Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de ondersteuning voor mensen met een handicap in prioriteitengroep 3
Actuele vraag over het perspectiefplan voor personen met een handicap
Actuele vraag over de wachtlijsten voor mensen met een beperking
Verslag
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, mensen moeten vandaag in Vlaanderen steeds langer wachten op een budget voor zorg en ondersteuning vanwege hun handicap, een budget waar ze recht op hebben. Uit cijfers die ik bij u heb opgevraagd, minister, blijkt dat de langst wachtende al twintig jaar wacht op een budget. Die persoon heeft in 2002 een aanvraag ingediend voor zorg en ondersteuning. Hij heeft een bevestiging gekregen van de overheid dat hij inderdaad recht heeft op zorg en ondersteuning, maar is op een wachtlijst gezet.
Ik weet niet of u nog weet hoe uw leven eruitzag in 2002, maar ik zat in het tweede jaar geneeskunde, en op dat moment werd de euro volledig uitgerold in België.
Sindsdien wacht die persoon op een budget. We zagen in 2008 een bankencrisis. In 2014 moeten die mensen hebben gedacht dat het goed zou komen. Maar in 2014 werd de zorg voor personen met een handicap een volledig Vlaamse bevoegdheid. In de krant kun je steeds lezen dat Vlaanderen beter doet wat het zelf doet, dus dachten de mensen dat ze er nu zouden komen en dat ze eindelijk de zorg en ondersteuning zouden krijgen die ze nodig hebben. Maar neen, het bleef wachten. In 2016 werd dan de persoonsvolgende financiering doorgevoerd, maar ook dan bleven die mensen op de wachtlijst staan in prioriteitengroep 2. Ze moesten dus blijven wachten op het budget om de nodige zorg en ondersteuning te kunnen inkopen.
Minister, twintig jaar wachten op het budget waarop je recht hebt, na een grondig onderzoek, om een leven te kunnen leiden, ondanks je handicap, om de zorg en ondersteuning te kunnen krijgen die je nodig hebt om te kunnen leven zoals u en ik, ondanks je handicap. En wat horen die mensen vandaag? Ze horen dat het geld op is. De Vlaamse Regering heeft geen geld om mensen die recht hebben op een budget, een budget te geven. Minister, zoiets is onaanvaardbaar. Het blijft voor deze Vlaamse Regering geen prioriteit. Jullie kiezen ervoor om te blijven werken met wachtlijsten.
Minister, wanneer wilt u werk maken van een brede zorggarantie en de wachtlijst voor personen met een handicap volledig wegwerken? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Beste collega’s, minister, het is toch wel hallucinant dat hier wordt gezegd dat deze Vlaamse Regering geen prioriteit maakt van mensen met een handicap. Misschien toch een paar feiten die u ook in de begroting kunt nakijken – ik verzin dit niet, dit is goedgekeurd in de begroting –: sinds deze regering is gestart, is het budget voor mensen met een handicap met een derde gestegen. Het waren al torenhoge budgetten, een derde erbij gaat over vele honderden miljoenen euro’s. Het gaat vooral over heel veel mensen die de hulp en de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben.
Als een persoon met een handicap iets tegenkomt en in een acute situatie terechtkomt, en zijn situatie verandert, dan krijgt hij onmiddellijk en automatisch een budget, zonder wachttijd. Dat heet de automatische toekenning. Dan is er de zogenaamde wachtlijst. Maar die naam is verkeerd gekozen, want de wachtlijst van de dringendste zorgnoden, de prioriteitengroep 1, is weggewerkt. We hebben daar jaren over gesproken. Dat was niet te doen, dat was moeilijk, hoe gingen we dat aanpakken? Deze regering heeft dat gedaan. Dan is er de groep 2, met iets minder dwingende vragen. Daar hebben dit jaar alleen al 1100 mensen een deelbudget ontvangen voor het ontlasten van de mantelzorger en om hulp in te kopen. En dan is er inderdaad groep 3. We hadden geen zicht op wie die mensen waren. U hebt dan een bevraging gedaan: over wie gaat het? Sommige mensen in groep 3 waren verbaasd dat ze op die wachtlijst stonden. Andere mensen gaven aan dat ze geholpen waren met praktische hulp, dienstencheques, aanpassingen, hulp aan huis. Zij zeiden tegen de persoon aan de telefoon dat ze al geholpen waren. Het is belangrijk om die mensen duidelijk te maken waar ze de hulp kunnen vinden en om de gewone toegankelijke hulp, waarop u en ik een beroep kunnen doen, open en rechtstreeks toegankelijk te stellen voor mensen met een handicap.
