nu blijkt dat jullie ondertussen al 163 miljoen euro extra hebben uitgegeven aan uitbestedingen, en dan hebben we het nog niet over alle kosten aan consultancy. Twee, derde van de entiteiten in de Vlaamse overheid besteedt haar eigen kerntaken uit. Vandaag zien we zelfs uitbesteding van de uitbesteding. Deze Vlaamse Regering is gewoon een grap en een karikatuur van zichzelf geworden.
Minister, als je het mij vraagt, hebben de vakbonden groot gelijk als ze heel dat besparingsbeleid boerenbedrog noemen. Mijn vraag is of er eindelijk een andere politiek in deze Vlaamse Regering zal komen. (Applaus van Onno Vandewalle)
De heer Warnez heeft het woord.
Onze Vlamingen en de belastingbetaler verdienen een uitmuntende dienstverlening en een efficiënte overheid. Onze personeelsleden verdienen natuurlijk een goede werkgever. Daarom hebben we vanuit dit parlement aan het Rekenhof gevraagd om een doorlichting te maken. Er waren enkele kritische opmerkingen, die we moeten meenemen, en er waren opvallende feiten, die we moeten meegeven. Een van die vaststellingen is bijvoorbeeld dat er vandaag meer personeel is bij de Vlaamse overheid dan vijf jaar geleden. Het personeelsbestand is dus toegenomen. Dat klinkt als een zeer merkwaardige vaststelling, maar aan de andere kant is het ook logisch. We hebben crisissen gehad, we hebben het relancebeleid gehad, en daarvoor hebben we in extra personeel geïnvesteerd.
Er is in het rapport ook vastgesteld dat we de impact op dienstverlening niet kunnen opvolgen, en dat we de impact op het welzijn van het personeel ook niet kunnen opvolgen. Ik denk dat het dan ook niet meer dan terecht is dat het Rekenhof zegt dat we daar betere instrumenten moeten voorzien en dat we dat beter moeten monitoren. Dat was een van de acht aanbevelingen die het Rekenhof deed.
Daarnaast heeft het Rekenhof bijvoorbeeld ook aangegeven dat er nood is aan een meer overkoepelend Vlaams toekomstproject voor onze administratie en dat we onze interne knowhow moeten waarborgen op het vlak van kernopdrachten. Dat is belangrijk om vast te stellen.
Het is ook belangrijk om iets te doen met het verslag van het Rekenhof. We mogen dat niet onder het stof laten liggen, ook al is dat een digitaal verslag. Vandaar deze vraag, minister: kunt u aangeven op welke manier de regering verder uitvoering zal geven aan de aanbevelingen, en welk stappenplan er daarvoor is? (Applaus van Willem-Frederik Schiltz)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Beste collega's, sommigen onder jullie kunnen blijkbaar niet wachten op de toelichting en de bespreking van het rapport van het Rekenhof, dat gepland is op 20 februari. Daar kunnen we dieper ingaan op het rapport, ook op de details. De minister van Binnenlands Bestuur en ikzelf zullen daar aanwezig zijn.
Een focus op de kerntaken van de Vlaamse overheid, en waar mogelijk de nodige besparing in hoofden – want ik ben gevoelig voor de opmerking over de koppen – of in budgetten, is volgens ons noodzakelijk om het overheidsbeslag en de belastingdruk te kunnen verlagen, en tegelijkertijd de kerntaken te kunnen garanderen en nieuwe taken te kunnen opnemen in de Vlaamse begroting. Tegelijkertijd willen we die begroting niet laten ontsporen. We moeten dus kijken of de taken die we in het verleden hadden, nog kerntaken zijn. Ondertussen dienen zich nieuwe taken aan en moeten die natuurlijk ook ingevuld worden. Dat is ook wat het Rekenhof vaststelt, want ondanks de grotendeels gerealiseerde, vooropgestelde besparing van 1440 personeelsleden, is inderdaad het totale personeelsbestand van de Vlaamse overheid licht gestegen: van 29.011 eind 2019, tot 29.119 eind 2022. Het Rekenhof geeft ook aan waar dat is gebeurd: bijkomende opdrachten uit het regeerakkoord – het lijkt me logisch dat je personeel inzet op bijkomende opdrachten –, tijdens de crisissituatie zat er een hele portefeuille van tijdelijk personeel om de coronapandemie op te vangen, de opvang van de Oekraïense vluchtelingen, en ook ten gevolge van het relanceplan.
