Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de uitspraak van de Antwerpse arbeidsrechtbank betreffende het experiment met deelbudgetten voor personen met een handicap
Actuele vraag over de deelbudgetten voor personen met een handicap
Verslag
Collega’s, ik herinner jullie nogmaals aan wat ik tijdens mijn openingsverklaring van dit parlementaire jaar heb gezegd: er wordt niet afgelezen van een document, en dat geldt zowel op het spreekgestoelte als op de banken.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, u bent vorige week teruggefloten door de rechtbank vanwege een experiment met personen met een handicap. De rechtbank zegt dat dat experiment ongrondwettelijk is.
Ik vraag mij af of u weet wat dat concreet betekent voor de mensen. Dat zijn mensen met een handicap die nood hebben aan ondersteuning. Zonder ondersteuning kunnen zij geen normaal leven leiden, kunnen zij zich niet verplaatsen, kunnen zij zich niet zelf aankleden. Zij hebben steun en ondersteuning nodig.
Zij doen een aanvraag bij de overheid. Er wordt een heel onderzoek gedaan. Zij krijgen bevestiging: er wordt bevestigd dat ze een handicap hebben en dat ze recht hebben op ondersteuning. Ze krijgen een brief in de bus dat ze ondersteuning zullen krijgen.
Minister, vervolgens staan zij jarenlang op de wachtlijst voor zo’n budget. Zij moeten jarenlang wachten op ondersteuning. En dan komt ineens een brief in de bus van de overheid, waarin staat dat ze budget zullen krijgen, maar dat dat slechts een half budget zal zijn. Ze krijgen de helft van wat hun werd beloofd, omdat de overheid wil experimenteren of ze met een half budget ook zouden rondkomen en zich afvraagt of ze dat hele budget wel nodig hebben.
Goed, die mensen krijgen dat budget en merken dat ze daar niet mee toekomen: ze kunnen maar de helft van de tijd naar een instelling, ze kunnen maar de helft van de tijd vervoer regelen, ze kunnen maar de helft van de tijd assistentie in huis vragen. En dus stappen die mensen – ze moeten wel – naar de rechtbank, omdat zij een volledig budget nodig hebben en daar ook recht op hebben.
En wat zegt die rechtbank, minister? Dat het beleid van deze regering, de beslissing om te gaan experimenteren, ongrondwettelijk is. Wat deze regering doet met mensen met een handicap, is onwettig.
Minister, de vraag is nu: wat zult u doen, welke keuze zult u maken? Zult u luisteren naar de rechters die die uitspraak hebben gedaan en zult u alle mensen met een deelbudget en alle mensen op de wachtlijst een volledig budget geven? Of zult u tijd en energie steken in opnieuw in beroep te gaan tegen een beslissing die in het voordeel is van de mensen met een handicap? (Applaus bij de PVDA)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, collega’s, de zorg krijgen die je nodig hebt, zou in ons rijke Vlaanderen eigenlijk een evidentie moeten zijn, maar we weten dat het dat voor heel veel mensen met een handicap vandaag absoluut niet is. Er zijn mensen die al even lang op de wachtlijst staan dan dat cd&v bevoegd is voor Welzijn: meer dan twintig jaar op een wachtlijst om de zorg te krijgen waaraan je nood hebt om volwaardig te kunnen deelnemen aan onze samenleving en vooral ook om in heel veel gevallen de families te kunnen ontlasten die die zorg al jaren op zich nemen.
Deze Vlaamse Regering laat de mensen in de prioriteitengroepen 2 en 3 in de kou staan, behalve dan dat cynische experiment met deelbudgetten. Je moet je dat voorstellen: na een heel lange procedure krijg je een brief van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) waarin staat dat je recht hebt op een budget om volwaardig te kunnen deelnemen aan onze samenleving, maar daarna verdwijn je op een wachtlijst.
We weten niet hoelang dat kan duren. Dat gaat misschien jaren zijn. En dan krijg je de boodschap van dezelfde Vlaamse overheid: “Weet je wat? We gaan een experiment doen. We gaan eens kijken of je je met de helft van het bedrag waar je eigenlijk nood aan hebt, ook al kunt beredderen.” Hoe cynisch kan iets worden dat je begint te experimenteren met mensen met een handicap?
