Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de uitrol van de digitale meter
Actuele vraag over de digitale meter
Verslag
Ik heb de heer Coenegrachts nog niet gezien, dan is het nogal moeilijk om een vraag te stellen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ambtsgenoten en goede Vlaams Belangcollega’s, ik heb het hier vorige week ook gezegd: hoe dichter we bij de verkiezingen komen en hoe meer de beleidspartijen de hete adem voelen van de populairste partij van Vlaanderen, het Vlaams Belang, hoe meer ze tekenen van gezond verstand beginnen te vertonen, al hebben ze daar dan nog wel een zetje voor nodig van gevestigde instituten, zoals in dit geval de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen of SERV. De SERV stelt duidelijk dat het feit dat iedereen in Vlaanderen digitale meters wordt opgedrongen, peperduur is, veel duurder dan verwacht, en de voordelen van die digitale meters zijn een pak lager dan verwacht. Digitale meters gaan ook veel minder lang mee en bij ons zijn ze dubbel zo duur als in de rest van Europa. Mogelijk loopt het totaalbedrag op tot wel 3 miljard euro. Dat betekent ongeveer 1000 euro extra op de energiefactuur van elk Vlaams gezin.
De afgelopen jaren, minister Demir, heb ik u herhaaldelijk bekritiseerd omdat u de digitale meters verplicht, omdat u mensen op kosten jaagt en omdat u de mensen die geen digitale meter willen, laat vervolgen als misdadigers. U hebt onze kritiek – en u doet dat nu misschien ook niet, want ik zie dat u niet geïnteresseerd bent – … (Opmerkingen van de voorzitter)
… nooit serieus willen nemen. Telkens opnieuw liet u verstaan dat u doorging met dwangmatige regelneverij om de digitale meters door de strot van elke Vlaming te rammen. Tot vandaag. Want met de verkiezingen in zicht, en nadat de digitale meter reeds werd geïnstalleerd bij zowat de helft van Vlaanderen, wilt u de verplichting van de digitale meter plots toch herbekijken. Ja, zo lees ik het in de media. U schudt van nee, dus is mijn vraag: legt u dat maar eens aan mij, en vooral aan al de mensen die hier nu al jaren misnoegd over zijn, uit. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Collega’s, minister, op basis van een kosten-batenanalyse in 2020 werden er een aantal beslissingen genomen, waarbij de uitrol van de digitale meter prioritair en niet-prioritair werd gestart. Eind vorig jaar zaten we op ongeveer 50 procent van de mensen die ondertussen een digitale meter hebben. Eind 2024 zal dat 65 procent zijn. Dat is weliswaar niet de doelstelling die vooropgesteld werd, maar corona en het tekort aan arbeidskrachten hebben daar een rol in gespeeld. Eind 2025 zouden we 80 procent moeten halen.
En dan kregen we vorige week het advies van de SERV. Op zich is het verdienstelijk dat er zo’n berekening wordt gemaakt, maar de communicatie geeft dan plots de indruk dat die digitale meter totaal niet nuttig is. Dat is vooral omdat men vooroploopt op een kosten-batenanalyse die nog geactualiseerd moet worden en vooral focust op de kost, zoals bijvoorbeeld dubbel zo duur als in de andere landen van Europa. Maar eigenlijk weet men niet hoe in de andere landen van Europa die kosten-batenanalyse wordt gemaakt. Men spreekt niet over de baten, die er bijvoorbeeld zelfs voor privé-eigenaars zijn. Zeker als we zien hoeveel honderdduizenden privé-eigenaars erbij gekomen zijn na 2021 die, dankzij de digitalisering, minder last zullen hebben van het uitvallen van omvormers. Het is ook goed voor mensen die een maandfactuur willen, voor mensen die energie willen besparen en direct willen controleren of het iets oplevert, goed voor de fraudebestrijding, goed voor minder investeringen in het net.
