Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de terroristische inval van Hamas in Israël
Actuele vraag over het conflict Israël-Palestina
Actuele vraag over de gewelddadige aanvallen van terreurorganisatie Hamas in Israël
Verslag
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, afgelopen zaterdag heeft Hamas een aanval gepleegd op Israëlisch grondgebied. Het is nog maar vier dagen geleden, maar de stroom aan gruwelijke beelden zou ons doen vergeten dat het nog maar vier dagen geleden is, want die stroom is onophoudelijk. Vanuit onze fractie willen wij dit absoluut veroordelen. Dergelijke aanvallen tegen burgerdoelwitten, dat kan nooit. Een muziekfestival – dat was het eerste beeld dat naar boven kwam – waar jongeren onbezorgd aan het feesten en aan het vieren zijn, maar dan ineens zijn er verwondingen, en mensen die doodgeschoten of gekidnapt worden. Willekeurig geweld tegen vreedzame burgers hebben we al te vaak gezien. Dan komen nu recent de kleine dorpen naast de Gazastrook waar er ook heel wat gruweldaden gepleegd zijn nog naar boven. Dergelijke terroristische activiteiten willen we absoluut veroordelen.
Tegelijkertijd rechtvaardigen gruweldaden geen gruweldaden. Een bommentapijt op een dichtbevolkte regio, vluchtwegen aankondigen en die dan bombarderen, een defensieminister die zegt dat men tegen menselijke beesten vecht en dat men er zich naar zal gedragen: dat zijn oproepen naar oorlogsmisdaden, ook dat kan niet. De balans is verschrikkelijk: meer dan tweeduizend doden, zesduizend gewonden, en 260.000 vluchtelingen. Ik maak hier bewust geen onderscheid tussen Palestijnen of Israëli’s, want het gaat om burgers.
Minister-president, ik heb uw boodschap gezien. Ik vond het een sterke boodschap, een evenwichtige boodschap, waarin u zegt dat u meeleeft met alle burgerslachtoffers van beide kanten. Ik vind dat een zeer goede keuze om op die manier te communiceren. Ik wil u daarvoor danken. Mijn vraag aan u is welke inspanningen u vanuit Vlaanderen nog kunt doen om de vredessituatie daar hopelijk te bespoedigen. (Applaus bij Groen)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, het conflict tussen Israël en Palestina is helaas opnieuw geëscaleerd, dit door de gruwelijke, terroristische inval van Hamas in Israël. Er zijn inderdaad honderden slachtoffers. We denken in eerste instantie – die beelden blijven beklijvend – aan die aanval op dat muziekfestival, waar jongeren vreedzaam aan het vieren en aan het feesten waren, en daar afgeslacht of ontvoerd werden. Het is allemaal gruwelijk om aan te zien. We denken ook aan de vele dorpen waar Hamas is binnengevallen, families zijn afgeslacht, en zelfs baby’s gewoon zijn doodgeschoten in hun wieg. De gruwel is groot. Wij voelen ons voor een stuk machteloos.
Dan rijst de vraag wat wij hieraan kunnen doen. Een van de zaken die we wel in de hand hebben, is de financiële steun die nu richting Palestina gaat en waarvan we geen garantie hebben dat die in goede handen terechtkomt. Komt die wel in de juiste handen terecht? Hamas is aan de macht in Palestina, de vraag is dus waar dit geld terechtkomt. Wij zijn niet de enigen die ons dat afvragen, ook de Europese Unie doet dat. De Europese Commissie is haar steun aan Palestina aan het herbekijken. We spreken dan toch over 700 miljoen euro in de meerjarenbegroting die ter discussie staat op Europees niveau. Bepaalde landen zoals Duitsland en Oostenrijk hebben zelf al gesteld dat ze de steun aan Palestina voorlopig gaan bevriezen. Andere landen, zoals onder meer België, hebben aangekondigd om dat niet te zullen doen.