Ik begrijp dat heel veel mensen daarop ingaan. Als de keuze is langs de ene kant 0 euro krijgen en geen enkel perspectief hebben op wanneer je je budget volledig gaat krijgen en langs de andere kant toch al de helft hebben en al iets van hulp krijgen, dan begrijp ik dat veel mensen daarop ingaan.
Maar is dat dan goed beleid? Opnieuw zegt een rechtbank dat dit niet kan. Dit is tegen de grondwet. Het standstillprincipe wordt hier geschonden. Minister, dan is inderdaad de vraag: wat gaat u nu doen? In juni hebben we ook een debat gehad hier in de plenaire vergadering. U zei toen dat u, als de rechter daarover oordeelt, daarop gaat ingrijpen. Wat gaat u nu doen? Gaat u in beroep gaan of gaat u die mensen een volledig budget toekennen? Gaat het dan enkel gaan over de mensen die nu naar de rechtbank gestapt zijn? Of gaat u dat dan ineens doen voor alle 1100 mensen die maar de helft van het budget waar ze recht op hebben, gekregen hebben? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, het beleidsdomein personen met een handicap is voor deze regering en voor uw beleid een prioriteit. Ik kan het nu hebben over allerlei budgetten die gestegen zijn van 1,8 miljard euro naar 2,5 miljard euro. Dat is zonder meer indrukwekkend, maar daar hebben weinig mensen een boodschap aan.
Waar veel mensen een boodschap aan hebben, is dat de wachtlijst binnen prioriteitengroep 1 weggewerkt is. Dat is een verwezenlijking die, denk ik, uitermate belangrijk is en die ons ook hier vandaag in staat stelt om te debatteren over hoe we gaan omgaan met al die mensen in prioriteitengroep 2.
Bij uw aantreden – u hebt dat al verschillende keren in commissiedebatten gezegd – hebt u lang nagedacht over hoe u dat gaat doen. Geeft u om en bij de vijfhonderd mensen nu een volwaardig budget? Of geeft u iets meer dan 1100 mensen een voorafname op hun budget? Ze krijgen nu reeds de helft, men behoudt de plek op de wachtlijst, kan vrijwillig instappen en verliest geen enkele rechten. Zo kunnen we het dubbel aantal mantelzorgers, families wat ontlasten. U hebt daar lang over nagedacht en u hebt daar veel en intens overleg over gepleegd met de mensen waarover het gaat: mensen met een handicap, mensen die voor hen zorgen, hun familie.
Vorige week is er een uitspraak geweest van de arbeidsrechtbank in Antwerpen in een individueel dossier. Ik vind het belangrijk om te beklemtonen dat ik het goed vind dat alle mensen hun rechten uitpuren. Als ik ouder zou zijn van een kind met een handicap, dan zou ik ook vechten voor dat kind. Nu ligt hier dan dat vonnis voor. Minister, het beleid is afgelegd. De uitspraak is nu duidelijk. Hoe gaat u om met deze uitspraak? (Applaus bij cd&v)
Minister Crevits heeft het woord.
Onze Vlaamse Regering – mijn voorganger heeft het gerealiseerd – heeft in juni 2021 een zorginvesteringsplan goedgekeurd. Dat is een plan op langere termijn om vast te leggen hoe men tegemoet zou komen aan de zorgen en de noden die mensen met een handicap hebben.
Een van de grote positieve realisaties – collega Jans heeft er al naar verwezen – is dat we in 2021 een engagement genomen hebben voor de groep waar in de vorige legislatuur heetgebakerde, terechte debatten over gevoerd zijn, namelijk prioriteitengroep 1, om de mensen van die groep allemaal, zonder uitzondering, op redelijke termijn een budget ter beschikking te stellen. Dat engagement hebben we ook gerealiseerd. Voor mij is dit het eerste uitgangspunt dat beslist is in 2021, maar waar ik me absoluut aan wil houden. Dat betekent een wereld van verschil voor enorm veel mensen die een handicap hebben en in prioriteitengroep 1 zitten.
Collega’s, dat neemt niet weg dat er nog zorgen zijn. Prioriteitengroep 2 is de groep met de tweede grootste prioriteit. Daar staan nu iets meer dan zesduizend mensen te wachten op een budget.
