Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het samenwerkingsakkoord tussen VDAB en Forem
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik zou graag een aantal cijfers met u delen. Vlaanderen heeft 220.000 openstaande vacatures. Wallonië heeft 220.000 werklozen. Vlaanderen kent een werkzaamheidsgraad van 77 procent, Wallonië een van 64 procent, en Brussel een van 65 procent. Is er dus nog potentieel om werknemers te zoeken in Vlaanderen, Wallonië en Brussel? Ja, dat is er zeker. De cijfers die ik net deelde, tonen dat wel degelijk aan.
Wat zeggen de cijfers van het Belgische statistiekbureau (Statbel)? Die tonen aan dat er in 2022 45.000 Walen werden tewerkgesteld in Vlaanderen. In 2021 waren dat er nog 54.000. Dat wil dus zeggen dat, ondanks de inspanningen die deze Vlaamse Regering heeft gedaan, men er toch in geslaagd is om het aantal Waalse werkenden in Vlaanderen te doen dalen.
Nu zijn we natuurlijk acht maanden voor de verkiezingen, en iedereen van links tot rechts, van hier tot aan de overkant, is het erover eens dat het beter moet. We moeten meer Walen aan de slag krijgen in Vlaanderen, maar ik deel toch ook graag een aantal feiten met u, minister, want u weet dat het Vlaams Belang altijd voorstander is geweest om Walen aan het werk te zetten, en niet zozeer om buitenlandse werkkrachten te importeren.
U weet ook – u hebt het zelf voorgesteld trouwens – dat er een samenwerking bestaat tussen Forem en VDAB. Wat blijkt als we die analyse maken? Het blijkt dat die samenwerking toch niet zo goed werkt, want vorig jaar heeft VDAB via de automatische uitwisseling van vacatures tussen VDAB en Forem 117.000 vacatures uitgestuurd, waarop er maar 51 Waalse kandidaten hebben gesolliciteerd.
Om het nu vast te stellen: de pijnlijke realiteit is dat het systeem niet werkt. Er is een probleem met de matching van die vacatures en de matching van de profielen. U beweert nu dat u 12.500 Walen extra aan het werk wilt zetten. Mijn vraag aan u is: hoe gaat u dat doen? (Applaus bij Vlaams Belang)
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, het allermoeilijkste dat je in de politiek kunt doen, is de ambitie uitspreken om meer Walen in Vlaanderen aan de slag te krijgen, en om die ambitie waar te maken. Dus het feit dat u die ambitie uitspreekt en een poging waagt, verdient enorm veel eer. (Opmerkingen)
Collega’s, onderbreek mij niet alsjeblieft. Ik ben mijn draad kwijt, opnieuw dus. (Gelach)
Collega’s, het allermoeilijkste dat je kunt doen in de politiek, is Walen hier in Vlaanderen aan de slag krijgen. Dat heeft niets te maken met Walen die lui zouden zijn. Dat is complete onzin. Dat heeft alles te maken met het feit dat de politieke meerderheid in Wallonië vertegenwoordigd wordt door mensen van het allure van PVDA, Ecolo, PS, en dat men daar een politiek voert, een radicale politiek, om mensen compleet te ontmoedigen om te gaan werken.
Ik ga u twee voorbeelden geven. De Waalse Regering heeft aan Dermagne twee vragen gesteld. Ze hebben gevraagd om ervoor te zorgen dat de actieve beschikbaarheid van hun werknemers wegvalt, zodat ze niet meer mogen verwachten van mensen dat ze actief op zoek gaan naar werk. Enkel passief worden hun nog dingen aangeboden.
Ten tweede, de uitvinding van het communistische Wallonië – en je zult de PVDA-fractie zien jubelen – zijn ‘les zones zéro chômage’. Dat betekent dat iedereen die langer dan twee jaar werkloos is, geen werk meer moet zoeken, levenslang werkloosheidsuitkering krijgt, en van de Waalse overheid een kleine verplichting krijgt voor jobs die ze zelf maken. Eigenlijk zegt Wallonië dat ze liever zelf kunstmatig jobs creëren, dan dat ze hen naar Vlaamse bedrijven sturen.
U bent erin geslaagd om met hen een samenwerkingsakkoord te sluiten. Mijn vraag is: hoe serieus denkt u dat ze dat menen? (Applaus bij de N-VA)
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega's, voor de aanmoedigende woorden. We hebben inderdaad enige tijd moeten onderhandelen om tot een akkoord te komen en dat is ons gelukt. We hebben een akkoord gesloten tussen VDAB en Forem. De feiten en de cijfers spreken voor zich: een werkzaamheidsgraad van 65 procent in Wallonië en 77 procent in Vlaanderen, in verschillende delen in Vlaanderen zelfs al meer dan 80 procent. Het spreekt dus voor zich dat wij ons gaan inspannen om heel wat Waalse werkzoekenden te verleiden voor die Vlaamse vacatures. Tegelijk kunnen we daar de Waalse werkzaamheidsgraad mee opkrikken.
