Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over het belang van Nederlandstalige masters burgerlijk ingenieur
Actuele vraag over de vraag van de universiteiten naar meer Engelstalige masteropleidingen
Actuele vraag over Engelstalige bachelors en masters in het hoger onderwijs
Actuele vraag over het tegengaan van de verengelsing van het hoger onderwijs
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, vandaag is het zo dat als een Vlaamse universiteit een Engelstalige opleiding wil organiseren, ze dat ook moet doen in het Nederlands. Er moeten dus steeds parallel opleidingen aanwezig zijn in het Nederlands en in het Engels. Weet u trouwens hoeveel studenten er de voorbije jaren aan de UGent of de VUB studeerden in de Nederlandstalige masteropleiding ingenieurswetenschappen? Een handvol. Vele honderden volgden de Engelstalige masteropleiding.
Daarom was het ook niet onlogisch dat de universiteiten de vraag stelden of zij die Engelstalige masteropleidingen ingenieurswetenschappen niet enkel in het Engels zouden kunnen aanbieden. U wees die vraag af. Dat staat niet alleen haaks op de maatschappelijke realiteit, maar ook op de vraag van de universiteiten, van de rectoren, van de kmo’s, van onze grote bedrijven, maar ook van de sectororganisaties en de werkgeversorganisaties – noem ze maar op: Voka, essenscia, het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).
Zelfs de studentenkringen ingenieurswetenschappen hebben zich in het debat gemengd. Gisteren of eergisteren hebben we allemaal een brief gekregen waarin de studenten u vragen, minister, om hen de kans te geven om die opleiding alleen in het Engels te kunnen volgen. Het gaat om de masteropleiding ingenieurswetenschappen. Waarom vragen ze dat? Om heel wat redenen, maar vooral omwille van de gelijke kansen. Zij wijzen op het wegwerken van de drempel tussen het hoger onderwijs en het werkveld, want het werkveld in die sector heeft vandaag een uitgesproken internationaal karakter. Daar is Engels de voertaal. U hebt de mond vol over excelleren. Wel, laat zien dat u het hier meent.
De rectoren hebben laten weten dat als u wilt, er tot een goede oplossing kan worden gekomen. Maar u moet het wel willen. Wilt u die goede wil aan de dag leggen om een goede oplossing te voorzien? (Applaus bij Groen en van Marino Keulen)
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, minister, nergens nog in Vlaanderen een masteropleiding burgerlijk ingenieur organiseren in het Nederlands, dat is voor ons een slecht idee. Internationalisering is belangrijk, maar dat kan nooit ten koste gaan van de Vlaming en van het Nederlands. Wij vinden dat een student in het Nederlands, in de moedertaal, een opleiding moet kunnen volgen, want voor vele studenten is Engels vandaag geen drempel, maar voor veel anderen is dat wel nog steeds zo. En voor ons telt elke student.
Betekent dat dat Engels helemaal niet belangrijk kan zijn in opleidingen? Uiteraard niet. Je kunt perfect zeggen dat een bepaald niveau van Engels een minimumlat is. En dat neem je dan op als een vak binnen de opleiding, binnen het curriculum. Bovendien is het in masteropleidingen vandaag al zo dat 50 procent van de vakken eigenlijk in een andere taal mag zijn.
Een aantal studenten en ex-studenten die burgerlijk ingenieur studeren of gestudeerd hebben, vertelden mij ook dat Nederlands als moedertaal ook wel een grote meerwaarde kan zijn, want een vak inhoudelijk capteren, dat doe je vandaag nog altijd het best in je eigen taal. Ook als je doceert of als je discussieert onder studenten, gaan er wel wat nuances verloren als je dat niet in je moedertaal doet.
De weigering door de Vlaamse Regering is voor ons dus alvast een goede beslissing. We moeten waakzaam blijven voor het algemeen verengelsen van ons hoger onderwijs. We moeten werken aan kwaliteitsvol Nederlandstalig onderwijs. Minister, hebt u de intentie om te versoepelen op het vlak van het aanbod Nederlandstalige masters burgerlijk ingenieur in Vlaanderen? (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega’s, wat is de essentie van onderwijs? De essentie van onderwijs is jongeren hun talenten laten ontwikkelen zonder drempels en hen voorbereiden voor de wereld van morgen. Zo simpel is het. Het probleem vandaag is eigenlijk even simpel. De universiteiten zeggen dat ze onvoldoende middelen hebben om die beide dingen te doen. Door een gebrek aan middelen worden ze gedwongen om de kiezen tussen toegankelijk Nederlandstalig onderwijs of een aanbod in het Engels dat tegemoetkomt aan de noden van de arbeidsmarkt. Het gebrek aan middelen zorgt ervoor dat we mogelijk in de toekomst geen Nederlandstalige opleiding burgerlijk ingenieur meer hebben in Vlaanderen, met een N-VA-minister op Onderwijs. Wie had dat ooit kunnen denken?
