Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, ik heb eens een vraag over iets met een motor, iets wat niet voortbewogen wordt door menselijke kracht, maar door een andere kracht. Het gaat wel degelijk over de zelfrijdende wagens. Collega’s, de Vlaamse Regering zet zwaar in – ik denk aan Flanders Technology & Innovation (FTI) – op innovatie. Dat is ook de kracht van Vlaanderen, van onze kennis. We zien dus dat die zelfrijdende wagens veiliger kunnen zijn. Die kunnen een aantal problemen oplossen, misschien het veiligheidsprobleem, maar ook het fileprobleem, want je krijgt een betere doorstroming. Het kan ook een oplossing zijn voor de logistiek.
Autobouwer Mercedes wil eigenlijk level 3, niveau 3 van zelfrijdende auto’s introduceren op onze wegen via projecten. Máár dat is natuurlijk buiten de progressieve vleugel in het federaal parlement gerekend. De heer Gilkinet is namelijk zo progressief dat hij de vooruitstrevendheid van de zelfrijdende auto’s niet wil zien op onze wegen. Dat vind ik toch heel erg. Dat is zeker nodig in Vlaanderen.
Minister, wat gaat u doen om er toch voor te zorgen dat we de innovatie van de zelfrijdende auto’s – ook al was dat project voor de toekomst – toch niet gaan tegenhouden op onze Vlaamse wegen als proefproject? Ik zou graag horen wat u daaraan gaat doen.
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Meremans, dank u wel voor uw vraag. Ik wil u zeker geruststellen: autonoom vervoer, autonome mobiliteit voor goederen- of personenvervoer is voor mij geen toekomstmuziek meer. Dat is geen sciencefiction meer. Dat is vandaag de dag al realiteit.
U vraagt me wat ik ga doen. Wel, we doen eigenlijk al heel veel. We zijn vandaag al bezig met verschillende proefprojecten waarbij we heel duidelijk zien dat we die technologische vooruitgang, die innovatieve toepassingen omarmen, koesteren. We hebben bijvoorbeeld op Terhills in het Maasland zelfs al een autonoom rijdende shuttle voor twaalf personen, volledig ‘stewardless’. Dat heet level 4. Daar zit geen chauffeur, geen steward meer in. We hebben dus al dergelijke proefprojecten.
Wat doen we ook? We zijn de koploper in Europa in autonoom varen, samen met Nederland. Ook op dat vlak doen we anderen de ogen opentrekken. In Sint-Truiden hebben we DronePort, voor autonoom luchtvervoer.
Kortom, wij omarmen die technologische evoluties. Wij omarmen die innovatie. Ik denk dat we dat juist moeten doen.
Wat hebben we recent nog gedaan? Eind september hebben we het startschot gegeven voor onze Taskforce Autonoom Vervoer. We gaan daar samenzitten met academici, experts, overheden, met heel veel mensen die de nodige knowhow hebben om nog meer onze toekomst voor te bereiden zodat zodra heel de technologische items klaar zijn voor alles wat autonoom rijden aangaat, wij ook klaar zijn qua regelgeving, qua infrastructuur, noem maar op. Ik ben alleszins een believer van die innovatie en ik omarm die volledig.
De heer Meremans heeft het woord.
In elk geval is het fijn dat er reeds een aantal projecten zijn, maar toch baren een aantal dingen mij zorgen. Er zijn de uitspraken van de heer Gilkinet. Die autobouwer wil dus een aantal zaken starten in Vlaanderen. Die kan dat niet omdat die wordt tegengehouden door minister Gilkinet. Als we dan een aantal actoren horen, onder andere van het Vias institute (Vias), maar ook van imec, dan baart me dit toch zorgen.
Ik zou toch graag duidelijkheid willen hebben dat indien constructeurs dat graag willen uitrollen op Vlaamse wegen, daar ook de mogelijkheid voor hebben. Want dat heb ik nog niet gehoord van u, minister. Ik heb wel gezegd dat ik een aantal projecten zeer goed vind en ook apprecieer. De vraag is natuurlijk: kunnen de autobouwers hun projecten hier verder uitrollen?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, collega’s, het is duidelijk dat de uitspraken van minister Gilkinet ingegeven zijn door puur groene ideologische redenen. Als we daardoor de boot moeten missen inzake die technologische vooruitgang, dan zij het maar zo, is blijkbaar de redenering. Alle middelen zijn goed om de mensen te dwingen naar het openbaar vervoer. Gilkinet zou dan beter maar eens zorgen dat zijn NMBS performant, modern en efficiënt wordt, idem dito trouwens voor De Lijn, alleen knelt daar vandaag en wellicht ook morgen nog het schoentje.
