Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de stijgende huurprijzen
Actuele vraag over de stijgende huurprijzen
Verslag
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb nieuws: de inflatie heeft de vastgoedsector bereikt.
De gemiddelde huurprijs is in het voorjaar van 2023 met niet minder dan 3,5 procent gestegen: 900 euro voor een rijwoning, 800 euro voor een appartement. De duurste provincie is met kop en schouders Vlaams-Brabant, waar men gemiddeld niet minder dan 1012 euro moet betalen voor een huurwoning.
Maar het fenomeen breidt zich ook uit. In drie Antwerpse gemeenten betaalt men gemiddeld al minstens 1000 euro voor een huurwoning.
Minister, de prijzen op de huurmarkt zijn onbetaalbaar geworden. En voor de weinige goedkopere huurwoningen die er nog zijn, staan er steevast vijftig kandidaat-huurders in de rij.
En het geconventioneerd huren, dat u zo meteen ongetwijfeld zult aanhalen en dat u in het leven hebt geroepen omdat het geld van die FS3-leningen (financieringssysteem 3) niet werd uitgegeven, is een zeer goede langetermijnoplossing, maar biedt geen oplossing op korte termijn om die druk van de ketel te halen.
De stijgende rente zorgt ervoor dat investeerders niet langer investeren in vastgoed, maar andere opportuniteiten zoeken, waarbij mensen die een eigen woning willen aankopen te maken krijgen met de stijgende rente, maar ook met de gigantische eigen inbreng om een hypotheek te kunnen afsluiten. Dat zet een rem op hun droom om een eigen woning te kunnen aanschaffen, waardoor men langer moet huren, waardoor men op die huurmarkt terechtkomt.
Minister, als ze al een woning kunnen aankopen, moeten veel van die mensen kijken naar een woning met een slecht energieprestatiecertificaat (EPC) – EPC-label E en EPC-label F – en dan krijgt men de renovatieverplichting van deze Vlaamse Regering er gratis bij. Binnen de vijf jaar moet men minstens naar EPC-label D gaan, en dan mag men nog eens tienduizenden euro’s betalen.
Ik ga afronden, voorzitter. Daarom is mijn vraag aan u, minister: hoe onthaalt u deze huurprijzen en welke beleidsopties ziet u om deze problematiek aan te pakken? (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Veys heeft het woord.
Jarenlang vastzitten op de huurmarkt, geen kant meer op kunnen: dat wordt steeds meer de realiteit voor steeds meer mensen, ook voor de lagere middenklasse, waar deze regering zogezegd beleid voor voert.
Heel veel mensen willen niet eens op de huurmarkt zitten. Die willen een woning kopen, maar kunnen dat niet. Ze kunnen niet sparen. Ze kunnen zeker niet sparen voor een elektrische wagen van 40.000 euro, waar deze regering een premie voor geeft. Andere mensen hebben wat tegenslag en hebben recht op een betaalbare woning voorzien door hun overheid, een sociale woning, waarvan we zien dat ze er veel te traag bij komen, met een wachtlijst van bijna 180.000 gezinnen. Dat probleem is niet nieuw, collega’s.
Minister, dat probleem is niet nieuw. ‘De onzichtbare wooncrisis’ is een boek dat werd geschreven door de Huurdersbond in 2018. Wat zien we vandaag? Het verkeerde beleid is gevoerd, en die crisis is allesbehalve onzichtbaar, die raakt steeds meer mensen.
Wie heeft er voordeel bij zo’n woonmarkt? Dat zijn niet de mensen die geen woning kunnen kopen en een te hoge huurprijs hebben. Dat zijn niet de mensen die al jaren wachten op een sociale huurwoning. Dat zijn private verhuurders die weigeren om te renoveren, die energieverslindende huurwoningen veel te duur aanrekenen. Die hebben daar baat bij.
