Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, eerst en vooral wil ik hulde brengen aan VDAB omdat ze dat verdienen. We schieten soms op VDAB en vaak is dat terecht, maar nu hebben ze cijfers gelanceerd die vrij indrukwekkend zijn. VDAB heeft sinds januari 63.000 mensen aan het werk geholpen. Dat gebeurde via omscholing, begeleiding en dergelijke. Ze hebben 28.000 mensen een opleiding gegeven en 27.000 mensen begeleid via werkplekleren. Mochten Forem in Wallonië en Actiris in Brussel nog maar een tiende daarvan doen, dan zou onze werkzaamheidsgraad al veel verbeterd zijn. Hulde dus aan VDAB wat dat betreft.
Bovendien ben ik zeer tevreden dat VDAB een nieuwe contactstrategie op de tafel legt. Dat is iets, collega Verbeurgt, wat wij al meermaals in de commissie hebben aangekaart. Men moet er namelijk kort op zitten. VDAB heeft zich geëngageerd om vanaf mei, iedereen die zich inschrijft en binnen twee weken niets laat weten, op te bellen. Dat is zeer kort erbij, zeer kort opvolgen. Dat zien we zeer graag en dat hebben we ook gevraagd.
Collega’s, ik ben zeer tevreden. We doen echt het maximum van wat we kunnen. VDAB is zich scherper en scherper aan het opstellen. Minister, zal de contactstrategie bindend zijn? Wat zal er gebeuren als iemand geen contact neemt, niet opneemt of geen gevolg geeft? Gaan we daar dan ook kort op zitten?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega. Ik deel graad in de hulde aan VDAB. Ik heb hun al vaak gezegd dat als het goed is, dat gezegd mag en moet worden, en dat moet misschien wel vaker gebeuren. Bedankt dus daarvoor.
Ik denk dat we vandaag opnieuw naar de essentie gaan van een van de allergrootste uitdagingen, en dat is inderdaad voldoende mensen aan de slag krijgen om tot de werkzaamheidsgraad van 80 procent te komen. Daarvoor hebben we een heel pakket maatregelen opgemaakt. Een van die maatregelen is inderdaad snelheid, en meer aanklampend werken door VDAB. Dat doen ze inmiddels met die vernieuwde contactstrategie. Op het ogenblik dat je je inschrijft, krijg je meteen een mail die je moet invullen, test men de digitale vaardigheden en wordt gevraagd om binnen de twee weken contact op te nemen met VDAB. Doe je dat niet, dan word je zelf gecontacteerd. In dat contact kan inderdaad nagegaan worden hoe je digitale vaardigheden zijn, hoe de werkbereidheid is en of er eventueel een meer intensieve dienstverlening nodig is. Zo ja, dan zal er een face-to-facegesprek plaatsvinden, omdat digitaal natuurlijk niet optimaal is als er onvoldoende zelfredzaamheid is om zelf op zoek te gaan naar vacatures. Snelheid, aanklampen, dat zijn dus de nieuwe sleutelwoorden van VDAB. Het gaat inderdaad veel sneller dan in het verleden, en dat is ook wat de Vlaamse arbeidsmarkt en onze werkgevers nodig hebben. Ik ben op dat vlak dus heel tevreden. Kom je dat niet na, zondig je tegen de gemaakte afspraken, dan kan door VDAB inderdaad de rode kaart getrokken worden, dat spreekt voor zich.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil de vele medewerkers van VDAB hier persoonlijk feliciteren, want 63.000 mensen aan het werk helpen is geen evidentie. Collega's, laat ons ook niet vergeten dat wie vandaag uitkeringsgerechtigd werkloos is in een arbeidsmarkt die zo oververhit is, met zoveel openstaande vacatures, een iets moeilijker publiek is om naar een job toe te leiden dan waaraan we jaren geleden gewend waren. Op dat vlak vind ik dat de prestaties toch in de bloemetjes gezet mogen worden.
Het zal een hele uitdaging zijn om die contactstrategie ook effectief in daden om te zetten. Het is heel mooi op papier, maar ‘the devil is in the details’, en vooral in het in de praktijk brengen. Minister, bent u er ook gerust in dat dat op de zeer korte termijn in de praktijk gebracht zal worden?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Mijnheer Ronse, bedankt u voor uw vraag. Ik vond het ook heel interessant. Ik denk dat u gelijk hebt, dat we alleen maar kunnen toejuichen dat VDAB op een andere manier tewerk gaat en veel korter op de bal speelt.
Maar iets wat ik over de dienstverlening van VDAB regelmatig hoor, en meer bepaald over de vacatures, is dat de vacature eigenlijk niet afgestemd is op de vraag van de sollicitant. Er komen dus andere vacatures binnen, of ze zijn niet noodzakelijk aangepast aan de vereisten, om het zo te zeggen. Mijn vraag voor u, minister, is dus in welke mate u erover gaat waken dat de juiste vacature bij de juiste persoon terechtkomt. Ik hoor regelmatig dat veel in de handen ligt van artificiële intelligentie, en dat daartussen toch een zekere kloof ligt. Als je VDAB er dan toe aanzet om iedereen die ingeschreven is te gaan contacteren, is het natuurlijk de bedoeling dat ze kans maken op een job die ze ook echt willen. Ik denk dat daarvoor wel wat bijsturing nodig is.
De heer Annouri heeft het woord.