En dus is mijn vraag, minister: als ik alles in overweging en in overschouwing probeer te nemen, wat zijn dan de volgende stappen die u zult nemen om in dit dossier klaarheid te scheppen? Dank u. (Applaus bij de N-VA)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, de digitale meter is in de richting van een meer duurzaam elektriciteitsgebruik een onmisbare schakel om het verbruik beter te monitoren en om slim te leren omgaan met elektriciteit op piek- en daluren. Een recent rapport en advies van de SERV heeft twijfels doen rijzen over de maatschappelijke kosten en baten van de uitrol van die digitale meter. Natuurlijk is dat op een moment dat bijna de helft van Vlaanderen voorzien is van zo’n meter en eigenlijk verplicht was die meter aan te nemen, waardoor – alle reacties in ogenschouw genomen – mensen zijn beginnen te twijfelen. Mensen hebben vragen en er werd chaos gecreëerd op het terrein. Ik zou vandaag niet graag in het callcenter van Fluvius actief zijn. De vragen of men dit mag weigeren dan wel of men het verplicht moet plaatsen en vooral de vragen van mensen die het verplicht hebben moeten plaatsen, tegen hun goesting, komen nu allemaal boven.
Ze komen nu allemaal boven, en ze hebben op het terrein zeer veel onduidelijkheid gecreëerd, maar het heeft vooral ook het draagvlak opnieuw ondermijnd, en dat is nog problematischer. Minister, de belangrijkste vraag is vandaag dan ook: hoe gaat u om met dat draagvlak, hoe gaat u het draagvlak voor de digitale meter herstellen? (Applaus van Stephanie D'Hose)
Minister Demir heeft het woord.
Goeiemiddag, collega’s. Ik wil eerst even zeggen dat de digitale meter niet bij iedereen in Vlaanderen even populair is. Dat heeft natuurlijk deels te maken met de geschiedenis: het arrest van het Grondwettelijk Hof over de terugdraaiende teller. Dat is een vaststaand feit, denk ik. Daar kunnen we weinig aan veranderen. Ik denk dat we in het advies van de SERV niet moeten lezen dat we het hele systeem van de terugdraaiende teller zullen kunnen terugdraaien. Dat mogen we daar niet in lezen. Dat is één.
Verder is de uitrol van de digitale meter gebeurd na een kosten-batenoefening. Het is ook heel logisch, als de overheid een beslissing neemt, dat dit gebeurt aan de hand van een kosten-batenanalyse. We hebben die van 2020 nog eens opnieuw laten bekijken. Het is de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) die dat doet, als onafhankelijke regulator. Daaruit bleek ook dat het nog altijd gunstig is. De Europese richtlijn is er ook heel duidelijk in dat we moeten gaan voor een uitrol bij minstens 80 procent als de kosten-batenanalyse gunstig is. In die zin klopt de stelling van de SERV niet, dat er geen Europese verplichting zou zijn om naar een uitrol van 80 procent te gaan tegen eind 2024. Dat is één iets in het advies dat we wel moeten rechtzetten.
Ik heb aan de VREG, nog niet zo lang geleden, gevraagd om de uitrol van de digitale meter opnieuw te laten actualiseren, nog voor het advies van de SERV. Dat heb ik gedaan naar aanleiding van de Europese richtlijn rond het ‘Gas Package’. Ik heb gevraagd om te bekijken of het voor aardgas nog nuttig is, en wat de kosten-baten daar zijn. Dat was dus al gevraagd voor het advies van de SERV. Ik vind het natuurlijk wel jammer dat de SERV vooruitloopt op het feit dat er al een advies gevraagd was om heel specifiek te kijken naar een speciale doelgroep rond de gasmeters. Maar bon, dat advies van de SERV is er.
De SERV suggereert heel duidelijk, op alle voorpagina’s en op de radio, dat de kostprijs van de digitale meter in Vlaanderen het dubbel zou zijn van elders in Europa. Fluvius liet mij intussen wel weten dat het de berekeningen van de SERV betwist. Volgens hen kloppen die berekeningen niet en is de Vlaamse digitale meter slechts half zo duur als wat de SERV stelt, en dus in lijn met de Europese gemiddelden qua kostprijs.