Minister, u belooft al jaren beterschap, maar we zien dat niet op het terrein. Wat is uw reactie hierop? Ik heb de indruk dat u gewoonweg de stilstand accepteert, dat u aan die mensen zegt om hun plan te trekken. Daar kunnen wij met de Vooruitfractie niet mee akkoord gaan. Dus ik vraag u: welke maatregelen gaat u nemen? Hoe verantwoordt u die stijgende huurprijzen, terwijl u verzaakt om betaalbare woningen bij te bouwen? (Applaus bij Vooruit)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Minister, je moet je voorstellen dat je een jong koppel bent. Je wilt op je eigen benen staan. Je bent met zijn tweeën, je begint net met werken en je bent op zoek naar een woning, weg uit het ouderlijk huis, en je gaat in een Vlaamse centrumstad op zoek naar een appartementje. Over kopen moet je niet nadenken, dat is veel te duur, maar je denkt dat je in een centrumstad een huisje wilt huren. Wat doe je? Je gaat op Immoweb.
Ik heb dat ook eens gedaan, op Immoweb gaan als je voor die keuze staat. De dingen die je daar ziet, zijn eigenlijk choquerend. Je ziet tegenwoordig een appartement met twee slaapkamers in Antwerpen voor 1150 euro per maand, één slaapkamer in Antwerpen – 75 vierkante meter – voor 1150 euro per maand, in Mechelen, twee slaapkamers voor 1300 euro per maand, in Gent, één slaapkamer voor 1100 euro per maand. (Onno Vandewalle toont advertenties op Immoweb.)
Dat zijn geen uitzonderingen. Het zijn geen uitzonderingen, de gemiddelde huurprijs in Antwerpen gaat naar 1000 euro per maand voor een appartement. Er zijn gemeentes waar we naar gemiddeld 1200 euro per maand gaan om een appartement te huren. Begin er maar eens aan, als je als jonge werkende mens op je eigen benen wilt staan.
Wat doet deze Vlaamse Regering? Jullie staan erbij en jullie kijken ernaar. Niets van beleid, een beetje gemorrel in de marge, een paar druppels op een hete plaat. Maar voor deze wooncrisis, voor deze totaal oververhitte wooncrisis, hebben we geen druppels water nodig, minister. Wij hebben een waterkanon nodig als wij dit willen aanpakken. Die woonmarkt moet afkoelen op korte termijn, en ik merk geen beleidskeuzes die in die richting gaan. Wanneer gaan we buiten het kader durven te denken dat de private markt het allemaal zal oplossen? Wanneer gaan we dat eindelijk durven? Zolang we dat niet doen, zolang u geen gedurfde keuzes durft te maken, zal die prijs blijven stijgen, zullen we die spiraal naar boven blijven merken en zal het recht op wonen hier, in deze regio, niet gegarandeerd zijn.
Mijn vraag is dus: bent u eindelijk bereid om buiten dat kader te treden en nieuwe, gedurfde beslissingen te nemen om dit probleem op te lossen? (Applaus bij de PVDA)
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel aan de vraagstellers.
Het gaat hier over cijfers uit de CIB-Huurbarometer (Confederatie van Immobiliënberoepen) over de eerste jaarhelft van 2023. Laat ons eerst even die cijfers goed zetten. Het is heel belangrijk om te weten dat het gaat om nieuwe contracten, het gaat dus niet om bestaande contracten die geïndexeerd zijn. Zij hebben alleen maar zicht op de nieuwe contracten die aangegaan worden, en daarvoor zijn die cijfers opgesteld.
