Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Vlaamse prioriteiten voor het EU-voorzitterschap
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, gisteren hebt u uw plannen uit de doeken gedaan wat het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie en de Vlaamse invulling ervan betreft. Ik noteerde drie zaken uit uw communicatie.
Ten eerste legt u bepaalde accenten, op economie, op cultuur. Zo waarschuwt u ervoor dat de staatssteun in diverse Europese landen toch wel in ons nadeel kan zijn. Ik vind dat een terechte opmerking. Ik vind dat we daar inderdaad aandachtig voor moeten zijn.
Ten tweede wilt u Vlaanderen in de kijker plaatsen. U gaat in Vlaanderen een internationale top van regio’s organiseren. U gaat daar de diverse Europese regio’s op uitnodigen, maar ik heb u in het verleden al gezegd dat we toch wel iets meer ambitie moeten hebben. Nu plaatsen we onszelf eigenlijk altijd maar op hetzelfde niveau als de diverse Europese regio’s, terwijl, zoals u weet, Vlaanderen internationaal verdragsrecht heeft en toch wel iets meer is dan dat.
Ten derde kondigde u aan samen met burgemeester Bart Somers en met Kristof Calvo een gratis volksfeest te zullen organiseren in Mechelen om de EU te promoten. Ik vind het toch een beetje vreemd dat u zo’n enthousiast voorstander bent om zoveel belastinggeld te spenderen om aan EU-propaganda te doen.
Minister-president, wij stellen vast dat Europa een superstaat aan het worden is, die ons regels opdringt. Ik verwijs naar het stikstofdebat dat onze landbouw de nek omwringt, en dergelijke meer. Mijn vraag is dan ook duidelijk: op welke manier wilt u het Belgische voorzitterschap en de Vlaamse invulling ervan aangrijpen om niet meer vanuit die ivoren toren van de Europese Unie te werken en ervoor te zorgen dat we meer respect krijgen voor de soevereiniteit van de diverse deelstaten? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik heb toch een klein beetje een andere insteek in vergelijking met collega Deckmyn. Vanaf januari tot en met juni is België voorzitter van de Europese Raad. Dan is het van belang en dan is het eigenlijk een opportuniteit dat Vlaanderen zich ook manifesteert als de belangrijkste deelstaat in België. U hebt daar inderdaad over gecommuniceerd op diverse domeinen. Belangrijk daarbij is dat u ook de nadruk gelegd hebt op Flanders Technology & Innovation (FTI). Als ik het goed voorheb, zullen er heel wat evenementen naast culturele evenementen georganiseerd worden in onze verschillende centrumsteden Kortrijk, Gent, Antwerpen, Brussel, Leuven en Hasselt, waarbij de Vlaamse overheid met honderd innovatieve spelers en bedrijven onze laatste innovatieve projecten in de kijker wenst te zetten.
U hebt ook de bedoeling om met een soort van ‘summit of the strong regions’ de sterke regio’s bovenaan te zetten, met onder andere deelstaten in voornamelijk Duitsland, maar evengoed Catalonië, Baskenland en evengoed in Italië waarmee we sterke partnerschappen willen opzetten. Ik denk dat dat juist getuigt van de ambitie en de visie die Vlaanderen toont, net zoals die andere sterke regio’s in Europa. We zijn natuurlijk nog steeds geblokkeerd door die achterhaalde samenwerkingsovereenkomsten van 1994, die dringend moeten worden gewijzigd.
Minister-president, we zitten inderdaad met dat voorzitterschap. Vlaanderen moet daar zijn rol in spelen. Welke opportuniteiten ziet u nog voor Vlaanderen tijdens dat voorzitterschap? Hoe zal de Vlaamse Regering erover waken dat onze belangen ook binnen dat Belgisch voorzitterschap worden verdedigd?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Goedemiddag collega’s, het EU-voorzitterschap biedt ongelooflijke opportuniteiten om de Vlaamse belangenbehartiging binnen de EU te versterken en ook om Vlaanderen in de Europese context op de voorgrond te zetten. Wij doen dit met een gericht en een doordacht programma van bijna honderd formele en veel informele vergaderingen en evenementen. Daarbij zullen we natuurlijk de Vlaamse troeven, de Vlaamse expertise internationaal uitdragen en – daarover gaat het dan ook – belangrijke beleidskwesties voor Vlaanderen op de Europese agenda zetten.