Dat was allemaal een bewuste beleidskeuze van deze Vlaamse Regering waar we 100 procent achter staan: kijken wat de kerntaken zijn, zien als er nieuwe taken bijkomen. Ik verwijs naar Justitie waar we nieuwe verantwoordelijkheden hebben bijgekregen en dat moet natuurlijk bestaft worden. Dat is dus een keuze waar we 100 procent achter staan.
We slagen er ook in om efficiëntieverbeteringen te realiseren. Er wordt verwezen naar het welzijn, maar er wordt wél welzijn gemeten, personeelswelzijn wordt gemeten. Wij zien dat door deze efficiëntieverbeteringen op de bestaande taken het welzijn en de algemene werktevredenheid van het personeel hoog blijft. 83 procent van het personeel antwoordt positief, met een gemiddelde score van 4,2 op 5. 83 procent is positief en een gemiddelde score van 4,2 op 5. Deze tevredenheid is de afgelopen jaren niet gedaald. Er was een meting in 2018, er was een meting in 2020 en er is de huidige meting. De resultaten zijn op zich niet gedaald, dus zeggen dat de efficiëntiewinsten die we nastreven, ten koste zijn gegaan van het welzijn van het personeel, is niet correct. Ik zal niet verhelen dat – de resultaten zijn van 2023, de meting is gebeurd in 2022 – de coronapandemie het ziektebeeld in de maatschappij verhoogd heeft. Dat heeft zich natuurlijk ook geënt op onze werknemers in de Vlaamse overheid.
Maar als we enquêteren, als we het aan de mensen vragen, is er zeker en vast geen sprake van een achteruitgang. Dus onze lezing van het interessante rapport van het Rekenhof is absoluut niet zo negatief als de lezing van de oppositie – maar ja, maar ja.
Maar waar ik het wel mee eens ben, is dat er ook een aantal aanbevelingen in staan waar we mee aan de slag moeten gaan. Want daar dient het toch voor? Ik heb nog nooit een audit gezien, ik heb nog nooit een audit van het Rekenhof gezien, waarbij alles positief was, waarbij er geen verbeterpunten zijn. Ik heb dat nog nooit gezien. Dus we zijn blij met dit rapport, en met een aantal aanbevelingen van het Rekenhof gaan we zeker aan de slag.
Mijnheer Verbeurgt, het is goed dat u mijn citaat nog eens hebt laten horen, want dat heb ik inderdaad in iedere commissievergadering gezegd. Als uit het rapport van het Rekenhof blijkt dat recurrente taken worden uitbesteed aan externen, wat nooit de bedoeling was, en dus duurder worden betaald, dan moeten we dat terugschroeven. Ik heb er geen enkel probleem mee om dat te bevestigen. Daarom hebben we gewacht op het rapport van het Rekenhof. Zoals gezegd zullen we daarmee aan de slag gaan. Het is toch idioot. Ik herhaal: het is idioot. Dus dat is blijkbaar gebeurd. We moeten terugschroeven dat er recurrente, reguliere taken worden gedaan door duurdere externe consultants. Dat is niet de bedoeling van externe contracten. We moeten dat herbekijken. Ik heb er geen enkel probleem mee om dat toe te geven. Daarvoor dienen doorlichtingen. Daarvoor dienen hun rapporten.
Wat de mogelijkheid voor toekomstige efficiëntieoefeningen betreft – want die moeten in elke grote organisatie permanent gebeuren –: waar ik wel van overtuigd ben, is dat de kaasschaafmethode als zodanig niet meer de juiste methodiek is om efficiëntieoefeningen te maken, maar dat we dat veel gerichter moeten doen, bijna dienst per dienst, taak per taak van de overheid. Dus over die kaasschaafmethode ben ik het eens met de critici. Dat heeft zijn nut ongetwijfeld gehad, maar die tijd is voorbij. Ik denk inderdaad dat de overgrote mogelijkheden tot besparen in het overheidsapparaat, zijn gebeurd.
Maar ook hieraan werd deze legislatuur al gevolg gegeven, door een aantal operationele diensten uit te sluiten van de besparingsronde. We hebben al afstand genomen van die kaasschaafmethode. Een aantal operationele diensten werden uitgesloten van de besparingsronde. Ook in het geval van bijkomende opdrachten waren er bijkomende personeelsmiddelen nodig, vaak tijdelijk, als het over corona ging, als het over de Oekraïnecrisis ging.