In 2019 heeft de Vlaamse Regering een hernieuwing gedaan van het verdrag met het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA). Men heeft die samenwerking toen hernieuwd. Mijn vraag is dan ook, minister-president, welke garanties u en de Vlaamse Regering hebben dat het geld dat nu vanuit Vlaanderen richting Palestina vloeit niet in terroristische handen, en dus niet bij Hamas, terechtkomt. Overweegt u desgevallend om deze steun voorlopig te bevriezen? (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, inderdaad, wat een feest moest zijn vorig weekend, is je reinste nachtmerrie geworden. De oorlog is gestart. De oorlog zal niet snel stoppen, en die oorlog is ook niet spontaan gestart. Wie denkt met simplistische uitspraken daar snel een einde aan te kunnen maken, zal van een kale reis terugkeren. Hetzelfde geldt voor het polariseren. Er zijn honderden doden, het gaat al naar de duizenden, 180.000 mensen zijn op de vlucht, en dat aantal loopt nog op. De grote dupe, zoals in elke oorlog, in elk conflict, bij elke terreurdaad, zijn de gewone mensen. Het is daarom belangrijk dat we pleiten voor humanitaire hulp voor de gewone mensen, van welke kant ook. Dat is ook waar onze minister, Caroline Gennez, voor pleit. Die humanitaire steun, water, eten, brandstof, elektriciteit, moet blijven doorstromen naar de mensen die daar nu zijn. Van welke kant zij ook zijn, ze zijn angstig en bang.
Ten tweede is het ook heel belangrijk dat er een de-escalatie van het geweld komt, zo snel mogelijk, om meer doden te vermijden en om misschien de mensen die gegijzeld zijn, nog vrij te krijgen.
En ten derde is er uiteraard nood aan een structurele oplossing op lange termijn, waarbij beide staten, Palestina en Israël, kunnen werken aan een toekomst voor hun volk, voor hun land.
Mijn vraag, minister president, is of u bereid bent te pleiten voor wat ik hier net gezegd heb. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, wat we de voorbije dagen gezien hebben, is verschrikkelijk. Een vredesfestival van mensen die ijveren voor een oplossing van het conflict, werd aangevallen door een terreurbeweging. We mogen dat niet vergeten, Hamas is een terreurbeweging, een terreurbeweging die jammer genoeg de macht in handen heeft in een gedeelte van de Palestijnse gebieden. Ze hebben honderden, 1200 Joodse burgers, Israëlische burgers, gewoon in koelen bloede vermoord. Er zijn ouderlingen en kinderen vermoord. Er zijn nu ongeveer 150 gijzelaars bekend, mensen die meegenomen zijn naar Gaza en waarschijnlijk als levend schild zullen worden gebruikt.
We hebben natuurlijk ook de reactie gezien van Israël. Je kunt je afvragen of dat buitenproportioneel is, of dat volgens het internationaal oorlogsrecht is. Je zit enerzijds met een regulier leger en anderzijds met een terreurbeweging die nu nog steeds aanvallen uitvoert en Israëlische burgers doodt. We hopen inderdaad op een tweestatenoplossing, vanuit Vlaanderen zijn we al lang voorstander van een tweestatenoplossing. Dat zou de oplossing kunnen zijn voor een conflict dat ondertussen 75 jaar duurt.
Mijn vraag, minister president, is wat uw standpunt is. Wat is de reactie van de Vlaamse Regering? Op welke manier kunnen we in Vlaanderen bewegingen treffen die nog steeds haat verkondigen ten aanzien van Israël en de Joodse bevolking? (Applaus bij de N-VA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Beste collega's, om te beginnen wil ik natuurlijk mijn diepste medeleven uitdrukken met alle onschuldige slachtoffers van de gruwel die zich momenteel in het Midden-Oosten afspeelt. De blinde terreuraanslag die Hamas afgelopen weekend in Israël aanrichtte, was afschuwelijk, was onmenselijk en was onaanvaardbaar. Ik denk dat de onvoorstelbare beelden van het muziekfestival van het Israëlische dorp aan de grens met Gaza, die iedereen van ons gezien heeft, niemand onbewogen kunnen laten.