En in de begroting 2022 is er eigenlijk beslist om twee keer 20 miljoen euro vrij te maken. Ik vind het belangrijk om dat te onderstrepen.
De eerste 20 miljoen euro was bestemd om te investeren in rechtstreeks toegankelijke hulp, voor mensen in prioriteitengroep 2 en prioriteitengroep 3, hulp waar men rechtstreeks bij terechtkan, ook al heeft men geen budget. Dat is zeer belangrijk. Ik denk dat iedereen ondertussen overtuigd is dat we verder moeten investeren in die rechtstreeks toegankelijke hulp.
De tweede 20 miljoen euro is en was bestemd voor mensen uit prioriteitengroep 2. Mijn voorganger heeft daar een aantal gesprekken en besprekingen rond gehad. Je voelde uit een aantal gesprekken bij gebruikers dat het misschien interessant zou zijn om, in plaats van te werken met een vol budget, eens te kijken hoever mensen kunnen springen met een deelbudget, zoals collega Jans zei, bepaald op de helft ervan. En zo is geschied. Ik was bij mijn aantreden zelf sceptisch, ik heb dat al een paar keren gezegd, dat ik kritisch was. Is dat nu eigenlijk een goede manier van werken? Ik ben zelf ook advocaat geweest, ik ben jurist, ik wilde weten of ik er zelf in kon geloven. We hebben ons daarover ook beraden, ik heb ook met de gebruikers gesproken. Ik vind het eigenlijk wel een goede optie, wat we gedaan hebben, anders zouden we het niet gedaan hebben.
We hebben dus niet gezegd dat we het besluit gaan aanpassen en nu iedereen een half budget ter beschikking stellen. Neen, we gaan dat niet doen, we maakten een apart besluit en in dat apart besluit doen we eigenlijk een wetenschappelijk onderzoek, dat we ook laten monitoren door de Universiteit Antwerpen (UAntwerpen), Leuven en het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving (HIVA), denk ik. De resultaten zullen begin volgend jaar ter beschikking zijn, om in die zeer diverse groep van prioriteitengroep 2 te zien hoever mensen kunnen springen met het budget. Heel belangrijk is om daarbij te vermelden dat noch de prioriteit, noch de tweede helft van dat budget in vraag wordt gesteld. Men blijft op de lijst staan, op dezelfde plaats, maar we hebben dus een kortlopend onderzoek om te zien wat mensen daarmee kunnen doen.
U zult begrijpen, collega’s, dat sommigen zeggen dat het toch normaal is dat mensen ja gezegd hebben. Wij hebben bij de gebruikers inderdaad een groot enthousiasme bespeurd. Het bewijs wordt ook geleverd door het aantal betwistingen. We hebben vandaag negentien betwistingen en ik denk dat er vijftien procedures lopen, van de 1100. En daartegenover, collega’s, staan heel veel positieve berichten van mensen die ontzettend dankbaar zijn om te kunnen participeren aan wat we doen.
Ik heb het vonnis – er zijn er twee ondertussen, dus de vonnissen – van de rechtbank ook gezien, en ik stel twee zaken vast, collega’s. Ten eerste stel ik vast dat de arbeidsauditeur ons volledig kon volgen in de wijze waarop we dit project tot stand hebben gebracht. De rechter is ons niet gevolgd in eerste aanleg, de auditeur wel. En ten tweede – en dat vind ik wel vreemd –: een van de motieven van de rechter is dat we geen budget ter beschikking hebben gesteld van prioriteitengroep 2, maar het hebben afgepakt van prioriteitengroep 1, wat helemaal niet waar is. Ik weet dus eigenlijk niet goed vanwaar dat inzicht kwam, want het is niet zo.
U moet goed de andere kant van de medaille bekijken. Wij hebben een budget van 20 miljoen euro. Als we nu zeggen dat we een volledig budget geven – of: we hadden onmiddellijk een volledig budget gegeven en die proeftuin niet gemaakt – dan zouden we in een situatie zitten waar 550 andere mensen geen budget hadden. Nu zijn er 1100 mensen die meewerken – met volle, volle energie – aan een onderzoek dat we doen; we zullen daar begin volgend jaar de resultaten van hebben, en dan zal de keuze moeten worden gemaakt, evident, op welke manier daarmee wordt omgegaan.
