Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister Crevits, volgende week dinsdag komt de zorgsector opnieuw op straat. De sector is al op straat gekomen in januari. Toen waren ze met bijzonder veel. En de opkomst voor komende dinsdag belooft ook weer groot te worden. Want de problemen in de zorgsector zijn vandaag nog steeds torenhoog. Ik merk dat ook in mijn raadpleging. Ik zag vorige week een zorgkundige, die mij zei: “Ik ben oververmoeid, dokter.” Bleek dat ze oververmoeid is door het stresserende werk in het woonzorgcentrum, door de steeds wisselende shiften, die telkens opnieuw van laat naar vroeg gaan, wat haar slaapritme compleet verwart en waardoor ze uitgeput is. En dus moest ik voorschrijven dat ze thuis moest blijven.
Maar ik zag ook een kinderbegeleidster, die steeds maar weer ziek gaat werken omdat ze haar collega's niet in de kou wil laten staan, maar daardoor zelf helemaal uitgeput raakt. Zij zit nu al voor twee maanden thuis.
Er kwam een loopbaanbegeleidster langs, die op de werkvloer moest zijn in een kinderdagverblijf en die normaal nieuwe mensen die gaan werken in de kinderopvang, moest coachen. Maar zij zegt dat ze gewoon heeft meegedraaid met het kinderdagverblijf, omdat ze zag dat die mensen van hier naar daar aan het hollen waren en eigenlijk zelfs niet de essentiële zorgtaken konden vervullen.
Minister, ik kan zo nog wel even verdergaan. Ik ben de eerste om te zeggen dat werken in de zorg een prachtig beroep is. Zorgen voor anderen geeft voldoening. Het doet deugd om dat als job te doen. Maar vandaag voelt het vaker aan als bandwerk. En als je werk bandwerk is, geeft het juist geen voldoening, want je hebt het gevoel dat je de mensen niet kunt bieden wat ze eigenlijk nodig hebben.
Sinds de vorige betoging is er bitter weinig veranderd. Er is geen antwoord gekomen op de verzuchtingen van de sector. Wat gaat u doen om te zorgen voor meer personeel, betere loon- en arbeidsvoorwaarden en extra investeringen in de zorg? (Applaus bij de PVDA)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega, voor de vraag. Ik heb ondertussen ook al meermaals samengezeten met onze vakbonden. Zij hebben inderdaad een actie gepland volgende week. Dat is een nationale actie, dat weet u ook. Dat gaat over alle gemeenschapsregeringen plus de federale overheid.
Ik denk ook dat er veel volk zal zijn, want er zijn ook heel veel zorgen. Een aantal van die zorgen deel ik absoluut, en daarvoor ben ik ook samen met de vakbonden en de werkgevers oplossingen aan het zoeken. Zeker als het gaat over het tekort aan mensen, denk ik aan de – eindelijk na zoveel tijd voor Vlaanderen – brandingcampagne Career die we op touw hebben kunnen zetten, waarbij we samen één taal spreken.
Er zijn outreachende acties, onderdeel van het plan zij-instroom. Het is de allereerste keer dat we een bedrag van 7000 euro voorzien. U gaf het voorbeeld van iemand die zijinstromers die op de werkvloer de job willen aanleren, begeleidt. We kunnen meer zeggen dat de mensen die er al zijn, zorgen dat de opleiding gegeven wordt. Met het beschikbare budget kan men iemand inhuren om mee te zorgen dat mensen het beroep aanleren. Dat is nog maar net gestart, net om mensen aan te trekken en om dat aantrekken en dat opleiden niet moeilijker te maken voor wie er al is.
We zijn ook in overleg rond het stagebeleid. Ik verwijs naar de artikelen van een aantal weken geleden. Wij investeren ook heel fors. Er zijn ook vragen naar een nieuw sociaal akkoord. Op federaal niveau is er inderdaad geen sociaal akkoord meer. Het is afgelopen. In Vlaanderen is er een akkoord dat tot 2025 loopt, waar we meer dan een half miljard euro voor uittrekken. Maar dat belette me eigenlijk niet om ondanks dat sociaal akkoord ook honderden miljoenen euro’s extra vrijgemaakt te hebben.
Collega Vandecasteele, een van de kernzorgen die ik heb, is het vinden van mensen. Als we meer mensen zouden hebben, gaat de werkdruk voor iedereen naar beneden. Ik reken er eigenlijk op dat op het niveau waar het kan er ook wat souplesse geboden wordt, dat we meer souplesse kunnen krijgen in die heel rigide taakafbakening die er nu voor een aantal beroepsprofielen is, zoals bijvoorbeeld de verpleegkundigen, waardoor je in een team de taken beter kunt verdelen, waardoor er met de mensen die er zijn, met minder druk beter gewerkt kan worden.
