Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, het zijn goede zielen die terugkeren, maar helaas ook steeds dezelfde thema’s. ‘De strijd om het fietspad’, zo stond het in Knack. Vandaag stond er: ‘Moet de speedpedelec van het fietspad verbannen worden?’
Ik heb er al voor gewaarschuwd: op onze fietspaden, in onze kernen, in de bebouwde kom – en dat is eigenlijk wel heel goed, dat mensen vaak de fiets nemen – wordt er meer met de fiets gereden. Dat is top. Maar dat moet geordend worden. Je hebt daar schoolgaande jeugd, jonge mensen, kinderen. Je hebt senioren met de elektrische fiets. Je hebt mensen die daar gewoon rijden, die een boodschap moeten doen. Je hebt de speedpedeleccer die zo snel mogelijk naar zijn werk wil. Soms heb je dan ook nog een wielertoerist, mountainbiker, mensen met een bakfiets enzovoort.
Het begint dus allemaal wat moeilijker te worden. Dat weerspiegelt zich in een enquête van Vias. Speedpedeleccers zeggen dat zij zich het meest onveilig voelen, ze weten niet goed waar hun plaats is. Als ze op de rijweg komen, reageren sommige automobilisten wat raar, want zij weten ook niet dat daar ineens een fietser kan verschijnen. Het begint een zootje te worden en dat weerspiegelt zich in de ongevallencijfers, die collega Lambrecht opvroeg en die gestegen zijn.
Ik heb dit al eens behandeld in januari. Minister, gaat u volgen wat Vias zegt? De aanbeveling aan steden en gemeenten is: als het te smal is, moet de speedpedelec op de rijweg komen. Dan komen we in de situatie dat gemeente A die regel heeft, gemeente B een andere en gemeente C nog een andere regel. Hoe gaat u dat groeiende onveiligheidsgevoel op onze Vlaamse fietspaden binnen de kernen aanpakken? (Applaus bij de N-VA)
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u, mijnheer Meremans, voor uw vragen.
U weet dat wij continu heel de verkeersveiligheidsstatistieken monitoren. We hebben een verkeersveiligheidsplan en voeren continu acties en rollen maatregelen uit. Ik denk dat de artikels die recentelijk verschenen, niets nieuws onder de zon zijn. We hebben heel wat speedpedelecs in ons land. We hebben er zestigduizend, waarvan het grootste deel in Vlaanderen. Op zich is dat een goede zaak, want dat zijn mensen die de auto achterwege laten en inzetten op de modal shift en op duurzame verplaatsingen. Ze doen hun functionele verplaatsingen met de fiets.
Natuurlijk moet dat veilig en moeten zij rekening houden met de andere weggebruikers. Dat is waar we continu op inzetten als wegbeheerders – een lokaal bestuur dan wel het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) dan wel De Vlaamse Waterweg. Wij moeten zorgen voor veilige en comfortabele infrastructuur, inzetten op de leefbaarheid van de weg zodat de weggebruiker effectief weet wat van hem of haar verlangd wordt. Wat verlangen wij van de weggebruiker zelf? Wel dat hij continu rekening houdt met de andere weggebruikers; de focus houdt op zowel de weginfrastructuur als de andere weggebruiker. Daarvoor rollen we voortdurend heel wat fietscampagnes uit, zetten we in op onder andere bijkomende educatiemaatregelen.
Dat is waar ik aan vasthou. Ik ga geen bijkomende regeltjes opleggen. Ik ga geen andere snelheidsregimes laten gelden op fietspaden voor de ene dan wel de andere fietser. We doen dat ook niet voor auto’s. We geven een snelle sportwagen geen ander snelheidsregime dan een stadswagentje dat iets minder snel kan rijden. De fietsers hebben zich te houden aan de snelheidslimieten die overal gelden. Ze hebben dat te respecteren. Ik zie niet in dat we daar vandaag dringend een verandering in zouden doorvoeren. Ik verlang wel dat de speedpedeleccer, die in principe 45 kilometer per uur kan rijden, waar 20 of 30 kilometer per uur is toegestaan, zich houdt aan de snelheidslimieten, want die snelheidslimieten zijn veiligheidslimieten.
De heer Meremans heeft het woord.
Minister, het is weer hetzelfde: u zegt dat we goed bezig zijn, u steekt uw kop in het zand en er gebeurt niets. Maar er moet wel iets gebeuren, want er komen problemen op ons af. Die fietspaden binnen de kernen worden meer en meer gebruikt. Dat is heel goed, maar u bent minister en u moet de zaken ordenen. Deze enquête toont aan dat er wel degelijk een probleem is. Vias zegt – want daar hebt u niet op geantwoord – dat er verschillende mogelijkheden zijn. Ofwel doen we hetzelfde als in Nederland, waar de speedpedelecs niet op een fietspad, maar wel op een fiets-bromfietspad mogen, tegen maximaal 30 kilometer per uur. Tegen mij werd gezegd dat je dat hier niet kunt handhaven. Maar toch lukt dat in Nederland wel. Is daar misschien een andere politie? Met andere woorden, dat klopt niet.