Ik sta heel erg achter de beslissing die we hebben genomen. We hebben nu trouwens, ik denk een paar weken geleden, opnieuw een inspiratiedag gehad met een heel aantal gebruikers. Die hebben opnieuw hun ervaringen gedeeld, wat ze nu ook kunnen doen met rechtstreeks toegankelijke hulp, met de budgetten die hun ter beschikking gesteld zijn. Wij hebben daar, collega’s, geen stemmen gehoord die zwaar ingaan, of die ingaan tegen wat we willen doen, net omdat we aan de mensen hebben gezegd dat hun rechten op het volle budget ten volle blijven bestaan.
Ik ben vandaag dus eigenlijk niet geneigd om mij zomaar neer te leggen bij de beslissing van de arbeidsrechtbank. Uiteraard heb ik aan de mensen van de administratie gevraagd om het vonnis heel goed te analyseren. Maar wat voor mij wel belangrijk is, is dat we ook de komende periode nog extra budgetten gaan uittrekken om die mensen in prioriteitengroep 2 en prioriteitengroep 3 te helpen. Collega’s, ik wil meegeven dat, als we iedereen die nu op de lijst staat in prioriteitengroep 2 willen helpen, we een kwart miljoen euro nodig hebben. Dat kwart miljoen euro konden we nu niet vrijmaken, we hebben trouwens al 600 miljoen euro extra geïnvesteerd deze legislatuur.
En collega Jans, u zegt dat mensen daar geen boodschap aan hebben. Mensen hebben daar eigenlijk wel een boodschap aan, want die 600 miljoen euro heeft ertoe geleid dat duizenden extra mensen een vol budget hebben gekregen in prioriteitengroep 1. Ik vind het echt ook een historische sprong voorwaarts die we hebben gemaakt. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik vind het bijzonder pijnlijk om te zien hoe hard mensen met een handicap, kwetsbare mensen, moeten vechten om te krijgen waar ze recht op hebben.
U zegt dat u het besproken hebt met de gebruikers, maar u vergeet er altijd één ding bij te vertellen: die gebruikers zeiden allemaal dat als u zou willen werken met deelbudgetten, er dan binnen een korte termijn ook een volledig budget op zou moeten volgen. Maar dat is wat nu volledig mankeert. Mensen krijgen een deelbudget, maar ze hebben totaal geen flauw idee wanneer ze überhaupt een volledig budget zullen krijgen.
Minister, de rechter zegt heel duidelijk dat een overheid niet zomaar geld mag afpakken van de mensen. Een overheid mag niet zomaar geld afpakken van mensen met een handicap. Stel het u eens voor: je werkt een heel leven, en je gaat met pensioen. Je bent op pensioengerechtigde leeftijd, en klopt aan bij de overheid omdat je gedaan hebt met werken en recht hebt op je pensioen. “Och”, zegt de regering …
Och, uw tijd is op!
… “we hebben nu eigenlijk te weinig geld. Weet je wat? We zullen eens proberen of je niet toekomt met een half pensioen. En dan zullen we eens evalueren, en bevragen, of dat lukt met een half pensioen. Je kunt er misschien een flexi-job bijdoen.” (Applaus bij de PVDA)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat u in uw antwoord het woord ‘experiment’ niet over de lippen krijgt. Ik weet dat dat moeilijk is, maar dat is wel letterlijk de naam van het besluit van de Vlaamse Regering: ‘een experiment voor gedeeltelijke ter beschikkingstelling van budgetten voor personen met een handicap’.
Ik heb het daarnet al gezegd: het is logisch dat mensen aannemen wat u doet. Dat is het herverdelen van de schaarste. Als je iemand die honger heeft, een halve boterham geeft, dan zal hij blij zijn met die halve boterham, maar hij zal nog altijd honger hebben. Dat is ook zo in dit geval. Je zit met mensen die nood hebben aan zorg. U hebt vorige week in de commissie zelf nog de commissies verdedigd die over de ter beschikkingstelling van die budgetten moeten beslissen. Maar hier gaat u daar compleet tegen in. Die mensen hebben allemaal een procedure doorlopen. Er is bepaald wat ze nodig hebben om op een menswaardige manier te leven. Waarom volgt u dan die commissies niet? Ik begrijp het echt niet. U kunt dat hier heel hard blijven verdedigen, maar het is wel een rechter die u terugfluit. U hebt de grondwet niet gerespecteerd.
