Verslag plenaire vergadering
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Crevits.
De heer Ronse heeft het woord.
Dag minister, het is een tijdje geleden, doordat u geen minister van Werk meer bent. Ik werd geseind door uw partij, die zei dat het vandaag uw verjaardag was en dat het mooiste verjaardagscadeau dat ik u kon geven, was om u een actuele vraag te stellen. Hier sta ik dus. (Applaus)
Ik had de vorige keer een doosje pralientjes bij voor u, maar u hebt die toen uitgedeeld aan alle collega’s in het Koffiehuis. Dus heb ik nu een klein gedichtje gemaakt voor u.
Dag lieve minister uit Torhout,
soms is uw partij een beetje stout,
maar als wij uw glimlach zien,
is de sfeer hier opnieuw tien op tien. (Gelach)
Voilà, zelf gemaakt. (Gelach. Applaus)
Collega’s, in 2015 al ben ik beginnen te graven naar cijfers over agressie jegens medewerkers van VDAB. Het gaat over mensen die een werkloosheidsuitkering genieten, waarvan we veronderstellen dat ze alles doen om werk te vinden, die uitgenodigd worden bij VDAB, die opdrachten krijgen, opleidingen krijgen en kansen krijgen, die boos worden op de VDAB-medewerker en zelfs agressief worden. U kunt het zich niet inbeelden. In 2015 waren er 65 meldingen. In 2020, de laatste keer dat ik u daarover heb aangesproken, waren het er een 150-tal. Houd u vast: in 2022 waren het er 219 en nu, in de eerste helft van 2023, zijn er al 150 meldingen. Als dat maal twee wordt, wordt dat dus driehonderd.
Elke keer opnieuw hebben we een brede consensus: dit moet stoppen, we gaan daar iets aan doen. Maar die cijfers stijgen dramatisch. Minister, mijn vraag is dus: wat zult u, wat zal minister Brouns daaraan doen? (Applaus bij de N-VA)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega, ook voor de wensen. Mijn antwoord is niet in dichtvorm – prijs uzelf gelukkig daarvoor! Ik heb wel voor al wie nood heeft aan een zoethoudertje een pralientje meegebracht, dat te krijgen is op de plaats waar u ook een kop koffie kunt krijgen.
Collega Ronse, alle gekheid op een stokje: die stijgende trend is echt verschrikkelijk. Op zich is bemiddelaar zijn bij VDAB iets heel moois, omdat je met mensen werkt, omdat je mensen eigenlijk emancipeert doordat je hen toeleidt naar een job. U hebt de cijfers genoemd. In 2023 alleen al zijn er 150 meldingen van agressie. Dat is gewoon afschuwelijk. We moeten zoeken naar manieren om daarmee om te gaan.
Langs de ene kant doet VDAB – vind ik zelf – heel veel voor het personeel. Er wordt preventief opgeleid, de digitaliseringsprocedures om meldingen te doen werden vergemakkelijkt, er is veel meer communicatie naar mogelijke slachtoffers en ook naar technici zodat de lokalen beter ingericht zijn, men werkt ondersteunend. Wat dat betreft, zit het dus goed.
Wat de mensen die agressief zijn betreft, zijn er volgens mij twee zaken van belang. Ten eerste sta ik volledig achter de ontwikkelingen die er nu zijn op federaal vlak, de wijzigingen in het strafwetboek waarbij men de strafbepalingen wil verzwaren als er agressie is ten opzichte van mensen die een maatschappelijke of een openbare functie hebben. Voor mij is een VDAB-bemiddelaar zeker iemand met zo’n maatschappelijke functie.
Ten tweede denk ik dat we een duidelijk signaal moeten geven, ook naar VDAB – en ik heb dat ook opgenomen met collega Brouns en hij stelt dat ook voor – dat, als mensen agressief zijn op het moment dat er bemiddeld wordt, dit beschouwd wordt als werk weigeren. Als je echt agressief gedrag vertoont op een moment dat men je probeert toe te leiden naar werk, dan moet dat voor mij beschouwd worden als een weigering om te werken. Dat is niet de sanctie op zich. Het dossier gaat dicht en gaat naar de controledienst. Ik vind dat mensen die komen om zich te laten bemiddelen, moeten weten dat we dat niet tolereren en dat dit ook een beveiligingsmaatregel kan zijn voor de bemiddelaars. Dit zal dus ook zo opgenomen worden met VDAB. (Applaus bij cd&v en van Philippe Muyters)
De heer Ronse heeft het woord.
