Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de aantrekkelijkheid voor de lokale besturen van digitaal Vlaanderen
Actuele vraag over de cyberbeveiliging bij de Vlaamse overheid naar aanleiding van de nieuwste aanval op de FOD Binnenlandse Zaken
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Een identiteitskaart of een rijbewijs uitdelen, het verhuren van sportzalen, een reservatie mogelijk maken in het containerpark, een parkeerbeleid, een bewijs afleveren van goed gedrag en zeden: het lijken op het eerste gezicht eigenlijk processen die niets met elkaar te maken hebben. Maar toch is het administratieve en digitale proces daarachter bijna voor elke gemeente gelijk. En toch doen alle of bijna alle gemeenten in Vlaanderen dit nu op hun eigen manier, met een eigen backoffice. Een gevolg daarvan is een grotere versnippering en efficiëntieverlies.
Gisteren stelde u tijdens een persconferentie een ambitieus digitaal relanceplan voor, met als zeer duidelijke doelstelling Vlaanderen nar de kopgroep van Europa loodsen op het vlak van digitale overheid of e-government. Momenteel staan we op de twaalfde plaats, en u wilt graag naar de vijfde plaats gaan. Er is dus nog wat werk aan de winkel.
De Vlaamse ICT- en digitale competentie zullen dus gebundeld worden in het agentschap Digitaal Vlaanderen, met in totaal ongeveer 470 interne en externe digitale experten die daar tewerkgesteld zullen worden. De versterkte coördinatie in één agentschap moet Vlaanderen dan op weg helpen naar een positie in de digitale top vijf van de regio’s. Dat is dus een zeer ambitieuze opschaling van onze digitale ambities, maar voor ons een ambitie die zeer terecht is en die perfect aansluit bij het relanceplan Vlaamse Veerkracht. In dat plan Vlaamse Veerkracht wordt immers ook de ambitie vooropgesteld om Vlaanderen digitaal te transformeren, en dat op een vlotte, veilige en privacybestendige manier.
We hadden het gisterennamiddag in de commissie Algemeen Beleid al zeer uitgebreid over het belang van cybersecurity, maar nu wil ik het graag hebben over de digitale transformatie. Dat brengt mij tot mijn vraag, minister-president. Welke stappen ziet u Vlaanderen zetten op weg naar een plaats in de digitale top vijf van de regio’s?
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, gisteren hebt u samen met de Vlaamse Regering het digitale relanceplan gelanceerd, waarbij volop wordt ingezet op datatechnologie. De komende drie jaar zou er een miljard euro geïnvesteerd worden in digitalisering. U hebt daarbij ook de wens uitgedrukt dat de Vlaamse overheid tot de top vijf van Europa zou behoren. De ambitie van u en de Vlaamse Regering daarin is volkomen terecht. De verdere digitalisering van de samenleving is immers een absolute must. Een samenleving die volop voorbereid wil zijn op de toekomst, is een samenleving waarin verdere investering in digitalisering een echt speerpunt moet zijn. Met deze plannen en met de daaraan gekoppelde investering bewijst deze regering dat ze Vlaanderen volop wil wapenen voor de toekomst.
Met het agentschap Digitaal Vlaanderen zal er één marsrichting bepaald worden voor alle overheden in Vlaanderen, en zal er ook voor de lokale overheid en voor de lokale besturen één loket komen. Gemeenten zijn natuurlijk niet verplicht om in dat aanbod in te stappen. Zulke verplichtingen zouden haaks staan op het respect voor de gemeentelijke autonomie. Maar het is natuurlijk wel uiterst belangrijk dat ze aangemoedigd en overtuigd worden om dat wel te doen, en dat een performante digitale dienstverlening uitgebouwd kan worden naar elke Vlaming toe, in welke stad of gemeente die ook mag wonen.
Want het zijn wel de gemeenten van wie de mensen dienstverlening verwachten en waartoe ze zich zullen wenden om problemen op te lossen. Willen we alle Vlamingen echt bereiken en de meest optimale resultaten boeken, dan is de medewerking van de lokale besturen noodzakelijk. U hebt verduidelijkt dat er naar de lokale besturen toe een aantrekkelijk voorstel wordt gedaan. Minister-president, op welke manier zult u ervoor zorgen dat het aanbod naar lokale besturen zodanig aantrekkelijk is dat zij hierop zullen ingaan?
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister-president, ambitie zien we graag, dus wij steunen ook namens onze fractie de plannen om Vlaanderen naar de top te brengen op het vlak van e-government. Dat is de richting om naartoe te gaan, maar het spreekt voor zich dat alles staat of valt met de veiligheid. U hebt dat gisteren al uitgebreid toegelicht.