Nogmaals: gaat u dit eindelijk rechtzetten, voor al die mensen? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw bijzonder duidelijk antwoord.
Ik denk dat het wel duidelijk mag zijn dat we van beleid voor personen met een handicap een absolute prioriteit hebben gemaakt. Zonder dat zou de wachtlijst binnen prioriteitengroep 1 nooit weggewerkt zijn. Dat maakt dat we kunnen debatteren over prioriteitengroep 2, waarvoor u, weloverwogen en in overleg met de sector, hebt gekozen om 1100 mensen te helpen met een eerste afname van hun budget, namelijk de helft van hun budget met behoud van alle rechten, behoud van hun plek op de wachtlijst, en natuurlijk een vrijwilligheid om te mogen instappen.
Wetenschappelijk onderzoek lijkt me bijzonder belangrijk. Als we iets doen lijkt het mij zinvol dat we daaruit ook kunnen leren. Wat brengt het ons bij? Wat zijn de effecten?
Ik heb een vraag voor u. Wanneer het gaat over beleid, dan hecht u altijd bijzonder belang aan overleg met gebruikers en met de sector. Hoe kunt u blijven garanderen dat de beleidsvoorstellen die u doet, en die we hier ter bespreking zullen opnemen, gedragen zijn door de volledige sector?
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, dit onderwerp komt nu al twee jaar aan bod. De eerste vraag die ik toen heb gesteld – dat was toen nog aan minister Beke – was of dit juridisch onderbouwd was. Het antwoord dat wij altijd kregen was dat het inderdaad juridisch helemaal in orde was. Maar nu zien we toch wel dat de arbeidsrechtbank er anders over heeft geoordeeld.
Ik denk, minister, voor de mensen die in prioriteitengroep 2 zitten, met een deelbudget, en voor de mantelzorgers en voor de ouders, is perspectief wat nu voor hen belangrijk is. Hoe lang moeten zij met deelbudget 2, dus met de helft van het budget, toekomen? Wanneer krijgen zij het volledige budget? Als daar perspectief op zou komen, dan zou dat al heel veel vragen en onrust bij die mensen wegnemen. In juni 2022 hebt u gezegd dat u met een perspectiefplan zou komen voor die doelgroep, maar wij hebben dat nog niet gezien.
Mijn vraag is heel simpel: wanneer komt het perspectiefplan voor deze doelgroep?
De heer De Reuse heeft het woord.
Dank u wel, minister.
We hebben het voor u negatieve vonnis van de Antwerpse arbeidsrechtbank en we hebben natuurlijk ook nog de zaak die hangende is voor de Raad van State, waarbij we al kennis hebben mogen nemen van het advies van de auditeur. Dat advies is zeker voor de Vlaamse Regering niet echt positief te noemen. Met het vonnis dat nu voorligt, krijgen we daar al een voorsmaakje van. In juni hebben we daar in plenaire vergadering al over van gedachten gewisseld en heb ik u opgeroepen om daar al proactief aan tegemoet te komen.