Ofwel haal je de speedpedelecs van het fietspad naar de rijweg, gecombineerd met een grote sensibiliseringsactie, ofwel laat je die speedpedelecs, die ook traag kunnen rijden, wel toe op het fietspad, maar met een snelheidslimiet. Ik vrees namelijk voor ongevallen, en de cijfers geven me gelijk.
De heer Laeremans heeft het woord.
Bedankt, mijnheer Meremans voor de vraag. Als gebruiker van de speedpedelec wil ik hier toch graag even op reageren.
Ik denk dat de eerste maatregel die wordt voorgesteld, namelijk dat sommige gemeenten kunnen zeggen dat speedpedelecs van het fietspad af moeten, zeer onpraktisch is, zeker in onze gemeenten. Zo zal bijvoorbeeld een vader die met zijn kinderen naar de school fietst voordat hij naar het werk gaat, niet op dat fietspad mogen. In Nederland zit je met een totaal andere situatie.
Die 30 kilometer per uur is als gebruiker ook niet te handhaven. Of ik nu tegen 28 of 30 kilometer per uur door Schaarbeek rijd, het zal me niet lukken om voortdurend naar links en rechts te kijken om te weten of er verkeer uit de zijstraat komt en andere fietsers en voetgangers in de gaten te houden. Ik heb geen cruise control zoals in mijn auto. De enige realistische oplossing is volgens mij om vooral naar een versnelde uitvoering van een veilige en brede fietspaden op alle hoofdassen gaat. Dat moet binnen de zes jaar een feit kunnen zijn.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik denk dat we hier met het probleem van het succes van de fiets zitten. Het aantal fietsers is de afgelopen jaren immens toegenomen, net zoals de verschillende soorten fietsen. Volgens ons is het niet alleen een probleem van snelheid, maar vooral ook van respect. U hebt ook aangehaald dat er respect voor de andere weggebruikers moet zijn. Als iedereen een klein beetje meer respect heeft voor elkaar, dan zouden we al een heel stuk verder zijn.
Een ander probleem is de inrichting van het openbaar vervoer. Minister, ik weet dat u hard inzet op bredere en veilige fietspaden en daar ook heel grote budgetten voor vrijmaakt, maar voor ons mag dat, zoals u weet, allemaal een beetje sneller en efficiënter gaan. Zoals verschillende keren al aangekaart in de commissie, zijn de verschillende adviezen van verschillende administraties hier het probleem. Ik denk dat we al verschillende projecten hebben gehad die door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) zijn afgekeurd.
Minister, u hebt in de commissie gezegd dat u meer in gesprek zult gaan met de andere administraties om dat een beetje vlotter te laten verlopen om dergelijke projecten sneller te kunnen uitvoeren. Is er al contact geweest met de andere administraties om die projecten vlotter te laten verlopen en zo sneller veilige fietspaden te kunnen hebben?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, we juichen het groeiende gebruik van die speedpedelecs toe. Elke persoon die fietst, is er eentje minder die met de auto rijdt en helpt met veel andere problemen. Maar door dat toegenomen gebruik zijn er in twee jaar tijd dubbel zoveel ongevallen waarbij meer dan tien doden zijn gevallen. Bij het horen van die cijfers willen wij beleid en actie en willen wij niet dat u daar staat en zegt dat alles blijft zoals het was.
Er is gewoon niet genoeg plaats voor alle soorten fietsen op de fietspaden die er nu liggen. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn en dus moeten we nadenken over een oplossing. Andere collega’s zeggen inderdaad, zoals wij al jaren zeggen, dat er dringend bredere fietspaden voor die verschillende soorten fietsen moeten komen. Dat is op lange termijn en ik hoop dat dat er komt en dat u uw eigen normen van 2 meter volgt. Dan gaan we tevreden zijn.
Maar op korte termijn moeten we ook iets doen en daar is de oplossing dat speedpedelecs in de bebouwde kom niet op het fietspad mogen als het gaat om een zone 30. Voor iedereen, dus ook voor de autogebruiker, want we gaan de auto’s geen ander snelheidsregime geven dan de fietsers. Bent u akkoord met zone 30 in de bebouwde kom en speedpedelecs op de baan? (Applaus bij Vooruit)
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de bijkomende bedenkingen en opmerkingen. Ik denk dat mevrouw Fournier de nagel op de kop slaat: het succes van de fiets noopt ons tot maatregelen. Steek ik de kop in het zand, mijnheer Meremans? Neen, absoluut niet, en ik denk dat ook mevrouw Lambrecht dat weet. Wij investeren ongezien veel in onze fietsinfrastructuur. Onze fietsinfrastructuur, dat gaat over onze verantwoordelijkheid als wegbeheerder van de gewestwegen en de waterwegen. We hebben daar heel wat fietspaden in beheer. Heel wat, maar het gros van de fietspaden, en dat weet u ook, is in beheer van onze lokale besturen. En ook daar hebben we extra middelen voor uitgetrokken. Ook daar investeren we in schoolroutes, in schoolomgevingen. We hebben het Kopenhagenfonds uitgerold om ook die wegbeheerders, die lokale besturen aan te moedigen om in te zetten op veilige en comfortabele infrastructuur. En we monitoren dat continu.
