Verslag plenaire vergadering
Verslag
Om het met de woorden van collega Ronse te zeggen: hulde aan minister Brouns, die over de ring heeft moeten joggen om hier tijdig te geraken.
De heer Sintobin heeft het woord.
Dank u wel, minister, om uw leven te riskeren. Voor mij dan nog, maar het zal voor uw antwoord zijn. (Opmerkingen)
Minister, van de kust tot in de Voerstreek, van Ieper tot in Kinrooi: u zult het waarschijnlijk zelf gemerkt hebben, want het was ook bij u in de gemeente, de actie van Boerenhart Vlaanderen met de omgekeerde straatnaamborden. Daarbij is duidelijk te zien dat die actie over heel Vlaanderen werd gesteund. Sommige burgemeesters en het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) waren niet zo gelukkig, maar ik vond het in ieder geval een ludieke actie.
De boodschap was ook duidelijk. Ik citeer graag Boerenhart Vlaanderen. Waarom hebben ze deze actie georganiseerd? “Heel het Vlaamse platteland laat weten dat de druk op de land- en tuinbouw te hoog is. Geef ons toekomst, of wij, jonge boeren, zijn de laatste generatie van een mooie Vlaamse landbouw- en agro-ondernemingsgeschiedenis”, luidt het.
Minister, net zoals u en net zoals andere fracties hebben ook wij regelmatige contacten en overlegmomenten met landbouwers en landbouworganisaties. Vorige week hadden we nog een overleg met enkele dames die mee met hun man werken in de melkveehouderijen. Ik heb daar toch wel een paar uitspraken gehoord die mij koude rillingen gaven. Die mensen hebben een bedrijf opgebouwd. Ze hebben kinderen die het bedrijf willen overnemen, maar de ene na de andere jonge landbouwer geeft het op en zegt het niet meer te willen doen.
Ook bij andere overlegmomenten komt altijd hetzelfde naar voren, namelijk dat er dus geen toekomst meer is voor de jonge landbouwers in Vlaanderen. Nochtans zijn er een heel pak jonge mensen – en u zult dat ongetwijfeld weten – die heel enthousiast zijn om het bedrijf over te nemen en de stiel verder te zetten.
Minister, wat zult u in de resterende maanden van deze legislatuur nog doen om die jongeren inderdaad een toekomst te geven? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega. Dit is een heel belangrijke vraag. Ik ben uiteraard ook op de hoogte van de actie. In mijn eigen gemeente heb ik het gemeentebord ook op zijn kop gezet weten worden. Men had mij op voorhand ingelicht over die ludieke actie.
Ik besef natuurlijk als geen ander hoe groot de uitdagingen zijn waar onze landbouwsector en uiteraard onze jonge landbouwers, de volgende generatie, voor staan. We moeten inderdaad alles, maar dan ook alles in het werk stellen om die eigen Vlaamse voedselvoorziening, die – en ik herhaal het hier heel graag – bij de meest duurzame in de wereld is, veilig te stellen.
We weten allemaal dat dat vandaag – en ik druk mij diplomatisch uit – een bijzonder uitdagende en moeilijke evenwichtsoefening is: met respect voor de omgeving ondernemen in die dense omgeving in Vlaanderen, met respect voor de biodiversiteit, maar met minstens zoveel respect voor het ondernemerschap van onze landbouwers, en in het bijzonder van die jonge boeren, waar u hier vandaag uw vraag over stelt.
Voor mij is dit daarbij altijd een heel belangrijk leidmotief geweest: de visie die de jonge boeren zelf vooruitgeschoven hebben in de actie die ze hebben gedaan ten aanzien van de Vlaamse Regering, waarbij ze heel duidelijk hebben aangegeven dat ze de handschoen opnemen, dat ze weten hoe groot de uitdaging is en dat ze hun verantwoordelijkheid willen nemen om meer dan ooit duurzaam te ondernemen, binnen de grenzen van onze planeet. Maar zij vragen in ruil eerlijke kansen daarvoor. Ik begrijp heel goed dat op de dag van vandaag bij de jonge boeren nog heel wat vragen en onzekerheden leven met betrekking tot dat toekomstperspectief.
Ik noem heel concreet een aantal elementen. Als we vandaag spreken over het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), hebben we daarin bijzondere aandacht voor onze jonge boeren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de verhoogde VLIF-steun (Vlaams Landbouwinvesteringsfonds) van 65 procent als het gaat over ammoniakemissiearme stallen, de top-up boven de bestaande betalingsrechten, de versoepeling van de voorwaarden voor de vestigingssteun. Dat soort maatregelen zijn heel specifiek op jongeren gericht. Er is het Vlaamse Pachtdecreet, dat u mee gevolgd hebt in de commissie, en waarin we bijzondere bescherming bieden aan de landbouwgronden. Er is de jongerentoets die daarin zit. Er is de Vlaamse eiwitstrategie, de Vlaamse voedselstrategie, de decretale verlenging van de vergunningen die hier collectief is aangenomen voor kerst. Dat zijn allemaal maatregelen die belangrijk zijn voor de toekomst.