Vlaanderen leeft mee met het Israëlische volk, dat zwaar lijdt. Ik heb dan ook meteen mijn solidariteit betuigd aan de Israëlische ambassadeur in ons land. Dergelijke barbaarse aanslag, moordpartij en gijzeling van vele honderden onschuldige burgers kent geen vergoelijking. Hiervoor bestaan geen excuses. Dit is in strijd met het internationaal recht. Ik roep dan ook op om de gijzelaars onmiddellijk vrij te laten en ik vraag aan de internationale gemeenschap om die oproep mee te steunen.
Uiteraard kent het Palestijns-Israëlisch conflict een lange en heel complexe voorgeschiedenis. Laat me duidelijk stellen dat de aanslag van afgelopen weekend geen militaire actie of daad van verzet was, maar een blinde, nietsontziende daad van terreur, zoals we die spijtig genoeg in eigen land ook hebben moeten ervaren. We hebben geen enkel begrip voor wie de terroristische gruweldaden van Hamas op welke manier dan ook probeert goed te praten, laat staan te verheerlijken of te vieren.
We moeten ons er voor behoeden om Hamas in dezen gelijk te stellen met het Palestijnse volk. Hamas is geen democratische vertegenwoordiger van de Palestijnse bevolking die zich al vele jaren in uiterst precaire omstandigheden in Gaza bevindt. Hamas is een terreurorganisatie die de afgelopen dagen nogmaals heeft duidelijk gemaakt dat geen enkele gruwel haar te groot is. Spijtig genoeg zijn we de afgelopen maanden herhaaldelijk getuige geweest van de gruwel die die oorlog met zich meebrengt, en de verwoestende gevolgen die het heeft op de burgerbevolking. Het is dan ook mijn diepe hoop dat de situatie in het Midden-Oosten niet verder escaleert.
Ook in de militaire reactie van Israël op deze terreurdaden moet het internationaal recht het richtsnoer zijn. De slachtoffers hebben nood aan gerechtigheid en niet aan wraak, want zoals het spreekwoord luidt: mocht oog om oog de regel zijn, dan was heel de wereld blind. Hoewel vandaag duurzame vrede in het Palestijns-Israëlisch conflict misschien wel verder weg lijkt dan ooit, moet dat te allen tijde onze betrachting blijven. Ik roep de Europese Unie dan ook op om hier haar verantwoordelijk op te nemen en waar mogelijk een bemiddelende rol te spelen.
Het is hier al gezegd door de collega’s: het is ook de overtuiging van de Vlaamse Regering dat enkel een tweestatenoplossing de basis biedt voor een duurzame oplossing om deze tragische spiraal van gruwel, geweld en lijden te doorbreken.
Vanuit Vlaanderen blijven we ook ons deel doen. De Europese Unie is onze belangrijkste hefboom inzake buitenlands beleid, maar ook binnen onze eigen bevoegdheden zetten we onze inspanningen verder. Hier werd ook de vraag gesteld naar UNRWA. Mijn diensten doen om het jaar een doorlichting van wat er met de gelden gebeurt die wij ter beschikking stellen van die organisatie van de Verenigde Naties (VN), om na te gaan of die gelden bij die mensen terechtkomen die lijden, afzien en die van water, gas en nutsvoorzieningen voorzien moeten worden, en niet bij het regime van Hamas of terreurorganisaties. Iedere keer blijkt uit die doorlichting dat dat effectief het geval is. We zullen daar verder op blijven toezien, maar ik zie op dit moment geen reden om onze steun aan UNRWA stop te zetten. Dat gaan we dus ook niet doen.
Terroristen zijn geen verzetsstrijders, en elke militaire reactie van Israël zal ook de regels van het internationaal recht moeten respecteren. Maar laten we ons verenigen in een veroordeling van de gruwel die we hebben gezien en samen de hoop uitspreken dat onschuldige slachtoffers aan beide zijden verder vermeden kunnen worden. (Applaus op alle banken)
De heer Aerts heeft het woord.