Voorzitter, mijn tijd is op. Ik stel mijn vraag.
Inderdaad.
Minister, wat is het plan van aanpak om ervoor te zorgen dat die heel diverse groep mensen in prioriteitengroep 3 weet waar zij terechtkunnen voor praktische ondersteuning, andere vragen en hulp? (Applaus bij cd&v)
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Beste collega’s, beste minister, de situatie met de wachtlijst van personen met een beperking is hier al geschetst. Het is geen geheim, iedereen weet het natuurlijk, en het is niet in een-twee-drie opgelost. Maar deze regering heeft inderdaad wel heel veel gedaan. Collega’s zeggen dat we niets doen, maar de hoogst dringende, de meest dwingende vraag is inderdaad opgelost. Wij hebben een perspectief. Minister, daarover wil ik het vandaag hebben. U vindt – en ik weet het, want ik heb het gisteren in het debat meermaals gehoord – perspectief heel belangrijk. Maar ook voor deze doelgroep is perspectief enorm belangrijk. De mensen in prioriteitengroep 1 hebben een perspectief: zij weten dat zij binnen de achttien maanden een budget krijgen.
Maar dan hebben we natuurlijk prioriteitengroep 2 en 3. Groep 2 heeft nu een deelbudget gehad, 1100 mensen, maar zij hebben geen verder perspectief. Zij weten niet hoelang ze het moeten doen met dat halve budget. En dat horen we bij de ouders wel: wanneer het gaat over een paar jaar, kunnen ze het nog volhouden, maar hoelang duurt het nog? Dus daar zijn toch nog wel wat vragen bij. En ook natuurlijk bij prioriteitengroep 3.
In juni 2022 hebt u, hier in het halfrond, ook al gesproken over een perspectiefplan. U zou dat boven op het zorginvesteringsplan willen leggen, en u zou daar in contact treden met de sector. U zou de sector gaan bevragen: “Hoe gaan we de problemen van die prioriteitengroep 2 en 3 kunnen oplossen? Wat hebben zij juist nodig?”
Mijn vraag is dus zeer concreet: hoever staat u met deze gesprekken met de zorgsector in verband met het perspectiefplan?
Dank u wel. (Applaus bij de N-VA)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega's, we hebben hier de afgelopen maanden allemaal gekeken naar ‘Het verhaal van Vlaanderen’, over onze rijke geschiedenis en de vele emancipatiebewegingen daarin. De wachtlijsten voor mensen met een beperking, dat is niet mijn verhaal van Vlaanderen, dat is de pijn van Vlaanderen. Dat gaat over duizenden mensen die een zorgbudget nodig hebben om te leven, niet om te overleven, maar om te leven. En ik weet dat iedereen in het parlement – iedereen hier zonder uitzondering, dat is dus geen politieke discussie – vindt dat die wachtlijsten opgelost moeten worden, en dat iedereen die een beperking heeft, de zorg moet krijgen die hij of zij nodig heeft.
Collega Vandecasteele, ik zeg het niet vaak, maar ik deel uw bezorgdheid en uw analyse over die stijgende wachttijden. Tegelijkertijd is het natuurlijk ook niet waar dat er niets gebeurd is. Er is deze legislatuur inderdaad 270 miljoen euro extra geïnvesteerd. De wachtlijsten voor de dringendste noden zijn helemaal verdwenen, dat is een historische prestatie.
Minister, ik denk dat het nu tijd is om nog een stap verder te gaan. Ik heb gehoord dat uw diensten bezig zijn aan een meerjarenanalyse. Dat is een moeilijk woord om te zeggen: een plan om te berekenen hoeveel het nu kost om die wachtlijsten uiteindelijk helemaal af te schaffen. En dat is, denk ik, zeer belangrijk, want op dit moment hebben we nog geen duidelijkheid over de kosten. We weten dat het veel gaat zijn, maar we weten dat het doenbaar is.
En neem me niet kwalijk, minister, maar als ik zie dat we 17 miljard euro subsidies over de hele Vlaamse overheid hebben, en als ik zie dat er voor stikstof 3,6 miljard euro op tafel ligt – dat is waarschijnlijk ook nodig –, dan denk ik dat we voor mensen met een beperking ook die inspanning kunnen doen.
