Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik heb gelezen dat u met een nieuwe sport bent begonnen. U bent gaan touwtrekken met uw Ecolocollega’s Maron en Khattabi. Dat stond zo in de krant. U was blijkbaar aan het touwtrekken over ons klimaatbeleid en de afspraken die we daarover in ons land willen gaan maken, enerzijds over de indiening van het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) bij Europa, waarvoor het inderdaad heel dringend tijd is, anderzijds over de besteding van de middelen die dat Europees klimaatbeleid voor ons land zal opleveren.
Collega’s, afhankelijk van de berekening spreken we over 8 tot 15 miljard euro tot en met 2030. 15 miljard euro om ervoor te zorgen dat de Vlaming effectief een energiezuinige woning heeft, we effectief kunnen investeren in openbaar vervoer of in een beter fietsbeleid en om ervoor te zorgen dat we naar een vergroende industrie kunnen gaan en hier de jobs van de toekomst kunnen houden. Dit alles om ervoor te zorgen dat we die energiefactuur naar beneden kunnen halen en tegelijk de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kunnen gaan afbouwen.
Minister, het is bijzonder belangrijk om daarover niet alleen aan het touw te trekken, maar vooral om de knopen door te hakken en ervoor te zorgen dat dat geld dat Europa voorziet, ook nuttig en goed besteed kan worden ten bate van onze Vlaamse gezinnen en bedrijven. De vraag is dus heel eenvoudig: op welke manier zult u ervoor zorgen dat deze knoop wordt doorgehakt en dat we dat geld hier kunnen gebruiken voor klimaatbeleid, ten bate van Vlaamse gezinnen en bedrijven? (Applaus bij cd&v)
Minister Demir heeft het woord.
Dank u, collega Bothuyne. Excuseer, maar ik lees al eventjes geen kranten meer. Dat is goed voor het mentale welzijn van eenieder. Wat de touwen enzovoort betreft, had ik dus even niet door waarover het ging.
Maar u hebt wel gelijk: het gaat over heel veel geld. Om het heel concreet te maken, het gaat over bijna 6 miljard euro aan veilinginkomsten uit het bestaande emissiehandelsysteem (emissions trading system, ETS) voor de industrie, over meer dan 6 miljard euro aan veilinginkomsten in het nieuwe ETS voor gebouwen en transport en over meer dan anderhalf miljard euro uit het sociaal fonds. We zitten dan aan ongeveer 13 miljard euro. Het is zeer belangrijk om te weten, collega’s, dat deze centen natuurlijk niet uit de lucht komen vallen. Deze centen komen ook niet uit de zak van mevrouw von der Leyen, ook niet uit de zak van de heer Michel, ook niet uit de zak van mevrouw Khattabi. Dit is geld uit de portemonnee van de Vlaming en van de Vlaamse ondernemingen. Dan is het ook logisch – en dat is ook de beslissing die de Vlaamse Regering heeft genomen – dat dat ook grotendeels terugvloeit naar de Vlaming. We hebben daar een afspraak over gemaakt in de Vlaamse Regering. Met name is het systeem van de emissiehandel voor de Vlaamse Regering duidelijk een gewestelijke bevoegdheid. Dat is jaren al het geval geweest voor het systeem voor de industrie. Het is evident dat dit ook geldt voor het emissiehandelssysteem voor gebouwen en transport. We hebben daar ook juridisch advies over gevraagd. Dat geeft ons ook gelijk. Gebouwen en transport, dat zijn twee grote sectoren waarvoor we als Vlaamse Regering heel wat maatregelen hebben uitgewerkt. Denk maar aan heel wat ondersteuning voor Vlaamse gezinnen.
Die onderhandelingen zijn natuurlijk niet gemakkelijk, want dat zijn allemaal Ecolomensen, maar mijn mandaat is heel duidelijk, namelijk om bij die onderhandelingen over de verdeling een groot deel van deze middelen naar de gewesten te laten terugvloeien, en dus naar Vlaanderen en de Vlaming. Als die Ecolomensen van Wallonië en Brussel en de federale overheid mij dan komen zeggen dat ze zelfs geld komen halen, zelfs vanuit de ETS voor de industrie, dan is dat wat mij betreft natuurlijk een ‘no pasarán’.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat dat inderdaad de essentie is, minister, dat we ervoor zorgen dat die miljarden euro’s de Vlaamse gezinnen en bedrijven ten goede komen. Want de uitdaging is bijzonder groot. We hadden het daarnet over het energiezuinig maken van woningen. Daarvoor hebben we niet alleen een EPC nodig. Daar is bijzonder veel geld voor nodig, en dat geld van die klimaatmiddelen kunnen we gebruiken om onze Vlaamse gezinnen te ondersteunen. Dan moet het natuurlijk ook wel heel snel beschikbaar zijn. Er is binnenkort opnieuw een klimaattop. Ik heb begrepen dat u er niet naartoe gaat – en u hebt geen ongelijk, want grote delegaties zijn daar uit den boze –, maar het is wel belangrijk dat we als België, als Vlaanderen een akkoord hebben om ervoor te zorgen dat we die middelen naar de Vlaamse gezinnen en bedrijven kunnen laten vloeien. Wanneer zult u dus een akkoord hebben? Wat is de timing? Wat hebt u afgesproken met uw collega’s van het Brusselse Hoofdstedelijke en Waalse Gewest en de federaal bevoegde minister om ervoor te zorgen dat we die middelen hier nuttig kunnen inzetten?