Mijnheer Deckmyn, het klopt dat wij onder de deelstaten wat meer internationale slagkracht hebben. Daar maken we ook maximaal gebruik van. Maar van de andere kant moet ik samen met u met spijt vaststellen dat wij nog geen lidstaat van Europa zijn. Dat onderscheid moeten we toch duidelijk maken.
Voor Vlaanderen staat er wel degelijk veel op het spel en voor de Vlamingen staat er veel op het spel, want je kunt over het Europees niveau zeggen wat je wilt – je kunt het een appreciatie of een depreciatie geven –, maar heel wat Europese regelgeving heeft een enorme invloed op wat wij dagelijks doen. Als je de wetgeving in dit parlement en het parlement aan de overkant analyseert, dan zie je hoeveel er komt wegens Europese regelgeving. Dat valt niet te onderschatten.
Een van de hoofdbekommernissen die wij op de Europese agenda willen zetten, is die tijdelijke maatregel rond het versoepelen van de staatssteunregels. Ik merk dagelijks in investeringsdossiers dat wij moeten vechten. Vroeger was dat tegen Chinezen en Amerikanen, vandaag is dat nog steeds tegen Chinezen en Amerikanen, dus het normale gevecht, maar ook tegen Duitsland en tegen Frankrijk. Het was een tijdelijke maatregel. Normaal loopt die tot eind 2024. Een van de betrachtingen van ons voorzitterschap is om die in te korten en ermee te stoppen en opnieuw het gemeenschappelijk speelveld, het gelijk speelveld te herstellen. Ik denk dat dat enorm belangrijk is voor onze competitiviteit en voor onze industrie. Dat is een van de prioriteiten voor de Raad voor Industrie, die collega Brouns voorzit.
Wij gaan ook onze concurrentiekracht versterken, onze competitiviteitspositie vrijwaren. Dat speelt niet alleen in de industrie, dat speelt ook bij landbouw en visserij. Mevrouw Crevits zit die raad voor. Daarnaast wil Vlaanderen ook blijvend inzetten op de slimme transitie van onze economie rond digitalisering en duurzaamheid. Het feit dat Vlaanderen aan de top staat in Europa qua innovatie en qua technologie, willen we ook tijdens ons Europees voorzitterschap naar voren laten komen, omdat het mijn vaste overtuiging is dat de uitdagingen waar we vandaag voor staan, en ook de uitdagingen van morgen, technologische oplossingen vereisen. Europa kan en moet op dat vlak een faciliterende rol spelen.
Ik ga ook gebruikmaken van ons voorzitterschap om internationale partnerschappen af te sluiten en ook de bestaande te versterken. De leaders meeting die we organiseren, ‘Fit for the Future: Global Challenges, Regional Solutions’, draagt dit uit. Het is een topontmoeting die we op 18 april 2024 doen, en ja, met regeringsleiders van deelstaten, van regio’s, van Länder binnen Europa. Waarom doen we dat? Het Europees Verdrag is heel duidelijk: de Europese Unie moet rekening houden met de interne constitutionele situatie van de lidstaten. Wij merken – en niet alleen wij, want als ik daar met collega-ministers-presidenten over spreek, dan is dat een consensus, een algemeen aanvoelen – dat Europa dat niveau al te vaak overslaat. Dat is niet goed, want als Europa zijn digitaliseringsagenda, zijn groene agenda, de agenda van industrialisatie om de industrie voor te bereiden op de toekomst, wil vervullen, zullen ze dat doen met de regio’s. De bevoegdheden liggen heel vaak in de deelstaten. Tot hier toe zijn er al heel wat ministers-presidenten die aangegeven hebben aanwezig te zijn. Het zijn echt de belangrijkste deelstaten of regio’s binnen Europa, welke verzamelnaam je er ook aan wilt geven. We willen op een constructieve manier de hand uitsteken naar Europa om te zeggen: “Als je dat wilt doen, doe dat, maar doe dat in samenspraak met ook dat niveau.”
Technologie is onze toekomst, zeg ik dikwijls, maar cultuur is onze rijkdom. Ik zal zelf de Raad voor Cultuur voorzitten. De bedoeling is daar om te reflecteren over onze geschiedenis, onze cultuur, onze normen en waarden, en vooral over die Europese identiteit, de wisselwerking tussen cultuur en identiteit, om dat mee op de agenda te zetten. Ook Media en Jeugd zullen uitgebreid aan bod komen. Dat is collega Dalle die dat voorzit.