Ik wil daar zeker ook met de andere regeringen van dit land in overleg over gaan. Er was trouwens ook een Overlegcomité dat daar even over ging deze ochtend. Maar ik zal zeker, hetzij op de dag van de actie, hetzij de dag nadien, afhankelijk van wat de vakbonden willen, ook met hen nog eens rond de tafel zitten om te kijken wat we nog extra kunnen realiseren.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik hoor u vaak zeggen dat u de zorgen van de zorgsector deelt. Allez, de mensen in de zorg zeggen dat de situatie vandaag onhoudbaar is. Dan horen ze u zeggen dat u hun verzuchtingen begrijpt, dat u begrijpt dat er veel volk op straat zal komen. Maar het lijkt alsof u erbij staat en ernaar kijkt. Dan somt u een aantal oplossingen op die eigenlijk al heel lang beloofd zijn en waar we nog altijd geen resultaten van zien en waar eigenlijk geen fundamentele veranderingen van te verwachten zijn. Dan begrijp ik niet dat u zegt dat u iets probeert te doen maar dat het niet goed lukt. Als er iemand iets kan doen aan de problemen in de zorgsector, bent u het wel, minister. U bent viceminister-president van deze Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering is volledig bevoegd voor bijvoorbeeld woonzorgcentra, voor de jeugdzorg, voor personen met een handicap, voor de kinderopvang. U bent de minister bevoegd voor de zorg en het welzijn. Als er iemand is die de problemen in de zorgsector moet kunnen aanpakken, bent u het wel.
Hoe komt het dat de vacatures niet ingevuld geraken? Dat zegt de sector zelf: de loon- en arbeidsvoorwaarden zijn ondermaats, de werkdruk is torenhoog. Dat moet er veranderen. U kunt en moet die loon- en arbeidsvoorwaarden structureel veranderen, en dan kan er volk aangetrokken worden en dan kunnen er oplossingen komen. Maar met dit, met doekjes voor het bloeden te verzinnen, gaat er echt geen volk naar de zorg komen. (Applaus bij de PVDA)
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, volgende week komen de vakbonden opnieuw op straat – het is niet de eerste keer dit jaar – om een noodkreet te uiten. Het is ook niet de eerste keer in de afgelopen jaren. Ik heb hier een pamflet open staan van de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB) van 7 mei 2019. Collega’s, dat was voor deze legislatuur, en net voor de vorige verkiezingen. Zij geven daarin aan dat het niet meer gaat, dat het water hen aan de lippen staat, dat er een personeelstekort is, en dat de sector op instorten staat. Dat waren mensen uit de kinderopvang, de jeugdhulp, de ouderenzorg, de zorg voor personen met een handicap die aangaven dat er echt drama’s gingen gebeuren.
Minister, een jaar later zaten we midden in de coronacrisis, en toen gebeurden er drama’s. De Vlaamse Regering stelde toen verbouwereerd vast dat minister Vandeurzen en minister Beke hadden aangegeven dat alles oké was, maar tijdens corona vroeg men zich af hoe het kon dat het systeem op instorten stond.
Intussen zijn we een aantal jaren verder, er is een zesde Vlaams intersectoraal akkoord (VIA 6) aangekondigd, dat was een sociaal plan dat alles had moeten oplossen. De vakbonden hadden vanaf dag 1 gezegd dat het een heel goede stap vooruit was – dat hebben we hier allemaal gezegd – maar absoluut niet voldoende om de noden die er zijn te lenigen.
De vakbonden komen volgende dinsdag weer op straat. Minister, wanneer zal er eindelijk een echt plan komen dat zorgt dat de sector binnen twee jaar niet meer op instorten staat? (Applaus bij Groen)
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik denk ook dat een van de belangrijkste prioriteiten het vinden van personeel is. Dat is niet alleen zo in de gezondheidssector of in de welzijnssector, maar dat is over verschillende sectoren heen zo, denk ook maar aan het onderwijs. Dat is een enorme uitdaging en er is geen silver bullet voor. We moeten de beeldvorming die op dit moment wordt opgehangen over de zorgsector echt wel opkrikken. Ik vraag mij af hoe we dat kunnen doen. Het is noodzakelijk om daar wat meer aandacht aan te geven.