Het internationaal humanitair recht en de mensenrechten moeten inderdaad nu ons kompas zijn. Het is heel logisch dat de situatie in Palestina, de Gazastrook en Israël nu zeer woelig is en dat er gevoelens zijn van wraak. Vanop een afstand zouden we toch minstens moeten proberen om onze cool te bewaren en ervoor te zorgen dat we daarin een evenwichtig standpunt opnemen. Het is dus goed dat u zowel naar de Palestijnse slachtoffers als naar de Israëlische slachtoffers kijkt en hun beiden uw medeleven betuigt. Ik denk dat dat zeer belangrijk is. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat er eigenlijk maar één vlag is waar we ons vandaag achter kunnen scharen, namelijk de vredesvlag. Dat is waar we absoluut voor moeten blijven gaan.
U hebt verwezen naar uw contact met de Israëlische ambassadeur, maar niet naar andere contacten. Hebt u nog andere contacten gehad? Indien niet, bent u nog van plan om die op te nemen?
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik neem akte van het feit dat het geld dat – weliswaar via een UN-organisatie – richting Palestina gaat, eigenlijk naar een door Hamas gecontroleerd gebied, niet bevroren zal worden.
Ik ben trouwens ook bezorgd over de import van het conflict in ons land. Ik denk dat dat ook een belangrijke zaak is, die nog niet naar voren is geschoven. We moeten weten dat – sommige collega’s zullen het misschien niet weten – Palestijnse asielzoekers, als je de totaliteit ervan bekijkt, in de top 3 van asielzoekers in ons land zitten. De kans dat we dit conflict importeren in ons land, is dus vrij groot. Er zijn al enkele incidenten gesignaleerd, en ik vroeg me dan ook af welke initiatieven u hier, eventueel in overleg met de federale overheid, zult nemen om ervoor te zorgen dat alles veilig blijft in ons land. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, ik ben tevreden met de toon in uw toespraak. Want inderdaad, met vlaggen gaan zwaaien, mensen vergelijken met dieren of ander uitschot zoals de voorbije dagen is gebeurd, leidt tot niets. Dit zal enkel voor meer escalatie zorgen.
De beelden van Israël, de beelden van de Gazastrook, zijn zoals u zegt pure gruwel, zijn schrijnend, indringend, verschrikkelijk. We zijn er allemaal mee bezig, en het is goed dat we gruwel aan beide zijden uitdrukkelijk veroordelen. Want ik wil benadrukken dat 2023 het dodelijkste jaar is wat betreft het aantal Palestijnen dat het afgelopen decennium is gesneuveld. Maar 2023 is ook het dodelijkste jaar wat betreft het aantal Joden dat is gesneuveld sinds de Holocaust. Dus hier blind partij kiezen, beste collega's, beste minister-president, leidt nergens toe. Dat leidt enkel tot meer geweld.
Ik meen begrepen te hebben dat u voorstander bent van blijvend humanitaire hulp bieden aan de gewone mensen die het meer dan nodig hebben, van welke kant zij ook zijn. En ik meen begrepen te hebben dat u de oorlogsmisdaden aan beide kanten sterk veroordeelt. Dank u wel. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw concrete antwoord.
Ik denk dat het inderdaad een goede zaak is dat wij nogmaals het pleidooi voor een tweestatenoplossing herhalen. Na een 75-jarig conflict denk ik dat dit de enige mogelijke oplossing is om uit dit conflict, uit deze oorlog, te geraken.
We mogen natuurlijk niet vergeten dat het voorbije weekend een terreuractie is gepland door een organisatie die door de Europese Unie, de Verenigde Staten, Canada, Australië en vele andere landen op een lijst van terreurorganisaties is geplaatst. Dit is geen leger, dit is een terreurmilitie die niet alleen in Israël, maar op nog veel andere plaatsen in de wereld terreuracties heeft gepleegd, en soms zelfs naar België durft te komen op bepaalde partijfeesten.
Hier hoort natuurlijk geen ‘ja, maar’. Hier moeten we uiteraard die terreur veroordelen die Hamas heeft gepleegd. Tegelijkertijd moeten we durven zeggen dat, wanneer er acties en verdediging zijn, dat inderdaad moet gebeuren volgens het oorlogsrecht, het internationaal recht.