Het advies is er, en we kunnen niet doen alsof we het niet gezien hebben. Het stond ook op alle voorpagina’s. Ik denk dat mevrouw Bollen in haar vorige leven nog politiek actief was met die digitale meter, maar nu brengt ze natuurlijk een ander advies uit, en dat stond natuurlijk op alle voorpagina’s. Ik denk dus dat het niet meer dan normaal is dat ik aan de SERV gevraagd heb om het advies, dat ik al gevraagd had naar aanleiding van de Europese richtlijn rond het Gas Package, versneld te bekijken. Ik denk dat er twee vragen spelen. Ten eerste de timing van 2024, want we hebben achterstand gehad door corona en dergelijke, dus is de vraag of we die timing nog moeten aanhouden dan wel of we het wat meer moeten spreiden. Ten tweede is er de vraag voor de specifieke doelgroep van de digitale gasmeters, of het kosten-batenverhaal daar nog klopt. Dat zijn dus de zaken die nu versneld zijn gevraagd aan de VREG.
Op 7 februari is er ook een hoorzitting in het parlement. De SERV, Fluvius en de VREG komen dan naar het parlement. Ik hoop dat er dan ook wat meer duidelijkheid zal komen.
Ik wil ook benadrukken dat we inzake de digitale meter ook een aantal voordelen moeten opnoemen.
Ik denk bijvoorbeeld aan het vermijden dat je de meterstanden bijhoudt met pen en papier. Ik denk bijvoorbeeld aan mensen die zonnepanelen hebben. Als er een defect is, kan dat veel sneller worden opgespoord. Ik denk bijvoorbeeld ook aan energiedelen. Als je geen digitale meter hebt, kun je ook niet energiedelen. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de honderdduizenden gezinnen die ondertussen een maandelijkse factuur hebben gevraagd in functie van hun reëel gebruik. Zonder een digitale meter kun je die zaken ook niet doen. Dus we mogen het kind niet met het badwater weggooien.
Ik denk dat het niet meer dan normaal is dat we de kosten-batenanalyse actualiseren. Dat werd al gevraagd naar de digitale gasmeter toe. Ik denk bijvoorbeeld ook aan leegstaande gebouwen, om te onderzoeken of dat daar nuttig is of niet. Die oefening gebeurt nu versneld.
Natuurlijk is het altijd gemakkelijk om overal tegen te zijn, mijnheer Van Rooy. Dat is heel gemakkelijk. Maar dan denk ik dat u daarbij ook moet durven zeggen dat, als we die digitale meter niet invoeren, je veel meer moet investeren in het versterken van onze netten. Dan moet u dat ook durven zeggen. Tenzij u een andere toveroplossing hebt die ik niet zie, en die de mensen in de energiesector ook niet zien.
Dat was destijds de reden waarom de overheid dat heeft gezegd, net zoals de meeste Europese landen trouwens. Want stel dat een analoge meter kapot is, dan wordt er geen analoge meter meer besteld, tenzij we die in Rusland kunnen halen, maar dat gaan we niet doen, want dat is dan ook niet goed, denk ik.
Nu is het een kwestie van – hopelijk toch – heel snel een geactualiseerde versie te krijgen van de kosten-batenanalyse van de VREG, en om de berekening die Fluvius nu heeft gemaakt, naast de berekening van de SERV te zetten.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik citeer Testaankoop: “Voor een heel groot deel van de mensen is de winstmarge van zo’n digitale meter niet groot. We zeiden al in 2018 dat die kosten zwaar onderschat werden en pleitten daarom voor keuzevrijheid. Consumenten zouden niet zomaar opgezadeld mogen worden met iets waar ze helemaal niet om gevraagd hebben.”
We horen getuigenissen van mensen die spijt hebben dat ze een digitale meter hebben moeten laten plaatsen. We horen mensen die de traditionele analoge meter verkiezen, en we horen mensen die bezorgd zijn – terecht bezorgd – over hun veiligheid, gezondheid en privacy.
Het is dus niet meer dan redelijk, mevrouw Demir, niet meer dan rechtvaardig, dat mensen in Vlaanderen de vrijheid krijgen om de digitale meter te weigeren, of om weer over te schakelen op een analoge meter, zonder dat ze daarvoor worden beboet.