Wel, de reden is heel simpel, de universiteiten zeggen zelf dat ze per student vandaag minder middelen krijgen. Ja, u voorziet geld voor specifieke projecten maar u ondergraaft de basisfinanciering. U bespaart er keer op keer op. Er zijn onvoldoende middelen voor kwaliteitsvol onderwijs, voor betaalbare koten en om het inschrijvingsgeld betaalbaar te houden. Week na week staan wij hier door dat soort nieuwsberichten. Week na week voelt het onderwijs de keuzes die u maakt. Begroting na begroting bespaart u op de basisfinanciering en daalt de kwaliteit van ons onderwijs. Dus daalt de betaalbaarheid en daalt nu ook de toegankelijkheid en het Nederlandstalig aanbod.
Minister, mijn vraag aan u is eigenlijk heel simpel. Erkent u dat uw beleid van besparingen op de basisfinanciering universiteiten dwingt om te kiezen tussen een Engelstalig en een Nederlandstalig aanbod? Erkent u dat, ja of neen? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, en vele jonge mensen in het publiek, het is een heel belangrijk debat dat ook jullie aangaat. Vlaanderen is geen eiland en Nederlands is geen wereldtaal. Het is wel een belangrijke taal, het is heel belangrijk. Het is ook onze onderwijstaal. Daarom zetten wij in op kleuteronderwijs. Vanaf hun eerste stappen in de school is dat onderwijs – en dat doen we samen, minister – heel belangrijk in de taal die wij als onderwijstaal hanteren, het Nederlands. Vervolgens in het lager, vervolgens in het secundair onderwijs. En ja, ook in de bacheloropleiding, die stap van het secundair naar de academische wereld.
Maar laat ons wel wezen. Als je op een bepaalde manier mee wilt in de wereld, dan heb je ook meertaligheid en andere talen nodig. Dat eiland dat Vlaanderen totaal niet wil zijn, reikt de hand op tal van vlakken naar de rest van de wereld. Het paradepaardje van de Vlaamse Regering – hier door de minister-president uitgesproken – is Flanders Technology & Innovation. In het Engels. Dan komt er een vraag van de ingenieursstudenten om hun masteropleiding, alleen hun master, in het Engels aan te bieden zodat ze meekunnen in de wereld, zodat ze Flanders Technology & Innovation op de kaart kunnen zetten, vanuit dat zelfbewuste Vlaanderen. (Opmerkingen)
En dan zegt u neen. We hebben de studenten gehoord, minister. Ze hebben u een brief geschreven. Minister, bent u bereid om opnieuw aan tafel te gaan met de universiteiten en op zijn minst een pragmatische oplossing te vinden om ervoor te zorgen dat Vlaanderen op het vlak van technologie en innovatie sterk staat in de wereld? (Applaus bij Open Vld en Groen)
De heer Daniëls heeft het woord.
Beste collega’s in het Vlaams Parlement, ik ben een beetje van mijn melk als ik collega’s hier hoor zeggen dat we er moeten voor zorgen dat je een master ingenieurswetenschappen in het Engels in Vlaanderen kunt volgen. Ik kan u geruststellen. (Opmerkingen bij Groen. Applaus bij de N-VA)
Die is er. U komt hier zeggen dat het een schande is dat dat niet kan en dat de minister die zal schrappen. Daar gaat het niet over. U kunt vandaag uw master in het Engels volgen. Waarover gaat het wel? Het gaat over het schrappen van het Nederlandstalige equivalent. Met andere woorden, de Vlaamse Regering van cd&v, Open Vld en de N-VA heeft in haar wijsheid gezegd dat ze wil dat men als Vlaming in Vlaanderen minstens aan één instelling hoger onderwijs de ingenieursopleiding kan volgen in het Nederlands. Mag het? Mag het? Mag het? (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
En dan hier komen zeggen, collega's, dat ze de vakterminologie niet gaan kennen als het niet in het Engels is. Serieus, collega’s? Het is niet omdat de docent of de prof zijn uitleg geeft in het Nederlands, dat de literatuur, de stukken en artikels niet in het Engels zijn. Zegt u dan dat al die ingenieurs die vandaag zijn afgestudeerd uit een Nederlandstalige opleiding, niet zouden meedraaien in de wereld? Het tegendeel is waar. Onze topingenieurs zijn opgeleid in zelfs nog eentalig Nederlandstalige opleidingen, en die zitten daar ook. Dus mag het alsjeblieft dat de Nederlandstalige equivalent blijft bestaan?