Ik wil ook op een aantal lacunes in het rapport wijzen. Want de opdracht van het Vlaams Parlement was ruimer dan de manier waarop ze werd ingevuld. Een van de vragen van het Vlaams Parlement was om een 360 gradenevaluatie te maken, om te kijken of de klanten van de Vlaamse overheid tevreden zijn. Dat zijn burgers, bedrijven, vzw’s, enzovoort.
We hebben deze regeerperiode sterk geïnvesteerd in digitalisering, met het Burgerprofiel, het Omgevingsloket enzovoort. Het zou goed zijn om ook te meten of er daar tevredenheid over is. Vergelijkende informatie van onze overheid met andere overheden in dit land, en met andere overheden, zou mij ook interesseren. Dat zat ook in het takenpakket van het Rekenhof. Ik denk dat het een interessante oefening is.
Op 20 februari kunnen we daar in de commissievergadering nog veel dieper op ingaan. Er zaten positieve dingen in het rapport, en er zijn ook dingen waar we mee aan de slag moeten gaan. Dus dank aan het Rekenhof voor deze doorlichting. (Applaus bij de N-VA en Open Vld)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister-president, er zitten ook een paar lacunes in uw uitleg. Ik wil correct citeren. In het verslag waar ik daarjuist een geluidsfragment van heb laten horen, zit nog een citaat van u. Dat staat toch wel haaks op wat u vandaag zegt. U zegt daar : “We moeten goed in het oog houden dat reguliere taken niet in externe dienstverlening worden omgezet.” – mijnheer Muyters. En dan zegt u, minister-president: “Wij doen dat vandaag, we controleren vandaag of reguliere taken niet worden omgezet in externe dienstverlening.” Wat zegt het rapport van het Rekenhof? Bij twee derde van de opdrachten worden recurrente, recurrente, structurele processen uitbesteed aan derden. U zegt nu dat het goed is dat er een rapport is van het Rekenhof, maar u beweerde in juni al dat u die controle deed. In juni zei u dat u dat deed. Vandaag zegt u dat u blij bent dat het Rekenhof dat zegt.
Er is een tweede probleem. Dit is niet het eerste rapport van het Rekenhof. In 2016 was er ook een rapport, en dit rapport is slechter dan het rapport van 2016. Er werden in 2016 geen lessen getrokken uit dat rapport. Integendeel, u hebt de fouten uit het verleden herhaald.
Dus minister-president, erkent u dat er onder uw gezag structurele taken van de Vlaamse overheid zijn uitbesteed, dat de overheid onder uw controle is afgebouwd in haar kerntaken, en dat u daar niets tegen hebt gedaan? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister-president, ik weet niet of wij wel hetzelfde rapport gelezen hebben. Want u zegt dat het heel belangrijk is dat de focus op de kerntaken wordt gelegd en dat er mogelijkheden worden gecreëerd om nieuwe taken en opdrachten door die overheid te laten doen. Ik stel vast dat in dat rapport van het Rekenhof staat dat de manier waarop er bespaard is, er helemaal niet toe heeft geleid dat de focus op de kerntaken gelegd is, dat de besparingen niet leiden tot een sterkere focus op die kerntaken. Als dat gebeurt, is dat eigenlijk bijna per toeval. Dat is heel duidelijk wat het Rekenhof besluit.
Wat het Rekenhof ook besluit, is dat het feit dat deze Vlaamse overheid ervoor kiest om zoveel te gaan uitbesteden, een bedreiging is voor het tijdig opnemen van nieuwe taken en opdrachten, die zeer belangrijk zijn.
Minister-president, alle diensten die in dit rapport ondervraagd zijn, geven aan dat uitbesteding absoluut geen betere kwaliteit brengt. Ik wil u dan ook vragen of u uw visie op uitbesteding zult terugschroeven, en niet alleen op uitbesteding voor recurrente taken, maar ook op uitbesteding voor nieuwe opdrachten. (Applaus bij Groen en Vooruit)
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister-president, ik moet het u meegeven: u ziet het leven echt door een roze bril. Dat is wel een kwaliteit van u, vind ik. Het kan natuurlijk ook moeilijk anders, met zo’n regering. U hebt die roze bril wel nodig om het vol te houden tot het einde.