Minister, mijn vraag aan u is zeer duidelijk. Blijft u kiezen voor dwang en boetes, of kiest u eindelijk principieel voor de keuzevrijheid van de Vlaming? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Zo kan ik ook voorbeelden geven van mensen die wel blij zijn dat ze een digitale meter hadden tijdens de energiecrisis. Want door de enorm dure prijzen begonnen die mensen plots te beseffen dat ze thuis iets moeten doen: hun verwarming lager zetten, wat meer licht uitschakelen enzovoort.
Die konden onmiddellijk het resultaat van die actie zien op hun digitale meter. Honderdduizenden mensen hebben de app gedownload bij hun leverancier. Dan konden ze zien hoeveel iets hen heeft opgebracht. Dat is dan het voordeel.
Waarvoor we wel moeten opletten, denk ik, is dat we geen situaties moeten definiëren waarbij er eventueel een andere uitrol kan worden voorzien. Ik zou dit vragen aan de regulator. Het is de regulator die eigenlijk een duidelijke opdracht moet krijgen vanuit de politiek.
We kunnen inderdaad opgeven met welke elementen ze rekening moeten houden, maar dan is het aan hen om in functie van een bepaalde situatie te kijken, welke kosten-batenanalysen nog beter kunnen, of niet. Ik denk dat dat de duidelijke opdracht moet zijn.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk dat niemand er tegen kan zijn dat we de maatschappelijke kosten en baten blijven monitoren en goed in kaart brengen.
U hebt gelijk dat de vraag zich stelt met betrekking tot de gasmeter. We willen af van gas. We willen dat uitfaseren. Is de investering in een digitale meter daarbij nog nodig? Dat kunnen we ten gronde bekijken, maar van elektriciteit weten we dat het de toekomst is. Daarbij is er inderdaad een individueel belang. Ik denk dat particulieren daarvan kunnen profiteren, maar er is ook een maatschappelijk belang, want we weten allemaal dat ons net gevoelig is voor de piek- en dalmomenten.
Als je het verbruik van die elektriciteit veel beter kunt spreiden, dan heb je minder risico’s op uitval van elektriciteit. Ik denk dat het daarom nodig is dat we met die uitrol verder blijven doen, dat we die misschien differentiëren en bekijken voor welke doelgroepen of in welke situaties het minder nuttig is. Ik kan mij voorstellen dat die er zijn, maar in het algemeen is dit ‘the way to go’. ‘Stick to the plan’, dat is de opdracht voor deze regering.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, de energietransitie is een gigantische uitdaging. Het is een gigantische uitdaging voor onze samenleving, wat heel veel vragen oproept bij heel veel inwoners, en terecht, want dat is niet evident. En wat hebben we dan op dat moment nodig? Een overheid die lijnen uitzet, die een koers bepaalt en die daaraan vasthoudt, die zegt waar we naartoe gaan. Wat hebben we niet nodig? We hebben geen ministers nodig die eerst iets willen versnellen, de uitrol van de digitale meter, om die dan een paar jaar later ineens te gaan terugschroeven.
U zegt nu dat de SERV te voorbarig is. De SERV had dat niet mogen communiceren. Het is niet dan dat het probleem ontstaan is. Het probleem is ontstaan op het moment dat u zei dat het rapport van de SERV – het advies van de SERV – een kwestie van gezond verstand is. Het moment dat u dat rapport aangreep om het draagvlak van de digitale meter volledig onderuit te halen, dat is het moment dat bij heel veel inwoners heel veel vragen zijn ontstaan.
Dus minister, laat het draaien met de wind maar aan de windmolens over. Hou vast aan uw koers. Dat is wat we nodig hebben. (Applaus bij Groen)
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, ik denk dat ik in dezen vrij consequent kan zijn, want ik heb altijd al, namens mijn partij, de nodige vragen gesteld bij de uitrol van die meter, daar kunnen velen van getuigen, zelfs lang voordat collega Van Rooy ze ontdekt had. Maar hoe meer van die meters we uitrollen, hoe meer het blijkt dat dat ook terecht is. Op dit moment is de kosten-batenanalyse simpel: in veel gevallen hebben alleen Fluvius en de telecomoperatoren er iets aan en hebben de burgers bij wie die digitale gas- en elektriciteitsmeters ondertussen geïnstalleerd zijn, er eigenlijk helemaal niks aan, want in de meeste gevallen doet die meter gewoon wat de oude meter ook deed. Er zijn theoretische voordelen, maar voor de meeste mensen worden die niet gebruikt. Alleen, ze betalen er wel voor.