We hebben op dit ogenblik zeventigduizend vacatures waar we de mensen naartoe kunnen leiden. We zijn heel ambitieus. We hebben de ambitie uitgesproken om op een jaar meer dan 12.500 Waalse werkzoekenden te verleiden naar Vlaamse vacatures. We doen ook een oproep – heel dat traject is trouwens ondersteund door de twee minister-presidenten – aan alle Vlaamse werkgevers om daar mee hun schouders onder te zetten en die mensen te omarmen en te onthalen. Als men die mensen wil bijscholen in het Nederlands, kan dat met ondersteuning vanuit VDAB.
De basis van dit akkoord zijn onder andere een arbeidsmarktanalyse om goed na te gaan waar de uitdagingen zitten, het uitwisselen van vacatures, het uitwisselen van persoonsgegevens – niet onbelangrijk, ik kom daar dadelijk nog even op terug –, beroeps- en taalopleidingen en informatiecampagnes. Het project loopt vandaag al in Ronse – niet in uw naam maar in de stad Ronse – en in Zuid-Limburg. Hierdoor kan worden nagegaan of er drempels zijn die nog moeten worden weggewerkt.
Uiteindelijk, collega's – en direct en indirect wordt daarnaar ook verwezen –, is sanctioneren het sluitstuk van een goed Vlaams arbeidsmarktbeleid. De passende dienstbetrekking waarbij iemand verwacht wordt om in een straal van 60 kilometer de vacature in te vullen wanneer die match er is, is opgenomen in het akkoord. Het kunnen en mogen uitwisselen van die persoonsgegevens is daarom ook belangrijk. Wanneer aan een Waalse werkzoekende een vacature wordt aangeboden, wordt er van hem verwacht dat hij of zij daarop ingaat. Wanneer blijkt dat dat niet het geval is, moet de werkgever die persoonsgegevens kunnen delen met VDAB om die vervolgens aan Forem door te geven en te zeggen dat de betrokkene niet op de vacature wil ingaan. We hebben dus wel degelijk ook die ambitie uitgesproken, zonder dat wij de bevoegdheid hebben om in Wallonië op te treden als scheidsrechter, dat weet u. We hebben ook gezegd dat het geen papieren tijger mag zijn en dat ze met die opvolging, waarbij de persoonsgegevens van mensen die geen gevolg geven aan de kansen die ze krijgen, kunnen worden gedeeld, ook iets moeten doen. Dat is ondersteund door beide minister-presidenten, naast het gegeven dat de passende dienstbetrekking deel is van het akkoord.
Ik maak mij sterk – maar we gaan het allemaal opvolgen – dat hier kansen worden geboden aan Waalse werkzoekenden om in Vlaanderen te komen werken, om de werkzaamheidsgraad in Wallonië op te krikken enerzijds en om die vele Vlaamse vacatures mee in te vullen anderzijds.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, u hebt een aantal terechte problematieken geschetst, maar wat u eigenlijk doet, is een deel van de oplossing doorschuiven naar de administratie. U zegt dat we de verantwoordelijkheid gaan verleggen naar de administratie en dat we gaan zorgen dat die samenwerking verbetert. Maar het probleem ligt niet bij die administratie alleen. Het probleem is politiek en meer specifiek het Waalse activeringsbeleid, dat te laks en bijna onbestaande is. Het probleem zit natuurlijk ook bij de sanctionering van die Waalse werkonwilligen, die niet of nauwelijks worden gesanctioneerd. Het probleem zit natuurlijk ook bij de miljardentransfers van Vlaanderen naar Wallonië: 12,9 miljard euro om precies te zijn. Dat is eigenlijk de oorzaak van het probleem. Het is niet alleen een mentaliteitsprobleem, er zijn andere problemen. Mijn vraag aan u, minister, is hoe u die problemen, die de oorzaak van het probleem aan de overkant zijn, wilt aanpakken. (Applaus van Stefaan Sintobin)
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik heb heel veel sympathie voor uw goede intenties en voor uw optimisme, en ik twijfel ook niet aan alle goede intenties in dat akkoord, maar laat me eerlijk zijn: ik denk en ik vrees dat dat akkoord evenveel Walen zal overtuigen om in Vlaanderen te werken als het aantal liberalen dat op dit moment in deze zaal zit. Even weinig.