Bedankt voor uw vraag, mijnheer Ronse. Kort daarbij aansluitend: VDAB hanteert inderdaad steeds meer een ‘digital first’-strategie, wil daar steeds meer op inzetten. Ik denk dat dat een goede zaak is: het is een modernere manier van werken en ik denk dat we moeten meegaan met de opportuniteiten die technologie met zich meebrengt. Maar ‘digital first’ wil zeggen dat sommige mensen afhaken, minder goed bereikt worden, mensen die niet helemaal mee zijn met alles. Ik begrijp het dan goed dat er ook telefonisch contact opgenomen wordt, wat een goede zaak is. Maar wordt daar automatisch ook een face-to-facegesprek aan gekoppeld, of hoe gaat dat in zijn werk? Dat is eigenlijk een vraag waarop het antwoord me niet helemaal duidelijk is. We moeten proberen om zoveel mogelijk mensen, ongeacht hun afstand, digitale kloof of wat dan ook, te bereiken, en die moeten ook op maat begeleid worden. Ik denk dat dat een sleutelelement is, dat het absoluut belangrijk is om dat te onderstrepen. We moeten ervoor zorgen dat mensen op maat begeleid worden, op maat toegeleid worden of een andere toeleiding krijgen. Zou u wat meer uitleg kunnen geven over hoe dat precies in zijn werk gaat?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u, voorzitter. En dank u voor uw vraag, collega Ronse.
We zijn vriendelijk voor elkaar. Af en toe mag dat, voorzitter.
Ik heb het al de hele middag in de gaten.
Dat is mooi, hé.
Minister, het is een bijzonder goede zaak dat VDAB kort op de bal zal spelen. Tijd is essentieel als we willen gaan naar een succesvolle matching van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Iedere week dat mensen thuiszitten en gedemotiveerd geraken, haken ze meer af op de arbeidsmarkt en qua arbeidsbereidheid. Snelheid is dus belangrijk.
Dat geldt niet alleen voor de werkzoekenden, maar ook voor de leefloners. U wilt de verplichte inschrijving van leefloners regelen bij VDAB, voor zover ze arbeidsrijp en arbeidsbereid zijn. Maar het is ook belangrijk om met lokale besturen de afspraken te maken dat zij de inschrijving bij VDAB snel doen om ook op dat vlak geen tijd te verliezen. Zal die contactstrategie ook gelden voor de leefloners die we bij VDAB willen inschrijven?
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega Ronse, u verbaast mij vandaag. Ik heb genoteerd dat u zei dat we het maximale doen dat we kunnen. Ik had van u toch meer ambitie verwacht. We weten dat 30.000 Vlamingen die al werkzoekend waren toen deze regering van start ging, vandaag nog altijd werk zoeken. 30.000 Vlamingen die vijf jaar geleden werk zochten, doen dat vandaag nog altijd. Dan kunt u toch niet zeggen dat we het maximale doen dat we kunnen.
Minister, we zijn het erover eens: de aanklampende strategie was echt nodig. We moeten daar nog stappen zetten. Er is dus een goede eerste stap gezet, maar voor Vooruit kunnen we daar nog stappen in zetten. De digitale strategie moet voor ons aanvullend zijn op het persoonlijk aan de slag gaan met die werkzoekenden, zodat we een echte matching kunnen doen tussen de competenties van de werkzoekenden en de vacatures op de arbeidsmarkt.
Het is onze overtuiging dat door bijvoorbeeld structureel in te zetten op regelmatige opdrachten – twee vacatures in te vullen, twee opdrachten te doen –, maar daar ook maandelijks een feedbackgesprek over te organiseren, we veel meer met die werkzoekenden aan de slag kunnen gaan.
Minister, bent u bereid om nog een stap verder te gaan en bijvoorbeeld ook met VDAB te bekijken hoe we elke werkzoekende een maandelijks fysiek gesprek bij VDAB kunnen garanderen? (Applaus bij Vooruit)
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel. In eerste instantie antwoord ik op de bijkomende vraag van collega Ronse, die al meteen ingaat op die van collega Verbeurgt.
We zijn net, midden mei, gestart. Geef deze versnelde en vernieuwde contactstrategie dus alle kansen. Die strategie is inderdaad in eerste orde gericht op het digitale contact. Via die digitale contacten zullen we sneller kunnen inschatten of mensen inderdaad beschikken over de vaardigheden om op die manier zelf aan de slag te kunnen gaan. Collega Annouri, indien dat niet het geval is, is het inderdaad belangrijk om ook face to face met hen aan de slag te gaan en hen de nodige omkadering, ondersteuning en begeleiding te bieden om effectief naar werk te kunnen gaan. Dat is absoluut nodig.
Collega Malfroot, ook wat de werkgeversbenadering betreft, is het de bedoeling dat VDAB uitbreekt en naar werkgevers gaat om samen na te gaan hoe het komt dat een bepaalde vacature niet ingevuld geraakt, wat daar eventueel aan schort. Die uitbreekstrategie moet dus ook worden gebruikt voor werkgevers.
Collega Bothuyne, de lokale besturen zijn aan zet in verband met de leefloners. Wanneer zij oordelen dat die werkbereidheid er is, gelden ook voor de leefloners dezelfde afspraken en regels als voor elke andere op dat vlak.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben nu toch wel wat verdrietig. Collega’s, het is de allereerste keer dat elke spreker die tussenkomt hulde brengt aan mijn vraag en mijn tussenkomst. Dan komt collega Verbeurgt, ik verwacht dat die hetzelfde zal doen, maar hij doet dat niet. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt)
Collega Verbeurgt, ik heb goed nieuws voor u. Want eigenlijk hebt u gelijk: we doen niet het maximale dat we kunnen. We doen dat wel op Vlaams niveau, maar op federaal niveau zouden we die werkloosheidsuitkering kunnen beperken in de tijd, collega Verbeurgt. En dan zou je zien hoeveel mensen uit de werkloosheid naar werk gaan. (Applaus bij de N-VA)
Collega Verbeurgt, laten we samen die werkloosheidsuitkering beperken in de tijd. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vraag is afgehandeld.