Maar ik besef dat we er niet zijn voor die jonge boeren en dat we de boeren in Vlaanderen niet mogen loslaten. We moeten vooruitkijken. Die 2,5 miljard euro die we vrijmaken, is nodig in de toekomst om die zware omslag te kunnen maken. Dat is voor mij heel belangrijk, mijnheer Sintobin, in antwoord op uw vraag om samen met de jonge boeren en heel de sector die grote omslag te maken naar de meest duurzame landbouw van de wereld. Die begint hier in Vlaanderen. (Applaus bij cd&v)
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt natuurlijk gelijk als u zegt dat u enige zaken als minister van Landbouw probeert te realiseren, maar u vergeet één ding erbij te zeggen: dat zorgt natuurlijk niet voor rechtszekerheid.
Jonge landbouwers en heel de sector hebben natuurlijk niet alleen te maken met het stikstofdossier dat we wellicht volgende week nog eens zullen behandelen. Ze hebben ook te maken met een aantal andere zaken die het heel moeilijk maken voor jonge landbouwers en de landbouw in het algemeen. Ik heb het over het zevende Mestactieplan (MAP 7), over administratieve overlast, over – jawel – agressieve controles op het terrein, over torenhoge boetes, over de toegang tot gronden, over betaalbaarheid van gronden, over activistische organisaties zoals Dryade die elke vergunningsaanvraag aanvechten, en ga zo maar door. Ik heb het over banken die geen leningen meer willen verschaffen. Er is heel wat meer aan de hand dan uit uw antwoord blijkt. Het is echt bijna onmogelijk, hoe spijtig ook dat ik dit moet zeggen, voor jonge landbouwers om een bedrijf te starten of over te nemen.
Ik heb nog één vraag. Dit land wordt voor de komende zes maanden Europees voorzitter. Wat zult u doen als minister van Landbouw om een aantal problemen aan te kaarten bij Europa? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Van Hulle heeft het woord.
Minister, zoals u weet, steun ik de landbouwers. Ik steun ook de landbouwers in de actie die de heer Sintobin heeft voorgesteld. Het gaat over rechtsonzekerheid, maar ik wil ook aandacht vragen voor eigendomsonzekerheid.
In het stikstofplan staat in artikel 44 in heel kleine letters dat in de vijf maatwerkgebieden binnen de twee jaar een inrichtingsnota opgesteld moet worden. Dat geeft heel veel huivering en onzekerheid in die gebieden, want de impact op de inrichtingsnota die nog moet komen, is heel onduidelijk. Kunt u daar iets meer over vertellen?
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, uiteraard heeft onze Vlaamse landbouw nog een toekomst. Die toekomst zal er hopelijk anders uitzien dan vandaag.
Een op de vier van onze boeren leeft onder de armoedegrens, een op de zeven maakt enkel verlies. De boerenstiel kenmerkt zich door noeste arbeid, maar die arbeid wordt vandaag niet correct verloond. Om een betere waardeverdeling te krijgen binnen de keten, kunnen onze boeren zich verenigen binnen erkende producentenorganisaties, maar dat is weinig gekend, gebruikt en heel complex.
De N-VA wil daarom oproepen, en dat is ook mijn vraag aan u, minister, om erkende producentenorganisaties actief te promoten om die administratieve lasten te verlagen en ondersteuning te bieden, niet alleen bij de oprichting, maar ook bij de dagelijkse werking. Dat is een van de stappen die nodig zijn om een omslag te maken voor onze Vlaamse landbouw zodat onze boeren weer innovatief, milieubewust en gedreven de akkers en stallen kunnen betreden. (Applaus bij de N-VA)
De heer Vandenhove heeft het woord.
Ik wil beginnen met te zeggen dat wij zeker geen probleem hebben met de actie die op dit moment door een bepaalde organisatie gebeurt om eens de straat op te komen. Maar wij hebben geen enkel probleem met om het even welke actie. Ik vind het een beetje raar dat landbouworganisaties bijvoorbeeld wel actie mogen voeren en klimaatactivisten voor sommigen in dit parlement niet. Laat dat duidelijk zijn.
Wij zijn als Vooruit al heel de legislatuur vragende partij voor een globaal debat over de landbouw in Vlaanderen. Dat komt er niet, met als gevolg natuurlijk dat we in het stikstofdebat of het Pachtdecreet altijd maar over een onderdeel discussiëren, maar nooit over het geheel. Wij zijn voor een toekomstperspectief voor de landbouw, maar de landbouw in Vlaanderen zal enkel mogelijk blijven als het inderdaad een duurzame landbouw is. Er is geen enkele andere keuze. Ik blijf het verkeerd vinden dat de voedselzekerheid in Vlaanderen telkens op dezelfde hoop wordt gegooid als de landbouw.
Het is natuurlijk voor het deelsegment van de varkensteelt goed dat op dit ogenblik opnieuw meer varkens naar China kunnen worden uitgevoerd, maar dat is niet de toekomst van de landbouw in Vlaanderen. De toekomst is voedselzekerheid en landbouw voor zover het mogelijk is op de beperkte oppervlakte in Vlaanderen, maar geen landbouw die hoofdzakelijk gericht is op export. (Applaus bij Vooruit en Groen)
De heer Dochy heeft het woord.