Mijn vraag aan u is: zodra we weten hoeveel die kosten bedragen, kunt u dan op basis daarvan een akkoord of een engagement met uw regering – maar ook met het hele parlement – sluiten, om ervoor te zorgen dat we stapsgewijs die wachtlijsten helemaal kunnen afschaffen?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de vragen.
Eerst en vooral wil ik misschien duidelijk maken, voor zij die het nog niet zouden weten, dat we elk jaar 2,5 miljard euro besteden aan het tegemoetkomen aan heel bijzondere noden voor mensen met een handicap. Er is deze legislatuur inderdaad een enorme stijging van het budget. We zaten in het begin aan 1,9 miljard euro; we zitten nu aan 2,5 miljard euro.
Er is in 2021, collega's, een zorginvesteringsplan goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Ik heb dat voor de gelegenheid nog eens uit mijn bureau gehaald. Er zijn eigenlijk duidelijke stappen uitgezet, die we heel consciëntieus aan het uitvoeren zijn.
Ten eerste met betrekking tot prioriteitengroep 1: de collega’s hebben het allemaal beaamd, waarvoor dank, maar daar zijn de wachttijden … We hadden gezegd dat we willen dat iedereen binnen de achttien maanden zijn budget heeft. We zitten al met wachttijden die veel korter zijn dan achttien maanden. Dat is dus eigenlijk een meer dan gehaald streefdoel.
In dat plan staat dat we voor prioriteitengroep 2 een budget voorzien, en dat we met deelbudgetten gaan werken. Dat wordt op dit ogenblik uitgerold. Dus ook hier zitten we op schema.
Maar voor prioriteitengroep 3 hebben we in 2021 in dat plan gezet dat we voor zo’n gevarieerde groep mensen op dat ogenblik geen persoonsvolgend budget (PVB) voorzien. Dat is geen definitieve beslissing. Dat is een beslissing die toen genomen is. En als we anders willen beslissen, moeten we er weer een beslissing over nemen.
Ik heb me een tijdje geleden geëngageerd om een aantal problemen aan te pakken.
Ten eerste zitten bij die prioriteitengroep 1 volgens mij nog twee problemen. Ik wil dat de toeleiding goed bekeken wordt, want jullie hebben ook al vragen gesteld als: “Er zijn misschien mensen die niet correct toegeleid worden, er zijn misschien mensen die niet goed geïnformeerd zijn.” Ik wil dus dat daar helderheid over komt, dat iedereen die in die groep thuishoort, er ook effectief in geraakt. Dat is een eerste probleem.
En twee: de noodprocedure, dus de procedure als iemand een snel degeneratieve ziekte heeft bijvoorbeeld, hoe je dan rap in die prioriteitengroep 1 kunt terechtkomen, wil ik op korte termijn opgelost zien. Dat zijn twee problemen die er nog zijn bij die prioriteitengroep 1.
Dan hebben we de grote groep die er nog is: prioriteitengroep 2 en prioriteitengroep 3. Zeker bij die derde groep zien we, collega Jans, dat mensen vooral praktische hulp vragen. Je hebt de vraag naar het budget, maar je moet er ook voor zorgen dat we kijken hoe we die hulp kunnen aanbieden aan al wie daarin zit en praktische hulp vraagt.
Een van de instrumenten die we nu inzetten, zijn die projecten rechtstreeks toegankelijke hulp. Dat zijn 111 regelluwe projecten van mensen die innovatief mogen kijken hoe ze anderen kunnen helpen. Dat is dus op dit ogenblik wat wij aan het doen zijn, dat stond ook in het zorginvesteringsplan. Maar ik heb inderdaad een belofte gedaan, collega’s, om een perspectiefplan te maken. De collega’s Vande Reyde, van der Vloet en Jans hebben ernaar verwezen, en, collega Vandecasteele, u waarschijnlijk ook. Daar wordt op dit ogenblik aan gewerkt.
Ik had een aantal weken geleden een overleg met de voorzitter van het raadgevend comité, dat is Koen Deweer. Dat was een zeer goed overleg. Hij heeft gezegd dat als we dat perspectiefplan zouden maken, zij daar graag een trekker in zouden willen zijn. Want bijvoorbeeld ook de andere twee voorzitters van het raadgevend comité zijn mensen met een handicap die zelf ervaringsdeskundigen zijn. De bedoeling is nu om de komende maanden dat perspectiefplan samen met hen te maken.