Wat FTI betreft, mijnheer Vanlouwe, moet ik zeggen: niets is toevallig, maar hier is het nu wel toevallig dat net die FTI-periode in ons voorzitterschap komt. Dat geeft ons inderdaad de gelegenheid om ook op het Europese forum die technologische innovatie van Vlaanderen in de etalage te zetten.
We zullen kritisch zijn waar het moet, want natuurlijk is er heel wat kritiek uit te brengen, maar wij zullen dus heel enthousiast en heel volmondig gebruikmaken van de etalage die ons aangeboden wordt om de troeven van Vlaanderen internationaal kenbaar te maken.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik hoor het u graag zeggen, samen met mij: “We zijn geen lidstaat van Europa.” Ik had gehoopt dat u als N-VA’er eerder gezegd zou hebben: “We zijn nóg geen lidstaat van Europa.”
Maar goed, ik hoor ook collega Vanlouwe verwijzen naar de samenwerkingsakkoorden van 1994. U weet net zo goed als ik dat ik u er bijna maand na maand op wijs dat we daar met een immens probleem zitten, dat u uw eigen bestuursakkoord niet hebt uitgevoerd. Dat vind ik bijzonder jammer wat de samenwerkingsakkoorden betreft. Ik wil u trouwens ook twee citaten toewijzen in deze context. Het eerste citaat luidt: “Ik ben van oordeel dat het Europese niveau erg vaak regelziek is en de prioriteiten niet altijd op een rijtje heeft.” Het tweede citaat luidt: “Wat Europa van Vlaanderen vraagt, is gewoon niet haalbaar. Wij vragen meer realisme van Europa.” U raadt het al, minister-president, het eerste citaat is van de minister van Omgeving en Energie en het tweede is van uzelf. Dus liever dan een kostelijk en propagandistisch feestje te organiseren voor Europa, zou ik liever hebben dat u consequent bent met uzelf en dat u er inderdaad voor zorgt dat u gebruikmaakt van uw voorzitterschap en de EU minder regelziek maakt en ervoor zorgt dat er eindelijk iets verandert op Europees vlak. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik denk dat uw antwoord heeft aangetoond dat Vlaanderen bijzonder ambitieus is. Ik weet dat u het niet kunt zeggen, maar ik kan het misschien wel zeggen: we zijn nog geen lidstaat. Ik hoop dat dat in de toekomst verandert.
Ik vind het alleszins positief dat wij inderdaad met de Vlaamse Regering wel aanwezig zijn op diverse Europese raden. U hebt het gezegd: de Raad Economie, de Raad Visserij, de Raad Cultuur, waarbij er gesproken zou worden over de stopzetting van de versoepeling van die staatssteunregels, het belang van onze visserij, op Europees niveau gesproken zou worden over onze cultuur, over onze identiteit. Ik denk dat we toch degelijk aan die Europese tafel zitten.
Ik vind het trouwens ook bijzonder positief dat u zelf het initiatief neemt. Het is een heel lange naam, maar ik noem het de ‘Summit of the Strong Regions’, waar verschillende Duitse deelstaten, verschillende Länder, aanwezig zijn waarmee we kunnen samenwerken, die ook het belang van Vlaanderen zien op het vlak van innovatie, die zelf bepaalde troeven hebben en ook de onze zien. Ook de top van die sterke regio’s is heel belangrijk.
Ik heb één heel korte vraag. Dit kadert natuurlijk volledig in een Belgisch voorzitterschap. Mijn vraag is dan ook of dit aansluit bij die federale agenda en de agenda van de andere deelstaten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, ik zou op één punt willen terugkomen, de organisatie van de top die u gaat doen met andere regioleiders in Europa. Die zal in april plaatsvinden, hebt u gezegd. Wij vinden dat echt wel een uniek initiatief, omdat we allemaal aanvoelen dat het Comité van de Regio’s … Collega Vanlouwe, we moeten toegeven dat de impact daarvan op Europa niet zo bijzonder groot is. Het zou misschien goed zijn als een top van wereldleiders een terugkerend iets zou kunnen zijn, maar dan moet er wederkerende interesse zijn.