Ik denk dat het daarstraks al correct is meegegeven: als een persoon zich met een speedpedelec verplaatst, dan kan hij inderdaad met een snelheid van 45 kilometer per uur rijden. Moet hij dat? Neen, absoluut niet. Hij moet zich houden aan de snelheidslimieten die gelden. In vrijwel alle schoolomgevingen zal de persoon die met een speedpedelec zijn kinderen naar school brengt, geen 45 kilometer per uur rijden. Doet hij dat toch, dan zou hij kunnen worden geverbaliseerd. Maar in die schoolomgevingen, in die zones 30 moet ook een speedpedelec zich houden aan die snelheid, net als een wielrenner die misschien 36 kilometer per uur haalt, net als alles en iedereen. Dát is de boodschap. Die snelheidslimieten, dat zijn veiligheidslimieten. Wat doen wij als overheid? We monitoren continu de verkeersongevallen. Dat weet u. Onze semestriële verkeersongevallenstatistieken bespreken we telkens ook met alle lokale besturen, en we sturen bij waar het nodig is.
Wat hebben we ook gedaan? We hebben ons fietsvademecum aangepast, zodat de ontwerpers, de lokale besturen weten wat de handvatten zijn voor veilige en comfortabele fietsinfrastructuur. Er is een afwegingskader voor snelheidsregimes. Ik zeg het opnieuw: de lokale besturen kennen hun infrastructuur het best. Zij hebben al heel veel fietsstraten, fietszones en zones 30 gerealiseerd. Ik ga niet van bovenaf opleggen waar zij dat nog meer zouden moeten doen. Ik heb alle vertrouwen in de lokale besturen. We hebben wel de afwegingskaders ter beschikking gesteld. We voeren continu verkeersveiligheidscampagnes. Ik denk dat we daarmee wel degelijk inzetten op een goed verkeersbeleid. Dat is alleszins waarover ik blijf waken. Ik ga niet continu zeggen dat men toch weer het geweer van schouder moet veranderen omdat er ergens een artikel is verschenen.
Trouwens, ik zie ook de voorstellen van Vias. Zij zeggen zelf dat verschillende snelheidsregimes voor fietspaden niet kunnen, niet werken. Beeld u een gewestweg in waar je 70 kilometer per uur kunt rijden en er een vrijliggend fietspad is. Om dan te zeggen dat het op dat fietspad 30 kilometer per uur is, dat is absurd, want dan ga je zoveel verkeersborden plaatsen. Ja, in bebouwde kom gelden snelheidsregimes van 30 of 50 kilometer. Daar is de keuze aan de speedpedelecgebruiker en ook de bromfietser. Dat ziet men daar duidelijk. Daar heeft men ook de mogelijkheid om de verkeersborden D10 te bepalen, om te zeggen dat het daar beter is om niet op het fietspad te gaan omdat daar veel voetgangers zijn, omdat daar veel schoolgaande kinderen zijn. Men heeft die mogelijkheden dus. Als men die mogelijkheden wil gebruiken, dan heeft men die, en het voorzichtigheidsprincipe staat ook nog altijd in de wegcode: hou als verschillende weggebruikers rekening met elkaar, en dan zal het voor iedereen veel veiliger en comfortabeler zijn. (Applaus van Marino Keulen)
De heer Meremans heeft het woord.
Collega’s, ik geef toch iets mee: 58 procent van de ongevallen met speedpedelecs vindt plaats binnen de bebouwde kom. 58 procent. Ik heb eens nagekeken wie bij die 58 procent de botspartners zijn. In de helft van die gevallen zijn dat voetgangers, gewone fietsers, elektrische fietsers of andere speedpedelecs. Speedpedelecs, dat is snel aan het groeien. Toppie, ik ben daar een groot voorstander van, maar je moet de zaken ordenen. Ik ben er zeker van dat ik hier over een aantal maanden opnieuw zal staan met dezelfde vraag. Ik blijf het zeggen. Als we aan de gemeenten zeggen dat ze maar moeten doen wat ze goedvinden … In een zone 30 is het inderdaad heel duidelijk: de snelheid is daar 30 kilometer per uur, ook voor fietsers. Maar als een speedpedelecgebruiker drie gemeenten moet doorkruisen en telkens aan de hand van verschillende borden moet bekijken waar hij wat mag, dan lijkt me dat toch zeer moeilijk. Ik wil dus voorstellen dat u toch de hand aan de ploeg slaat voor eenduidige regimes. Wat er zeker en vast moet gebeuren, is een sensibiliseringscampagne, vooral voor automobilisten, want die weten niet dat bepaalde fietsers wel degelijk op de rijweg mogen. Maar goed, wordt vervolgd. Dank u. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.