En inderdaad, de huurprijs bedraagt 850 euro gemiddeld voor alle woningtypes: 900 euro voor gemiddelde rijwoningen en 800 euro gemiddeld voor appartementen. Nu weet ik heel goed dat dat geen populaire boodschap is, en dat het zeker anders wordt aangevoeld door de mensen, en ook door jullie overduidelijk anders vertolkt wordt. Maar ga kijken naar de inflatie op twee jaar tijd, in 2022 en in 2023. De inflatie in 2022 bedroeg afgerond 10 procent. Dit jaar zal dat ergens landen rond 5 procent. Je mag die niet zomaar optellen, maar laat ons voor het gemak 15 procent zeggen. Wel, die huurprijzen zijn niet zoveel gestegen. Het spijt me verschrikkelijk, maar in reële termen zijn de huurprijzen gedaald, en dat is het enige wat je kunt afleiden uit die cijfers. Als je puur naar de inflatie kijkt, en de lonen zijn met de inflatie, vanwege de indexatie, gestegen, wel, de huurprijzen zijn niet zoveel gestegen. Dat is de enige manier waarop je deze cijfers in reële termen kunt vertolken.
Nu, wat zijn de redenen van de stijging? Er is namelijk wel degelijk een stijging geweest. In de eerste helft van 2023 was het 6 procent, als ik me niet vergis.
Er zijn daarvoor vier redenen. Eerst en vooral is dat de inflatie, die gedeeltelijk doorwerkt in die cijfers. Ten tweede is er de rente, die op twee manieren werkt. Als een verhuurder, een belegger, een nieuwe woning op de markt brengt en hij moet plotseling, als hij daarvoor nog een deel moet lenen, een hogere rente gaan betalen, gaat hij dat gedeeltelijk doorrekenen in zijn huurprijs. Een andere manier waarop die rente doorgerekend wordt, zijn inderdaad, mijnheer Veys, huurders die eigenlijk zouden willen kopen maar dat door de gestegen rente minder snel kunnen doen, en dus langer blijven huren. Zij blijven dan ook langer op de huurmarkt, waardoor de vraag stijgt, wat druk zet op de prijs. De derde reden is de demografie, de aloude reden. Er zijn twee manieren: migratie en gezinsverdunning. De vraag stijgt opnieuw, waardoor de prijzen stijgen. Een vierde en laatste reden, die een heel geleidelijk effect heeft, is de langzaam verbeterende woonkwaliteit in Vlaanderen. Ook op de private huurmarkt worden die woningen altijd maar van betere kwaliteit, wat natuurlijk ook zorgt voor hogere prijzen.
Het beleidsmiddel waarmee je een antwoord kunt bieden op die uitdaging, het enige dat daar echt iets aan kan doen – want ik heb niemand horen pleiten voor huurprijsregulering of wat dan ook, dat zou bijzonder dom en geen goede maatregel zijn – is het aanbod uitbreiden, en dan specifiek dat deel van het aanbod dat betaalbare woningen verschaft. En daar hebben wij inderdaad voor de private huurmarkt een paar dingen opgezet. Zo is er het budgethuren, dat is de nieuwe term voor het geconventioneerd verhuren. Daarbij bieden we ondersteuning voor private ontwikkelaars om betaalbare woningen op de markt te brengen, die ze dan natuurlijk moeten aanbieden aan een iets lagere prijs om te compenseren, als quid pro quo voor de ondersteuning die ze krijgen van de overheid.
Daarnaast hebben we ook het systeem van de huurpremie en de huursubsidies bijgestuurd. Dat is naar aanleiding van het onderzoek dat er geweest is, dat jullie allemaal kennen, voor de non-take-up van die systemen. Er is geen verplichting meer om je in te schrijven bij een sociale huisvestingsmaatschappij om een beroep te doen op de subsidies. Voor de premie wordt er nu een vermoeden van conformiteit gedaan. Er wordt dus geen onderzoek meer gedaan. En dan zijn er nog heel wat dingen om de drempel te verlagen om een beroep te doen op de huurpremie en huursubsidies. Dat is voor de private huurmarkt.