Onze fractie is net als u van mening dat die technologie niet kan worden tegengehouden, dat we die boot niet mogen missen. Ook Vias Institute is trouwens voorstander. Die verbeterde technologie zou ertoe moeten leiden dat we tot een betere en efficiëntere mobiliteit komen. Een efficiëntere mobiliteit zal ook een positief effect hebben op het milieu en het klimaat. De redenering van minister Gilkinet is dan ook onbegrijpelijk. De auto, of men dat nu wil of niet, zal een significant deel van onze mobiliteit blijven uitmaken. We staan ook achter de doelstelling van de taskforce autonoom vervoer. De vraag is echter, minister, welke tools hebt u echt in handen om daartoe eventueel de infrastructuur en de regelgeving te creëren, los van die uitspraken van Gilkinet?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, wij zijn uiteraard voor iedere technologische vooruitgang als het werkt en als de mensen er iets aan hebben. Proefprojecten moeten zeker kunnen als ze veilig en verantwoord zijn. Ik denk dat we ook eerlijk moeten zijn, want de uitdagingen op het vlak van mobiliteit zijn gigantisch. Deze week stond het nog in het groot in de kranten: we staan voor het zwaarste filejaar ooit. Zelfrijdende wagens, allemaal goed en wel, maar we moeten ervoor zorgen dat die kunnen rijden, anders gaan die samen met alle andere wagens gewoon stilstaan in de file. Dan hebben we een zelfstilstaande wagen. Gaat u ervoor zorgen dat er een beleid komt om de steeds langer wordende files aan te pakken, zodat alle wagens kunnen blijven rijden?
De heer Bex heeft het woord.
Het moet me van het hart dat de ‘sérieux’ van dit parlement zou toenemen wanneer de collega’s, voor ze hier het podium bestijgen, zich zouden informeren over wat er aan de overkant van de straat al gezegd is. Minister Gilkinet heeft gisteren in het federaal parlement zijn uitspraken toegelicht. Hij is absoluut geen tegenstander van autonoom rijden. Alleen heeft hij gezegd dat men op basis van de proefprojecten, die hij zelf organiseert, op niveau drie – dat betekent: het stuur niet vasthouden en niet op de weg letten – niet kan garanderen dat dat vandaag al veilig kan.
Mijnheer Meremans, als dat vandaag niet veilig kan, moeten we dat niet doen. We moeten niet, om toch maar mee voorop te kunnen lopen, onveiligheid creëren op onze wegen. Natuurlijk moeten we verdere stappen zetten in de richting van autonome voertuigen, dat is de toekomst. Groen wil daar graag mee werk van maken. Maar dan zullen we, als we de weggebruiker echt van dienst willen zijn, toch eerst moeten zorgen dat de files opgelost raken. Of we nu in de file staan met een zelfrijdende wagen of met één die we zelf moeten besturen, dat maakt niet veel uit. (Applaus bij Groen)
De heer Keulen heeft het woord.
Goede collega’s, het mobiliteitsbeleid is een en-enbeleid. Ik vind de oorspronkelijke opstelling van minister Gilkinet een gemiste kans. Hij heeft gisteren zijn standpunt lichtjes bijgesteld, maar dat is toch ingegeven vanuit een antiauto-opstelling. Ik denk dat de zelfrijdende wagen een kans is om nog een automobielsector te hebben in de 21e eeuw in dit deel van de wereld. Het is bovendien een veiligere wagen en het is misschien wel een antwoord op het fileleed.
Minister Peeters, u moet met minister Gilkinet rond de tafel gaan zitten. U moet alle pro’s en contra’s nog eens naast elkaar leggen. We mogen op de technologische vooruitgang zeker geen domper zetten.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor uw bijkomende opmerkingen, bedenkingen en vragen. Toen ik gisteren het artikel te zien kreeg van collega Gilkinet, las ik daarin dat zelfrijdende auto’s niet welkom zijn op de Belgische wegen. Er viel nog te lezen dat zelfrijdende wagens ook in de file staan en ook vervuilen. Ik vroeg me af wat dat betekende. Ik heb onmiddellijk gereageerd. Ook Touring en Vias Institute deden dat. Nadien heeft minister Gilkinet inderdaad zijn standpunt verduidelijkt en bijgesteld. Hij zegt dat het ongenuanceerd in het persbericht stond. Dat stelt me al ietwat gerust.