Nu, om dit op die manier te laten plaatsvinden, moet de inhoud dan ook goed en stevig zijn. We wensen u er in elk geval alle succes mee, omdat we denken dat een top van regioministers meer impact zal hebben op de Europese Unie, om de regio’s daar aan meer belang te laten winnen dan wat we nu al allemaal proberen via het Comité van de Regio’s en dergelijke. We zien dat dat toch onvoldoende aanslaat. Veel succes dus.
De heer Aerts heeft het woord.
Vanuit onze fractie hebben we natuurlijk een sterk geloof in de Europese Unie en het project van de Europese Unie. Dat heeft ons al veel voorspoed en vrede voor een heel lange periode gebracht. En het is ook een project van solidariteit. Tegelijkertijd mag het wat ons betreft, ook voor de Europese wetgeving, vaak wat groener en socialer zijn, dat is geen geheim. Het is goed om dat ook wel dichter bij de inwoners te brengen. Op dat vlak steunen wij dit project dus.
Ik ben ook blij te zien dat hier nu ineens veel trots en ook wel ambitie is om in de kijker te lopen met het Europese voorzitterschap. Ik hoop wel dat het meer is dan alleen maar in de kijker willen lopen, want de Vlaamse Regering heeft nu niet bepaald uitgeblonken in constructiviteit als het over Europese toppen gaat. Denk maar aan minister Demir, die op zeven van de negen ministerraden afwezig was, waar er ook meer geblokkeerd wordt binnen ons land dan er nog echt samengewerkt wordt.
Ik hoop dus dat, samen met het in de kijker lopen, ook deze houding verandert en er constructiever naar Europa gekeken wordt, ook in ons eigen land. (Applaus van Jeremie Vaneeckhout)
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Het is een korte periode van zes maanden, we hebben het rotatiesysteem dat ons die beperkte periode geeft, maar we moeten daarin heel ambitieus en sterk uit de hoek komen. U hebt ook al aangegeven dat dat de bedoeling is. Vlaanderen en Europa versterken elkaar al lange tijd, en we zullen dat in die periode heel goed in de verf moeten zetten. Met het project STER denk ik dat we inderdaad hele goede kaarten hebben om dit op een goede manier aan te pakken.
Een aandachtspunt is dat we de deelstaten hebben op federaal niveau, en dus zullen we moeten samenwerken in het kader van dat voorzitterschap. Ik denk dus dat een structureel overleg daar wel aan de orde is.
Nog een uitsmijter. U hebt gesproken over cultuur, maar ik heb u er in de commissie ook al over aangesproken dat dit voorzitterschap ook het momentum is om ons mooie Vlaanderen, onze vele mooie steden en gemeenten, even in de kijker te zetten, nu we de kans krijgen om onszelf ook Europees naar voren te schuiven. Ik denk dat dat evenzeer een zaak is die we als voorzitter van de Europese Raad kunnen meegeven.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, u zegt dat we ervoor moeten zorgen dat er iets verandert op Europees vlak, en dat is zeker waar. De hoofdvraag die hier voor ligt, is niet of Vlaanderen Europees moet wegen, maar wel welke richting het moet uitgaan. Voor ons is het zeer duidelijk dat Europa socialer en eerlijker moet. Misschien moeten jullie van het Vlaams Belang eerst zo stemmen in Europa. Dus niet stemmen voor meer privéjets, niet stemmen tegen bescherming van onze vrachtwagenchauffeurs, niet stemmen voor de bescherming van multinationals en niet stemmen tegen het verhogen van het minimumloon. Ook dat zal doorsijpelen naar hier. (Applaus van Thijs Verbeurgt)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Met het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie stelt zich inderdaad een belangrijke vraag, namelijk welke richting de Europese Unie moet uitgaan. Minister-president, gisteren was er hier in Brussel een zeer grote manifestatie van 10.000 mensen tegen de besparingen 2.0 die de Europese Unie aan de lidstaten wil opleggen. Op die betoging zeiden vakbondsdelegaties uit heel Europa collectief ‘nee’ tegen de nieuwe besparing op ons openbaar vervoer, de zorg en het onderwijs. Ze zeiden ook ‘nee’ tegen een Europa dat lidstaten dwingt om te snijden in alles wat sociaal is en die lidstaten verbiedt om via eerlijke belastingen het geld te gaan halen waar het zit. U zegt daarnet dat u de belangen van de Vlamingen volop wilt verdedigen en behartigen. Deze besparingen gaan de Vlamingen en de Belgen absoluut niet ten goede komen. Onze vraag is dus hoe u staat tegenover die besparingen 2.0 die de Europese Unie wil opleggen aan alle lidstaten?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het is duidelijk dat Europa leeft in alle fracties. Laat me even duidelijk zeggen dat er duidelijke afspraken zijn gemaakt wat betreft de politieke besluitvorming tijdens het voorzitterschap. De voorzitter van de Raad moet, zoals elke voorzitter, proberen een vergelijk te maken, maar aan de andere kant zal de Belgische zetel worden ingenomen door iemand van de deelstaten en vice versa. Daar zullen de standpunten, waarover consensus is binnen de Belgische context, verdedigd worden. Daar verandert dus op zich niets aan.