We zien daarnaast nog heel wat zaken op die andere twee onderdelen van de woningmarkt. Er is eerst en vooral de eigenaarsmarkt. Dat is vorige week een beetje tussen de plooien van het begrotingsdebat gegleden. Maar we hebben bijvoorbeeld voor de begrotingsopmaak voor 2024 de leningsmachtiging voor de Vlaamse Woonlening met 250 miljoen euro opgetrokken. Dat betekent dat we nu gaan naar 1,4 miljard euro leningen die gegeven kunnen worden door het Vlaams Woningfonds. Daarnaast zijn er natuurlijk de hervormingen die we gedaan hebben voor de sociale woningen. Inderdaad, een van de manieren om die druk aan de onderkant van de private huurmarkt te gaan verlichten, is natuurlijk door meer sociale woningen te hebben. U weet dat ik daar voorzichtig positief over ben. We houden die cijfers van dichtbij in de gaten.
Dat is het ongeveer. Dank u wel.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. Wat betreft die migratieproblematiek op onze woningmarkt, kunnen wij u gerust wel enkele oplossingen aanbieden. Maar wat betreft die woningprijzen, minister, die zijn ongelooflijk gestegen de afgelopen twaalf maanden; een stijging met 2,9 procent, wat resulteert in een prijs per vierkante meter van 2300 euro. En dat terwijl de vastgoedkoopkracht gedaald is met 15 procent, ondanks die indexering van de lonen. Een gemiddeld Vlaamse gezin kan nog een woning aankopen van gemiddeld 98 vierkante meter. Dat is 17 vierkante meter minder dan het vorig jaar was, en dat terwijl de gemiddelde oppervlakte van een nieuwbouw minstens dubbel zo groot is. Die mensen zijn dus meestal ook geneigd om naar woningen te gaan met een slechter EPC-label, waarbij ze dan opnieuw de renovatieverplichting aan hun broek krijgen.
Dus ik kan zeer simpel zijn met mijn tweede vraag, minister. Bent u bereid om die renovatieverplichting te gaan versoepelen, zodat mensen die hun eerste en eigen woning aankopen, wat ademruimte krijgen? Dank u wel. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Veys heeft het woord.
Dank u voor uw antwoorden, minister, maar mijn vraag was eigenlijk: wat is uw boodschap aan die mensen? En als ik dan mijn conclusies moet trekken uit wat u net zei, dan relativeert u het eigenlijk een beetje. Ze zijn dan eigenlijk niet zo gestegen. Maar wat zien we? Wat is de boodschap van de Vlaamse Regering op die private huurmarkt? Trek uw plan. En als je dat doortrekt, die eigen verantwoordelijkheid, dan heerst het recht van de sterkste. Dat zien we vandaag, meer dan vijftig kandidaten voor een huurpand. Dus ik wil u graag vragen hoe u dat uitlegt aan die huurders – zeker in die energieverslindende woningen, waar er volgens u nu weer volop mag worden geïndexeerd, met de winter voor de deur, met energieprijzen die nog altijd het dubbele zijn van een normale situatie. Wat is uw boodschap nu eigenlijk aan hen? Wat moeten zij nu doen? Moeten ze wachten tot de sociale huursector binnen zoveel jaar eindelijk opnieuw aantrekt, zoals u beweert? Moeten ze wachten op dat budgethuren, woningen van maximaal 900, 1000 euro? Budgethuren, ik denk daar wat het mijne van, maar vooral: wanneer gaan die eerste budgethuurwoningen worden gebouwd? Ik heb ze nog niet gezien. U zegt veel, maar ik wil vooral ook de daden, de realisaties zien. Wanneer mogen we die verwachten? Wanneer gaat u actief het verschil maken voor de lagere middenklasse, die moeite heeft op die huurmarkt? (Applaus bij Vooruit en van Mieke Schauvliege)
De heer Vandewalle heeft het woord.
