Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, of je nu jong bent of oud, of je een relatie hebt of niet, of je werkt of met pensioen bent, iedereen kan zich soms eenzaam voelen. Eenzaamheid is een subjectief gevoel. Het kan gaan om het ontbreken van voldoende betekenisvolle sociale contacten, tot echt een gevoel van gebrek aan zingeving of doel in het leven, met effect zowel op het welbevinden als op de gezondheid. Uit onderzoek blijkt dat maar liefst 45 tot 59 procent van de mensen zich soms, vaak of altijd eenzaam voelt. Het is belangrijk dat we dat aanpakken.
Het Vlaams Parlement heeft daarom in de vorige legislatuur een resolutie goedgekeurd. Er is in 2021 een Vlaams actieplan tegen eenzaamheid opgemaakt. Dat omvat een aantal acties, gericht op verschillende leeftijden, op alle doelgroepen. Het kan inderdaad overal voorkomen, bij iedereen, zoals ik al zei. Minister, een aantal acties zijn al helemaal uitgerold. Van een aantal wordt verder werk gemaakt. Dit weekend nog lanceerde minister Crevits een onlinecampagne gericht naar jongeren om bewustwording te creëren.
Op welke manier worden de acties uit het eenzaamheidsplan geëvalueerd en versterkt om te komen tot een nog sterker beleid rond het thema?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u, mevrouw Schryvers voor uw vraag. Eenzaamheid is inderdaad een belangrijk maatschappelijk thema. De cijfers die u noemde, liegen er niet om: 45 tot 59 procent van de Vlamingen voelt zich wel eens eenzaam. Het is een complex en divers thema. Het is niet omdat je soms alleen bent, dat je ook eenzaam bent. Het is ook niet noodzakelijk omdat je omringd bent door mensen dat je niet eenzaam bent. Het is voor iedereen anders.
U hebt verwezen naar het eenzaamheidsplan dat in Vlaanderen werd uitgewerkt. Het loopt nog tot eind 2024. Dat betekent dat de evaluatie nog niet is gebeurd. Natuurlijk monitort men constant de projecten. Er blijken nogal wat mooie gevolgen te zijn. Er zijn mooie projecten gelanceerd met zekere impact. De echte evaluatie komt er pas eind 2024. Dat wordt dan pas opgestart. Tegen eind dit jaar zouden alle acties afgerond kunnen zijn en zal de evaluatie op kruissnelheid komen.
De resultaten van de evaluatie zullen worden voorgelegd voor bespreking aan relevante stakeholders, om te bekijken welke acties succesvol waren, welke kunnen worden verdergezet en versterkt, en welke andere acties zich nog opdringen. Belangrijk zal zijn om een duidelijke focus te hebben naar de doelgroep en om de samenwerking met de lokale besturen in de verf te zetten.
U verwijst terecht ook naar de campagne ‘Samen tegen eenzaamheid’, via de website minder-eenzaam die net is gelanceerd. Wat ik nog niet gezegd heb, is dat jongeren ook een grote groep zijn bij die mensen in eenzaamheid, en jongeren zijn natuurlijk gemakkelijk te bereiken via een online campagne. Dat was de volgende vraag. Ik denk dus wel dat die campagne bijzonder zinvol is, zeker ook naar die jonge doelgroep toe.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, het is goed dat er vanuit Vlaanderen een beleid gevoerd wordt tegen eenzaamheid. Maar ik ben er ook van overtuigd dat men vanuit Vlaanderen niet zomaar direct impact kan hebben op het gevoel van eenzaamheid van mensen in een buurt, in een dorp. Dat moet daar gebeuren. Daarvoor zijn de projecten Zorgzame Buurten natuurlijk heel belangrijk. We moeten gaan voor een versterking van het sociaal weefsel.
In het kader van onder meer die projecten Zorgzame Buurten worden er heel veel mooie acties opgezet. In mijn eigen gemeente hebben we bijvoorbeeld begin september een Goeiedagactie opgezet, en daarvan voelen we dat die echt wel een heus verschil maakt. Als je goeiedag zegt tegen elkaar, dan maak je een eerste contact. Dat kan leiden tot een diepgaander contact. Het kan leiden tot de vraag “Hoe is’t?” – dat moet dan eigenlijk de volgende vraag zijn – en ook wel tot zorg opnemen voor elkaar. Zo zijn er op heel veel plekken heel goede acties en goede campagnes, minister, maar het is ook wel belangrijk dat we niet alle lokale besturen en zorgzame buurten daar zelf naar laten zoeken. We moeten ook goede praktijken uitwisselen, en die ondersteunen via wetenschappelijk onderzoek. Dat is mijn bijkomende vraag: op welke manier gebeurt dat?
