Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, het aanbod aan vakantieverblijven via online platformen zoals Booking.com en Airbnb is op vijf jaar tijd verdubbeld. We weten dat er door steden meldingen worden gedaan aan Toerisme Vlaanderen om een en ander soms te onderzoeken, om na te gaan of men wel in orde is met alle uitbatingsvoorwaarden, maar we stellen vast dat er nauwelijks boetes worden uitgeschreven.
In Antwerpen is de hotelsector aan het begin van deze week op zijn achterste poten gaan staan. De voorzitter van de Antwerp Hotel Association, verwoordde het als volgt – en dat triggerde mij om u vandaag vragen stellen –: “De stad verwijst naar Vlaanderen, en Vlaanderen wijst naar de steden. Niemand pakt het echt aan. De cowboys krijgen bijna vrij spel, ze hebben niet het gevoel dat ze moeten oppassen.”
Er doet zich binnen Airbnb natuurlijk een evolutie voor. Dat worden meer en meer commerciële, professionele organisaties die daar een business van gemaakt hebben. Soms kopen zij zelfs hele appartementsgebouwen op om ze te verhuren aan toeristen. Nog niet zolang geleden hebben wij het Logiesdecreet gedeeltelijk hervormd, net om die handhaving te vergroten. Men heeft toen heel duidelijk gezegd dat stedenbouwkundige dingen voor de steden zijn, de lokale diensten Stedenbouw, en dat de toeristische uitbatingsvoorwaarden voor Toerisme Vlaanderen zijn. Ik zie niet goed, en hoop dat u er meer zicht op hebt, hoe we met ons decreet die handhaving kunnen versterken en hoe we kunnen optreden – en misschien kunnen we dat niet, hoor – tegen die professionele Airbnb-verhuurders die doelbewust gebouwen of verdiepingen ervan opkopen, om ze als toeristisch logies in te richten.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil beginnen door heel duidelijk te stellen dat Toerisme Vlaanderen wel degelijk handhaaft waarvoor het bevoegd is. Ik geef enkele cijfers mee. Sinds vorig jaar in 2022 alleen al, hebben we meer dan 1265 dossiers gehandhaafd. Slechts een klein deel daarvan, 22 procent, was het gevolg van een klacht. 78 procent van de controles gebeurt op initiatief van Vlaanderen zelf. Waarvoor wij bevoegd zijn, handhaven we dus.
Ik wil natuurlijk terugkomen op de essentie van uw vraag, het optreden tegen wat u professionele Airbnb-verhuurders noemt. Daarop is het antwoord natuurlijk heel duidelijk: elk heeft zijn verantwoordelijkheid. In het Logiesdecreet hebben we denk ik een heel duidelijke bepaling opgenomen over handhaving. Ik herhaal ze nu: het zijn de lokale besturen die stedenbouwkundige voorschriften kunnen opleggen, en zo ook kunnen bepalen waar toeristisch verhuurd kan worden, voor hoelang, hoeveel logies enzovoort. Dat is lokaal.
En wie die stedenbouwkundige voorschriften bepaalt, is dan ook bevoegd om ze te handhaven. De lokale besturen moeten dus ook handhaven. Een stad of gemeente heeft dan ook alle instrumenten in handen om op te treden tegen professionele verhuurders. Als er een overtreding is over toeristische uitbatingen, vanuit de bevoegdheid van Toerisme Vlaanderen, dan zijn wij bevoegd.
Ik stel dus vast dat er ook een groot verschil is tussen steden. De stad Brugge heeft er bijvoorbeeld voor gekozen om inderdaad te werken met strenge en gedetailleerde regels rond toeristisch verhuur. Zij handhaven dat ook. Dat is logisch. Dat is ook het uitgangspunt van het decreet. In Antwerpen is men er blijkbaar van overtuigd dat Toerisme Vlaanderen dat in hun plaats moet doen, maar zo werkt het niet, mevrouw Brouwers. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn bevoegdheid, en moet vervolgens ook handhaven. Ik denk dus dat het decreet heel duidelijk is.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Dat is een zeer duidelijk antwoord, minister. We vinden toerisme natuurlijk allemaal zeer belangrijk, zeker in onze kunststeden. Maar we moeten wel vermijden dat Vlaamse steden te maken gaan krijgen met een wildgroei. Want voor gewone gezinnen wordt het op den duur wel erg duur om in een stad nog iets te gaan huren of kopen. Maar u hebt gelijk, ieder heeft zijn bevoegdheid.