In het kader van het voorzitterschap is het duidelijk dat het federale niveau, de regio’s en de deelstaten elk een aantal domeinen voor hun rekening nemen. De samenwerking zit in de standpuntbepaling en die is wat ze is. Europa is een politiek niveau en men probeert een vergelijk te vinden van verschillende standpunten, maar dat wil niet zeggen dat je met elk mainstream standpunt of elk meerderheidsstandpunt zomaar akkoord moet gaan. Dat is niet het geval in het Vlaams Parlement en ook niet in andere parlementen. De Vlaamse geleding binnen de Belgische context zal natuurlijk voor de Vlaamse belangen opkomen, en wanneer dat niet strookt met de belangen van de andere gewesten, dan leidt dat, in onze context, tot een onthouding van Vlaanderen op Europees niveau. Ik betreur dat. Ik zou liever die Vlaamse en Franstalige stem op het Europees niveau laten weerklinken zodanig dat we onze belangen rechtstreeks kunnen verdedigen, maar binnen de Belgische context is het niet anders.
Mevrouw Brouwers, ik ben heel blij dat u die top van de regio’s ondersteunt, want u hebt heel goed begrepen waarover het gaat, maar laat me dit zeggen, dit is het uitsteken van een positieve hand. De Europese Commissie is ook uitgenodigd en heeft gezegd dat ze daar naartoe komt. Ik denk dat het in het belang is van heel Europa om die regels … Ik denk dat ik op dat vlak met mijnheer Vanlouwe een beetje van mening verschil. Het Comité van de Regio’s is niet wat het is. Daar zitten ook veel steden in. Ik denk dat dat regionaal en deelstatelijk niveau nauwer bij Europa betrokken moet worden, dus u hebt dat heel goed begrepen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Ik stoor mij een beetje aan het feit dat iedereen zulke mooie verhaaltjes vertelt over Europa en de Europese Unie. Het is heel veel hoerageroep. Wat ons betreft, is het heel duidelijk: dat Europese project is totaal ontspoord. De EU is een superstaat geworden die gaat bepalen wat wij allemaal moeten doen zonder democratische inspraak.
Ik zal duidelijk zijn. Minister-president, is dat waar u voor staat? Is dat wat u de komende periode wilt verdedigen? Het is alvast niet wat wij willen verdedigen. U zou beter het Europese voorzitterschap aangrijpen om meer respect en soevereiniteit te vragen, te eisen, want wij willen meer Vlaanderen en minder Europa. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, ik verschil toch wel grondig van de minister-president. Mijn excuses.
Ik verschil ook van de heer Deckmyn. U hebt bijzonder veel euroscepticisme. Ik weet niet of de Brexit het goede voorbeeld is. Ik stel vast dat we door ons voorzitterschap wel aan de Europese tafel zitten. Ik bedoel wel dat de Vlaamse Regering met verschillende ministers Europese raden gaat voorzitten, in overleg met andere lidstaten, en gaat kijken op welke manier een standpunt kan worden bepaald, op welke manier wij een stempel kunnen drukken. Ik vind het goed dat we dat zullen doen.
Ik kijk uit naar die nieuwe assen met sterke regio’s op diverse domeinen als digitalisering en innovatie. We moeten nieuwe assen durven te leggen binnen Europa. Op die manier zal Vlaanderen sterker en meer gehoord worden door de Europese Commissie. Ons gewicht in Europa zal sterker zijn dan wanneer we minder deel zijn van België. Ik ben, minister-president, ervan overtuigd dat de Vlaamse Regering dat goed zal doen en die Vlaamse stempel op Europa zal zetten. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.