Ten slotte blijf ik nog altijd met volgende vraag zitten. Er zijn nog altijd verenigingen in dit land die durven nuanceren, en zeggen dat het wel terrorisme is, maar dat men dat moet nuanceren. Het zijn bepaalde verenigingen die we wel kennen, waarvan we ondertussen heel wat persberichten krijgen. Ik vraag me dan af op welke manier die onder de loep genomen kunnen worden. (Applaus bij de N-VA)
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik wil ook mijn medeleven uitspreken met alle onschuldige Israëlische en Palestijnse slachtoffers, en met de vele burgers die misschien nog geen slachtoffer zijn, maar vandaag wel in totale angst leven. Iedereen is gechoqueerd door de barbarij die zich afspeelt in Israël en Palestina, en door die barbaarse actie van Hamas.
Minister-president, ik wil u uitdrukkelijk bedanken voor uw serene reactie. We kunnen de barbarij van Hamas veroordelen, maar we mogen ook niet blind zijn voor de buitenproportionele tegenreactie van Israël, waarbij er geen onderscheid wordt gemaakt tussen burgers en terroristen.
We kunnen dat doen zonder het bestaansrecht van Israël én Palestina in vraag te stellen. Ik denk dat de serene discussie die we hier vandaag kunnen voeren, ook nodig kan zijn om binnen dat conflict tot een oplossing te komen.
Minister, u erkent terecht het leed van de burgerslachtoffers aan beide kanten. Israël heeft ook het recht op veroordeling van die terreuractie, maar die moet proportioneel zijn, conform het internationaal recht.
De humanitaire noden in Gaza, vandaag nog meer dan eerder, zijn gigantisch. Ik ben heel blij dat u daar steun voor uitspreekt, minister-president, dat de steun via lokale ngo’s en lokale projecten gegarandeerd blijft, in het belang van die burgers. (Applaus van Hilâl Yalçin)
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u, collega’s, voor de vragen.
Minister-president, toen ik dit weekend de beelden en de berichten hoorde uit Israël, was ik ontredderd en echt gedegouteerd. U hebt het zelf aangehaald: het aantal burgerslachtoffers loopt enorm hoog op langs beide kanten.
Appartementsgebouwen en ook ziekenhuizen worden gebombardeerd. Mannen, vrouwen en kinderen worden als levend schild gebruikt, ontvoerd en vermoord. Daar kan men alleen maar bijzonder stil en ellendig van worden.
We weten dat het een conflict is dat zich al jarenlang voordoet. U hebt het ook zelf aangehaald. Daarom ondersteun ik ook zeker de oproep om sterke en snelle diplomatieke inspanningen te leveren. U hebt al een aantal acties opgesomd. Zeker ook op humanitair vlak moeten we vele steentjes bijdragen.
Wat de concrete vragen betreft, heeft de Europese Unie beslist om de ontwikkelingshulp niet stop te zetten, maar om een doorlichting te doen van de hulp die wordt toegekend. Mijn vraag is of we ook zullen evalueren of een doorlichting alleen voldoende is, zowel op korte als op lange termijn, en of we eventueel verdere stappen moeten zetten dan enkel een doorlichting. (Applaus van Maurits Vande Reyde en Orry Van de Wauwer)
De heer D’Haese heeft het woord.
Ik wil ook beginnen met mijn medeleven te betuigen aan alle slachtoffers die de afgelopen dagen zijn gevallen door de gruwel die daar is gebeurd. Minister-president, ik hoor grote verontwaardiging van u en onze regering over de aanval van Hamas op festivalgangers, op dorpen, op mensen en kinderen, en dat is volledig terecht. Het is onaanvaardbaar om te schieten op gewone, onschuldige burgers.