Professor sociologie Verhaeghe van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) beweerde in de krant – u zult het er niet mee eens zijn, maar ik wil het zeker uit uw mond horen – dat je via de Vlaamse regelgeving heel eenvoudig een onderscheid zou moeten maken door aan die professionele Airbnb-verhuurders een verbod op te leggen. Ik weet niet of dit allemaal zouden standhouden, ik zie u ook twijfelen. Het zal dan toch voor een groot deel van de steden zelf moeten komen. Dat was inderdaad ook mijn standpunt, maar ik zou toch graag hebben dat u op die professor Verhaeghe reageert. Hij strooit het nu wel rond in de media, dat dat een eenvoudige Vlaamse oplossing zou zijn.
Wil u dat onderzoeken, of zegt u dat het er niet goed uitziet?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, we kunnen ons allemaal aansluiten bij de vereiste dat kwaliteit gewaarborgd moet zijn, dat de spelregels voor iedereen gelijk moeten zijn, dat er controles moeten zijn en dat wie de regels niet naleeft daar niet mee wegkomt. Daar zitten we allemaal op één lijn. Minister, uit uw antwoorden op mijn schriftelijke vragen blijkt, zoals u zelf aanhaalde, dat het aantal klachten beperkt is. Op dat vlak neemt Toerisme Vlaanderen eigen initiatieven. Dat is een goede zaak. We zien echter dat we wel waakzaam moeten zijn voor wat betreft de grote toeristische steden, zoals mevrouw Brouwers het heeft gesteld.
Minister, ik heb u in de commissie gevraagd of het mogelijk is om lokale besturen te bevragen. U hebt daar positief op gereageerd. Ik denk namelijk dat we de signalen en acties die verschillende steden geven en ondernemen, dat we die good practices vanuit Vlaanderen moeten kunnen delen met andere steden en gemeenten. Minister, is die bevraging gestart? Bent u bereid om daarop in te gaan? (Applaus van Steven Coenegrachts)
De heer Annouri heeft het woord.
Minister, net zoals bij vele digitale ontwikkelingen en digitale platformen zien we dat er voordelen zijn en risico’s en nadelen.
Eerst de voordelen. Airbnb en booking.com hebben ervoor gezorgd dat heel wat mensen, zowel in het binnenland als in het buitenland, op een heel leuke manier op vakantie kunnen gaan, fijne ervaringen kunnen hebben. Dat is een meerwaarde. Maar dan zijn er de risico’s. Zoals we in Antwerpen zien, zet dat de woonmarkt onder druk en stijgen in sommige wijken de prijzen zelfs. Het is bovendien een oneerlijke concurrentie met de hotelsector en noem maar op. Ook daar mogen we niet blind voor zijn.
Minister, uw antwoord is heel duidelijk. In Antwerpen is er maandag ook een debat over geweest in de gemeenteraad. Ik wil die gemeenteraad niet overdoen, maar daar leek het er toch op dat men in Antwerpen geen informatie had, dat de informatie van de controles die op Vlaams niveau gebeuren niet doorstroomt. De schepen heeft mij letterlijk geantwoord dat hij dat allemaal eens zal moeten opvragen, dat hij daar geen zicht op heeft.
Minister, u had het over 1200 controles die zijn gebeurd vanuit Vlaanderen. Hebt u het gevoel dat er op dit moment voldoende performant wordt gecontroleerd vanuit Toerisme Vlaanderen? Zijn 1200 controles voldoende? Zo niet, wat is volgens u het ideale streefcijfer? Waarop moeten we mikken om ervoor te zorgen dat we vanuit Toerisme Vlaanderen op een performante manier die sector kunnen controleren om tot goede resultaten te komen?
De heer Veys heeft het woord.