De heer Tobback heeft het woord.
Minister, er zijn inderdaad bijzonder veel middelen beschikbaar, en maar goed ook. Ze vallen trouwens in het niet bij de middelen die daar in de Verenigde Staten tegenover staan. Die middelen worden inderdaad opgehaald bij burgers, niet alleen Vlaamse burgers, maar Europese burgers en Europese bedrijven, omdat het een meerwaarde biedt om dat op een groter niveau te doen, met de bedoeling om een gezamenlijke ambitie na te streven: investeren in een gezamenlijke toekomst. Dat moet in principe zeker ook Vlaanderen als geïndustrialiseerde regio ten goede komen. Ik wil dus graag de Vlaamse Regering, maar ook de Vlaamse meerderheidspartijen oproepen om hier te zoeken naar manieren om die middelen op de meest rendabele, efficiënte, toekomstgerichte manier voor de Vlaamse burgers en de Vlaamse bedrijven te besteden, ook als dat in samenwerking is met de Federale Regering, ook als dat in samenwerking is met Europa, dus niet om zo veel mogelijk middelen in uw eigen zak te krijgen om dat dan met uw eigen label erop rond te delen. De burgers hebben er alleen maar belang bij dat het helpt, niet dat het per se van u of van mevrouw Khattabi of van wie dan ook komt. Als u dat soort samenwerking wilt promoten, dan zal ik dat in de kleine delegatie namens Vlaanderen graag mee uitdragen, want ik ga wél naar die klimaatconferentie. Het zou een vernieuwing zijn. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, lasten en lusten, we hebben het er hier al vaker over gehad. Minister, wat de lusten betreft, draagt de Vlaamse industrie, als ik het goed heb, 72 procent bij van de Belgische emissierechten, en krijgt het daar uiteindelijk 52 procent van terug.
Wat de lasten betreft – het is hier ook al vaker gezegd – beloven we geen dingen die we toch niet kunnen waarmaken – in tegenstelling tot anderen in België – maar we doen wel wat we moeten doen. Ik denk dat vandaag ongeveer twaalf Europese lidstaten het slechter doen dan wij.
Minister, ik heb nog een bijkomende vraag over die conferentie van uw collega Khattabi. Ik had toch ook het gevoel dat zij probeerde te knabbelen aan de Vlaamse bevoegdheden. Hoe gaat u daarmee om?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik zou toch mijn afschuw willen uitspreken, want wat we hier opnieuw zien – het is al de zoveelste keer natuurlijk – is hoezeer Vlaanderen zich niet alleen onderwerpt aan België als een of andere provincie, maar ook aan de Europese Unie, die onder het mom van allerlei zaken – maar dus ook onder het mom van klimaat – steeds meer een transferunie is geworden, waarbij er inderdaad geld – Vlaams geld, van de Vlamingen, van de Vlaamse bedrijven – wordt getransfereerd naar de rest van Europa.
Er komt inderdaad 13 miljard euro uit de portemonnee van de Vlaming en de Vlaamse ondernemingen. Dan hoor ik u hier zeggen, minister, dat een groot deel van die middelen zouden moeten terugvloeien naar de Vlaming.
Wel, ik heb een veel beter idee: we houden die middelen gewoon in Vlaanderen. We zorgen ervoor dat die middelen niet eerst langs de EU passeren, want dan weten we, minister, dat we daar een groot deel van kwijt zijn, en dat dat naar andere landen in Europa vloeit, bijvoorbeeld naar Oost-Europa. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, er wordt al snel overgegaan tot de verdeling van de inkomsten, maar het gaat natuurlijk ook over de uitgaven, en vooral ook over de doelstellingen. Wat is er cruciaal? Er moet eerst een akkoord zijn over hoe we die Europese doelstellingen gaan halen. Want dat akkoord is er ook nog altijd niet. Zolang dat dat akkoord er nog niet is, hoef je nog niet te praten over de inkomsten, want dat is gewoon één geheel.
Het is cruciaal dat we snel een Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) kunnen indienen, nationaal, waarbij ook de gewesten hun impact en input hebben kunnen leveren, maar dat ook voldoet aan de doelstellingen die op Europees niveau worden afgesproken.
Minister, u zult dan meteen zeggen dat dat mijn doelstellingen zijn, niet die van u. Dat zijn niet mijn doelstellingen, dat zijn die van de Europese Unie. We hebben niet aan die debatten kunnen deelnemen, want er was geen eensgezindheid, omdat u daar ook opnieuw dwarslag. Dus daar konden we zelfs geen impact op hebben, opnieuw omdat er door u niet kon worden samengewerkt. Dat is bijzonder jammer.