Maar uw woorden waren nog niet koud, en de discussie nog niet goed afgerond, of we kregen vanmorgen het nieuws dat in de federale overheid bekend raakte dat de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken gehackt is. En niet zomaar eventjes: het is blijkbaar sinds 2019 aan de gang. Men neemt grote woorden in de mond: ‘het is heel professioneel, heel gesofisticeerd, het gaat om spionage, men is vanuit buitenlandse mogendheden op zoek om in ons netwerk te infiltreren’. Wat in België kan, dat kan natuurlijk in Vlaanderen ook gebeuren. Ik begrijp dat er geen enkel systeem is dat – hoe zeg je dat – ‘onhackbaar’ is. Maar wat we wel kunnen doen, minister-president, is ons goed wapenen en gericht controleren.
Mijn vragen aan u zijn de volgende.
Ten eerste, zijn er implicaties van dat lek op Binnenlandse Zaken naar ons eigen Vlaams binnenlands bestuur? Is men aan rijksregisternummers geraakt? Wat met Mijn Burgerprofiel? Hoe zit het daarmee?
Ten tweede, kunnen we een ethische of andere preventieve hacking doen op onze eigen diensten? We zijn bezig met vaccinaties, minister-president. Er zijn risicoprofielen bepaald. Dat zit allemaal in computers. Het zou een absolute ramp zijn mocht de privacy van mensen gewoon open op straat liggen omdat onze beveiliging onvoldoende is.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, dat zijn natuurlijk drie vragen die allemaal het woord ‘digitalisering’ ergens gebruiken, en het zijn samengevoegde vragen, maar ik denk dat ik drie antwoorden moet geven …
… anders hadden we twee keer hetzelfde debat gehad.
Ik ga proberen binnen de tijd te blijven, en anders zal er in de repliek nog wel een mogelijkheid zijn.
De digitale strategie die wordt uitgerold door de Vlaamse Regering – en die onder meer vervat zit in het plan Vlaamse Veerkracht – heeft inderdaad de doelstelling om Vlaanderen naar de top van de digitale regio’s te brengen. We hebben eind vorig jaar de DESI-score laten opstellen. Die wordt op landenbasis gemaakt, maar wij hebben die nu toegepast op de Vlaamse situatie. DESI staat voor Digital Economy and Society Index. Dat is het bestaande instrument van de Europese Commissie om de voortgang van de digitale economie in Europa te meten. Als we die meting op Vlaanderen loslaten, dan staan we – met het Verenigd Koninkrijk nog meegerekend – op de twaalfde plaats wat betreft de digitale diensten. En onze ambitie is inderdaad om naar plaats vijf te gaan. Daarom hebben we een actieplan opgesteld. Het Stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid heeft dat op mijn vraag gedaan. Dat plan zet in op een aantal acties en initiatieven.
Eerst en vooral willen we het aantal e-governmentgebruikers verhogen, want je kunt natuurlijk je e-government uitbreiden, maar als het aantal gebruikers beperkt blijft … We willen dus het aantal gebruikers verhogen. Daartoe zitten er een aantal acties vervat binnen het initiatief Iedereen Digitaal van collega Somers, en binnen het initiatief van de digibanken, van collega Crevits. Die maken alle twee deel uit van het Vlaamse relanceplan.
Maar we willen natuurlijk ook de digitale dienstverlening verbeteren. Daarom zullen, in samenwerking met een andere overheden, een aantal diensten verder gedigitaliseerd worden. Eigenlijk gaat dat uit van de belangrijkste levensgebeurtenissen van de burger of van een ondernemer. Dat is de belangrijkste leidraad om eerst die processen te digitaliseren. Het zal bijvoorbeeld ingezet worden om automatische rechtentoekenning te doen, omdat dat een vorm is van digitalisering die burgers en ondernemers het hoogste gebruiksgemak oplevert. Dat hebben we bijvoorbeeld in het groeiplan gedaan hebben met de automatische rechtentoekenning. Men denkt bij digitalisering altijd aan smartphones en dergelijke, maar dit is eigenlijk een digitaliseringsoperatie die ‘backoffice’ heeft plaatsgevonden. Mensen krijgen ineens te horen: u hebt wel geen aanvraag gedaan, maar u komt toch in aanmerking. Zij hebben geen smartphone vastgehad om dat te krijgen. Digitalisering is dus ruim te zien.
Door op die manier in te zetten op het verhogen van de digitale vaardigheden van de burgers én op de verdergaande digitalisering van de Vlaamse overheidsdienstverlening – samen met de lokale besturen, want dat gaat hand in hand –, denk ik dat we inderdaad op weg kunnen zijn om die digitale top vijf te halen.