Minister, dat is eigenlijk hallucinant, qua antwoord. Ik vind dat hallucinant. Het is een aanvoelen, het is een aanvoelen, maar de woningprijzen stijgen, meer en meer mensen in mijn omgeving moeten de stad verlaten. Ze moeten bij hun ouders gaan wonen, omdat ze de prijzen niet kunnen betalen. Ze moeten jarenlang sparen om nog maar een appartementje te vinden. Maar het feit dat de huurprijzen stijgen, dat is een aanvoelen. Eigenlijk is het probleem helemaal niet zo groot, de Vlaamse Regering is fantastisch bezig op het vlak van wonen. Dat is de boodschap die u eigenlijk komt brengen aan al die mensen die vandaag uit die woonmarkt worden geduwd, die niet aan een woning geraken, omdat de prijzen te hoog liggen. Ik snap niet dat de minister dat nog kan vertellen. Ik snap niet dat dat uw boodschap is aan al die mensen.
En u zegt dan: budgethuren. Maar dat zijn die druppels waarover ik sprak, minister. Dat gaat over 6500 woningen die 15 procent onder de marktprijs kunnen worden verhuurd. Waar is het publiek aanbod? Ik heb u een vraag gesteld over publiek aanbod, over het publiek aanbod om woningen te voorzien, zodat het recht op wonen in deze regio – wat momenteel voor heel veel jonge werkende mensen niet gegarandeerd wordt – weer een realiteit wordt. (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik denk dat we niet mogen accepteren in dit welvarend Vlaanderen dat er gezinnen zijn die zich geen betaalbaar dak boven hun hoofd kunnen permitteren. We hebben inderdaad het budgethuren ingevoerd en u stelt daar nogal veel hoop op. Ik heb overleg gehad met de sector en wij krijgen daar het signaal dat men eigenlijk wat weigerachtig is om daarop in te stappen. De urgentie is heel duidelijk. Ik zou u echt willen vragen om iedereen samen te brengen, om actie te ondernemen: de private sector, lokale besturen, iedereen die actief is op die markt, om te kijken wat we dringend kunnen doen om dat probleem op te lossen.
Mijn concrete vraag is: het budgethuren is ingevoerd. Hebt u al enige indicatie of daar veel interesse in is? En zo niet, bent u bereid om heel snel te schakelen, om daar toch een succes van te maken?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het leven wordt altijd maar duurder. Tal van mensen wachten vaak met een bang hart op de eindafrekening van hun energieverbruik. De laatste jaren komt daar dus ook nog de angst van de indexering van de huurprijzen bovenop want die indexatie kan soms heel hoog oplopen in vergelijking met de lonen. Bovendien stellen we ook vast dat de huurcontracten van lopende contracten sneller stijgen dan die van nieuwe contracten.
Minister, er was een concrete maatregel waarbij u een indexatieverbod opgelegd had voor woningen met lage energiescores en energieprestaties. Minister, bent u bereid om de maatregel die er was en die eigenlijk opgeheven is, opnieuw in te voeren om de mensen die het lastig hebben om een woning op de private markt te huren te ondersteunen?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, een woonproblematiek is altijd een inkomensproblematiek. Het doet vreemd aan in de perceptie als we zien dat de huren stijgen van 1000 naar 1100 euro. Maar hier zien we toch dat de inflatie van de huurprijzen dit jaar, zelfs twee jaar, 3,5 procent is en dat de inkomsten van iedereen met 22 procent gestegen zijn. Het kan misschien een beetje atypisch zijn wat ik zeg, maar iedereen zijn inkomen is de laatste twee jaar met 22 procent gestegen en voor de huurders eigenlijk met 3,5 procent. Uiteindelijk is die huurprijs dus niet mee gestegen. Voor kopers die zelfs een vaste rente hebben, is de vaste lening eigenlijk hetzelfde gebleven en is het inkomen gestegen. Is er geen probleem? Dat zeg ik niet.