Collega Vande Reyde, dat is niet alleen het plan rond welk budget we nodig hebben, maar ook hoe we moeten prioriteren binnen dat budget, en of het voor iedereen een budget is, of we ook op andere manieren mensen soelaas kunnen bieden. Dat is eigenlijk de opdracht die ik heb gegeven, en waarbij ik gevraagd heb of ze dat kunnen opnemen. De voorzitter heeft toen gezegd dat ze dat zeer graag willen doen. Maar uiteraard voert mijn administratie tegelijk ook de analyse uit om te bekijken wat de budgetten zijn die nodig zijn als we alles houden zoals het is.
De komende maanden wordt er dus intens aan gewerkt. Het is ook mijn bedoeling om dat dan aan jullie te presenteren, en al dan niet nog een beslissing van de Vlaamse Regering te nemen over dat plan zodra het klaar is. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, u hebt inderdaad voornamelijk ingezet op de eerste prioriteitengroep, om daar de wachttijd en wachtlijsten proberen terug te dringen. Maar dat is wel ten koste gegaan van de mensen in prioriteitengroepen 2 en 3. We zien vandaag, minister, dat de wachttijden en de wachtlijst in die groepen toenemen. Zoals ik daarnet al zei, neemt die wachttijd toe tot twintig jaar.
Ik ben heel blij dat de collega’s van Open Vld aangeven dat ook zij willen dat die volledige wachtlijst wordt weggewerkt. Ik heb opgevraagd hoeveel het kost om de volledige wachtlijst voor personen met een handicap weg te werken, en dat kost ons 750 miljoen euro. Ik hoop dat u de steun zult geven aan het amendement dat wij zullen indienen tijdens de begrotingsbesprekingen om effectief dat geld vrij te maken om die wachtlijst volledig weg te werken, want dat is nodig. Want achter die cijfers staan mensen. En zo heeft Gilbert mij gisteren aangesproken naar aanleiding van mijn vraag. (Opmerkingen en gelach bij de meerderheid)
Gilbert is 75 jaar, collega’s. We gaan het niet enkel hebben over cijfers, ik moet het ook hebben over de mensen achter de cijfers.
Ja, maar de tijd van de mensen achter de cijfers is op.
Als de collega’s mij zouden laten spreken, dan kan ik het vertellen.
Stelt u dan een concrete vraag alstublieft.
Een concrete vraag, Gilbert wacht met zijn …
Ja, maar Gilbert is hier niet.
Als wij hier niet kunnen spreken … Het is belangrijk, voorzitter …
Mevrouw Vandecasteele, u moet zich, net zoals iedereen hier, aan de spreektijd houden.
Maar, voorzitter, als de collega’s mij onderbreken, kan ik mijn verhaal niet afmaken.
Stelt u de vraag alstublieft.
Ik stel de vraag dat ik hoop dat mensen zoals Gilbert, die wachten op hun budget – dat zijn de mensen achter de cijfers …
Is dat een vraag?
Die mensen achter de cijfers wachten op een budget voor de hulp voor hun zoon. Wanneer gaat u die wachtlijsten wegwerken? (Applaus bij de PVDA)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw toch wel omvangrijk en verhelderend antwoord.
Elk jaar investeert deze Vlaamse Regering 2,5 miljard euro in het beleid voor mensen met een handicap. Daarmee zorgen wij dat er hulp en ondersteuning is op maat. Voor bepaalde mensen wil dat zeggen dat zij in een voorziening verblijven, anderen kopen hulp in met een assistent aan huis, voor anderen is dat een combinatie. Dat is zeer flexibel, op maat van de persoon, op maat van zijn netwerk, op maat van zijn handicap, op maat ook van zijn omgeving.
Het is hier inderdaad gemakkelijk om miljarden en honderden miljoenen euro’s bij te vragen, natuurlijk, en als we er dan morgen zijn, graag.
Maar in dit regeerakkoord hebben wij een afspraak gemaakt. We hebben de afspraak gemaakt dat we ten volle zullen investeren in de prioriteitengroep 1, en belofte maakt schuld. De wachtlijst is weg, en dat maakt dat we nu de luxe hebben om te debatteren over prioriteitengroep 3, waarin er mensen zitten met praktische ondersteuning.