Maar, minister-president, waar is de verontwaardiging over de Israëlische bombardementen op de Gazastrook? Waar is de verontwaardiging over de bombardementen op onschuldige burgers en kinderen? Waar is de verontwaardiging over zestien jaar volledige blokkade van de Gazastrook, met alle humanitaire gevolgen van dien? Het is een openluchtgevangenis. Waar is de verontwaardiging over de 6500 doden die de afgelopen tien jaar in de Gazastrook zijn gevallen? Waar is de verontwaardiging over 75 jaar Israëlische bezettingspolitiek en apartheid? Ik hoor daar heel weinig over. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Bart De Wever, de burgemeester van Antwerpen, roept nu zelfs iedereen op om kant te kiezen, de kant van Israël, ‘de kant van het licht’, zoals hij dat noemt. De kant van het licht, die vandaag 2 miljoen Palestijnen in het donker zet. (Opmerkingen van Annick De Ridder)
Een moment, het was niet uw micro. Het was van de collega die het woord niet had gevraagd, dus maakt u alstublieft uw zin af.
Men heeft het water, het licht, de elektriciteit, de voeding en de brandstof afgesloten van 2 miljoen mensen. We moeten daar geen kant voor kiezen. We moeten geen kant kiezen voor de bezetter.
We moeten er alles voor doen, minister-president, om tot een snel staakt-het-vuren te komen, om het maken burgerslachtoffers te beëindigen, en om een einde te maken aan die bezettingspolitiek. Dat is de enige duurzame oplossing voor wat er nu gebeurt. (Applaus bij de PVDA)
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer D’Haese, ik vond het eigenlijk heel sereen, hoe we met zes fracties hier in het halfrond heel evenwichtige tussenkomsten hielden en slachtoffers, zeker als dat slachtoffers zijn aan beide kanten, veroordeelden. Ik moet zeggen: ik vind het spijtig dat u de sereniteit eruit haalt en gaat polariseren. Ik vind dit heel, heel erg. (Applaus bij de N-VA, het Vlaams Belang, Open Vld en cd&v)
Polarisatie brengt ons op dit moment geen millimeter dichter bij een eventuele oplossing.
Ik ga in op de vragen. Mijnheer Aerts, u vroeg of we nog andere contacten leggen. Met UNRWA hebben we dus contact om te zien of de gelden wel terecht worden besteed. Aan de Vlaamse diplomatiek vertegenwoordiger bij Europa heb ik gevraagd om bij Europa ons standpunt bekend te maken. Ik denk – laat me een kat een kat noemen – dat we Europa nodig hebben als bemiddelaar. Dat komt niet aan Vlaanderen of aan België toe. We hebben daarvoor het Europese niveau nodig. Via Europa kunnen we ons uitdrukken.
Mijnheer Deckmyn, import van het conflict in ons land is absoluut een groot gevaar. Maar eerlijk gezegd: we kunnen wel een stelling innemen vanuit Vlaanderen, maar we hebben geen bevoegdheid. Dit is een bevoegdheid van de federale minister van Binnenlandse Zaken, daar heb ik ooit enige ervaring mee gehad, en de lokale besturen. Nog eens, ik hoop uit de grond van mijn hart dat de adequate maatregelen genomen worden, want dat gevaar loert om de hoek, dat is zeer juist.
Mijnheer Vanlouwe, we hebben de analyse gedaan. Er waren drie projecten die we in de vorige legislatuur subsidieerden, maar die zijn alle drie afgesloten. Dat was een subsidie aan een Palestijnse circusschool, aan een muziekschool in Ramallah en aan het project Connexion, in samenwerking met de Qattan Foundation. Dat is allemaal in 2018 afgesloten. Er gaat nog een subsidie naar Music Fund van 28.000 euro en naar een aantal organisaties. De meest bekende daarvan is vzw Vrede, die Hamas openlijk steunt. Ik heb aan mijn diensten gevraagd om na te gaan of zij een of andere regel van het subsidiereglement, bijvoorbeeld respect voor de rechten van de mens, overtreden. Dan zullen wij optreden. (Applaus bij de N-VA en cd&v)
De heer Aerts heeft het woord.
Ik kan het niet genoeg benadrukken: de mensenrechten als kompas, dat is waarmee we naar het conflict moeten blijven kijken. Dat betekent een aantal zaken.