Met dat laatste ben ik het alleszins eens. Wie agressief gedrag vertoont, wie marginaal gedrag vertoont tegenover iemand die hem of haar net aan een job wil helpen, wil helpen richting welvaart en richting kansen, die moet wat mij betreft zelfs definitief uitgesloten worden van de dop.
Zo iemand verdient onze steun niet, no pasarán. Minister, in die zin wilde ik u nog het volgende vragen: weet u hoeveel van de 219 meldingen vorig jaar effectief geen werkloosheidsuitkering meer krijgen? (Applaus bij de N-VA)
De heer Ongena heeft het woord.
In 2022 waren er 219 gevallen van fysieke, verbale en andere vormen van agressie. Dat is een stijging van 40 procent ten opzichte van twee jaar geleden. Dat is onaanvaardbaar. We kunnen en mogen niet aanvaarden dat mensen agressief worden ten aanzien van andere mensen die eigenlijk maar één ding doen, namelijk hun job en die mensen aan een job helpen. Minister, daarom steun ik uw idee volledig en hoop ik ook dat minister van Werk, collega Brouns, ook effectief snel mee aan de slag gaat en dat wie zich agressief toont, meteen geschorst wordt en meteen ook duidelijk wordt gemaakt dat we dit niet aanvaarden. Dus ik hoop dat we het voorstel dat u nu doet, ook snel kunnen omzetten in realiteit.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Collega Ronse, ik kan niet zoals u rijmen en dichten zonder mijn gat op te lichten, maar ik vind het wel fijn dat u dat zo goed kunt. (Gelach)
Minister, alvast een gelukkige verjaardag van onze kant. We hebben het hier daarstraks ook al over gehad. We kunnen en mogen geen enkele vorm van agressie tolereren, onder geen enkel beding. Want vandaag is het agressie tegen een buschauffeur, morgen tegen een treinconducteur en de dag nadien tegen een leerkracht, een zorgmedewerker en de politie. Dit kunnen en mogen we zeker en vast niet aanvaarden.
Dus ik kan in dit geval uw oproep en die van collega Ronse om de uitkering in te trekken onder welk beding dan ook, alleen maar steunen. Want dit kunnen we niet aanvaarden. Wat ons betreft, mag u hen gerust levenslang uitsluiten van een uitkering, want dit mag en hoort niet. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat agressie niet kan, en zeker niet ten aanzien van mensen die zo hard hun best doen om u vooruit te helpen in het leven. Want dat is wat VDAB-medewerkers doen: zij helpen mensen vooruit in het leven en geven kansen. Vandaag was er nog de communicatie dat er vorig jaar meer dan 44.000 opleidingen werden aangeboden aan werkzoekenden, met het resultaat dat de werkloosheid laag is en dat schoolverlaters heel snel een job op onze arbeidsmarkt vinden. Dus deze mensen verdienen dan ook onze steun vanuit het parlement.
Minister, ik ben heel blij met het voorstel dat u hier op tafel legt om daar onmiddellijk consequenties aan te verbinden en daar ook heel duidelijk en transparant over te communiceren. Mensen moeten weten dat agressie ten aanzien van medewerkers van de overheid, van onze VDAB, niet kan, niet mag en nooit zal worden getolereerd. (Applaus van Katrien Schryvers)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Ook vanuit onze fractie is het glashelder dat agressie ten aanzien van mensen die gewoon hun job doen onaanvaardbaar is. We mogen niet tolereren dat ambtenaren en mensen van VDAB fysiek of verbaal belaagd worden omdat ze gewoon hun job doen. Ik vind dus ook dat we daar een zeer duidelijk signaal moeten geven.
Collega Ronse, bij een eerdere communicatie daarover reageerde VDAB dat dit een neveneffect was van het striktere beleid. Ik vond dat een rare communicatie. Ik denk dat het duidelijk is dat aanklampend beleid essentieel is. Dus, minister, mijn vraag aan u is of u die analyse deelt of moeten we vooral kijken hoe we het aanklampend beleid van VDAB nog kunnen versterken en hoe dat in een niet-confronterende stijl gebeurt.
Kunt u ook wat dieper ingaan op hoe er wordt omgegaan met personeelsleden bij VDAB die geconfronteerd zijn geweest met geweld en hoe zij worden opgevolgd en begeleid? Want dat heeft een zeer grote impact en wij weten dat de uitval bij personeelsleden van VDAB al zeer hoog is. Hoe worden zij begeleid na een incident met geweld? (Applaus bij Vooruit)
Minister Crevits heeft het woord.