Het is eenvoudig: de instellingen hoger onderwijs, door ons, door de Vlaamse belastingbetaler betaald, komen er niet uit wie van hen het één keer in het Nederlands gaat aanbieden. Dus, beste minister, beste collega’s, heb ik maar één vraag: zal de Vlaamse Regering, zoals ze nu heeft bepaald, blijven garanderen dat je in Vlaanderen een ingenieur kunt worden in het Nederlands? (Applaus bij de N-VA en het Vlaams Belang)
Minister Weyts heeft het woord.
Ik denk dat we met z’n allen bezorgd zijn om de dalende onderwijskwaliteit in Vlaanderen. Een van de recepten op dat vlak is de focus op het Nederlands, van hoog tot laag: van in het kleuteronderwijs, lager onderwijs, secundair onderwijs tot in het hoger onderwijs. We hebben daarbij zelf gezorgd voor de introductie van zogenoemde KOALA-testen (Kleuteronderwijs Luistervaardigheid): zelfs in de derde kleuterklas zorgen we ervoor dat kinderen afdoende Nederlands kennen, om met succes te kunnen starten in het lager onderwijs.
Maar ja, ook in het hoger onderwijs hechten we belang aan het Nederlands. Wil dat dan zeggen dat we blind en doof blijven voor internationalisering? Neen, helemaal niet. Er zijn strikte, afgesproken regels. Het is vandaag mogelijk dat 9 procent van de bachelors wordt aangeboden in het Engels. Zelfs 35 procent van de masteropleidingen – 35 procent van de masteropleidingen! – mag worden aangeboden in het Engels, op voorwaarde dat er een Nederlands equivalent is, en zelfs daarvan kan nog worden afgeweken. Daarover gaat het hier vandaag. Het gaat helemaal niet over het schrappen van een Engelstalig aanbod. Het gaat over het schrappen van het Nederlandstalige aanbod. Er zijn 53 masteropleidingen burgerlijk ingenieur, daarvan zijn er 41 in het Engels en twaalf in het Nederlands. Dus het gaat absoluut niet op om hier te durven beweren dat er geen kansen zijn om een masteropleiding burgerlijk ingenieur te volgen aan een Vlaamse universiteit. Er zijn er 41! (Applaus bij de N-VA)
Het gaat om de schrapping van twaalf Nederlandstalige opleidingen, dus het schrappen van de minderheid, van die duizendtal studenten: 850 studenten, om precies te zijn, volgen vandaag een Nederlandstalige masteropleiding burgerlijk ingenieur. De rectoren vragen om die te schrappen. Dan zeg ik: nee, niet met mij, niet met deze Vlaamse Regering. (Applaus bij de N-VA en van Jan Laeremans)
En dan volgt een framing als zou Weyts tegen meertaligheid zijn, omdat hij Engelstalige opleidingen wil schrappen. Het is juist andersom. Ik ben net voor meertaligheid. Diegenen die pleiten voor de schrapping van Nederlandstalige opleidingen, die zijn tegen de meertaligheid. Die zijn voor eentaligheid, namelijk alles Engels en geen Nederlands meer. Dat is de realiteit. Ja, dat is de realiteit. (Applaus bij de N-VA)
Het voorstel dat op tafel lag, was dus: overgaan van die 53 masteropleidingen burgerlijk ingenieur naar dertig, allemaal in het Engels. Allemaal Engelstalig, van naaldje tot draadje Engelstalig. Dan toon ik mij bezorgd. Ik wil de klok niet terugdraaien voor het Engels, maar ik wil ook niet dat de klok wordt teruggedraaid voor het Nederlands. Ik ben bezorgd. Ik begrijp natuurlijk dat universiteiten extra buitenlandse studenten willen aantrekken. Dat begrijp ik, maar toch niet ten koste van het recht van Vlaamse studenten op een Nederlandstalige opleiding? Een ander argument begrijp ik niet: dat men zegt dat de sectoren vragende partij zijn voor meer studenten burgerlijk ingenieur. Als je dat enkel nog in het Engels gaat aanbieden, verhoog je dan niet de drempel? Maak je het dan niet een tikje onaantrekkelijker voor sommige studenten? Die zeggen dan: “Als het volledig in het Engels moet, kies ik wel voor bijvoorbeeld industrieel ingenieur. Dan maak ik wel een andere keuze.”