Wat doen we nog, collega’s? Ik zeg het opnieuw: ik omarm die technologische vooruitgang, ik omarm die innovatie. Ik heb het daarstraks al gehad over DronePort, over drones die op autonome wijze goederen kunnen transporteren. Zeker in de farmasector is dat heel, heel belangrijk. Ik heb verwezen naar de shuttles. Dat zijn geen zelfrijdende personenwagens die louter eigen bezit zijn die mee in de file gaan. Neen, dat is collectief vervoer. Opnieuw, autonoom vervoer is voor mij geen sciencefiction meer. Neen, voor mij zijn dat autonoom rijdende platformen. Ik denk dat het daar is dat we naartoe moeten gaan. En dan zie ik daar wel vooruitgang in. Ik wil juist die vooruitgang, die innovatieve toepassingen. Ik denk dat we dat moeten omarmen en dat we daar de vlucht vooruit in moeten nemen, dat we daar de lead in moeten nemen, dat we daar een leider in het peloton moeten zijn. Dat is juist wat we willen doen.
Ben ik er nu gerust in dat mijn collega’s van de federale overheid daar mee in gaan? Wel, we zijn samen met de federale collega’s ook een gezamenlijke visienota rond autonoom vervoer aan het schrijven. Opnieuw, de nadruk ligt op autonoom vervoer. Wat doen wij in Limburg met Spartacus? Wij leggen daar nu geen spoorbanen meer aan. Wij leggen betonbanen aan, waarover straks ook dat autonoom rijdend transport, die autonoom rijdende bus kan rijden. Dát is geloven in innovatie en in technologische vooruitgang, en daar wil ik ook op blijven hameren. We zullen die gezamenlijke visienota over autonoom vervoer ook bespreken binnen ons interministerieel overleg. Ik zal er daar zeker over waken dat die vooruitgang, die innovatie van geen kanten wordt gefnuikt, dat daar niet van wordt weggekeken, maar dat die integendeel volop wordt omarmd, volop wordt gestimuleerd. Dat doen wij aan Vlaamse zijde zelf ook met onze eigen Taskforce Autonoom Vervoer. Er is een delegatie naar de Verenigde Staten gegaan om daar, in Los Angeles, in New York te bekijken wat er kan, en wat op heel veel andere plaatsen wereldwijd kan, die robotaxi’s en dergelijke meer. Ik zou willen dat dat ook in Vlaanderen kan, want, opnieuw, technologische vooruitgang zal zorgen voor vooruitgang op alle vlakken. Daar ben ik alleszins een bondgenoot in. Ik zal daar dus zeker over blijven waken. Ik denk ook dat iedereen dat alleen maar zal toejuichen. (Applaus van Marino Keulen)
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, het is voor een stuk wel ideologisch. Komaan, als een grote autoconstructeur zegt te willen investeren en die projecten te willen uitrollen in Vlaanderen, wat is dan het eerste dat je zegt? “Kom langs, we gaan erover praten, laten we dialogeren, misschien kunnen we een win-win hebben.” Nee hoor, wat zegt Gilkinet? Dat hij daar geen voorstander van is. Dan ben je geen minister, dan ben je een oen. Ik heb daar geen ander woord voor. (Applaus bij de N-VA)
Je moet die privé-initiatieven omarmen. Alleen gaan we het niet kunnen.
Minister, ik ben natuurlijk blij met die acties. Ik volg ook collega Keulen, die zegt dat er ook overleg zal zijn. Maar in elk geval moet het signaal vanuit Vlaanderen duidelijk zijn dat we daarvoor openstaan. In godsnaam, ik hoop dat er meer constructeurs komen en dat we in samenwerking met hen tot betere initiatieven kunnen komen, tot veiliger rijden, minder files en vooral comfortabeler rijden. Want ik denk dat de toekomst zo zal zijn dat het autobezit wellicht wel zal dalen, maar dat het autogebruik zal blijven, en dáár moeten we op mikken. (Applaus van Kris Van Dijck)
De actuele vraag is afgehandeld.