Minister, veel mensen geven aan daar behoefte te hebben aan rechtstreeks toegankelijke hulp. Houdt u er rekening mee, of hoe voorziet u dat we de reguliere hulp toegankelijker en inclusiever maken voor mensen met een handicap? (Applaus van Peter Van Rompuy)
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Ik ben tevreden dat u zegt dat u ermee naar de sector bent gegaan. Het raadgevend comité, dat zijn daar inderdaad de juiste mensen om daarmee van start te gaan.
Nu, wat betreft prioriteitengroep 3, hoor ik hier toch wel zaken waar ik niet helemaal achter kan staan. U zegt dat het vooral praktische hulp is. Daar ben ik niet zo heel zeker van. Wij hebben de bevraging gedaan bij een negenhonderdtal mensen, maar er staan natuurlijk veel meer mensen op die wachtlijst. Ik heb dat al meerdere malen aangehaald en ik denk dat dat toch wel een belangrijk iets is als we echt willen weten wie nu die 11.000 mensen zijn in prioriteitengroep 3, en waar die nu juist op staan te wachten.
Dan denk ik toch dat het belangrijk is om die allemaal aan te schrijven. Dat is een hele, hele job, maar om toch concreet en juist te gaan werken in de toekomst, lijkt me dat toch wel belangrijk. Want als we kijken naar wie daar nu op staat, dan is dat 80 procent die daar in 2016 vanuit de Centrale Registratie Zorgvragen gewoon zijn opgezet. Dus ik ben ervan overtuigd, zoals collega Jans ook zegt, dat er mensen zijn die niet meer weten dat ze erop staan. Maar ik wil u toch vragen om te overwegen om een hele bevraging te doen aan prioriteitengroep 3.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Collega’s, het zijn rare tijden in dit parlement, maar ik moet collega Vandecasteele voor de tweede keer gelijk geven. Het is inderdaad zo dat er achter die cijfers wel degelijk mensen schuilen. Daarom ben ik blij, minister, dat u ook zegt dat u naast extra budgetten, die ongetwijfeld nodig zullen zijn, ook aan de systemen werkt, dat u ook dingen anders wilt doen, bepaalde regelingen aanpassen, om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk mensen uitzicht hebben op een budget.
In die discussies – want mevrouw van der Vloet heeft ook gelijk over prioriteitengroep 3, dat is een heel grote groep – zou ik ook willen wijzen op heel wat nieuwe initiatieven die ontstaan in de zorgsector, door heel wat sociale ondernemers: bijvoorbeeld zorgkoppels die mensen met een beperking bij hun thuis nemen, ook ouders die zich verenigen en los van de eerder traditionele voorzieningen zeggen dat zij met een ouderinitiatief aan de slag gaan en zij kinderen de zorg gaan geven die zij nodig hebben.
En u weet dat daar twee systemen voor bestaan. Ik ga niet in op de techniciteit, maar het gaat over cash en voucher. En die twee systemen naast elkaar, zorgen er op dit moment voor dat dat sociale ondernemerschap op een bepaald moment wordt tegengehouden en dat ouders zich niet meer kunnen verenigen, ofwel dat die zorgkoppels niet meer kunnen functioneren volgens de middelen die zij nodig hebben. Mijn vraag is: wilt u daar alstublieft ook naar kijken, dat die budgetten tussen cash en voucher op termijn gelijkgeschakeld worden?
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, keer op keer, telkens opnieuw vragen we hier allemaal om uw belofte hard te maken, om die mensen die recht hebben op een zorgbudget, en ook al de belofte kregen dat broodnodige zorgbudget te krijgen, dat nu eindelijk te geven. Al die mensen, ook in prioriteitengroep 2 en 3, dat zijn allemaal mensen van vlees en bloed en geen gewone cijfers en een statistiek. Ook de collega’s hebben dit reeds gezegd.
Want het gaat hier niet over een gewoon extraatje, het gaat niet over een klein surplusje. Het gaat hier over geld dat die mensen kunnen krijgen om de broodnodige zorg in te kopen, om ook te kunnen deelnemen aan het sociale leven in onze maatschappij en in onze samenleving. Minister, ik ben bang dat het perspectiefplan waar u over spreekt, een geofficialiseerde wachtlijst gaat worden. En dat kan toch ook niet helemaal de bedoeling zijn.