Minister, ik vrees echt dat het een papieren akkoord is. Kijk naar de samenstelling van die Waalse Regering. Kijk naar die Waalse democratie. Die zijn daar niet in geïnteresseerd. De voorstellen die ze doen aan Dermagne rond asymmetrisch beleid, zijn er allemaal op gericht om ze vooral niet naar Vlaanderen te sturen.
Maar kijk toch vanuit een zekere vorm van optimisme. U hebt over de passende betrekking gesproken. Vrij vertaald naar het Nederlands, wil dat zeggen dat als iemand een job aangeboden krijgt, op 60 kilometer van zijn woonplaats, of vier pendeluren heen en terug, hij die dan moet aannemen, als die passend is. Heeft men u verzekerd vanuit Wallonië dat ze daar effectief op zullen toezien en daarop zullen sanctioneren, ja of neen? (Applaus bij N-VA)
De heer De Witte heeft het woord.
Collega’s, ik wist niet dat mijn partij al in de regering zat in Wallonië. Ik denk dat de heer Ronse toch wat vaker van de feiten moet vertrekken dan van zijn gedachtespinsels, of moet ik zeggen: nachtmerries. Dat laat ik aan u over.
Maar dat gezegd zijnde, vind ik het debat eigenlijk tamelijk ironisch. Elke week komt de N-VA, en nu ook het Vlaams Belang, hier zeggen dat het arbeidsmarktbeleid volledig gesplitst moet worden, dat Vlaanderen volledig bevoegd moet zijn, en Wallonië volledig bevoegd voor zijn ding. En wat is het gevolg? Dat je de dag nadien allerlei complexe samenwerkingsverbanden moet opzetten om toch nog een en ander geregeld te krijgen aan de andere kant van de taalgrens.
Mijn vraag, minister: u lijkt te snappen dat er samenwerking nodig is, en wij ondersteunen dat vollen bak, maar wat zult u nog meer doen, en wat denkt u van het idee om bijvoorbeeld één databank te maken waar Vlaamse en Waalse werkzoekenden hun sollicitaties en vragen kunnen zetten? Denkt u dat dat een optie is om verder te gaan? (Applaus bij de PVDA)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik merk dat collega De Witte al de spreektijd van de collega’s van Open Vld aan het innemen is. (Gelach)
Maar niet met dezelfde boodschap.
Collega’s, ik heb gemerkt dat er een zeer groot geloof is in de daadkracht van deze minister. Dat is ook heel terecht. Ik heb begrepen dat de collega’s al verwachten dat hij de problematiek van de transfers zal oplossen. Er was ook wat weinig geloof in de daadkracht van de minister over het uitvoeren van dit toch wel baanbrekende akkoord. Wel, collega’s: het wordt op dit moment al uitgevoerd.
In mijn buurgemeente Oudenaarde, waren vorige week bij drie bedrijven achttien Waalse werkzoekenden op bezoek in het kader van de Waalse Werkweek. Er is een kennismakingsgesprek geweest. Er is een rondleiding gebeurd. Er zijn ook effectief sollicitaties uit voortgevloeid. Dat is een actie in het kader van de werkweek die Forem en VDAB hebben georganiseerd.
De vraag, minister, is eigenlijk zeer eenvoudig. Dat was een werkweek. Kunt u ervoor zorgen dat er 51 bijkomende werkweken komen met zulke acties, waarbij dus Waalse werkzoekenden begeleid worden naar Vlaamse bedrijven, tot op de bedrijfsvloer, en zo sollicitaties kunnen doen?
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega’s, ik vind het wel eens interessant om de collega’s van de N-VA en het Vlaams Belang samen vooraan te zien staan over het Vlaams werkgelegenheidsbeleid, om dan hun volledige tussenkomst te wijden aan iets waar we niet bevoegd voor zijn, namelijk: Wallonië. Mevrouw Malfroot, ik heb uw tussenkomst goed beluisterd, en u hebt werkelijk met geen woord gerept over iets waar Vlaanderen bevoegd voor is. Als die twee partijen het voor het zeggen hebben in Vlaanderen, dan zullen we hier elke dag opnieuw mogen debatteren over Wallonië, iets waar u misschien naar uitkijkt, maar waar de Vlaming niet bij gebaat is.