Mijn oproep aan u is de oproep die ik wekelijks herhaal: besteed het geld van de belastingbetaler aan de kerntaken van de overheid, namelijk om onze mensen in nood te helpen. Zorg ervoor dat onze mensen hun zorgbudget krijgen, het zorgbudget dat hun trouwens beloofd werd. Zorg dat ze dat krijgen, in plaats van ons geld uit te geven aan allerhande asielzoekers en linkse subsidiestroompjes. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Collega’s, ik heb het arrest van vorige week ook gelezen en, minister, ik heb daar andere dingen in gelezen. De rechtbank zegt dat de persoon na ruim zes jaar wachten, door het veranderen van de spelregels, geen enkel perspectief heeft op wanneer hij zijn budget zal krijgen. Minister, u hebt ook al gezegd dat de gebruikersorganisaties akkoord gingen met dit voorstel. In het raadgevend comité van 2021 hebben zij gezegd dat zij akkoord gingen mits u ook perspectief zou geven op wanneer het volledige budget zou komen. Tot nog toe hebt u aan die voorwaarde niet voldaan. Mijn concrete vraag, minister, is dan ook wanneer personen met een handicap rechtszekerheid krijgen en wanneer u hun het volledige budget zult geven. (Applaus bij Groen)
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, eerst en vooral wil ik meegeven dat wij geen budgetten van mensen afpakken. Ik verzet mij daar manifest tegen. Wat wij hier doen, is een voorschot, een eerste stuk van het budget geven aan de mensen, met een wetenschappelijk onderzoek erbovenop. Voor hen die naar perspectief vragen: in de eerste maanden van volgend jaar komt het resultaat van het wetenschappelijk onderzoek dat we gedaan hebben, en daarna zal uiteraard beslist kunnen worden hoe we daarmee verder gaan. Mensen behouden hun rechten, maar het is van belang om te weten wat mensen met rechtstreeks toegankelijke hulp doen en welke vragen al opgelost kunnen worden met het deelbudget dat ze gekregen hebben.
De vraag is natuurlijk of mensen verzet kunnen aantekenen tegen wat wij hier als regering samen – met drie coalitiepartners, waaronder uw partij, collega van der Vloet – beslist hebben. Kunnen mensen daar verzet tegen aantekenen? Natuurlijk, collega’s, kunnen ze dat doen. Dat is hun recht. En als de rechtbank een uitspraak doet, is het aan de Vlaamse overheid om al dan niet beroep aan te tekenen. Wij hebben nu al bijna elf cassatiearresten, collega’s, waarin we gelijk krijgen, na een negatieve uitspraak van het hof van beroep. Het is logisch dat mensen soms discussiëren over rechten die ze al dan niet gekregen hebben, maar ik vind het evenzeer ons rechts als Vlaamse overheid om te verdedigen wat we beslist hebben. Ik hoop dat u allen verdedigers bent van die rechtstaat.
Trouwens, het is niet zo dat we hier zomaar iets doen; er is wetenschappelijke begeleiding van de KU Leuven, van de Universiteit Antwerpen en van HIVA. Dat wil ik toch ook meegeven. Die begeleiding is voorzien, met een heel concrete timing op het toekomstig resultaat.
Collega’s, de procedures die mensen doorlopen, kunnen uiteraard beter. Ik heb al een paar keer gezegd dat ik die procedures op een andere manier wil organiseren, omdat het uiteraard niet fijn is dat mensen op een bepaald moment beoordeeld worden, terwijl de noden zoveel tijd later geëvolueerd kunnen zijn. Daar worden ook inspanningen voor geleverd.
De gebruikers en de sector, collega Jans, waar u naar verwijst: zoals ik zei is er op 22 september nog een inspiratiedag geweest. Voor mij is het zeer belangrijk dat zeker de gebruikersorganisaties ook hun mening kunnen geven. Er wordt verwezen naar het raadgevend comité; ik ben het daar ook mee eens. Dat is ook mijn klankbord, om van hen te horen hoe ze ermee omgaan.
En ja, je zou kunnen zeggen: “Had je het nu anders gedaan, dan was er niets gedaan en had je vijfhonderd mensen een budget gegeven, niet 1100 mensen.” Ik blijf erbij dat het goed is dat we dit doen. Het is voor een beperkte groep mensen, voor een beperkte periode. We kunnen er heel veel uit leren, ook wetenschappelijk. Ik ben het wel eens met de stelling van collega De Martelaer en van collega van der Vloet dat we perspectief moeten geven. Dat is absoluut juist, en dat is ook zo beloofd, maar ik kan dat perspectief pas geven als de wetenschappelijke evaluatie die we voorzien hebben, klaar is. Dat zal ook absoluut gebeuren.