Minister, mijn vraag is dan ook heel simpel. Zou het niet logisch zijn om hier en nu te stoppen met de verplichte uitrol en die meters alleen nog te installeren ofwel bij wie er een voordeel aan heeft en ze dus wil, ofwel bij wie die meter stuk is? Maar vooral, zou het niet veel logischer zijn om de kosten van die meter vandaag te laten betalen door diegene die er voordeel aan heeft? Dat is de kosten-batenanalyse die u moet maken. Voor Fluvius is het een besparing op personeel. Wel, laat Fluvius dan de kosten daarvan betalen, in plaats van de burger die hem thuis heeft staan en die er eigenlijk niks aan heeft. (Applaus bij Vooruit en van Jos D’Haese)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, u hebt gesproken. U was in het nieuws. Vorige week was u in het nieuws met uw mening over de digitale meter. Ik krijg wel vaker reacties als u in het nieuws bent, maar zelden heb ik zoveel emotionele reacties gekregen, zowel van mensen met een digitale meter die zich enigszins bedrogen voelden als van de anderen die dachten en hoopten dat u de terugdraaiende teller opnieuw ten eeuwigen tijde zou gaan invoeren. Dat is wel wat jammer, dat die communicatie op die manier is gebeurd. Vandaag klinkt u inderdaad genuanceerder.
Het is belangrijk dat we conclusies trekken op basis van feiten en cijfers. Een van de zaken die heel veel mensen bijvoorbeeld verkeerd hebben begrepen uit de communicatie van vorige week, is dat die digitale meter niks kost aan de individuele klant. Collega Tobback stelt hier nu wel voor om mensen te laten betalen voor hun digitale meter. Ik vind dat wel heel speciaal, dat de socialisten de kosten gewoon willen doorrekenen, de factuur willen doorrekenen naar de individuele klant die de digitale meter vraagt. Dat vind ik wel heel straf, en dat lees ik in geen enkel advies en in geen enkel rapport. Belangrijk: wat wel in het rapport staat, is dat we meer moeten focussen op de baten. De SERV vraagt bijvoorbeeld om te focussen op de terugleververgoedingen, maandafrekeningen, dynamische contracten die volgens Elia tot 300 euro kunnen besparen voor wie een elektrische auto heeft.
De vraag is heel eenvoudig, minister: op welke manier zult u ervoor zorgen dat de baten van de digitale meter bij de Vlamingen terechtkomen?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, onlangs hebben ze bij mij huis zo’n digitale meter geïnstalleerd. Na u gehoord te hebben, dacht ik dat mijn energiefacturen zouden zakken en mijn verbruik naar beneden zou gaan, maar er is eigenlijk gewoon helemaal niks gebeurd. Ik had het moeten weten, want twaalf jaar geleden schreef Tom De Meester, energiespecialist van de PVDA, in 2012 in Knack dat slimme meters een dom idee zijn. Alle studies die op vraag van de Europese Commissie zijn gevoerd, maken duidelijk dat een brede uitrol van slimme meters niet rendabel is. De Federale Regering voert de meters af, maar de Vlaamse Regering doet gewoon verder. Uit een Mechels proefproject van Eandis blijkt nochtans dat het effect minimaal is, namelijk amper 3 procent minder verbruik van elektriciteit, en voor aardgas is er zelfs geen invloed. We hebben ons daarom met de PVDA altijd verzet tegen die verplichte uitrol van die digitale meter, zeker toen mensen met zonnepanelen daardoor in de zak werden gezet. Jullie deden toch gewoon verder, met boetes enzovoort.
Minister, vandaag is de vraag of, als u zelf al in de pers tot de conclusie komt dat het sop de kool niet waard is, het dan geen tijd wordt om die verplichting af te schaffen en die meter vrijwillig te laten plaatsen door mensen die dat willen. (Applaus van Lise Vandecasteele)
Minister Demir heeft het woord.
