Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Mijn vraag heeft niets te maken met partijprogramma’s of stoerdoenerij rond 11 juli. Mijn vraag is uit het leven gegrepen en ze is, door toedoen van verschillende collega’s, in de commissie Onderwijs al een aantal keer aan bod gekomen.
Gisteren kwam er een rapport uit, op eigen initiatief van de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), over de noodzaak voor maatwerk voor jongeren die uit de boot vallen in ons onderwijs. Vijf jaar geleden ongeveer is het decreet duaal leren van start gegaan. Dat is een succes, laat me daar duidelijk over zijn. Ik ben een supporter, over partijgrenzen heen. Ik zie dat ook in Aarschot, we zijn een scholenstad, de connectie wordt gemaakt tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs en dat is bijzonder goed. We werken daarnaast heel hard om ook het onderwijs kwalitatief opnieuw op niveau te krijgen. Dat zijn twee sporen waar we hard werk leveren en waar u aan de kar trekt.
Helaas is het zo dat in de realiteit, in de werkelijke wereld, een bepaalde groep jongeren tussen wal en schip valt. Het zijn jongeren die niet meekunnen in het traject van duaal leren en die ook niet mee kunnen in het voltijds reguliere of bijzonder onderwijs. Ik spreek echt uit ervaring, minister. In mijn stad, de scholenstad Aarschot, gaat het om een kleine groep jongeren waar de scholen me zelf van zeggen dat het niet lukt. Ze kunnen hen niet naar bedrijven sturen omdat ze de arbeidsethos en de motivatie niet hebben. Als je dat zou doen, ondergraaf je het draagvlak van duaal leren, maar het lukt niet in het regulier onderwijs. We zien ons als stad genoodzaakt, minister, om zelf een initiatief te nemen en er zelf voor te zorgen dat die jongeren niet uit de boot vallen. Eigenlijk vind ik dat niet juist. Ik vind dat wij allemaal de verantwoordelijkheid hebben om ervoor te zorgen dat elke jongere mee kan.
Mijn vraag aan u is de volgende: wat gaat u doen, aan de hand van de vele vragen die al zijn gesteld en aan de hand van dit rapport, om ervoor te zorgen dat die jongeren niet uit de boot vallen? (Applaus bij Open Vld)
Minister Weyts heeft het woord.
Laat mij de situatie van vandaag eens duidelijk schetsen. Want het verzet en de kritiek die je vandaag in de krant leest, gaat over de inwerkingtreding van het nieuwe systeem, vanaf september, voor de derde graad. Men kan er dus nog niet naast vallen, het moet nog starten.
Vandaag heb je in het kader van het stelsel van leren en werken deeltijds beroepssecundair onderwijs (dbso), centra voor deeltijds onderwijs, en ook nog eens Syntra, dat een aanbod doet via Leertijd. Dat is dus complex, en we moeten ook erkennen dat dat weinig succesvol is. In het stelsel van leren en werken stroomt vandaag nog 57 procent uit zonder kwalificatie. Dat is dus geen succes, en daarop moeten we ingrijpen.
Dat willen we doen met één systeem, het systeem van duaal leren. Daarbij vinden we niet alles uit, maar kijken naar de Duitse en Oostenrijkse voorbeelden waar dat echt succesvol verloopt.
Maar daarnaast moeten we ook oog hebben voor kwetsbare leerlingen. Daarbij maken we flexibele oplossingen op maat mogelijk via de zogenaamde aanloopfase. Wat betekent dat? Dat is voor die leerlingen die eigenlijk nog niet klaar zijn om mee te stappen in het duaal leren. Met die aanloopfase kan op maat worden gewerkt in die zin dat er kan worden gewerkt op attitudes, zoals je inderdaad schetst. Het gaat dan om leerlingen aan wie de basisattitudes nog moet worden bijgebracht. Daarnaast kan er worden gewerkt met specifieke modules, bijvoorbeeld een deel van een kwalificatie. Ten slotte kan er worden gewerkt met een specifieke beschermde omgeving, bijvoorbeeld als het gaat over de tewerkstelling in een kringloopwinkel. Dat zijn drie mogelijkheden, die altijd op maat uitgewerkt kunnen worden.