Dus in functie van het succes en het aantal afstuderende burgerlijk ingenieurs … Het minste wat ik kan zeggen, is dat je daar vragen bij kunt stellen. Ik ben ook bezorgd over een taalkloof, dus dat je met hoogopgeleide burgerlijk ingenieurs zit die afstuderen na een volledig Engelstalige opleiding, maar die dan wel op de werkvloer met het werkvolk moeten communiceren dat zijn opleiding in het Nederlands heeft gevolgd. Zij moeten wel communiceren met elkaar en in een bepaald jargon, ook in functie van de veiligheid. Daar kun je je toch vragen bij stellen. Dus daarover ben ik bezorgd.
Zijn er oplossingen? En ga ik in dialoog met de rectoren? Ja, dat is vanzelfsprekend. En de oplossing, mijnheer Verbeurgt, is niet altijd meer belastinggeld geven. (Opmerkingen van Thijs Verbeurgt)
We hebben het debat hier enkele weken gevoerd en dan heb ik de vergelijking gemaakt tussen vorige regeerperiodes, waarin u wel aan het stuur zat, en de huidige regeerperiode, waarin ik erop heb gewezen dat we inzake financiering wel extra impulsen hebben gegeven. Zelfs inzake de basisfinanciering heb ik uitgelegd dat, in tegenstelling tot vroeger, er vandaag een echte indexering is van de middelen, wat in de praktijk ettelijke extra miljoenen voor de universiteiten betekent, die vanzelfsprekend vragende partijen zijn voor extra dotaties. Maar we hebben daarin fundamentele veranderingen gebracht.
Het enige waarop we bespaard hebben, zijn die zogenaamde kliks. Maar we hebben het debat vorige keer gevoerd en daarbij bleek duidelijk dat we heel grote extra inspanningen op budgettair vlak hebben gedaan, ook voor het hoger onderwijs. En dat ligt dus niet zozeer in extra centen, maar wel in extra samenwerking, en de concurrentie die in het hoger onderwijs speelt terwijl er – ik heb ernaar verwezen – 53 opleidingen enkel voor burgerlijk ingenieur zijn, bij alle verschillende universiteiten. Dus daar ligt de sleutel tot een oplossing.
Dus ja, er is alle bereidheid om aan de tafel te schuiven – dat heb ik deze week trouwens al gedaan –, maar er is één zaak die voor iedereen duidelijk moet zijn: met deze minister van Onderwijs en deze Vlaamse Regering zal het altijd zo zijn dat er Nederlandstalige masteropleidingen zullen zijn en blijven. (Applaus bij de N-VA en van Jan Laeremans)
De heer Danen heeft het woord.
Ik heb de voorbije dagen en ook zonet in het debat toch ook wel een aantal valse argumenten gehoord. Er wordt soms gesteld dat we ervoor moeten zorgen dat de onderwijskansen gelijk blijven en we daarom de master in de ingenieursopleidingen ook in het Nederlands moeten blijven aanbieden. Wel, dat is een vals argument. Aan de VUB en de UGent is geen enkele student die de opleiding in het Nederlands volgt, en de voorbije jaren waren dat er maar een handjevol. Aan de KU Leuven is er een minderheid.
Ik wil zeggen dat we niet aan Engels moeten beginnen te werken in de tweede graad of in de master van de universiteit, maar wel vooraf, en we kunnen ervan uitgaan dat als we de bachelor in het Nederlands kunnen aanbieden – waar wij 100 procent voorstander van zijn, want dat is het begin van de hogeronderwijsloopbaan –, die master dan gerust in het Engels mag worden aangeboden, omdat we op die manier kansen vergroten van mensen die van nature misschien minder snel tot die Engelstalige opleidingen zouden worden aangetrokken. Want als die moeten doorstromen naar het arbeidsveld en de arbeidsmarkt, dan kunnen zij met een gelijk speelveld vertrekken. Dat is voor ons heel erg cruciaal. En ik moet toch wel zeggen, minister, dat als zowel de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (KVAB), alle rectoren, studentenkringen, alle sectororganisaties, het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), essenscia, als het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) allemaal aandringen om de universiteiten in dezen meer flexibiliteit te geven, wie bent u dan om te zeggen dat u die streep in het zand trekt? U zult zeggen dat u de minister bent, want dat bent u natuurlijk ook wel, maar u kunt toch geen abstractie maken van de maatschappelijke realiteit? Ik zou dus willen vragen om te praten met die mensen, en probeer daar tot een goede oplossing te komen. (Applaus bij Groen)
De heer Warnez heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord en stelling, minister. Ik denk dat er hier vandaag een paar denkfouten worden gemaakt. Het is vandaag geen keuze tegen het Engels, maar wel voor het Nederlands. Het is vandaag een keuze voor vrijheid en vrije keuze voor de student om in het Nederlands les te gaan volgen als hij dat wil doen. We zijn hier vandaag dus voor vrijheid, namelijk vrijheid voor de student.