Wat ik in de discussie mis, is het verminderen van de administratieve last, en dat de logistieke taken door andere soorten profielen moeten worden uitgevoerd. Mensen moeten opnieuw de taken doen waar ze ook voor opgeleid zijn en gestudeerd hebben. Ik betreur het dat men tegen flexi-jobs in de zorg stemt als er initiatieven genomen worden die dienen om de werkdruk te verminderen en om personeel te vinden.
De heer Anaf heeft het woord.
Hoe moeten we de beeldvorming in de sector opkrikken? We hebben het er al vaak over gehad. Dat doen we door ervoor te zorgen dat die wantoestanden niet meer gebeuren, of door daar in elk geval scherper op toe te zien.
Minister, de vakbonden en andere middenveldorganisaties zullen inderdaad opnieuw op straat komen. Op een minuut is het onmogelijk om al hun eisen hier te vertellen, want het zijn er heel veel. De noden zijn heel hoog, niet alleen in de zorgsector. Op verschillende vlakken in de samenleving zijn de noden heel hoog, maar zeker in de zorgsector.
Ik heb één concrete vraag, en die gaat over de kinderopvang. Sinds de vorige betogingen is het wel heel nieuw dat de sector van de kinderopvang zich bij dat protest aansluit. Dat staat los van alle andere protesten die zij de laatste jaren zelf hebben gevoerd. Zij vragen al langer om de werkdruk naar beneden te laten. Zal die werkdruk deze legislatuur nog naar beneden gaan? Gaat de kind-begeleiderratio effectief worden aangepakt? Welke timing en welke budgetten gaat u daarvoor voorzien in de volgende begroting?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik heb net nog eens gekeken: deze legislatuur heeft de Vlaamse Regering 3,5 miljard euro extra geïnvesteerd. Dat wil ik toch nog eens herhalen. Dat komt niet uit de lucht gevallen, dat is weldegelijk een gerichte investering.
Er zijn bijkomende inspanningen nodig om extra personeel aan te trekken in de zorg. Minister, er zijn ook inspanningen nodig om ons personeel in de zorg te houden. Met de N-VA-fractie zijn er drie zaken die we onder de aandacht willen brengen.
Ten eerste willen we een meer flexibele inzet en taakdifferentiatie in de woonzorgcentra zien. Ik stel ook vast dat er op het federale niveau tegen flexi-jobs wordt gestemd. Die flexi-jobs kunnen wel ondersteuning bieden en de druk verlagen binnen een regime dat de mensen willen. U moet dan ook consequent zijn: als er oplossingen komen, mevrouw Vandecasteele, dan wil de PVDA dat niet.
Een tweede punt is ervoor zorgen dat instellingen ook effectief inzetten op hr-beleid en retentiebeleid. Ik stel vast dat men wel bezig is met campagnes om dat aan te halen.
Ten derde, als ik nu naar de WUG-wet (Wet op de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen) en het KB kijk: daarin staat dat sommige mensen bepaalde taken niet mogen doen zonder die specialisatie. Daar blijf ik mij zorgen over maken.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, hoeveel keer moet de zorgsector nog op straat komen voor er naar hun terechte noodkreten geluisterd wordt? Het signaal dat ze op 31 januari gegeven hebben is in ieder geval niet gehoord, anders zouden ze vijf maanden later niet opnieuw op straat komen. Door mijn eigen ervaring weet ik heel goed waarom deze mensen op straat komen. De zorg is op, en kraakt in haar voegen, omdat men niet voldoende personeel vindt.
Minister, in de plenaire vergadering van 1 februari antwoordde u op ongeveer dezelfde vraag dat u vakbonden en werkgevers zou uitnodigen om in dialoog te gaan.
Minister, mijn concrete vraag is wat deze gesprekken concreet hebben opgebracht. Wat is er tijdens deze dialogen uit de bus gekomen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Net zoals andere sectoren, kampt ook de zorgsector met grote tekorten. We weten allemaal dat dat zijn impact heeft op de werkdruk. Er zijn ziekenhuisbedden die niet gebruikt kunnen worden, woonzorgcentra die niet op volle capaciteit kunnen draaien en dus niet alle plaatsen kunnen opvullen, leefgroepen die moeten sluiten. Eén van de grote vragen is dan hoe we er in die omstandigheden kunnen voor zorgen dat het werk werkbaar wordt gehouden. Je moet dan natuurlijk kijken naar hoe we meer mensen van een job in de zorg kunnen overtuigen. Recent is daarvoor nog Career gelanceerd. Als we alle openstaande vacatures zouden kunnen invullen, weten we dat de werkdruk al helemaal anders zou zijn voor hen die vandaag al in de sector werken.