Collega's, ik kan mij alleen maar aansluiten bij de bekommernissen van de landbouwers omtrent hun rechtszekerheid. Ik heb reeds op verschillende andere fora gezegd dat ik ook weleens beschaamd ben over de manier waarop de sector de jongste legislatuur is behandeld. De onzekerheid waarmee men geconfronteerd werd, is uitzonderlijk. De decretale verlenging van de vergunningen heeft zo lang op zich laten wachten, waardoor veel mensen lang in onzekerheid hebben gezeten. Ze hebben veel onnodige kosten moeten doen, want het bleek dan toch in orde te komen. Het komt waarschijnlijk wel goed, maar uiteindelijk is het onheus dat we op die manier een dergelijke sector behandelen. Het is de enige sector waarmee men dit had kunnen doen.
Anderzijds ga ik niet mee in een verhaal dat alles negatief is. De minister heeft terecht gewezen op een aantal kansen en een aantal mogelijkheden. De economische situatie van de landbouwsector is vandaag heus niet zo slecht. We moeten dus niet denken dat alle landbouwers per definitie in armoede verkeren. Er zijn mensen die inderdaad hun boterham verdienen en er zijn nog landbouwondernemers die kansen voor de toekomst zien. Er zijn veel jonge mensen die geëngageerd naar de toekomst kijken. (Applaus bij cd&v)
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Ik herhaal wat ik ook inleidend heb gezegd: niets doen leidt tot meer onzekerheid en chaos, en daar is niemand bij gebaat. Dat betekent niet dat we er vandaag al zijn, dat voel ik ook. Ik denk dat we de komende maanden en jaren nog een hele evolutie gaan doormaken om die robuuste duurzame landbouw in Vlaanderen stevig te kunnen verankeren.
Collega Sintobin, u verwijst naar een aantal zaken die als bezorgdheid leven bij onze landbouwers. Die zijn mij uiteraard ook bekend. Ik deel die zorgen. Ik denk dat we er inderdaad over moeten waken dat ondernemers die vandaag in Vlaanderen ondernemen, per definitie met een zekere mate van onzekerheid moeten kunnen omgaan, maar er zijn grenzen. Ik denk dat die grenzen bij onze landbouwers op bepaalde punten zeker bereikt zijn.
De vraag over het Europese voorzitterschap is een terechte vraag. Ik ben een bondgenoot van president Macron wanneer hij zegt dat, als we handelsakkoorden met het Zuiden sluiten, we ervoor moeten zorgen dat er een gelijk speelveld is. Wanneer we een Argentijnse biefstuk importeren bijvoorbeeld, moet die even streng gecontroleerd worden als ons eigen voedsel.
Wat betreft die eigendomsonzekerheid en de maatwerken, collega Van Hulle, kan ik antwoorden dat het vooral belangrijk is dat we een gelijkheid kunnen integreren in de perimeters. Er zijn geen bijkomende voorwaarden opgelegd, het is niet zo dat daar een bijkomende emissiereductie nodig is, maar het is wel zo dat we door dat maatwerk een flankerend beleid in andere maatwerkgebieden mogelijk maken. We krijgen dus een gelijke benadering tussen die maatwerkgebieden. Indien er hydrologische ingrepen nodig zijn, dan zal dat niet in een speciale beschermingszone (SBZ) zijn. Dat zijn alvast enkele verduidelijkingen op terechte vragen, die vandaag ook leven op het terrein. We gaan op het terrein ook uitleggen wat het concreet allemaal betekent.
Wat betreft de producentenorganisatie: dat is een Europese aangelegenheid die wij vanuit Vlaanderen al maximaal steunen. Ik denk inderdaad u daar een punt hebt en dat het belangrijk is om dat ook in de toekomst maximaal te blijven steunen. (Applaus bij cd&v)
De heer Sintobin heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het gaat natuurlijk over meer dan de problematiek in Vlaanderen. In Frankrijk, Nederland en Duitsland worden de landbouwers geviseerd en komen ze in opstand – soms om andere redenen, maar toch. Sommige regeringen en partijen schijnen niet te beseffen dat de landbouwsector in Vlaanderen een belangrijke economische sector is. Het gaat dan niet alleen over de tienduizend boeren of meer, het gaat rechtstreeks en onrechtstreeks over 150.000 jobs. Dat zijn er veel meer dan INEOS in de Antwerpse haven.
Sommige partijen voeren een nieuwe campagne voor meer welvaart, maar dat is dan alvast niet voor de landbouwsector. Andere partijen voeren campagne rond respect, alvast ook niet voor de landbouwers. Wij, het Vlaams Belang, laten de landbouwers, hun gezinnen en hun families niet vallen. Als de vraag wordt gesteld of er nog toekomst is voor de landbouw in Vlaanderen, dan zeggen wij altijd volmondig ‘ja’, zonder compromissen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.