Minister, ik kijk uit naar het overleg. Ik vind het ook goed dat u blijft spreken met de universiteiten over hoe dit aanbod er nu zal uitzien. Kunt u daar enige timing of richting in geven? Ik bedoel daarmee: verwacht u nu een voorstel van de universiteiten zelf over hoe zij het hogeronderwijslandschap op vlak van de masters burgerlijk ingenieur zien? Dank u. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Minister, wat zijn uw woorden over toegankelijkheid, over Nederlandstalig onderwijs, eigenlijk waard als u niet bereid bent daarvoor de nodige middelen te voorzien? Want u moet mij niet geloven, ik heb hier een tweet van een man die ik geen socialist zou noemen: Luc Sels, rector van de KU Leuven. Die zegt: “De kern van het probleem is dat de financiering per student al jaren terugloopt. Dat laat zich het meest voelen in dure opleidingen zoals de ingenieurswetenschappen. Wij worden gedwongen tot kostenbeheersing. Elke master ingenieurswetenschappen volledig in het Engels en het Nederlands aanbieden lukt gewoon niet meer.” En dat is de essentie: de rectoren zeggen dat uw besparing op de basisfinanciering hen dwingt om keuzes te maken, om te besparen. Dat dwingt hen tot kiezen. En dat heeft een gevolg voor de kwaliteit, de betaalbaarheid, de toegankelijkheid, en nu ook mogelijk voor het Nederlands in ons hoger onderwijs.
Minister, we stonden hier een paar weken terug nog met collega’s. Week na week horen wij de signalen uit hoger onderwijs: het inschrijvingsgeld zou omhoog moeten, de koten moeten duurder worden, opleidingen die minder renderen moeten weg, allemaal omdat u weigert van koers te veranderen, omdat u doof blijft voor de realiteit op het veld. Dus minister, blijft het hier vandaag opnieuw bij een paar straffe uitspraken, of gaat u ook echt iets doen om van koers te veranderen en ervoor te zorgen dat er voldoende financiering is zodat die Nederlandstalige opleiding behouden kan blijven worden? (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
De studenten vragen dit. Zij die elke dag, dag in dag uit met die materie bezig zijn, vragen dit. De opleidingen zelf vragen dit. De universiteiten vragen dit. Het werkveld vraagt dit. De arbeidsmarkt vraagt dit. Het terrein stelt de vraag met kennis van zaken, wetende wat er nodig is op een arbeidsmarkt die internationaal is, minister.
Maar u, u wilt het principieel spelen en u wilt een punt maken. Weet u: uw punt is gemaakt. En nu is mijn vraag: bent u nu vervolgens weer bereid om aan tafel te gaan met de universiteiten om een pragmatische oplossing te vinden? Dank u. (Applaus bij Open Vld en Groen)
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik blijf me toch verbazen dat mensen hier willen laten uitschijnen dat het niet in het Engels kan. Wat de beslissing van de Vlaamse Regering is, is dat het Nederlands ergens in Vlaanderen overeind blijft. En als rector Sels zegt dat ze niet genoeg geld hebben voor al die masters, dan is de vraag dus: ga samenzitten en kijk ergens. Maar daar zijn ze niet uit geraakt.
Als er een Nederlandstalige opleiding is, dan kunnen er al grote opleidingsonderdelen in het Engels worden gegeven. En aan alle partijen die hier pleiten voor democratisering en om geen drempels op te werpen: als er vandaag aan de KU Leuven 725 studenten de opleiding in het Nederlands volgen, en 837 in het Engels, wil dat dan zeggen dat je tegen die 725 zegt dat het niet meer hoeft, dat ze het maar in het Engels doen? En die arbeidsmarkt, is die er dan zo zeker van dat al die 725 aan de KU Leuven die nu in de Nederlandstalige opleiding zitten, dan allemaal de Engelstalige opleiding gaan doen? Want ze hebben ze nodig. Nu trekken we ze maximaal aan.
Nog een laatste punt collega’s, over tso-doorstroom (technisch secundair onderwijs). Die willen we ook naar universitaire opleidingen leiden. Gaan we die leerlingen dan ook afblokken en zeggen dat het spijtig is dat dat er weer minder zijn?