Minister, het is natuurlijk ook zo dat de zorgnoden alsmaar toenemen. Ik denk dat we de focus moeten verleggen naar een andere organisatie van de zorg. We hebben er eens een hoorzitting over georganiseerd. Ik hoorde toen bijvoorbeeld dat er ’s morgens en ’s avonds piekmomenten zijn, wat maakt dat mensen die deeltijds werken maar eigenlijk voltijds zouden willen werken, dat niet kunnen.
Minister, op welke manier kunnen we vanuit Vlaanderen werkgevers ondersteunen in een andere organisatie van de zorg, zodat we de aanwezige capaciteit veel meer kunnen benutten?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega's. Het klopt dat je dit debat moeilijk binnen het kader van een actuele vraag kunt voeren, het is moeilijk om al het gras af te rijden dat er is.
Maar dit moet me toch wel van het hart. Collega Vaneeckhout verwijst naar een pamflet van 7 mei 2019. Ik wil meegeven dat twee jaar later alle vakbonden en de werkgevers een akkoord hebben gesloten over het zesde Vlaams Intersectoraal Akkoord (VIA6). Iedereen was akkoord. Ik ben een vakbondsdochter en heb dus wel wat ervaring met sociaal overleg. Bij een sociaal akkoord hoort sociale vrede. Dat betekent dat je je eigenlijk tot sociale vrede verbindt tot 2025. Voor uw federale collega’s wil ik meegeven dat het federaal sociaal akkoord afgelopen is sinds 2022. Er is er gewoon geen meer. Dat wil ik toch meegeven. Wie ons verwijt dat we te weinig investeren in dat sociaal overleg: er is nog altijd een lopend sociaal akkoord.
Speciaal voor collega Anaf: u weet dat ik absoluut een serieuze budgetverhoging en een werkdrukverlaging op tafel wil leggen bij de begrotingsronde. Die moet natuurlijk nog altijd goedgekeurd worden, maar het is een eerbare strijd. Ik heb trouwens ook van mijn minister-president gehoord dat hij erkent dat de noden daar bijzonder groot zijn. Ik wil meegeven dat ook de kinderopvang vervat was in het VIA6 dat we gesloten hebben. Als ik de budgetten die in het VIA6 afgesproken waren, afzet tegen de budgetten die we vandaag investeren, dan is dat maal zes. We doen dus al zes keer meer dan wat we beloofd hadden in het VIA6. Hetzelfde is het geval met de loonsverhogingen. Ik hoor mevrouw Vandecasteele zeggen dat alles moet veranderen, dat er meer loon moet zijn, betere voorwaarden. Dit is materie van sociaal overleg. Mocht ik dat alleen gaan doen, zouden ze zeggen dat dit iets is wat we samen moeten bespreken.
Nogmaals, ik ben zeker bereid om daarover rond de tafel te gaan zitten met vakbonden en werkgevers, maar ik zou het ongelooflijk op prijs stellen als er al geen concurrentie meer zou zijn. We hebben afgesproken dat we met IFIC-normen (Instituut voor Functieclassificatie) zouden werken voor de functies met overal hetzelfde loon. Wat gebeurt er? Vier maanden nadat we afgesproken hebben om dat te doen, komt er plots toch iemand met een premie af. En we zijn elkaar weer aan het bekampen, waardoor sectoren personeel van elkaar afpakken met een betere verloning. Sorry, maar ik vind dat ongelooflijk spijtig. Ik vind dat we daar beter de heldere regels die we afgesproken hebben zouden volgen, en dat vraagt koelbloedigheid op Vlaams, maar ook op federaal vlak.
Collega Saeys en anderen, mensen vinden is een groot probleem, daar ga ik absoluut mee akkoord. Wat die beeldvorming betreft, moeten we eens kijken naar wat Career teweegbrengt. Het is de eerste keer dat vakbonden en werkgevers samen dezelfde taal gebruiken, één platform hebben en van daaruit ook de acties die nog in het VIA 6 zitten, gaan uitvoeren, want nog niet alle acties – en daar heeft collega Vandecasteele een punt – zijn uitgevoerd. Zo heb je de actie van 7000 euro voor zijinstromers. Die is nu pas van start gegaan. Waarom? Omdat er nu een akkoord gevonden is, opnieuw tussen sociale partners, over hoe dat wordt ingevuld, en wat de voorwaarden zijn om mensen die zich aanmelden, te vergoeden. Er is een akkoord, dus we kunnen daarmee ook van start.