De grote vraag – als we het toch over de inkomsten hebben – is hoe u ervoor gaat zorgen dat die middelen vooral terechtkomen bij de mensen die dat het meest nodig hebben, de mensen die het meest gebaat zijn bij een sociaal klimaatbeleid. Dat zijn de mensen die de minste middelen hebben. Hoe gaat u ervoor zorgen dat die middelen vooral bij hen terechtkomen? (Applaus bij Groen)
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, dat is inderdaad een van die lang aanslepende debatten, met trekken en sleuren, een Processie van Echternach. Dat is natuurlijk jammer, aangezien het – zoals u en de collega hebben aangehaald – over veel geld gaat.
Natuurlijk, voor wat hoort wat. Ik denk dat het cruciaal is dat er rekening wordt gehouden met de eigenheid van elke regio, en met wat ze kunnen. Ik denk, minister, dat er een middel moet kunnen worden gevonden, een verdeelsleutel waarbij de inspanningen van elkeen worden beloond en beantwoord, en dat we er op die manier snel kunnen uitstappen.
Er is eigenlijk maar één boodschap: we moeten ervoor zorgen dat we hieruit geraken, zodat we daarmee op de internationale fora opnieuw onze positie kunnen innemen.
Minister Demir heeft het woord.
Misschien moet ik eerst meegeven dat het Nationaal Energie- en Klimaatplan eigenlijk klaar is, en dat we hebben voorgesteld om dat ook in te dienen bij Europa, maar de heer Maron wil dat niet doen. Hij zegt dat Vlaanderen haar doelstellingen nog maar eens moet verhogen.
We hebben ze al verhoogd. We zitten aan 40 procent van de doelstellingen. In Wallonië, Brussel en federaal vonden ze het allemaal top, leuk. Ze zaten aan 47 procent, 55 procent, het kon allemaal niet op. Dat ze het allemaal maar doen, mij niet gelaten, maar dat ze ons blijven lastigvallen, en dat ze het Nationaal Energie- en Klimaatplan niet willen indienen, vind ik wel problematisch. Het is klaar, dat ze het eens indienen. Dan zien we wel wat Europa zegt.
Ten tweede: de Vlaamse Regering was ook tegen de uitbreiding van het ETS-systeem voor gebouwen en transport. Mevrouw Khattabi vond dat een geweldig goed idee. Ik heb altijd gezegd dat het geen goed idee is; hiermee jaag je de Vlaming op kosten. Het spreekt voor zich – en dat is ook het standpunt dat ik heb ingenomen conform het standpunt van de Vlaamse Regering – dat gebouwen en transport vooral een gewestelijke bevoegdheid zijn en het is logisch dat de centen die de Vlaming moet betalen binnen Europa, terugvloeien naar Vlaanderen. Ik ga dat niet in mijn zakken steken – ik hoor daar rare verhalen over –, dat vloeit natuurlijk terug naar de Vlaming. Maar zeggen dat het voor het federale niveau is … Het federale niveau claimt die middelen op gebouwen en transport, en dat kunnen we natuurlijk niet aanvaarden.
Rond het ETS van de industrie zijn verdeelafspraken geweest. Ik ben er voorstander van om die verdeelsleutel te houden, maar ook daar zegt het federale niveau neen. Men wil er zelfs centen van afhouden. Daar kan ik het natuurlijk niet mee eens zijn, collega's. Het dossier is nu geagendeerd op het Overlegcomité. We zullen zien wat dat daar de afspraken worden en wie welk standpunt inneemt. Ik vind het wel heel belangrijk dat wij als Vlaamse Regering, als Vlaamse overheid, erop staan dat het Vlaamse bevoegdheden zijn en dat een groot deel van die middelen dan ook terugvloeit naar Vlaanderen. We zullen inderdaad binnen de Vlaamse Regering afspreken dat dat terug naar de Vlamingen gaat en naar de ondernemingen, om werk te maken van minder CO2.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik denk inderdaad dat het heel belangrijk is om snel duidelijkheid te krijgen. We hebben geen nood aan groene profileringsdrang, we hebben ook geen nood aan getouwtrek, we hebben nood aan een akkoord, liefst voor de klimaattop, voor we op de internationale bühne komen. We moeten ervoor zorgen dat die 15 miljard euro, tot en met 2030, op een goede manier besteed wordt, ten bate van onze Vlaamse gezinnen en ten bate van onze Vlaamse bedrijven. Op die manier kunnen we af van duur gas, dure mazout, dure kolen en tegelijk onze gezinnen op een klimaatvriendelijke manier hun woning laten verwarmen en onze bedrijven laten werken. Daarvoor hebben we die middelen nodig, hier in Vlaanderen. Maar we hebben ook nood aan een snel akkoord. Dus, minister, we hopen dat u dat in het Overlegcomité ook zo snel mogelijk realiseert. (Applaus bij cd&v)
De actuele vraag is afgehandeld.