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, uiteraard steunen wij alle maatregelen die genomen worden tegen eenzaamheid, want dat is een belangrijk fenomeen dat helaas in alle leeftijdscategorieën van onze samenleving aan het stijgen is en waartegen we moeten vechten. We moeten proberen er iets aan te doen. We steunen uiteraard alle acties en campagnes. Ik hoor collega Schryvers net zeggen dat er weinig dingen zijn die we kunnen doen om mensen rechtstreeks uit de eenzaamheid te halen, maar dan is het toch wel cynisch dat net vorige week heel veel ouderen hun bus en hun bushalte afgeschaft zagen worden. Er zijn dus wel degelijk dingen die je als Vlaamse Regering zelf in handen hebt om mensen uit de eenzaamheid te halen of ze er niet verder in te duwen. Maar met deze regering doet u, met het openbaarvervoerbeleid, exact het tegenovergestelde. Dat vind ik toch wel bijzonder cynisch.
Maar daarnaast: uiteraard alle steun voor alle maatregelen die er zijn om eenzaamheid de wereld uit te helpen. Maar wees dan alstublieft ook een beetje consequent in heel uw beleid. (Applaus bij Vooruit)
De heer Daniëls heeft het woord
Collega’s, ik denk dat de strijd tegen eenzaamheid en sociaal isolement belangrijk is, zeker met de generaties die ouder worden en langer thuis zullen blijven. Dat is iets waarop we moeten inzetten.
Collega’s, ik verwijs naar een aantal initiatieven die in het verleden vanuit de N-VA-fractie zijn genomen, onder andere Fred & Frieda, van collega Parys, met collega Vaneeckhout. Dat zijn zaken van dichtbij, die effectief nut hebben.
Minister, mijn vraag is: op welke manieren kunnen we lokale besturen nog ondersteunen, om dat effectief uit te rollen, zodat mensen langsgaan? Ik denk dat buurtwerking de sterkste stap is om uit het isolement te komen.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega Schryvers, minister Dalle, het is inderdaad wel wat cynisch. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat dit een goed initiatief is. Ook het feit dat er niet enkel gefocust wordt op ouderen, maar ook op jongeren en andere groepen, en dat eenzaamheid een breed maatschappelijk probleem is, is superbelangrijk. Alle lof daarvoor. Maar het is inderdaad supercynisch dat we dit doen in een periode waarin het nieuwe vervoersplan van De Lijn er net voor heeft gezorgd dat heel veel mensen, in heel Vlaanderen, hun sociaal netwerk veel minder gemakkelijk kunnen bereiken.
Collega Schryvers, u verwijst naar de inspirerende projecten van Zorgzame Buurten, maar u weet uit de begrotingsbesprekingen welk budget er dit jaar wordt stopgezet: de Zorgzame Buurten. Het budget dat daar de voorbije jaren voor was voorzien, loopt nu af. Eind april houdt u nog een groot symposium over wat we uit die projecten haalden, maar er is geen structureel budget voorzien om die projecten verder te zetten. Kom hier dus niet zeggen wat voor fantastisch initiatief een website en wat sensibiliseringscampagnes zijn. Het echte beleid van deze Vlaamse Regering creëert meer eenzaamheid in plaats van minder. (Applaus bij Groen en Vooruit)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Eenzaamheid is inderdaad een groot probleem. Dat is eigenlijk zo ongeacht de leeftijd of de woonsituatie. Daarom hebben we vorig jaar een resolutie goedgekeurd omtrent de intergenerationele samenwerkingsprojecten, ter bevordering van de maatschappelijke zorg.
Dat was naar aanleiding van een heel mooi project, namelijk de rusthuisklas. Daarbij kregen jongeren eigenlijk les in het woonzorgcentrum. We zagen dat dat een enorme meerwaarde had, zowel voor de jongere als voor de oudere. Zulke projecten kunnen ook echt een meerwaarde zijn in de strijd tegen eenzaamheid.
Ik denk dat we daar nog onvoldoende op inzetten. Uiteindelijk moeten we dat op het lokale niveau doen. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om lokale besturen maximaal te ondersteunen om zulke projecten waar te maken.
Minister Dalle heeft het woord.
Om te beginnen met collega Anaf en collega Vaneeckhout: ik denk niet dat het de bedoeling is om het mobiliteitsdebat opnieuw te voeren. Minister Crevits of mezelf cynisch noemen, zou ik onjuist of cynisch noemen. Ik denk dat dat niet klopt.
We investeren vanuit de Vlaamse overheid heel sterk in de strijd tegen eenzaamheid. Het klopt dat dat een aandachtspunt kan zijn in alle beleidsdomeinen, maar vanuit Zorg en Welzijn wordt daar zeker stevig in geïnvesteerd.
Wat de Zorgzame Buurten betreft, is het niet zo correct zoals u het voorstelt. Het is natuurlijk iets dat werd ingesteld door voormalig collega Beke. Het is een initiatief dat werd genomen via een projectoproep, met lokale projecten die daarop ingaan, met natuurlijk de bedoeling om de samenwerkingen die in buurten ontstaan, te verduurzamen.