Wat u nu moet doen, is zorgen dat die mensen hun budget krijgen waarop ze recht hebben. Toon dat deze regering hun zorgen ernstig neemt en zorg dat die mensen eindelijk krijgen waar ze recht op hebben. (Applaus bij het Vlaams Belang)
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, u dringt de wachtlijst voor personen met een handicap in prioriteitengroep 1 terug, en dat is goed nieuws. Maar er is ook een maar. Stikstof is voor u en uw partij een strijdpunt, maar er is ook een groep van mensen in prioriteitengroep 2 en 3 die wel op een wachtlijst staan. Maar van het oplossen van wachtlijsten voor mensen met een handicap, daar maakt u geen strijdpunt van. U moet geen grote crisis veroorzaken, zoals de voorbije dagen, maar maak er ten minste echt een strijdpunt van.
En wat doet u vandaag? U richt een project op voor niet-rechtstreeks toegankelijke hulp voor prioriteitengroep 3, een experiment voor prioriteitengroep 2 of we met de helft van het budget wel rond gaan komen, en verder de wachtmodus.
Mensen in de wacht laten staan, is ze in een vergeetput steken. Wat volgens ons ontbreekt, is een visie op hoe we mensen met een handicap een zorggarantie kunnen geven, een recht op zorg zoals in het VN-verdrag is omschreven, met andere woorden: een structurele oplossing voor de wachtlijst.
Minister, ik heb dan ook een concrete vraag. Het is onze ethische plicht om een structurele oplossing uit te werken. Dat moet het strijdpunt zijn. Wanneer en hoe gaat u daar werk van maken?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega Jans, ik viel daarnet echt bijna van mijn stoel toen u zei dat ‘wachtlijst’ eigenlijk een verkeerd gekozen woord is. Dat is een mooie boodschap voor al die mensen die al jarenlang wachten op zorg. We hebben een paar maanden geleden hier nog de discussie gehad over die deelbudgetten. Dat mocht ineens geen experiment meer genoemd worden, want dat klonk dan toch eigenlijk niet zo goed. Het kan toch niet zijn dat u na twintig jaar cd&v op welzijn nu de wachtlijsten – 20.000 mensen op de ‘wáchtlijst’ – gaat proberen weg te werken door ze gewoon geen wachtlijst meer te noemen. Ik vond het bijzonder cynisch.
Minister, ik kijk wel heel erg uit naar uw perspectiefplan. Ik denk dat we allemaal beseffen dat op dit moment het perspectief voor iemand in prioriteitengroep 3 eigenlijk nul is. Het gaat inderdaad over mensen. Ik ben zondag ook nog aangesproken door een moeder die wat ouder wordt, die zorg draagt voor haar zoon met autisme, en die me echt zei dat ze niet meer kon, dat ze op was en zelf zorg nodig had. “Wat moet ik nu doen? Moet ik nu doodvallen? Moet ik mijn zoon afstoten? Want dan gaat er misschien voor gezorgd worden.” Dat is de realiteit nu, en als het dan inderdaad over ‘Het verhaal van Vlaanderen’ gaat: dat is ‘Het verhaal van Vlaanderen’ op dit moment. Mensen krijgen niet de zorg die ze verdienen; ze komen vooral op de wachtlijst te staan. Laat ons daar allemaal samen iets aan doen.
Minister, wat gaat u deze legislatuur nog doen om die wachtlijsten aan te pakken? (Applaus bij Vooruit)
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Misschien eerst praktisch de vraag van collega Vande Reyde en de vraag van collega van der Vloet over de uitgebreidere bevraging en van collega Vande Reyde over de drempels die eigenlijk innovatie in de weg staan. Die zal ik mee bekijken in het Raadgevend Comité. Ik denk dat dat de geschikte plaats is om eens te kijken of we dat kunnen uitbreiden. Ik moet wel zeggen, collega van der Vloet, dat die negenhonderd mensen die bevraagd zijn, een officieel gevalideerde methodiek is, waarvan men zei dat je er zo een goed zicht op kreeg. Negenhonderd versus 11.000 is natuurlijk een heel groot verschil. Maar nog eens: hoe meer we weten, hoe meer we kunnen doen voor mensen.