Voor degenen die ook voor die aanloopfase niet in aanmerking komen, hebben we de naadloos flexibele trajecten (NAFT). Dat behoort dan tot het welzijnsdomein. De afgelopen jaren hebben we die ook naar dat welzijnsdomein overgedragen. Maar echt waar, de aanloopfase is flexibel, op maat, en kan leiden tot een onderwijskwalificatie, een beroepskwalificatie, of een deelkwalificatie. Er zijn dus heel veel verschillende mogelijkheden. We vragen wel om vanaf september ook in de derde graad dat systeem een kans te geven. Want het is inderdaad een ambitieus systeem dat zijn deugdelijkheid heeft bewezen in het buitenland, een succesmodel is in Duitsland en Oostenrijk en enkele andere landen. Daarmee willen we dus echt aan de slag gaan, net zoals we vanzelfsprekend aan de slag gaan met het advies van de Vlor, dat we ook naast het advies van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren leggen. We bekijken hoe we bezorgdheden nog kunnen wegwerken en finetunen.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister, we hebben morgen een hoorzitting met verschillende commissies samen.
Vanop het werkveld kan ik u alleen maar zeggen dat de steden en gemeenten zich op een andere manier aan het organiseren zijn. Ik heb het voorbeeld gegeven van Aarschot, maar Diest en Tienen zitten hier ook in de zaal, en dan beperk ik me nog tot het Hageland. Wat wij doen is zelf middelen van de gemeente inzetten, samen met de scholen, om ervoor te zorgen dat een kleine, beperkte groep van jongeren, niet uit de boot valt. Dat wil zeggen dat we een personeelslid aannemen, en ruimte en werkingsmiddelen voorzien om die jongeren op te vangen.
We denken dat die investering de moeite waard is, want die kunnen niet terecht in dat regulier onderwijs. Met alle respect, minister, maar die kunnen ook niet terecht in dat duaal leren. Die bedrijven zeggen simpelweg dat ze mensen nodig hebben die in een leertraject gaan, en bij wie ze verbetering zien. De mensen, jongeren waarover we het hier hebben, zijn kwetsbaar en kampen met moeilijkheden. Heel vaak zijn zij ook gewoon een probleem in de samenleving.
Ik zou dus zeggen: luister morgen naar die hoorzitting. En ik vraag toch openheid van geest om voor een kleine maar beperkte groep met een traject op maat te komen. (Applaus van Willem-Frederik Schiltz)
De heer Danen heeft het woord.
Dank u wel aan de vraagsteller en de minister.
Er is een fundamenteel probleem met dat duaal leren, of dat zit eraan te komen. Waar gaat het om? Het gaat om het aanbieden van een volwaardige, gekwalificeerde leerweg voor leerlingen die arbeidsrijp en arbeidsbereid zijn. Dat wil dus zeggen dat we gaan proberen die leerlingen sterker te maken, en ervoor zorgen dat zij goed gekwalificeerd uitstromen. Voor die leerlingen zal het inderdaad wel lukken. We hebben daarover een paar keer discussie gevoerd in de commissie.
Maar wat is het probleem dat wij al een paar keer hebben aangehaald, en waar de Vlor ook voor waarschuwt? Dat is dat een significant aandeel van die leerlingen daar niet toe in staat zal zijn, op een of andere manier. Waarschijnlijk is dat vanwege het feit dat zij niet arbeidsrijp genoeg zijn en/of niet arbeidsbereid zijn, maar dat laatste zal wellicht minder een groot probleem zijn.
Vandaag komen die leerlingen terecht in het deeltijds beroepssecundair onderwijs (dbso). Het klopt dat de uitstroom daar niet goed is, maar ik ben bang voor de ongewenste neveneffecten van dat nieuwe systeem, want die jongeren gaan vandaag nergens terechtkomen. U kunt zeggen dat ze misschien bij welzijn zullen terechtkomen, maar dat mag toch niet de hoofddoelstelling zijn van zo’n nieuw systeem? Ik zou u echt willen vragen om nu al te evalueren, om nu bij te sturen, zodat de ongewenste neveneffecten zo klein mogelijk zouden zijn.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Ja, mevrouw Rutten, ik heb u hier horen zeggen dat duaal leren niet geschikt is voor een bepaalde groep kwetsbare leerlingen, omdat ze nu van het dbso terechtkomen in duaal leren. Maar waarom hebt u en heeft uw partij, Open Vld, dan vorig jaar dat transitiedecreet goedgekeurd? Daar stel ik mij toch wel de nodige vragen bij. Het Vlaams Belang heeft er in dit parlement al meermaals voor gewaarschuwd – onder meer tijdens de bespreking van het transitiedecreet – dat veel leerlingen met de huidige regelingen uit de boot zullen vallen. Dat zegt niet alleen onze fractie, maar dat zegt het hele onderwijsveld. Het is duidelijk dat leren en werken enerzijds en duaal leren anderzijds twee verschillende zaken zijn die elk hun eigen aanpak nodig hebben. We moeten dus een systeem blijven behouden dat zich voornamelijk richt op leerlingen die schoolmoe of niet arbeidsrijp zijn, maar u hebt dat telkens in de wind geslagen, minister, met alle gevolgen van dien. Vandaar mijn omroep aan de meerderheid om deze leerlingen niet tussen wal en schip te laten vallen. Zorg dat er eindelijk een duidelijk plan komt. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, collega’s, dit is een thema dat we al vaak aangekaart hebben in de commissies en in de plenaire vergaderingen. Heel vaak heb ik ook gewezen op die groep van achtduizend leerlingen die in de centra leren en werken (CLW) school volgen.