Bedankt, collega’s. Ik wil toch wel duidelijk stellen dat, als de SERV een advies brengt dat op alle voorpagina's van de kranten verschijnt en op de radio te horen is en bepaalde informatie brengt waar elke burger zich van afvraagt of die kosten en baten wel kloppen, omdat het nu duurder is dan de Vlaamse overheid vier jaar geleden heeft gezegd, ik het niet meer dan normaal vind dat ik op zijn minst zeg dat we dat gaan nakijken. Het zou toch straf zijn mocht ik dat niet doen? Moet ik doen alsof we dat advies niet hebben gezien? De SERV is niet zomaar een adviesraad en zou bestaan uit alle slimme koppen van Vlaanderen. Als zij met die informatie komen op alle voorpagina’s en alle Vlamingen zich afvragen of het klopt dat dat dubbel zo duur is dan in de rest van Europa, dan vraag ik mij hetzelfde af en laat ik dat nakijken. Dat is toch niet meer dan normaal als minister?
Besturen betekent ook bepaalde zaken, of die nu juist zijn of niet, op zijn minst goed bekijken. Fluvius heeft een eerste berekening gemaakt. Zij zeggen, op basis van die berekeningen, dat het niet klopt. Dat is een eerste analyse. Wij zitten aan de gemiddelde kosten binnen Europa. Ik denk dat het nu aan de VREG is, die in 2020 duidelijk heeft gezegd dat die kosten-batenanalyse voor de digitale meter gunstig is. Je moet dan ook voor een maximale uitrol gaan, en die is volgens de Europese richtlijn 80 procent. Wij hebben dus in Vlaanderen gezegd dat we voor die 100 procent gaan, wat ik niet meer dan normaal vind. We hadden al veel eerder gezegd dat we eens opnieuw zouden gaan kijken naar de kosten en baten van de digitale gasmeters. In het kader van het advies van de SERV wordt dat nu versneld bekeken.
Eigenlijk zou de reactie van elke minister bij zo’n wijdverspreid advies moeten zijn om dat te checken. Mijnheer Van Rooy, u bent tegen alles, dat is waar, maar dan moet u misschien eens zeggen waar u wel voor bent. (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Ja, keuzevrijheid …
Als we kijken naar Europa, dan zit heel Noord-Europa al rond die 100 procent, inclusief Frankrijk, Italië, enzovoort. De Oostbloklanden doen het nog slechter dan Vlaanderen, dat aan 50 procent zit. Digitalisatie is belangrijk, en als samenleving hebben we altijd gezegd dat we daarvoor gaan en meegaan met de tijd. Zelfs zonder een verplichting of Europese richtlijn of wat dan ook, is een digitale meter sowieso nuttig. In de digitale meter zit ook een spanningsmeter. Mijnheer Van Rooy, u en uw fractie klagen altijd wanneer de zonnepanelen uitvallen. Aan een digitale meter zit ook een spanningsmeting, en dat betekent dat Fluvius proactief ziet waar dat zonnepaneel is uitgevallen en bijgevolg op tijd kan investeren. Dat is bijvoorbeeld wat onder andere die digitale meter doet.
Zonder reclame te hebben gemaakt – we hebben nog geen sensibiliseringscampagne of wat dan ook gedaan –, zien we dat er al honderdduizend gezinnen een maandelijkse facturatie doen op basis van reëel verbruik. Mijnheer D’Haese, u kunt dat ook doen, maar u kunt die energiefactuur waarschijnlijk betalen. Ik denk dat het voor heel veel mensen nuttig is om hun reëel verbruik … Er worden soms onterecht te veel voorschotten gevraagd. Het is dankzij die digitale meter dat honderden, duizenden gezinnen effectief … (Opmerkingen van Jos D’Haese)
Ja, mijnheer D’Haese, u verdient genoeg. U kunt dat allemaal betalen. Met de voorschotten die u betaalt, speelt u bank voor de grote energiereuzen, maar wij vinden het belangrijk dat mensen aan de hand van een maandelijkse facturatie hun effectieve verbruik betalen. Er zijn, zonder dat we daar mondelinge reclame of wat dan ook voor hebben gemaakt, al honderdduizend gezinnen die dat doen. Zij kunnen dat alleen maar doen als er daar een digitale meter is, collega’s.