Maar dat is toch wel helemaal het geval als u op deze manier over dit rapport gaat spreken. U krijgt een ver-nie-ti-gend rapport van het Rekenhof. Je zou bijna zeggen dat het door de oppositie geschreven is. En u komt hier een goednieuwsshow brengen over wat voor complimenten u allemaal niet gekregen hebt. Aan iedereen die denkt dat dit een spelletje is tussen oppositie en meerderheid: lees het rapport eens na. (Opmerkingen van Philippe Muyters)
Mijnheer Muyters, lees het eens na. Het is ver-nie-ti-gend. U gaat besparen op personeel, en in de plaats hebt u meer geld moeten uitgeven om uit te besteden. Daardoor bent u kennis kwijtgeraakt rond uw kerntaken. U hebt kerntaken uitbesteed. Er is geen enkele visie op waar dat efficiënter zou zijn, en waar men dat onderzocht heeft, is het minder efficiënt.
Als klap op de vuurpijl gaat u van de mensen die zich ondertussen nog inzetten voor uw openbare diensten, de werkdruk en de stress verhogen. Dat is de balans van het besparingsbeleid van deze regering. Kom niet af met een goednieuwsshow. De vraag is: wat gaat u daar nu verdorie eindelijk aan veranderen? (Applaus van Onno Vandewalle, An Moerenhout en Bruno Tobback)
De heer Warnez heeft het woord.
Minister-president, ik vind het wel jammer dat de collega’s niet zien dat er toch een open hand is, met een eerlijk antwoord van u als minister-president. Collega’s, de minister-president zegt dat er aanbevelingen opgevolgd zullen worden. Hij zegt niet dat het vooruitgeschoven zal worden naar de volgende regering en dat het iets is voor in een regeerakkoord. Hij zegt dat er nu mee aan de slag zal worden gegaan. Dat is belofte één.
Als belofte twee zegt de minister-president dat bekeken zal worden waar, voor reguliere opdrachten, de slinger te ver is doorgeslagen richting consultancy, en dat die opnieuw inhouse zullen gebeuren. Dat is een vraag van jullie, waarvan de minister-president zegt dat hij het wil opnemen.
Ten derde zegt hij ook – en ik vind dat ook heel belangrijk – dat er een einde moet komen aan de kaasschaafmethode. Dat is een methodiek die er vandaag niet meer toe dient om tot een goede, efficiënte overheid te komen.
Ik vind dat een open hand van onze minister-president, die we moeten aannemen. En ik hoop dat we daar op 20 februari ook samen mee aan de slag kunnen gaan.
De heer Van Miert heeft het woord.
Collega’s, onze fractie is tevreden dat er dan toch ten minste één hogere entiteit is in dit land die durft te kijken naar haar eigen functioneren, naar een kerntakendebat durft te gaan, en een brede overweging, zoals de minister-president ook aanhaalde. Deze overheid heeft tenminste haar zaken en haar uitgavenposten op orde, in plaats van schulden op te stapelen en dan achteraf te doen alsof die vanzelf gaan verdwijnen.
Het is duidelijk: er zijn niet minder mensen aan het werk bij onze Vlaamse overheid. Er is niet ingekrompen, er zijn zaken verschoven. Als u pagina 8 van het rapport bekijkt, dan staat er heel duidelijk, mevrouw Schauvliege – omdat u het over dienstverlening had –, dat amper 5 procent van onze entiteiten aangeeft dat er gevolgen zijn voor de interne werking en de dienstverlening. Wat u hier komt vertellen, is een heel ander verhaal. Het lijkt ‘Het Leugenpaleis’. De heer D’Haese is daar trouwens ook een heel grote krak in. (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Mijnheer D’Haese, dat bent u wel.
Wat heel die consultancydiscussie betreft: misschien moeten we daar ook eerst, collega Verbeurgt, het rapport van het Rekenhof afwachten, dat eerstdaags zal arriveren. Dan kunnen we zien dat het meer is dan alleen maar consultancy en zaken naar buiten verschuiven.
Hebt u ook een vraag?
Ik sluit af, voorzitter. Dit rapport kan wel niet zonder gevolgen blijven, minister-president. Ik verwacht van u dat u met uw regering hiermee ook aan de slag gaat.
De heer Schiltz heeft het woord.