En dus, collega’s en minister, is er een vraag die ik toch nog heb. Ik zie aan de UGent weinig instroom in de Nederlandstalige opleiding, maar ik stel vast dat die niet wordt gepromoot, nauwelijks wordt aangeboden en een zogenaamde spookopleiding is. En mijn vraag is dus: gaat u er meer duidelijkheid rond creëren dat die Nederlandstalige variant er werkelijk ook is, om studenten de kans ook te bieden? Dank u wel. (Applaus bij de N-VA en van Jan Laeremans)
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister, het Vlaams Belang blijft achter het principe staan dat elke student een Nederlandstalige basisopleiding moet kunnen volgen. Engelstalige opleidingen zonder Nederlandstalig alternatief schaden nu eenmaal het grondbeginsel dat het Nederlands de voertaal moet zijn in ons onderwijs.
Meer verengelsing verhoogt trouwens ook de drempel voor heel wat van onze studenten. Jongeren die bijvoorbeeld een sterk STEM-profiel (Science, Technology, Engineering and Mathematics) hebben maar minder goed zijn in talen, worden daardoor wellicht afgeschrikt om voor een bepaalde opleiding te kiezen.
Ik roep u dan ook op, minister, om zeker niet te zwichten onder de druk van de rectoren, en om ervoor te zorgen dat de huidige regeling niet afgezwakt wordt. Wij zijn er alleszins geen voorstander van om ons hoger onderwijs nog meer te verengelsen. Wat ons betreft mag er niks veranderd worden aan de huidige regeling, waarbij Nederlandstalige opleidingen gegarandeerd zijn. Integendeel, er moet net een betere naleving komen, want bepaalde Nederlandstalige opleidingen mogen niet als minderwaardig worden beschouwd ten aanzien van dezelfde opleidingen in het Engels.
Daarom heb ik volgende vraag, minister: bent u bereid om te onderzoeken of de opleidingen die nu zowel in het Nederlands als in het Engels worden aangeboden, effectief ook kwalitatief evenwaardig aan elkaar zijn?
Dank u wel.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is een fijn debat. Er wordt me soms verweten dat ik valse argumenten gebruik. Mijnheer Danen, u verwijst naar de verhouding in Gent en Brussel, waarbij inderdaad Nederlandse equivalenten worden aangeboden. Maar laat me eufemistisch stellen dat men daar niet zo gek veel reclame voor maakt, en men daar niet al te veel inspanningen voor doet. Waar men wel de inspanningen doet, is in Leuven. Hebt u daar al naar de verhoudingen gekeken? (Opmerkingen van Johan Danen)
Daar schrijven zich vierhonderd studenten in voor de Engelstalige opleiding, en zevenhonderd voor de Nederlandstalige opleiding. En als dat dus het criterium is, wees dan een beetje consequent.
Maar ik ben niet het type flamingant, mevrouw Rutten, dat sterft van de honger met een Frans brood onder zijn arm. Dat ben ik niet. Ik ben niet tegen internationalisering. Maar dit Vlaams Parlement heeft er bij herhaling wel voor gezorgd dat we die internationalisering moeten begeleiden, kanaliseren. Er moet dus geen totale verengelsing komen, maar een begeleide verengelsing, zonder doof of blind te zijn voor de noden en vragen vanuit het werkveld. U zegt dat ik mijn punt heb gemaakt. Ja, maar in het regeerakkoord hebben we ook heel duidelijk aangegeven dat we strikt toezien op de beperkingen. En ja, ik zie strikt toe op de beperkingen en doe dat met overtuiging. Ik heb dus geen punt gemaakt. We hebben met z’n allen, als regeringspartijen en als meerderheid, als Vlaamse Regering, een punt gemaakt. Ik zal ervoor zorgen dat dat punt inderdaad wordt gehonoreerd, dat we standhouden en duidelijk het signaal geven – van hoog tot laag, van kleuter tot lager en secundair, en in het hoger onderwijs – dat Nederlands een volwaardige taal is. In Vlaanderen is dat een wereldtaal. Het is de taal die zorgt voor sociale mobiliteit, voor gelijke kansen. Dat is het Nederlands op alle niveaus, en dat gaan we honoreren.
Hoe gaan we hierin verder? Wel, ik heb u gezegd dat we aan tafel met de rectoren schuiven. Ik heb hen verleden week daaromtrent ook al gezien en daarbij zijn er wel oplossingen. Opnieuw, die oplossingen zijn niet gewoon om opnieuw extra middelen te gaan uittrekken. De oplossing ligt in de samenwerking, en dat ligt denk ik nogal voor de hand. In het kader van andere opleidingen lukt dat wel.