Ik vergelijk het met een ander project dat ik als minister van Armoedebestrijding goed ken: de lokale bondgenotennetwerken. Dat is een projectoproep die we lanceren voor projecten van twee tot drie jaar. De bedoeling is dat er aan het einde van die periode duurzame effecten zijn. Het zijn geen projecten om een aantal voltijdsequivalenten te financieren. Het zijn projecten die ervoor zorgen dat de strijd tegen eenzaamheid structureel wordt ingebed in lokale structuren.
De voorstelling die u maakt over besparingen, klopt dus van geen kanten. De Zorgzame Buurten zijn een zeer belangrijke extra investering, waar iedereen van erkent dat het een uitstekend initiatief was dat deze legislatuur werd genomen.
Collega Schryvers, u peilt naar de uitwisseling van ‘good practices’, want inderdaad, een ‘one size fits all’-benadering klopt niet. De zorgzame buurten zijn daar een toepassing van. Ik weet dat er in uw gemeente prachtige projecten zijn. Als ik me niet vergis, heette dat ‘wij(k) Zoersel’. Daar werd een goeiedagcampagne aan gekoppeld. Er was blijkbaar gisteren ook een nationale goeiedagcampagne. Dat zijn ook goede voorbeelden om op in te zetten.
Binnen de zorgzame buurten, ook op de websites daarvan, worden ‘best practices’ al goed gedeeld, onder meer via video’s die daar worden gepost. Ik denk dat het zeker een aandachtspunt zal zijn in de evaluatie, om te bekijken hoe er nog betere afstemming kan zijn tussen de verschillende gemeentebesturen over hoe ze dat kunnen aanpakken.
Er is bijvoorbeeld een project binnen de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) om ambtenaren die bezig zijn met armoedebestrijding letterlijk uit te wisselen tussen gemeenten. Op het vlak van eenzaamheid kan ik me voorstellen dat die methodiek ook zinvol kan zijn, zodat gemeenten met een mooi project, in een andere gemeente uitleggen hoe ze dat kunnen aanpakken en dergelijke meer.
U vroeg ook of daar nog extra wetenschappelijk onderzoek naar kan worden gevoerd. Ik kan me inbeelden dat dat zinvol is, en dat er aan het einde van dit jaar – wanneer men de evaluatie tot zich neemt – nog bepaalde onderzoeksvragen aan te pas zullen komen. Want de wetenschappelijke onderbouwing van het beleid lijkt me inderdaad bijzonder belangrijk.
Collega Saeys, ik ben het ook absoluut met u eens. Het is ook helemaal deel van het beleid van collega Crevits dat die intergenerationele contacten ook bijzonder belangrijk zijn. Zoals gezegd, is dit niet enkel een zaak van oudere mensen, ook jongere mensen kampen met problemen van eenzaamheid.
Het klopt dat er prachtige voorbeelden zijn van projecten die intergenerationele contacten en solidariteit versterken. Bijvoorbeeld vanuit het Brusselse beleid, in samenwerking met collega Crevits, hebben we een project gelanceerd in de woonzorgcentra in Brussel. Dat heet ‘Art.is.t.Care’. Daarbij brengen we artiesten en kunstenaars in contact met woonzorgcentra in Brussel. We laten ze echt ter plaatse, ‘in residence’, werken gedurende een aantal weken. Ze overnachten en eten samen met de bewoners.
Zo is er bijvoorbeeld een uitwisseling geweest met het RITCS, de hogeschool in Brussel, om ervoor te zorgen dat er ook echt werd geacteerd, dat er voorstellingen waren in woonzorgcentra. Er was ook een uitwisseling met P.A.R.T.S., een dansgezelschap, waarbij er contact was met een woonzorgcentrum in Brussel.
Dat zijn prachtige initiatieven. Inderdaad, we zijn er ook sterker mee bezig om die initiatieven nog verder in de kijker te zetten, zodat dat ook structureel kan worden veranderd ten aanzien van ouderen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, die projecten Zorgzame Buurten werden inderdaad gefinancierd vanuit relancemiddelen. Die waren voorzien voor twee jaar, maar ik denk dat u toch wat hebt gemist, want eind december heeft de Vlaamse Regering beslist dat er een verlenging kon zijn voor één jaar. In januari hebben die projecten Zorgzame Buurten een vraag gekregen of zij een verlenging wensen, en die kan dus bekomen worden voor een termijn van één jaar. U knikt nee, het is wel degelijk ja. Ik heb zelf de vraag gekregen in mijn eigen gemeente, en niet langer dan gisteren de toezegging dat we bijkomende middelen krijgen voor één jaar.
Collega’s, sociale media laten ons altijd voelen alsof we met iedereen verbonden zijn, maar eigenlijk voelen heel veel mensen zich eenzaam. Het is iets waar we met z’n allen de schouders onder moeten zetten. Een sterk sociaal weefsel, vrijwilligerswerk, verenigingsleven maken daar allemaal deel van uit en zijn allemaal een heel goed middel om de strijd tegen eenzaamheid te voeren. Vanuit Vlaanderen kunnen we daar ook een goed kader rond bouwen om lokale besturen daarin te ondersteunen, denk ik. Ik roep u op om daar verder werk van te maken.
De actuele vraag is afgehandeld.