Minister, wat ik ervaar als een probleem is dat er te weinig woningen zijn, te weinig betaalbare woningen, huurwoningen, sociaal, want vorig jaar – ik ben het nog een keer nagegaan –…
Ja, maar uw tijd is op.
… zijn er amper 833 bij gekomen. Minister, ik weet dat u veel inspanningen doet, maar het aanbod stijgt niet. 175.000 private verhuurders vangen die sociale huurders vandaag op.
Minister, mijn vraag is een beetje hetzelfde als die van Joke Schauvliege: hoe zult u dat aanbod betaalbare huurwoningen uitbreiden, vooral in steden met veel bevolkingsgroei en in studentensteden? Hoe kunt u dat uitbreiden?
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Ik moet de rol van de minister niet overnemen en niet al proberen te antwoorden op de vorige vraag, maar ik denk dat het antwoord al gegeven is. Niemand ontkent het tekort aan betaalbare woningen, ook de minister niet. Maar men mag toch ook in het beleid kijken naar de positieve beslissingen die al genomen zijn. Er is extra budget ingezet. Er is ingezet op alternatieve vormen, op geconventioneerde huur en inderdaad op de woningkwaliteit – een terechte bekommernis. In heel wat gemeenten worden conformiteitsattesten uitgerold. Die zorgen natuurlijk voor kwalitatieve woningen, zodat je met een gerust hart weet dat op jouw grondgebied, op de private markt degelijke woningen verhuurd worden.
En mevrouw Blancquaert heeft het gezegd: we moeten inderdaad op de huurpremie, op de huursubsidie inzetten, de systemen die al bestaan en die nog niet genoegzaam bekend waren, maar ook daar zet de minister op in en verlaagt hij de drempel tot die systemen. (Applaus bij de N-VA)
Minister Diependaele heeft het woord.
Beste mensen, ik ga nooit cijfers verdraaien of daar een andere interpretatie aan proberen te geven, enkel en alleen om een achterban te misleiden. Want het klopt niet. Het is pure wiskunde. Mijnheer Veys, het is ook niet relativeren wat ik doe. Ik kan er ook niet aan doen, maar de cijfers zijn wat ze zijn. In de CIB-barometer (Confederatie van Immobiliënberoepen) werd vorig jaar – want op de lopende contracten hebben we geen zicht – op basis van een steekproef aangegeven dat er minder geïndexeerd werd door verhuurders dan wat ze mochten indexeren. Dat cijfer was lager, dus ook daar heeft niet elke verhuurder de indexatie volledig doorgerekend. Die cijfers tonen vandaag gewoon aan dat de huurprijzen minder snel stijgen dan de inflatie. Dat betekent dat het inkomen de inflatie volgt, de indexatie volgt, zoals het hoort, maar huurprijzen lopen daar iets achter.
Ik ga dat niet anders uitleggen. U mag zeggen wat u wilt, maar dat is gewoon niet zo. Dat is niet de waarheid, dat zijn niet de feiten.
Wat de cijfers betreft: daarnet werd 2,9 procent gezegd. Ik denk dat het onderzoek van CIB 3,5 procent aangaf. Als je vergelijkt met de eerste helft van vorig jaar is dat 6,05 procent, maar dat is twee keer minder dan die indexatie.