Ja, men wordt gedwongen om aan kostenbeheersing te doen. Dat is overal het geval, hoor. Als de kostenbeheersing zo evident is en voor de hand ligt in de vorm van een samenwerking, dan moeten we dat inderdaad wel doen. De kwaliteit zal daar niet onder lijden, hoor. Want ook dat argument vind ik – sorry – vals. Vandaag zijn er duizend studenten die een Nederlandstalige masteropleiding burgerlijk ingenieur volgen. Dat is heus wel een kwalitatief hoogstaande opleiding en dat zijn heus wel studenten die gegeerd worden op de arbeidsmarkt. Die krijgen geen stempel van B-kwaliteit. Nee, dat is topkwaliteit en die worden zeer gegeerd. Laat ons er dus voor zorgen dat dat ook zo blijft, dat we de drempel niet verhogen, de toegang niet tot de masteropleiding burgerlijk ingenieur vernauwen, door daar louter en alleen een Engelstalige opleiding van te maken.
In Nederland woedt het debat volop. Volop! Daar kijkt men naar Vlaanderen en zegt men, ja, daar heeft men het precies wel goed geregeld. Mijn Nederlandse collega, minister Dijkgraaf, met wie ik regelmatig contact heb, zegt dat ze eigenlijk naar onze regeling kijken, want bij hen is het ongelooflijk doorgeslagen in de verkeerde richting. Ze kijken naar de Vlaamse regeling om de internationalisering te kanaliseren, en die ongebreidelde internationalisering een halt toe te roepen.
Zijn de meningen in Vlaanderen onverdeeld? Neen, mevrouw Rutten. U verwijst naar enkele studenten. Ik kan ook verwijzen naar de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS), de overkoepelende vereniging, het representatief orgaan van alle studenten in Vlaanderen. Zij zeggen dat zij mij steunen.
Je leest zelfs dat ook bij de proffen de mening absoluut niet unisono is. Dit weekend nog was er een opiniebijdrage van een broer van een zeer gewaardeerde collega van dit Vlaams Parlement, die zegt dat hij Weyts steunt – wat op zich vrij uniek is voor betrokkene – … (Gelach)
… maar de meningen zijn dus niet onverdeeld. En zoals we hier ook gezien hebben, overstijgt het debat soms de partijgrenzen en de grenzen van oppositie en meerderheid. En het is maar goed ook dat het de harten beroert, want het is keibelangrijk.
Wat betreft het tijdsverloop is het zo dat tegen oktober nieuwe aanvragen kunnen worden ingediend, die vervolgens ook een procedure moeten doorlopen. De Commissie Hoger Onderwijs (CHO) moet zich daarover uitspreken. In het voorjaar wordt daarover opnieuw een beslissing genomen door de Vlaamse Regering. Maar in tussentijd zal ik natuurlijk ook met hen aan tafel zitten.
Tot slot, wat betreft de verdeelde mening en de positie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België, die enerzijds zegt dat ze bezorgd is over de verengelsing van ons hoger onderwijs maar anderzijds zegt dat we de hogeronderwijsinstellingen en de universiteiten totaal vrij moeten laten en dat het wel goed komt, wil ik het volgende zeggen. Ik denk dat deze discussie bewijst dat we wel degelijk nood hebben aan keuzes, dat wij als samenleving keuzes moeten maken, dat wij als politieke vertegenwoordiging van de Vlaamse samenleving keuzes moeten maken. We moeten de internationalisering kanaliseren en dus niet de hogeronderwijsinstellingen zomaar vrij moeten laten op het vlak van die internationalisering. Het is onze taak en onze plicht om ervoor te zorgen dat het Nederlands een volwaardige taal is. Focus op het Nederlands, in het kleuteronderwijs, het lager onderwijs, het secundair onderwijs én het hoger onderwijs. (Applaus bij de N-VA)
De heer Danen heeft het woord.
Collega's, ik kan u garanderen dat het hier nog lang geen Nederlandse toestanden zijn, en daar gaan we ook niet naartoe. We hebben drempels ingebouwd in Onderwijsdecreet XXX en de quota daar zijn nog lang niet behaald.
Wat ik u wil vragen, minister, is dat u werk maakt van de uitbouw van het Nederlands als academische taal, gecombineerd met de ambitie om via het Engels mee te spelen in de internationale arena. Dat zou de ambitie moeten zijn. U hebt altijd de mond vol van vertrouwen in ons onderwijs. Wel, laat zien dat u het meent: geef de universiteiten dat vertrouwen, geef ze meer autonomie om meer Engelstalige opleidingen in te richten naargelang opleidingstype en vakgebied. Sommige opleidingen zullen meer in het Engels worden aangeboden dan andere, maar geef ze die vrijheid. Alleen zo kan Vlaanderen zich op academisch vlak internationaal onderscheiden, en uiteindelijk worden we daar allemaal beter van. (Applaus bij Groen en Open Vld)
De heer Warnez heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we twee debatten door elkaar voeren. Als het over hoger onderwijs gaat, komt er altijd de poot financiën bij. Ik blijf ervoor pleiten, net als een aantal weken geleden, dat we dat objectiveren, dat we daar in de commissie ook eens een debat ten gronde aan wijden en op zoek gaan naar objectieve parameters voor een volgende Vlaamse Regering.