Dit is een bijzonder debat, collega’s. Ik heb zo de indruk dat het succes of de goede cijfers van de regering afgemeten worden aan de vraag of er nu weinig volk aan de slag is in de administratie of veel volk. Is het nu minder of meer? Is het hoger of is het lager? Eerlijk gezegd: het gaat over de kwaliteit van het beleid. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt en Jos D'Haese)
Mag ik alstublieft? Ik heb u moeten aanhoren, twee keer, dus laat mij nu tussenkomen.
Ik heb een kritisch rapport gelezen. De minister-president heeft erkend dat het een kritisch rapport is. Hij heeft daar een aantal gevolgen aan gekoppeld, en die onderschrijf ik. Want inderdaad, we mogen daar niet blind voor zijn. De kaasschaafmethode uit het verleden, mijnheer Verbeurgt? U was hier een evaluatie aan het maken van de vorige legislatuur. Helaas denk ik dat het nuttiger is om dat voor de huidige legislatuur te doen.
Er is vastgesteld dat de kaasschaafmethode op de limiet zit en dat we het anders moeten aanpakken. Het rapport van de onderzoekscommissie heeft zoveel gezegd en de regering heeft haar aanwervingspolitiek bijgesteld – het Departement Omgeving, om maar iets te noemen. Consultancy, collega’s, is geen taboe. Het is ook niet de ‘silver bullet’. Besteed uit wat geen kerntaak is. Waar punctuele taken zijn en wat de kerntaak moet zijn, daarvoor moeten we meten hoeveel volk daarvoor nodig is. En die werf je aan. Of dat er nu meer of minder zijn, dat zal de burger worst wezen, zolang het beleid maar goed is. (Applaus van Marino Keulen en Koen Daniëls)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer D’Haese, u zegt dat ik een roze bril op heb, maar wat baten kaars en bril, als de uil niet zien en wil, of niet horen en wil? Ik denk dat ik juist de hand heb uitgestoken om te zeggen: natuurlijk, blind taken uitbesteden … Er kunnen een aantal redenen zijn om taken uit te besteden. Dat is ten eerste omdat het een tijdelijke taak is. Besteed dat uit. Houd dat niet binnen. Een tijdelijke taak kun je uitbesteden.
Een tweede element waarom je een taak kunt uitbesteden, is dat je de competentie niet kunt vinden op de arbeidsmarkt. In de IT maken we dat veel mee. IT’ers zitten allemaal in bedrijven die externe krachten ter beschikking stellen. Je kunt ze op de markt niet meer of heel moeilijk vinden. U weet dat we daar aparte systemen voor gemaakt hebben om IT’ers aan te nemen, om ze toch in een overheidsomgeving te kunnen tewerkstellen. Maar soms vind je niemand, en dan kun je extern gaan. Er zijn dus goede redenen om uit te besteden.
Het is evident dat voor kerntaken die nog in lengte van jaren taken van de overheid zijn, het geen goede methode is om die uit te besteden. Het is dus goed dat het Rekenhof daar eens naar gekeken heeft. Het rapport van het Rekenhof komt nu net binnen. U praat over juni. Ik weet niet meer wanneer het besteld is, maar wij zijn al met die dingen aan de slag gegaan. We laten dat niet op zijn beloop. We zijn daarmee aan de slag gegaan. Het rapport van het Rekenhof zegt dat er nog werk is. Ja, er zal wel werk zijn, en we zullen dat ook opnemen. En de volgende regering zal daar ook nog werk van moeten maken.
Maar luister nu toch naar wat ik zeg. Ik heb ook gewezen op een aantal goede dingen die in het rapport staan. Ik daag u uit om weet ik veel welke grote organisaties te gaan zoeken, daar een audit of een rapport op los te laten en te denken dat er geen aanbevelingspunten of pijnpunten uit komen die verbeterd moeten worden. U staat daar als oppositie. U moet veel branie verkopen. U moet zeggen dat het rapport vernietigend is. Ik sta hier als verantwoordelijke voor een Vlaamse overheid, samen met mijn collega-ministers. Wij proberen dat te managen. Wij zijn heel blij met inzichten vanuit het Rekenhof en wij gaan daarmee aan de slag. Zo simpel is het. Maar maakt u vooral veel branie. Doe dat vooral. Laat ons dat beheren. (Applaus bij de meerderheid)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister-president, het probleem is dat als ik u het laat beheren, het allemaal veel meer geld kost. Dat is de realiteit.