Dat betekent dat we én terreur én collectief straffen moeten veroordelen. Ik heb dat hier vandaag verschillende keren gehoord. Dat betekent ook dat we humanitaire hulp niet kunnen stopzetten op het moment dat mensen in het donker zitten of geen voedsel meer hebben. Dat zou een kapitale fout zijn. Dat betekent ook dat we een stem moeten geven aan die vredelievende vaders en moeders die vaak een hele stille stem hebben; zij zijn nog altijd vragende partij naar vrede.
Vlaanderen is een heel vredelievende regio. We hebben daar in het Vlaams Parlement een traditie in hoog te houden. Er is de afgelopen uren en dagen door verschillende collega’s hard gewerkt aan een voorstel van resolutie om dit gemeenschappelijk te veroordelen. Ik hoop dat we die zo dadelijk kunnen behandelen en dat we dan een krachtig signaal kunnen geven. (Applaus bij Groen)
De heer Deckmyn heeft het woord.
Collega’s, de terroristische activiteiten van Hamas, het terrorisme tout court, kan nooit vergoelijkt worden zoals daarnet door de PVDA. Ik zal het in uw taal zeggen, mijnheer D’Haese, voor terroristen: ‘no pasarán’.
We blijven ons afvragen, minister-president, of we dat Vlaamse belastinggeld niet moeten herbekijken. U zult laten nagaan of die gelden wel goed besteed worden. Allemaal goed en wel, maar waarom doet u dat niet zoals Duitsland en Oostenrijk? Dat is: ze op voorlopige wijze bevriezen en dan onderzoeken en dan verder zien. Ik denk dat dat van veel beter bestuur zou getuigen.
Voor de rest moeten we er inderdaad alles aan doen opdat het conflict tussen Palestijnen en Israëliërs niet in onze straten wordt uitgevochten. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, Vooruit en velen met ons, staan aan de kant van de slachtoffers, de slachtoffers van beide kanten, van beide zijden. Ik wil hier dan ook uitdrukkelijk ons medeleven betuigen aan alle slachtoffers, hun families en hun geliefden.
We worden er stil van, maar we zullen niet stil blijven. Daarom is het belangrijk dat we ook vandaag hier in het Vlaams Parlement over dit conflict praten, om steun te krijgen voor die humanitaire noodhulp, die moet blijven gaan naar slachtoffers, naar mensen, naar de gewone mensen van gelijk welk kamp. Voedsel, brandstof, elektriciteit, we mogen hen daar niet van afsluiten, van welk kamp ze ook zijn.
Ten tweede moet er steun komen voor de de-escalatie van geweld, en snel. En ook moet er steun zijn voor de structurele oplossing op langere termijn van die twee staten, Israël en Palestina, want dat is de enige weg naar een duurzame oplossing voor vrede. Ikzelf, en velen met mij, zijn er immers van overtuigd dat veel meer mensen vrede willen in plaats de vuile oorlog die er nu heerst. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, het is al een paar keer gezegd: een tweestatenoplossing is natuurlijk moeilijk te onderhandelen met Hamas, dat aan de macht is in Gaza. We weten uiteraard dat er ook andere partijen zijn, Fatah, maar we mogen niet vergeten dat er in de Palestijnse gebieden sinds 2006 geen democratische verkiezingen meer gehouden zijn. Sinds 2006, dan wordt het soms moeilijk om te weten wie de juiste gesprekspartner is. In ieder geval zijn het niet de vrienden van de PVDA, dat zijn terroristen. Keer op keer kiest de PVDA de verkeerde kant. Keer op keer, of het nu gaat over Rusland en Oekraïne, Venezuela, of Noord-Korea, keer op keer staat u aan de verkeerde kant. (Applaus bij de N-VA)
En dat blijf ik veroordelen. Ik vind het onvoorstelbaar hoe u dat hier in dit geval durft te doen.
Minister-president, in Duitsland en Frankrijk worden maatregelen genomen tegen verenigingen die hun steunbetuigingen voor Hamas uiten, zoals blijkbaar ook de PVDA doet. Ik ben dan ook blij dat ook hier maatregelen zullen worden genomen tegen bepaalde vzw’s. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.