Ik zal eerst antwoorden op de laatste vraag. Ik had daarnet maar twee minuutjes en nu heb ik iets meer tijd. Het klopt inderdaad dat VDAB daar een stuk beter beleid in ontwikkeld heeft. Er is op dit ogenblik intervisie en begeleiding voor teams die kwetsbaarder zijn op dat vlak, gelet op de aard van de dienstverlening die ze doen. Zij worden ook medisch, mentaal en psychologisch beter begeleid.
Je voelt wel dat VDAB daar stappen vooruit in zet. Hetzelfde geldt voor de feedback die volgt nadat iemand daarmee wordt geconfronteerd en dat in het digitaal systeem gaat melden. Hoe wordt dat opgevolgd? Ook daar zie ik wel dat VDAB stappen voorwaarts zet, en dat men dat in de organisatie mee opvolgt. Maar, collega’s, voor mij is aanklampend beleid nooit een reden om agressief te zijn tegen mensen. Je mag dat duidelijk stellen. Als die mensen binnenkort een job krijgen, en bij het eerste wat er gebeurt, worden ze agressief, dan vallen ze waarschijnlijk zonder werk, en mogen ze weer naar VDAB om een job te zoeken. Dat is dus een mogelijke cascade. Voor mij is het heel belangrijk dat er onmiddellijk duidelijk wordt gemaakt dat dit niet wordt getolereerd, zodra mensen in die bemiddeling stappen of naar VDAB gaan.
Over de sancties, collega’s, denk ik dat er nog een klein beetje een verschil in mening bestaat. Collega Ronse, ik vind het elementair dat de opleiding van mensen die zich op een of andere manier agressief uiten – want in agressief gedrag zijn ook gradaties – wordt stopgezet, en dat het dossier naar de controledienst gaat. Dat is ook het concrete voorstel van collega Brouns. Of die mensen dan wel of niet geschorst worden, laat ik over aan de dienst die dat moet beoordelen. Ook daarin is er een gradatie mogelijk. Misschien zijn er omstandigheden, alhoewel ik mij eigenlijk niet goed kan inbeelden welke omstandigheden dat dan zullen zijn.
Dat is een nieuw voorstel. Collega Brouns zal dat opnemen met VDAB. Louter vanuit de bescherming naar het personeel van VDAB vind ik het extreem belangrijk dat dit ook zo wordt gecommuniceerd, en effectief wordt toegepast. Het zal voor het VDAB-personeel ook een geruststelling zijn als er iets wordt gedaan wanneer ze met agressief gedrag worden geconfronteerd. Dat vind ik echt wel belangrijk.
Voor mij is het natuurlijk ook belangrijk dat er gezorgd wordt voor manieren om mensen te helpen als ze zich totaal onaangepast gedragen. Wie zich bij VDAB inschrijft, en aanklampend – dat is volgens mij iets positiefs – begeleid wordt naar werk, die moet het nodige respect betuigen naar de mensen die al die inspanningen doen om hen naar werk te begeleiden. Daarom heb ik dus deze zeer heldere boodschap. Collega Brouns zal dat opnemen met VDAB. Hij zal ook op de eerstvolgende Interministeriële Conferentie Werk voorstellen dat medewerkers van VDAB beschouwd worden als mensen in een publieke functie, en dus ook onder de strengere strafbepalingen staan die in opmaak zijn.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben al negen jaar bezig met die cijfers van agressie jegens VDAB-medewerkers. Ik ben blij dat dat werk en die oproep leiden tot actie. Ik denk dat we het daar unaniem over eens zijn.
Ik ben ook blij dat wie agressie vertoont aan een VDAB-medewerker, dan minstens als werkweigeraar wordt beschouwd. Maar ik denk wel dat als de controledienst objectiveert dat het daadwerkelijk om agressief gedrag gaat, die persoon definitief uitgesloten moet worden van elke mogelijk steunmaatregel of uitkering. Ik zal dat ook meegeven, en zal daarop aandringen, als er daar in het parlement een initiatief rond komt. Wie zo’n marginaal gedrag vertoont jegens mensen die zich engageren om hen te helpen en jegens een overheid en samenleving die hen uit de miserie en richting werk willen helpen, verdient geen steun, geen uitkering – ‘no mercy’. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.