Collega's, tot slot wil ik toch nog eens meegeven dat we jaarlijks 2,5 miljard euro investeren in mensen met een handicap. Dat is nu 600 miljoen euro meer dan bij het begin van deze legislatuur. Dat is een enorme sprong voorwaarts. Ik heb daarnet blijkbaar een rekenfoutje gemaakt. Dat kan gebeuren, nietwaar, collega Muyters? (Opmerkingen bij de N-VA)
Het is geen kwart miljoen, maar een kwart miljard euro dat we nodig hebben om alle mensen in prioriteitengroep 2 te kunnen helpen. Sowieso is dat een beslissing die de volgende Vlaamse Regering kan nemen. Maar deze Vlaamse Regering heeft toch de grote, grote verdienste dat ze wat bijna onmogelijk geacht werd, namelijk al de mensen in prioriteitengroep 1 een fatsoenlijk perspectief geven op een budget binnen een redelijke termijn, ook gerealiseerd heeft. Dat wordt rap vergeten op het ogenblik dat het beslist is, maar ik blijf dat een hele sterke zaak vinden, ondanks de noden die er ook zeker en vast nog zijn voor prioriteitengroep 2 en prioriteitengroep 3. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, net zoals bij een pensioen zouden mensen met een handicap ook gewoon moeten krijgen waar ze recht op hebben. Dat zijn mensen die ondersteuning nodig hebben, die een heel onderzoek hebben ondergaan om te meten hoeveel ondersteuning ze nodig hebben, hoeveel budget ze nodig hebben. En nu plots gaat de regering zeggen: “We gaan dat allemaal niet geven.”
De taak van een overheid, minister, is om mensen met een handicap te ondersteunen, en hun een budget te geven als dat nodig is. En wat ik hier nu zie, is een Vlaamse Regering die keer op keer het gevecht tot in de rechtbank wil uitvechten, om maar niet te moeten geven waar de mensen recht op hebben. Ik vind dat echt verwerpelijk. (Applaus bij de PVDA)
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik stel vast dat u en uw partij de enigen zijn die dit cynisch experiment hier nog blijven verdedigen. U kunt dan heel erg uithalen naar een gewaardeerd parlementslid uit de meerderheid dat terecht kritisch is en zegt dat er geen enkel perspectief is. Of u kunt haar tegen de muur kwakken, zo u wilt. Maar ik stel vast dat de N-VA zegt dat u geen perspectief geeft, en Open Vld komt zelfs niet meer tussen. Dus u blijft hier als enige vasthouden aan een beleid dat door de rechter ongrondwettelijk wordt geacht, omdat u er effectief voor zorgt dat mensen niet krijgen waar ze recht op hebben.
U kunt dan uitpakken met de gigantische investeringen die zogezegd gebeuren binnen Welzijn; dat doet u elke keer opnieuw. Maar wat er ook wel boven blijft staan, is dat er op het einde van deze legislatuur nog steeds meer mensen op de wachtlijst zullen staan dan aan het begin van deze legislatuur. Dat is de realiteit. Er zijn nog steeds 17.000 mensen die op budget wachten. Die hebben daar recht op, maar ze krijgen hun budget niet, en kunnen dus niet op een fatsoenlijke manier deelnemen aan onze samenleving. We moeten er met z’n allen voor zorgen dat dat eindelijk tot het verleden behoort, die wachtlijsten. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Jans heeft het woord.
In een ernstig debat moeten we natuurlijk kunnen verwijzen naar de budgetten die we vrijmaken. Want dat is waar het natuurlijk om draait, dat is waar het mee begint. Zonder budget, zonder geld in de begroting kun je geen beleid maken.
Collega Anaf heeft de budgetten gigantisch genoemd, en dat zijn ze inderdaad, ook voor dit beleidsdomein. Ik ben de eerste, minister, om samen met u te erkennen dat het werk verre van af is. Maar als ik hoor wat hier doelbewust wordt verteld, dan zijn dat pertinente onwaarheden. We zouden mensen geld afpakken en noem maar op.
Het is mijn overtuiging dat, wanneer je mensen met een handicap ernstig neemt, en je hun vragen ernstig neemt, je dan ook in staat moet zijn om dit debat op een ernstige manier te voeren. En dat is jammer genoeg allesbehalve wat u doet namens de communisten, mevrouw Vandecasteele. (Applaus bij cd&v)
De actuele vragen zijn afgehandeld.