Wat het Nederlands betreft ben ik blij, minister, dat u daar voor het onderwijs voet bij stuk houdt. Ik denk dat we dat ook moeten doen op de poot onderzoek, dat we instellingen moeten blijven valoriseren. Als ze in het Nederlands onderzoek doen, heeft dat ook een grote maatschappelijke, sociale impact. En die twee zaken samen zullen het Nederlands in Vlaanderen versterken. (Applaus bij cd&v en de N-VA)
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Collega's, in het bijzonder de collega van Groen en Open Vld, jullie laten zich vangen aan een valse tegenstelling, een tegenstelling tussen internationalisering en Nederlandstalig aanbod. Die tegenstelling hoeft er geen te zijn als deze Vlaamse Regering haar verantwoordelijkheid neemt.
Minister, u hebt weer een hele uitleg gegeven, maar de realiteit is dat u op drijfzand bouwt. U ondergraaft de basisfinanciering. We hebben hier debat na debat telkens opnieuw hetzelfde probleem gezien: duurdere opleidingen, duurdere koten, en op termijn mindere kwaliteit. Als er vandaag nog kwaliteit wordt aangeboden in ons hoger onderwijs, dan is dat ondanks deze Vlaamse Regering, en niet dankzij deze Vlaamse Regering. Dat is de realiteit. Minister, ik heb collega Warnez goed gehoord: de extra middelen zullen voor de volgende Vlaamse Regering zijn. Deze Vlaamse Regering en deze N-VA minister gaan niets meer doen aan de onderfinanciering van ons hoger onderwijs. Dat is de pijnlijke vaststelling. (Applaus bij Vooruit)
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister, het gaat hier niet over de internationalisering. De collega heeft het gezegd, we hebben daar – samen trouwens – in het regeerakkoord quota over afgesproken die nog niet eens gehaald worden. Het gaat over een heel specifieke opleiding, niet over de dutsjes van de academische wereld in Vlaanderen, het gaat bijna over de elite, het gaat over de studenten burgerlijk ingenieur. (Opmerkingen)
Die studenten moeten een ijkingstoets doen, die beginnen aan hun bacheloropleiding in het Nederlands, en als u al eens bent gaan kijken naar wat zij daar doen, dan zult u zien dat die handboeken vandaag ook al in het Engels zijn. Het zijn die studenten die zelf vragen om de master in het Engels te organiseren, zodat zij ten volle hun kansen internationaal kunnen uitspelen.
Ik heb u positief gehoord, en ik zal zo eindigen: u gaat met hen rond de tafel zitten, en u zult ook luisteren. Want wat zij vragen, is een efficiënte manier om de dingen te organiseren. Als er studenten zijn die remediëring nodig hebben, of die dat Nederlands in die master nodig hebben, dan kan dat op een andere manier dan in theorie die volwaardige, volledige opleiding aan te bieden. Mijn oproep is nogmaals om pragmatisch te zijn in een belangrijk punt zoals onze onderwijstaal Nederlands, zonder onze kansen op de wereld te sluiten. (Applaus bij Open Vld)
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik zeg het nog eens dat ik hier vandaag toch een aantal opmerkelijke vaststellingen doe. Een partij die zegt dat ze altijd voor het Nederlands is, vindt het zelfs niet nodig om hier een actuele vraag over te stellen. Een partij die staat voor de democratisering van hoger onderwijs, vindt het niet nodig om hier een actuele vraag over te stellen. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
Ik stel vast dat hier plots wordt gezegd dat de ingenieurs de elite zijn, en dat het dan maar in het Engels moet gebeuren, en niet meer in het Nederlands.
Collega’s, voor de N-VA is het duidelijk: er zijn Engelstalige ingenieursopleidingen, en wij willen gewoon heel eenvoudig dat je in Vlaanderen ook een Nederlandstalige ingenieursopleiding kunt volgen. Zo eenvoudig is het, dat staat in het decreet.
Minister, wij wensen – en u doet dat goed – met de voltallige Vlaamse Regering die deze beslissing heeft genomen, dat Engelstalige opleidingen kunnen, maar het Nederlands moet blijven. Zo simpel is het. (Applaus bij de N-VA)
De actuele vragen zijn afgehandeld.