Tot slot, aan de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), de enige die bevoegd is, hebben wij gevraagd om de kosten-batenanalyse te actualiseren, om zeker heel specifiek de timing en vooral ook de digitale gasmeter te bekijken. Ik noteer dat op 7 februari 2024 de drie reuzen, VREG, Fluvius en Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), naar een hoorzitting komen. Zij zullen dan ook hun standpunten bekendmaken. Het is misschien nuttig dat bijvoorbeeld die van Testaankoop ook kunnen met hun besognes. Ik heb daar geen probleem mee.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister Demir, het dossier van de digitale meters is, zo blijkt vandaag, een schoolvoorbeeld van slecht bestuur. Als gevolg van de klimaathysterie, de elektrificatiedwang, werd door deze Vlaamse Regering veel te snel en op roekeloze wijze beslist dat iedereen in Vlaanderen verplicht digitale meters moet hebben. Net zoals het pas ingevoerde dure capaciteitstarief is de digitalemeterplicht het zoveelste voorbeeld van een beleid waarbij niet de keuzevrijheid en de portemonnee van de Vlamingen vooropstaan, maar wel de controledrang en de schatkist van de Vlaamse overheid.
Deze Vlaamse Regering is een marionet van het globalistische World Economic Forum, waar minister-president Jambon zich op dit moment bevindt. Het Vlaams Belang daarentegen, mevrouw Demir, is de Vlaamse PVV, de Vlaamse Partij voor de Vrijheid. Vóór de keuzevrijheid van de mensen en tégen de toenemende dwang en regelneverij van deze Vlaamse ‘roverheid’. (Applaus bij het Vlaams Belang. Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
De heer Gryffroy heeft het woord.
Als je een dergelijk advies leest, is het zeer goed en logisch om spontaan tot de actie over te gaan, om inderdaad de vorige kosten-batenanalyse te herevalueren. Maar je moet er dan uiteraard wel voor zorgen dat je appels met appels vergelijkt. De enige die dat nu op een deftige manier kan doen, is de regulator, omdat zij de modulering hebben. Zij zijn de enige die kunnen vergelijken met het buitenland om te weten of we nu ja of neen dubbel zo duur zijn. Zij kunnen bekijken of er met dezelfde parameters wordt gewerkt, zodat we appels met appels vergelijken.
Bovenal vind ik het heel belangrijk – en ik zal het blijven benadrukken – dat ook de baten belangrijk zijn. We hebben het inderdaad over fraudebestrijding, over niet-uitvallende omvormers, over mensen die een maandfactuur willen, maar ook en vooral over mensen die iets willen doen aan hun eigen verbruik en die onmiddellijk het resultaat willen zien met de app die ze hebben gedownload. Dat zijn er iedere dag meer en meer. (Applaus bij de N-VA)
De heer Coenegrachts heeft het woord.
De echte PVV was natuurlijk de Partij voor Vrijheid en Vooruitgang! (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Als we u laten doen, beste collega’s van het Vlaams Belang, gaan wij terug naar het analoge tijdperk, naar meters die ze niet meer maken, dan schrijven we weer met perkament en veer. Wij maken de keuze om vooruit te gaan, om verder te gaan met de digitalisering, om ons verbruik beter te monitoren, beter te sturen en beter in evenwicht te brengen, zodat iedereen die thuiskomt, het licht kan aandoen en zodat het licht gaat branden en niet gewoon uitvalt.
Minister, als het aan ons ligt, ‘stick to the plan’, blijf bij die uitrol. Je wilt het juridisch moeras niet meemaken dat de ene helft verplicht was en de andere helft van Vlaanderen mag kiezen. We gaan dus op deze weg doorgaan, en we gaan Vlaanderen elektrificeren omdat dat beter is voor onze welvaart. (Applaus van Marino Keulen)
De actuele vragen zijn afgehandeld.