Er werd dan vaak aangekaart dat het voltijds engagement dat nu verplicht is – men moet voltijds aanwezig zijn op school – een uitdaging is voor die centra. Al heel vaak heb ik gewezen op het leerrecht van elk kind. We moeten er alles aan doen om leerlingen niet te laten thuiszitten en hen niet ‘schoolloos’ te laten zijn. Tijdens de goedkeuring van het decreet heb ik heel sterk gepleit om te monitoren, om de vinger aan de pols te houden. Minister, om dat voltijds engagement waar te maken, was ik ook heel sterk vragende partij om de werkingsmiddelen gelijk te trekken en om de omkadering gelijk te trekken. Nu, het eerste is gebeurd, het tweede niet en ik durf te vragen om dat toch te remediëren.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Mevrouw Rutten, ik ben blij dat het advies van de Vlor niet onopgemerkt is voorbijgegaan. Daarin trekt ‘het terrein’, het veld, inderdaad voor de zoveelste keer aan de alarmbel, over de inkanteling van het dbso in duaal leren. Ik denk dat ik zelf met Vooruit sinds het begin van de legislatuur aan het waarschuwen ben over het feit dat deze brute inkanteling een vergissing is. De jongeren van het dbso gaan daar inderdaad de prijs voor betalen. Er zijn intussen al wel aanpassingen gebeurd, maar het systeem is nog altijd niet flexibel genoeg, het laat niet genoeg maatwerk toe en voorziet niet genoeg ondersteuning. De jongeren gaan de prijs betalen. Ik vind het natuurlijk jammer dat we Open Vld toen in de commissies minder hebben gehoord. Ik ben blij dat de gemeenten dan vandaag wel de noodzaak zien, maar dat neemt natuurlijk nog niet weg dat uw partij dit mee gestemd heeft in de meerderheid. Ik kan u alleen maar vragen om dus te blijven lobbyen voor een verdere rechtzetting in dit dossier, want ik verwacht van u natuurlijk niet alleen bezorgdheid, maar ook oplossingen, in de meerderheid. Mijn vraag is dus vooral ook aan de minister in dezen: wat staat daar nog gepland? Want als we niks gaan doen, gaat de ongekwalificeerde uitstroom alleen maar groter worden. En daarbij aansluitend: u beloofde ook een actieplan tegen ongekwalificeerde uitstroom. Wanneer komt dat er nu eindelijk van?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, we hebben hier met de aanwezig collega’s op 1 juni inderdaad al een aantal keer over gesproken – ook daarvoor, met de aanwezige collega’s, over dit onderwerp. Toch een paar zaken. Eén, ik denk dat we het verleden niet mogen romantiseren. Ik denk niet dat we kunnen zeggen dat het CLW en het dbso positieve effecten hadden, ook voor de leerlingen, a rato van de middelen die erin gingen. Het hoger leggen van het ambitieniveau was ook de geest waarin we met de N-VA, cd&v en Open Vld deze transitie hebben goedgekeurd. Niet alles wordt duaal. Duaal is in dezen de werkvorm, maar bepaalde trajecten voor die leerlingen blijven mogelijk. Maar – en dat vind ik niet onbelangrijk – als we met onderwijsmensen spreken, dan zeggen die dat dat eigenlijk welzijnsprofielen zijn waarmee ze in het onderwijs niet altijd aan de slag kunnen. Die welzijnscomponent, collega Rutten, moeten we inderdaad maximaal opvolgen.