Dan is er de opmerking van collega Daniëls rond het kunnen houden van personeel. Daar ga ik absoluut mee akkoord, maar de Vlaamse minister zal dat niet alleen oplossen. Het vraagt ook een beleidsvoerend vermogen dat absoluut goed gebruikt wordt, het vereist dat organisaties ook gaan nadenken over hoe ze dat anders kunnen invullen. Daarbij kijk ik even naar de buren van Zorg. Probeer toch om te werken aan die heel rigide indeling van de functies en wie wat mag doen. Ik heb daarover met mijn collega Vandenbroucke gesproken. Hij is daar voorstander van. Hij zegt dat dat ook zijn strijd is en dat hij dat wil, maar de visie van Vlaanderen en Wallonië is niet helemaal gelijk en we moeten daarover spijtig genoeg samen tot een akkoord komen.
Maar ik weet dat daar aan de overzijde van de straat steun voor is om dat te doen, en ik hoop ook dat we hier nog een aantal stappen kunnen zetten. Kijk naar de thuiszorg en kijk naar de thuisverpleging en in welke mate mensen andere dingen doen. Er komen dan twee aparte autootjes bij de mensen. Je kunt dat toch misschien op een betere wijze georganiseerd krijgen? We kunnen de wereld echter niet veranderen in twee dagen en het is niet zo eenvoudig als iedereen denkt.
Collega Wouters, u had het over het signaal dat gegeven is. Ik vind persoonlijk dat we wel stappen zetten om de zaken beter te maken. Ik ben inderdaad – het is goed dat u mij erop wees – in overleg gegaan met de vakbonden en werkgevers. Daar is onder andere het akkoord uit voortgesproten rond de 7000 euro. Ik heb vooruitlopend op de grote actie volgende week aan de vakbonden gevraagd welke punten voor hen belangrijk zijn en hoe we – hoewel we eigenlijk in sociale vrede zitten, want er is een sociaal akkoord – nog een aantal betekenisvolle zaken kunnen doen. We hebben ook gevraagd hoe zij denken dat we extra mensen kunnen vinden en hen duurzaam aan de slag kunnen houden. Daarrond is er heel veel aan het bewegen.
Collega Schryvers, in de zorg werken is inderdaad een prachtige job. Ik zie mensen binnen de zorg soms switchen van job, omdat de werkuren en loonvoorwaarden beter zijn. Het is dus een belangrijke uitdaging waar we met zijn allen voor staan. Ik ben zeker bereid om samen met de werkgevers te bekijken hoe we zaken extra mogelijk kunnen maken voor mensen. Het hoeft niet altijd te gaan over grote budgetten. Soms kan regelluwte voor verbetering zorgen, maar daarover zal ik met alle plezier verder het overleg voeren.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
U zegt dat u in 2021 een sociaal akkoord over nieuwe arbeidsvoorwaarden hebt afgesloten en dat u nu sociale vrede verwacht tot en met 2026. Ik vind dat toch wel een beetje straf. De mensen op het terrein proberen elke dag toch nog mensen te verzorgen, ondanks alle problemen. Ze zijn aan het einde van hun Latijn en kwamen in januari met twintigduizend mensen op straat om te zeggen dat het op deze manier niet houdbaar is. Mensen vertrekken, ze vinden geen nieuwe mensen en als er toch nieuwe mensen zijn, gaan die snel weer weg. Dus de problemen in de sector zijn bijzonder groot. Er zijn veel te weinig vaste mensen, want die stappen op en worden vervangen door flexibel werkende mensen die tijdelijk invallen. Er is bijgevolg geen stabiliteit bij het personeel, en dat is een probleem.
Ik heb de indruk dat u niet snapt dat er vandaag dingen moeten veranderen. Het is heel belangrijk dat er volgende week veel personeel op straat komt, want ik heb de indruk dat als er geen druk van onderuit komt, er niets gaat veranderen. En dat is een probleem. We gaan u moeten dwingen om zaken te veranderen, want u kunt dat. U bent minister van Zorg en Welzijn. Deze Vlaamse Regering is volledig bevoegd. Als er iemand is die iets kan veranderen en die nu nog extra middelen kan vrijmaken om de problemen in de sector op te lossen, dan bent u het. Maar er zal druk nodig zijn om verandering af te dwingen. (Applaus bij de PDVA)
De actuele vraag is afgehandeld.