Omgekeerd vraag ik ook wel om jullie ‘fairness’ – en ik kijk dan ook eens naar collega De Reuse. We hebben natuurlijk een plan gemaakt in 2021, het Zorginvesteringsplan, waar we expliciet de keuze gemaakt hebben om prioritair zorggarantie te geven aan mensen voor wie dat het meest dringend nodig is. Dat engagement is volledig ingelost, maar heeft als consequentie inderdaad dat u uw budgetten daarin investeert en dat het dus trager gaat met budgetten in prioriteitengroep 2 en prioriteitengroep 3.
Voor prioriteitengroep 3 staat er zelfs letterlijk – ik heb het nog eens bekeken – in het plan dat gemaakt is: “We maken daar nu geen budgetten voor vrij.” Maar dat wil niet zeggen dat er niet geïnvesteerd is, want via rechtstreeks toegankelijke hulp met andere zaken hebben we wel deuren opengezet. In de bevraging van die negenhonderd mensen – collega’s, daar moeten jullie ook fair in zijn – zie je dat een pak mensen in prio 2 en prio 3 ook al geholpen worden via rechtstreeks toegankelijke hulp. De vragen zijn vooral ook vragen naar ondersteuning.
Collega Jans, een van die projecten die goedgekeurd zijn in het kader van die rechtstreeks toegankelijke hulp, is net samenwerking met Gezinszorg. Mij interesseert dat, omdat Gezinszorg bij heel veel mensen binnenkomt en praktische hulp geeft. Waarom moet dat zo’n groot verschil zijn tussen iemand die gewoon die zorg nodig heeft of iemand met een handicap die die zorg nodig heeft? Misschien kun je daar wel interessante samenwerkingen hebben, waardoor je een pak vragen op een betaalbare wijze ook opgelost krijgt. Dat wil ik meenemen in het onderzoek. Het toont net aan dat het perspectiefplan dat we willen maken, geen plan is van een bepaald budget en een datum waarop je dat geld gaat voorzien. Ik wil echt in de diepte gaan kijken: wat is de beste oplossing voor mensen?
Dat we extra geld nodig zullen hebben, collega’s, dat staat als een paal boven water. Ik ga daar niet flauw over doen. Het zal nog ettelijke honderden miljoenen recurrente extra middelen vragen. Maar eerst wil ik de analyse van onze administratie en de conclusies van het Raadgevend Comité, om dan met een plan naar onze regering te stappen.
Dus, collega’s, er is nog veel werk op de plank, maar anderzijds kan ik er ook niet omheen: als je kijkt naar de pure budgetten die geïnvesteerd worden op één legislatuur tijd, van 1,9 miljard naar 2,5 miljard euro, dan is dat enorm.
Collega Vandecasteele en anderen, u hebt absoluut een punt. Achter elke vraag staat een persoon en elke persoon heeft er recht op dat zijn vraag met ernst bekeken wordt. Maar het heeft geen zin om vandaag te zeggen dat morgen alles in orde zal zijn.
Waar we wel moeten voor zorgen, is dat mensen die een vraag hebben, ook weten – en dat is mijn zorg – waar de deuren staan, hoe je rechtstreeks toegankelijke hulp kunt bereiken, hoe je kunt zorgen dat toch al een stukje van je vragen opgelost geraakt. Daar kunnen we het als overheid, denk ik, nog een stukje beter doen, door de informatiedoorstroming over wat er vandaag allemaal beschikbaar is, een stuk beter te maken. Er ligt dus veel werk op de plank.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Ik stel hier week na week vast dat als het gaat over de verhalen, de concrete verhalen van de mensen, die blijkbaar buiten de muren van dit parlement moeten blijven. Elke keer opnieuw is er boegeroep, vanuit de meerderheid hier, als we het hebben over de concrete verhalen van de mensen. Wel, ik vind het belangrijk om die concrete verhalen van de mensen hier te brengen.