Mevrouw Blancquaert, die renovatieverplichting, dat doen we inderdaad natuurlijk om klimaatredenen. Maar wat zien we ook? We zien vandaag dat die woningen goedkoper worden, dus dat daar een neerwaartse druk zit op de prijs van die woningen. Ook dat zijn feiten. Dat is op zich een goede zaak. Onder andere banken – en die hebben dat ook gevraagd – gaan veel meer rekening houden met het feit dat kopers eventueel nog bij moeten lenen voor een verbouwing, een renovatie die ze moeten doen, en dus gaan banken minder mee in de hogere bedragen voor die woningen. De renovatieverplichting geeft dus indirect een neerwaartse druk op de woningprijzen voor kopers. Ook dat vind ik een goede zaak. Dat mag wel wat sneller gaan, maar dat ligt natuurlijk ook een beetje aan mensen. Op het moment dat ze een huis kopen of een bod doen, moeten ze heel goed nadenken. Ik heb altijd gezegd je op twee dingen moet letten. Bekijk wat je kunt afbetalen. Welke andere dingen wil je nog doen in je leven? Besteed niet alles aan een afbetaling. Zorg er ook vooral voor dat je een prijs betaalt die het ook economisch waard is. Men zegt weleens dat het een droom is die je koopt. Hou er rekening mee dat die droom ook economisch onderbouwd moet zijn. Dat is de tip die ik geef aan mensen die een woning kopen.
Wat het budgethuren betreft, mevrouw Schauvliege: ik weet niet met welke sector u hebt overlegd. Ik neem aan dat het de private ontwikkelaars zijn of zo. Maar eigenlijk is er één belangrijk iets dat u zou kunnen doen. Wij zijn nog altijd in overleg met de heer Van Peteghem over de btw daarop, want dat is nog altijd niet rond. In het verleden heeft men die btw wel verlaagd. Vandaag hebben wij daar nog geen toezegging over, en dat is natuurlijk voor geïnteresseerden belangrijk om te weten. Ik ken het nu niet uit het blote hoofd, maar we hebben wel degelijk geïnteresseerden waarmee we contact hebben om te bekijken of ze in het systeem zouden instappen.
Mevrouw Schauvliege, ik denk dat u vroeg naar de niet-indexatie die we vorig jaar op 1 oktober hebben goedgekeurd. Ik vond dat een bijzonder goede maatregel. Ik was er ook zeer blij over dat we die correctiefactor daarin hebben gestoken, want onder andere in Brussel moeten ze nu achteraf proberen om dat nog recht te trekken. Wij hebben dat er vanaf het begin in gestoken, dus dat betekent dat een verhuurder niet zomaar het verlies van het verleden kan goedmaken door dat allemaal nu in één keer mee te nemen in een indexatie. Maar we hebben zeer duidelijk de afspraak gemaakt dat dat een crisismaatregel was, voor één jaar. Als wij nu aan de verhuurder zeggen dat dat jaar maar om te lachen was, dat we dat toch nog eens gaan doen, dan vrees ik dat veel verhuurders eerst en vooral gaan denken dat de overheid niet te vertrouwen is, dat je er niet op kunt rekenen, maar ten tweede ook dat zij hun huurders weleens zouden kunnen opzeggen. Dat betekent immers dat ze aan een nieuwe huurder – en iedereen heeft daarnet gezegd dat er genoeg volk in de rij staat – niet alleen die indexatie, maar zelfs nog meer kunnen vragen. Ze kunnen een volledig nieuw contract afsluiten aan welke voorwaarden ze maar willen en waarop de huurder zou ingaan. Dat is natuurlijk een zeer slechte zaak. Ik zou de verhuurder daar niet toe willen aanzetten, want wie gaat daar het grootste slachtoffer van zijn? De meest kwetsbare huurder. Dat is de reden waarom ik denk dat het een bijzonder slecht idee zou zijn om die regeling, die zeer goed was voor een jaar, te verlengen.