Minister, ik wil wel een oproep doen. Bij het dbso en het CLW zijn er heel veel leerlingen die uit 1B komen, mijn oproep is dus om sterk genoeg in te zetten op de eindtermen basisonderwijs. Want daar gaat het over: voorkomen dat leerlingen in die situatie terechtkomen.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik kan natuurlijk niet vaststellen dat het stelsel van leren en werken niet succesvol is, n die zin dat de uitstroom van 57 procent ongekwalificeerden problematisch is, en vervolgens gewoon een pleidooi houden om alles maar bij het oude te laten en het stelsel gewoon te laten bestaan. Daarom hebben we inspiratie gezocht en gevonden in het buitenland, waar men erin geslaagd is om van dat duaal leren een succes te maken. Daarbij hebben we echt oog voor de kwetsbare leerling, in de vorm van heel veel flexibiliteit en mogelijkheden tot maatwerk.
Maar dan heb je natuurlijk nog een categorie die voorheen bij Onderwijs zat in het kader van de naadloos aansluitende flexibele trajecten. En dan zit je inderdaad vandaag wel in het welzijnsdomein, waar de bevoegdheid en middelen naar zijn overgedragen. Als je spreekt over die specifieke thematieken en die casuïstiek, dan zit je bij Welzijn, maar ik kan u garanderen dat, als het gaat over de geleidelijke uitrol van dat duaal leren samen met de aanloopfase, we daar altijd hebben gewerkt aan extra flexibiliseringsmogelijkheden.
Ik heb een open geest en wij blijven openstaan voor correcties. Wij hebben ook werk gemaakt van extra middelen, want het is inderdaad zo, wat betreft de omkadering, dat als je duaal leren vergelijkt met het stelsel van leren en werken, de middelen gelijk zijn. De werkingsmiddelen hebben we verdubbeld, dus op kruissnelheid komt daar 3,8 miljoen euro bij, en dat zijn werkingsmiddelen die men kan besteden naar eigen inzicht. Men kan die bijvoorbeeld ook gebruiken om te zorgen voor extra trajectbegeleiding, want daar zien we inderdaad soms een manco. Via de regionaal technologische centra (RTC’s) hebben we extra geïnvesteerd in het matchen van scholen en bedrijven. Die RTC’s krijgen binnenkort 1 miljoen euro extra om ervoor te zorgen dat er een betere match is tussen de scholen, hun aanbod en het aanbod en de trajecten bij de bedrijven.
Ik weet dat de geleidelijke uitrol voor sommige scholen een hele aanpassing is, maar die is broodnodig. We zijn altijd bereid om te finetunen en bij te stellen waar nodig. We doen dat in dialoog met zowel de Vlor als het partnerschap duaal leren, en we trachten die diverse bemerkingen en aanpassingen die gesuggereerd worden, en niet altijd gelijk sporen, maximaal te verwerken en daaraan tegemoet te komen, en om van dat duaal leren, inclusief de aanloopfase met specifiek opmaatwerk, flexibel voor kwetsbare leerlingen, een succes te maken.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Ik zal nooit pleiten om alles bij het oude te laten. We steunen dus dat hervormingstraject en geloven echt in dat duaal leren. Ik ben het ook eens dat je de lat hoog moet leggen en dat je zoveel mogelijk jongeren daar mee in moet trekken. Maar als je naar het terrein gaat kijken – en ik sta hier als burgemeester, met mijn twee voeten op het terrein – dan gaat dit over jongeren die thuis slechter af zijn dan op straat. Die gaan niet voltijds naar school en die kun je ook niet naar een bedrijf sturen, om de simpele reden dat ze niet weten dat je moet verwittigen als je te laat bent, dat je op tijd moet komen, dat je de basisvaardigheden moet hebben, laat staan dat de motivatie er is.
En u hebt gelijk dat dat op een knelpunt tussen Welzijn en Onderwijs zit, maar we hebben het hier wel over de noodzaak om ook onderwijs te geven.
Dus wat doen die lokale besturen nu? Wij leggen geld in de pot en ook de scholen, minister, zowel van het vrije net als van het gemeenschapsnet leggen geld in de pot. Wij geloven er immers in dat als je van die kleine groep jongeren – het gaat over tientallen per jaar in een stad als Aarschot en achtduizend in heel Vlaanderen – er een paar mee krijgt, je niet alleen een leven voor die jonge mensen wint, maar je ook als samenleving wint. Dan is dat geen investering meer, maar dan brengt dat op. Het kost u niet meer en het brengt u bij, nog los van een leven dat je hebt gered. Daarom herhaal ik mijn pleidooi: luister morgen naar die hoorzitting, we zullen voor een beperkte groep maatwerk nodig hebben. (Applaus bij Open Vld en van Katrien Partyka)
De actuele vraag is afgehandeld.