Minister, Airbnb was in oorsprong een goed platform voor wie zijn woning of appartement enkele dagen wil verhuren wanneer hij even de stad uit is. Maar, natuurlijk, uit dat zeer goede onderzoek van professor Pieter-Paul Verhaeghe blijkt dat er in de realiteit misbruiken zijn. Meer dan de helft zijn professionele verhuurders. Ik las deze week dat drie jonge dames samen 262 woningen en appartementen in Antwerpen verhuren. Daar zit wel een groep achter. Dat heeft zijn gevolgen voor de betaalbaarheid, maar ook voor de leefbaarheid van veel wijken. Ik ben het met u eens, minister, dat de N-VA-schepen van Toerisme zijn werk niet goed doet in Antwerpen. In Gent heeft men dat serieus aangepakt. Daar gaat dat een stuk beter.
De schepen uit Antwerpen heeft vreemde uitspraken gedaan. Hij heeft niet de indruk dat het een probleem is. Maar goed, als de hotelsector op zijn achterste poten staat, reageer je best. U zou zelf steekproeven doen. U hebt Airbnb gedagvaard. Dan hebt u een samenwerkingsakkoord afgesloten om data te kunnen krijgen. Maar op mijn laatste drie schriftelijke vragen in 2021, 2022 en 2023 zegt u dat u die steekproeven niet meer kunt doen tot wanneer er een uitspraak komt van de Gegevensbeschermingsautoriteit. Wat is daar de stand van zaken? Wanneer zullen we vanuit Vlaanderen Airbnb strenger kunnen controleren?
Minister Demir heeft het woord.
We weten dat de hotelsector uiteraard liever Airbnb volledig zou willen uitsluiten. Ik denk dat dat niet evident is. Dat is discriminatie. Dat zou niet wenselijk zijn. Ik vind wel dat de minimale kwaliteitseisen die we opleggen en dan ook nog eens de stedenbouwkundige voorschriften die lokale besturen opleggen, die dan ook nog eens bepalen wat toeristisch in de stad kan worden verhuurd, voor hoe lang en voor hoeveel logies … Dat kunnen steden allemaal bepalen.
Het valt mij op dat dat in Brugge goed loopt. Men doet het goed in Brugge. Er zijn wel strenge stedenbouwkundige voorschriften. Men handhaaft die goed.
Het Logiesdecreet dat we hier hebben goedgekeurd en waar we veel over hebben gediscussieerd, is duidelijk. Mevrouw Brouwers, we hebben het toen ook fel over die handhaving gehad. Dat is duidelijk. Als het decreet gepubliceerd wordt, is het voor iedereen, voor iedere Vlaming, toegankelijk om te lezen. Ieder zijn bevoegdheid. Men kan niet zeggen dat Vlaanderen moet handhaven. Zo werkt het niet. Ik neem dat niet. Ook al komt het vanuit Antwerpen, zij zijn bevoegd om de stedenbouwkundige voorschriften te bepalen. Zij beslissen hoeveel airbnb’s ze kunnen verhuren. Ze kunnen bepalen voor hoeveel logies en hoelang. Dan is het hun bevoegdheid om die voorwaarden te handhaven. Andere steden doen dat. Mijn antwoord is heel duidelijk: conform het decreet dat deze democratie goedgekeurd heeft, moet men dat handhaven.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, dat is een correct antwoord. Het is misschien wel nodig dat Toerisme Vlaanderen de communicatie nog eens goed voert. U hebt het hier duidelijk uitgelegd, maar blijkbaar op het terrein wordt het nog niet overal correct begrepen. Misschien moet er nog eens een communicatie komen naar de sector, naar de steden en gemeenten, en zeker naar die grote steden.
Ik vind de suggestie van mevrouw Talpe heel interessant om de goede praktijken te verzamelen van steden als Gent en Brugge waar het wel goed gaat. Ook internationaal zijn er voorbeelden waar we van kunnen leren, zoals Amsterdam en Barcelona. Misschien kan Toerisme Vlaanderen daarop inzetten, om die dan te delen met alle steden die er ongetwijfeld nog mee gaan te maken krijgen, niet alleen die hele grote steden, in de toekomst.
De actuele vraag is afgehandeld.