Mevrouw Van Volcem, die sociale woningen, ik heb het daarnet al gezegd, we hebben daar heel de hervorming gedaan. We zien ook een voorzichtig positieve stijging in de cijfers. We zullen zien hoe het op het einde van het jaar daarmee staat en hoe het de volgende jaren aantikt. Ik denk dat we de discussie daarover al verschillende keren hebben gevoerd. (Applaus bij de N-VA)
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, als ik het zo hoor, dan is er eigenlijk geen probleem: niemand zit in nood. Dan liegen de Vlamingen die in de problemen zitten. Dan liegen die stijgende dakloosheidscijfers, onder andere in Antwerpen. Dan kan ik u alleen maar oproepen om eindelijk eens uw verantwoordelijkheid te nemen ten opzichte van die jonge gezinnen die geen woning meer kunnen kopen, in tegenstelling tot wat u hier beweert, dat u uw verantwoordelijkheid neemt ten opzichte van die huurders die geen betaalbare huurwoning meer vinden en op het einde van de maand de facturen niet kunnen betalen. Dan kan ik u alleen maar vragen dat u eindelijk eens uw verantwoordelijkheid neemt als Vlaams-nationalist, iets wat u en uw partij toch steeds pretenderen te zijn, om het samen met ons eindelijk, eindelijk eens op te nemen voor de Vlaming en hem een waardig beleid te geven. Alleen zo zal die echte verandering er komen. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Veys heeft het woord.
Toen ik in de politiek ging, heb ik altijd geloofd dat ik nooit cynisch zou worden. Maar door wat ik net heb gehoord, kan ik niet anders dan cynisch zijn. De minister zegt daarnet dat we een oplossing hebben: budgethuren. En dan zijn er leden van de meerderheid die vragen hoe dat daar eigenlijk mee zit, want dat loopt niet goed.
Minister, u bent een sterke debater. U kunt het goed zeggen. Maar het is niet omdat u het sterk zegt, dat u geen zwak beleid hebt. Dat is de realiteit. Dat is wat wij zien. Wij kunnen maar één conclusie maken: jullie hebben er geen flauw idee van wat die lagere middenklasse nodig heeft. Niet een premie voor een elektrische wagen. Wel een overheid die het verschil maakt.
Minister, ik ben het vooral beu dat u na vier jaar nog vastzit in die analyses.
Mevrouw Smeyers van de N-VA, u zegt dat niemand het ontkent. Weet u wat het probleem is? Er is niemand in de regering die het oplost.
Uw beleid corrigeren? Daarvoor is het te laat. Maar het kan anders. De mensen geloven erin dat het anders kan. Maar als er één iets is waar de Vlaming niet meer in gelooft, dan is het dat dat met uw regering zal gebeuren. Het zal met de volgende zijn, en dat is triest. (Applaus bij Vooruit)
De heer Vandewalle heeft het woord.
We hebben dan toch een boodschap gehoord voor al die mensen die uit de boot dreigen te vallen, die vandaag geen woning vinden. De boodschap is een kleine tip van de minister: je moet genoeg geld hebben om een kwalitatieve woning te kopen die ook betaalbaar is. Ik denk dat op de woonmarkt al die mensen die vandaag geen woning vinden, daar fantastisch veel mee zijn! Ik denk dat al die mensen daar nog nooit over hadden nagedacht. Het probleem is dat ze te veel geld aan het uitgeven waren voor een niet-kwalitatieve woning omdat ze daar zin in hadden, volgens deze minister. Omdat dat een soort van persoonlijke keuze was. (Applaus bij de PVDA)
Ik vind het triestig, minister, dat we in de reactie op die cijfers vandaag niet verder komen dan zo’n platitudes. De mensen zijn niet dom. De mensen voelen aan wat hun realiteit is. De realiteit is dat ze geen woning kunnen betalen. Dat de mensen vluchten uit de steden omdat ze de woningen niet kunnen betalen. Dat de mensen uit de woonmarkt worden geconcurreerd. En dat de mensen vandaag geen plaats meer hebben omdat er gewoon te weinig kwalitatieve woningen zijn.
En inderdaad, mijnheer Veys heeft het al gezegd: niemand ontkent dat er een tekort aan betaalbare woningen is. Maar als ik de Vlaamse Regering vandaag hoor, is er vooral niemand die van plan is om daar iets aan te doen. (Applaus bij de PVDA en van Mieke Schauvliege en Hannelore Goeman)
De actuele vragen zijn afgehandeld.