Collega’s van de N-VA, u zegt dat de uitgaven op orde staan. Maar dat is wat het Rekenhof zegt: u controleert de uitgaven niet. De kosteneffectiviteit wordt niet gecontroleerd. U weet niet wat het oplevert wat u allemaal uitgeeft. Alleen weet men wel dat het veel meer kost. Dat is dus het echte probleem.
Maar ik zal positief zijn, minister-president. Ik aanvaard uw mea culpa. Ik aanvaard dat u erkent dat er fouten zijn gebeurd. In de vorige discussies over consultancy wou u dat niet toegeven. (Opmerkingen van Philippe Muyters)
Toen zei u altijd dat u die uitgaven zeer efficiënt doet. Dat blijkt nu niet zo te zijn. Want dat, collega’s, is de conclusie van dit rapport. Tien jaar de N-VA op begroting betekent minder dienstverlening en betekent meer geld voor de burger. De belastingbetaler betaalt meer en heeft een minder sterke overheid. Dat is het gevolg van tien jaar blind besparen onder leiding van de N-VA. De kiezer dankt u. (Applaus bij Vooruit en Groen)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister-president, het rapport van het Rekenhof is de zoveelste blamage voor uw regering. De opeenvolgende besparingen van de afgelopen centrumrechtse regeringen hebben er hard in gehakt, met ontzettende gevolgen voor de dienstverlening van bijvoorbeeld de kinderopvang, de PFAS-crisis. Mensen voelen zich in de steek gelaten, minister-president. Dat is slecht management met ontzettend zware gevolgen voor de mensen. Wie vaart er wel bij dit beleid? De consultancyindustrie.
Minister-president, Groen pleit ervoor om de kennis en kunde die er binnen de Vlaamse overheid is, te behouden, te versterken en op peil te houden. Daar moeten we voor gaan, want dat zal ervoor zorgen dat we de beste diensteverlening aan onze Vlamingen kunnen geven. En daar hebben ze recht op. (Applaus bij Groen, Vooruit en van Onno Vandewalle)
De heer D’Haese heeft het woord.
De N-VA blijft hier maar spreken over besparingen die ze hebben opgeleverd. Maar, beste collega's, lees het rapport. Jullie wilden 75 miljoen euro besparen, en jullie hebben 163 miljoen euro extra moeten uitgeven aan uitbestedingen. Dat zijn geen besparingen, beste collega's. Dat is geld geven aan de vriendjes uit de privésector. Dat is iets helemaal anders.
Minister-president, als u zegt hiermee aan de slag te willen gaan, dan zou ik u aanbevelen om bij VDAB te beginnen. Dat is niet van gisteren. We kennen de cijfers. Uw administratie kent ze. Het is veel duurder om die uitbesteding te doen bij VDAB dan toen die mensen nog in dienst waren. Waar wacht u nog op om die mensen opnieuw in dienst te nemen bij de overheid? Waar wacht u nog op als u zegt ermee aan de slag te gaan? Neen, het zijn loze woorden. En dat komt omdat er geen inkeer is over die blinde besparingen van niet een, niet twee, maar drie legislaturen in deze regering, waardoor diensten op hun tandvlees zitten.
We hebben het gezien bij PFOS, waarbij u personeel hebt moeten bijstaffen na een onderzoekscommissie. We hebben het gezien in de kinderopvang, waarbij u hebt moeten bijstaffen na een onderzoekscommissie. Ik houd mijn hart vast voor wat de volgende onderzoekscommissie zal zijn met dit soort beleid. (Applaus van Onno Vandewalle, bij Groen en van Bruno Tobback)
De heer Warnez heeft het woord.
Allee, collega's. Kan het beter? Ja. Moet het beter? Ja. Eigenlijk heeft iedereen hier dat vandaag ook gezegd. Ik heb een minister-president gehoord die concrete beloftes heeft gemaakt, van dingen die we nu en later gaan doen. Ik heb een minister-president gehoord die heeft gezegd er op 20 februari in de commissie ten volle over te zullen discussiëren. Ik hoop oprecht dat iedereen die hier vooraan stond, op 20 februari ook aanwezig is om daar grondig op het debat in te gaan en de discussie op een constructieve manier te voeren. (Applaus bij de meerderheid)
De actuele vragen zijn afgehandeld.