Bijvoorbeeld is er Gilbert. Gilbert sprak me aan. Hij is 75 jaar, en hij zorgt vandaag voor zijn meervoudig gehandicapte zoon van 36 jaar. Ze hebben een aanvraag gedaan voor zorg en ondersteuning. Er is een heel onderzoek geweest. En ze hebben een brief gekregen waarin staat: “U hebt recht op een budget voor zorg en ondersteuning, ter waarde van 4400 euro per maand.” Tot vandaag wacht Gilbert nog steeds op budget. En ondertussen is zijn vrouw gestorven, staat hij er thuis alleen voor, voor de zorg voor zijn zoon. Hij deed een aanvraag voor een acute noodsituatie, om sneller budget te kunnen krijgen. Dat werd geweigerd, omdat ze zeggen: “U leeft nog, Gilbert. U kunt zorgen voor uw meervoudig gehandicapte zoon.” Wel, Gilbert kan dat niet meer aan, en hij wacht vandaag nog steeds op hulp.
Deze Vlaamse Regering laat die mensen in de kou staan. Als er een onderzoek is, als mensen recht hebben op een budget, als ze dat nodig hebben, dan moet dat budget er zijn. (Applaus bij de PVDA en Groen en van Hannelore Goeman)
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, deze regering heeft van mensen met een handicap en het beleid voor hen een prioriteit gemaakt, met nooit eerder geziene budgetten, en met veel mensen die we helpen. De feiten zijn de feiten. De wachtlijst in prioriteitengroep 1, mijnheer Anaf, is weggewerkt. Dat is geen wachtlijst meer. We hadden daar een deadline gesteld waarbij iedereen zijn budget krijgt binnen de achttien maanden. De periode is een stuk korter. En voor de andere mensen, binnen prioriteitengroep 2 en prioriteitengroep 3, debatteren we vaak om te kijken hoe we perspectief kunnen geven, hoe we kunnen zorgen dat er zorg op maat komt. Want mensen met een handicap, met welke zorg ook, of hoe zwaar die handicap ook is, worden niet in de steek gelaten. Iedereen moet kunnen rekenen op een van de vele vormen van hulp. Ik vind het zeer terecht dat deze regering van mensen met een handicap een prioriteit heeft gemaakt. Dat is terecht, omdat, ook voor cd&v, elk mens, elke persoon met een handicap, alle kansen en mogelijkheden verdient, binnen een warme, inclusieve samenleving waar iedereen zich welkom en gewaardeerd weet. (Applaus bij cd&v)
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Het is heel duidelijk dat er nog heel wat werk voor deze doelgroep op de plank ligt. Ik wil ook nog eens herhalen, minister: perspectief is echt superbelangrijk, ook voor zij die aan het wachten zijn, om te weten hoelang ze nog moeten wachten, om te weten hoelang hun familie het nog moet dragen. Dat perspectief is dus zeer belangrijk. En daarbij is dat perspectiefplan iets heel belangrijks, maar dan hoop ik ook dat dat iets wordt op lange termijn. Want in elke legislatuur legt iedereen zijn accent een beetje anders. Vorige keer was er wel perspectief voor prioriteitengroep 3, nu is er inderdaad voor gekozen om daar geen middelen meer in te steken. Ik denk dat het toch wel zeer belangrijk is, dus ik kijk ook met grote ogen naar het perspectiefplan dat samen met de sector naar voren wordt gebracht. (Applaus bij de N-VA)
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, uw woorden stemmen mij optimistisch. Collega’s, de verwijzingen naar stikstof vliegen hier vandaag in het rond. Collega’s van Groen, wat jullie daar zeggen, is onzin. Stikstof is alles wat telt, en voor de rest worden er geen akkoorden gesmeed? Onzin! Ik heb het gisteren ook gezegd in mijn mooie slotwoord, dat jammer genoeg de journaals niet gehaald heeft – onbegrijpelijk. (Gelach)
Ik heb toen ook gezegd dat het fundamentele verschil is dat over dit soort zaken in het verleden wel akkoorden gesloten zijn, en dat is ook de reden dat die budgetten meer dan verdubbeld zijn op een zeer korte termijn. We hebben deze legislatuur meer dan 270 miljoen euro extra kunnen investeren.
Minister, ik ben blij dat u op dat pad wilt doorgaan, dat u werk wilt maken van perspectief, en die meerjarenanalyse, dat grotere plan, zult afwachten. Ik ben ervan overtuigd dat we met enkele toekomstige akkoorden – en dat zal inderdaad, mevrouw Vandecasteele, niet met een amendement gebeuren, helaas – kunnen zorgen dat – wat we hier allemaal willen – die wachtlijsten voor mensen met een beperking uiteindelijk helemaal afgeschaft worden.
De actuele vragen zijn afgehandeld.