Minister, in tegenstelling tot wat sommigen beweren, werken er wel degelijk wat Walen in Vlaanderen, en heel specifiek vooral op de luchthaven. De luchthaven – die van Zaventem, voor een goed begrip – ligt volledig in Vlaanderen. Daar werken behoorlijk wat Franstaligen. Waarom? Het is een meertalige context, en de luchthaven is zeer goed bereikbaar.
Mijn vraag aan u is: welke lessen trekt u uit het feit dat we er met de luchthaven wel in slagen om Franstaligen aan te trekken, en welke lessen neemt u daarin mee voor de rest van Vlaanderen? (Applaus van Steve Vandenberghe)
Minister Brouns heeft het woord.
Ik begin misschien bij dat laatste.
Waarom werkt het daar wel? Daar is heel intensief ingezet op het wegnemen van drempels die geuit zijn door de Waalse werkzoekende bij die Vlaamse werkgever, onder andere mobiliteit, kinderopvang, de afstand. Daarrond is gewerkt, en dat blijkt te werken. Dat sterkt ons ook in de overtuiging om die goede praktijk verder te zetten.
En het klopt: ik ben een Vlaams, maar geen Waals scheidsrechter. Wat dat betreft, collega Malfroot, hebben wij er alles aan gedaan om het Vlaams beleid als het ware te integreren in dat samenwerkingsakkoord. Als de dienstbetrekking passend is, moet je er inderdaad gevolg aan geven. Er is ook de uitwisseling van persoonsgegevens. Dat zijn toch wel allemaal stappen vooruit. Daar kan hierover wat minnetjes gedaan worden, maar mijn glas is altijd halfvol. Ik ga dat natuurlijk zeer nauw opvolgen en ik maak me sterk dat we daarmee stappen vooruit kunnen zetten. Zoals collega Bothuyne vandaag zegt: het gebeurt op het terrein. Ik wil uiteraard van de voorbeeldwerkweek 51 werkweken maken, zoals u terecht zegt.
Collega De Witte, ik heb u het antwoord de facto gegeven. Alle vacatures worden met elkaar uitgewisseld en komen dus in elkaars databank terecht. Op die manier kunnen wij zicht krijgen op elkaars vacatures en kan ervoor gesolliciteerd worden. Ik denk dat dat ook een stap in de juiste richting is. Het is een fundament in de samenwerkingsovereenkomst, en ook op dat vlak verwachten wij dus wel positieve effecten.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega Verbeurgt, voor u is het toch altijd pijnlijk. Er vloeien altijd linkse traantjes als vanuit rechts de waarheid wordt gezegd. De heer Ronse zegt het, ik zeg het. Eigenlijk wil ik de heer Ronse de hand reiken. Ja, ik wil dat doen, mijnheer Verbeurgt, en ook de minister. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt)
Want de oplossing is simpel, en die is politiek. De oplossing is een Vlaams arbeidsmarktbeleid. De oplossing is stoppen met transfers naar Wallonië sturen. Dat is wat we hier moeten doen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
En dat vraagt vijf minuten politieke moed. Ik reik de hand naar de minister, en naar de N-VA. Want blijkbaar willen zij dat ook. We zitten op dezelfde lijn. Wij kunnen hier, vanuit het Vlaams Parlement, een Vlaamse meerderheid maken en zorgen voor een apart arbeidsmarktbeleid en een aparte sociale zekerheid. Dank u wel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Ronse heeft het woord.
Als sommige collega’s zich afvragen waarom bepaalde mensen zich boos maken, dan moeten ze eens naar West-Vlaanderen komen, naar bedrijven gaan en met werknemers spreken. Zij zeggen dat als ze vacatures openstellen, ze uit Frankrijk, Oost-Europa en zelfs buiten Europa sollicitaties krijgen. Maar vlakbij, 10, 15 kilometer, in Doornik of Moeskroen: ‘Ça ne marche pas.’ Blijkbaar is het Frans in Wallonië anders dan het Frans in Frankrijk. Blijkbaar is de afstand tussen Polen en West-Vlaanderen kleiner dan tussen Moeskroen en West-Vlaanderen. Collega's, ontken het licht van de zon niet. Dat ligt aan een communistisch wanbeleid in Wallonië, waar wij allemaal, iedereen die hier werkt, keihard voor betalen. Onze sociale zekerheid verdwijnt daarnaartoe. Ze verdwijnt! (Applaus bij N-VA)
En collega's, als je draagvlak wilt, als je wilt dat mensen nog een stuk van hun loon afdragen om mee voor welvaart en herverdeling te zorgen, dan gaan die problemen recht in de ogen gekeken moeten worden, en is er meer nodig dan een papieren samenwerkingsovereenkomst.
De actuele vragen zijn afgehandeld.