Mijnheer De Roo, we zetten meer en meer in op generieke bouwstenen die ook voor de lokale besturen relevant zijn, zoals toegangsbeheer, automatisatietools, veiligheidscomponenten en natuurlijk Mijn Burgerprofiel. Eigenlijk zouden we op de gemeentelijke website een venster naar heel de overheidsdienstverlening moeten hebben, van gemeente tot provincie, Vlaamse overheid en zelfs federale overheid of EU. De burger kan dat zelfs niet zien wat van de Vlaamse overheid of wat van zijn gemeente komt. Dat is de ambitie. Mijn Burgerprofiel is daar het basiselement van. Dit moet evolueren naar een unieke toegangspoort voor burgers. Daar kunnen alle zaken dan geautomatiseerd verlopen. Momenteel zijn al een honderdtal lokale besturen aangesloten. De burger kan Mijn Burgerprofiel op de websites van al die besturen vinden. Wat mij betreft, vormt enkel het lokale bestuur de unieke toegangspoort.
Bovendien staat het gisteren ondertekend raamcontract open voor de lokale besturen. We zullen inzetten op vliegende ploegen om, al dan niet in samenwerking met gekende lokale IT-leveranciers, lokale besturen te ondersteunen, zowel met betrekking tot de generieke bouwstenen die we aanleveren als met betrekking tot het raamcontract.
Mevrouw Rutten, ik heb gisteren in de commissievergadering al uitgebreid geantwoord, maar ik kan misschien nog een paar bijkomende elementen aanhalen. Wat de spionageaffaire betreft, denk ik op dit moment niet dat er een link met de Vlaamse overheid is. Zoals zo vaak, moeten we hier met twee woorden spreken. Er zijn op dit moment geen indicaties.
De discussie over de beveiliging zal nooit worden afgerond. Dat zijn stropers en boswachters. De stropers worden boswachters en de boswachters worden stropers. Net zoals we een politiebeveiliging en een defensieapparaat hebben uitgebouwd, zullen we met betrekking tot ICT een permanente beveiligingspolitiek moeten ontwikkelen.
Aangezien u er in uw actuele vraag expliciet naar hebt verwezen, wil ik, bovenop wat ik gisteren in de commissie heb verteld, nog aangeven dat het natuurlijk niet voldoende is een muur rond onze ICT-infrastructuur op te trekken. Door het toenemend gebruik van de clouddiensten en de shift naar het thuiswerk, wat ons netwerk redelijk kwetsbaar maakt, is die benadering met firewalls ondertussen achterhaald. Om de nieuwe realiteit te omarmen, heeft de Vlaamse overheid reeds de beweging ingezet naar een model dat op de voortdurende verificatie van elke gebruiker, elk toestel en elke applicatie steunt. In het jargon wordt dit een ‘zero trust security model’ genoemd. Op die manier wordt het voor indringers veel moeilijker toegang tot het hele netwerk te krijgen. Met de geplande investeringen, onder meer in toepassing van het digitaal relanceplan, bouwen we deze beveiligingsarchitectuur verder uit.
Een ander element is dat zowel interne als externe veiligheidsspecialisten regelmatig penetratietesten en audits uitvoeren. Om te verzekeren dat de omgeving goed is beveiligd, maken we ook gebruik van het ‘responsible disclosure’-programma. Dit betekent dat ethische hackers worden ingezet om onze zwakke plekken te ontdekken en hieruit te leren.
Die systemen zijn momenteel al operationeel, maar ik maak me geen begoochelingen. We zullen dit permanent moeten bijsturen en monitoren. Net zoals we op de digitalisering blijven inzetten, zullen we op de beveiliging moeten blijven inzetten.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Als de Vlaamse Regering op de digitalisering wil inzetten, klopt het dat het aantal gebruikers van e-government moet stijgen. Dit moet op een zeer gebruiksvriendelijke en een, in de brede zin van het woord, zeer veilige manier gebeuren.
Het gaat niet enkel om de software, maar ook om de digitale infrastructuur. De snelle uitbouw van het 5G-netwerk staat als doelstelling duidelijk in het relanceplan Vlaamse Veerkracht vermeld. Deze middag is het persbericht binnengerold dat het Overlegcomité deze voormiddag over het 5G-netwerk heeft vergaderd en dat een aantal belangrijke beslissingen zijn genomen. Kunt u de beslissingen van het Overlegcomité toelichten?
De heer De Roo heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw antwoord. Ik wil eerst inpikken op hetgeen u in het begin hebt gezegd. Het is eigenlijk jammer dat deze twee vragen over digitale relance moeten worden gekoppeld aan een vraag over veiligheid. Dat is iets wat we gisteren in de commissie hebben bekeken. Nul risico bestaat natuurlijk niet. Digitalisering zal altijd hand in hand gaan met een toegenomen niveau van cyberveiligheid. Er zullen steeds nieuwe inzichten zijn die we moeten oppikken en bijsturen.
Laat mij toe de positieve boodschap te versterken: we willen dat lokale besturen meedoen. U hebt het verhaal van de lokale toegangspoort tot de diverse diensten geschetst. Dat lijkt me een zeer goed verhaal. We willen dat ze digitale dienstverlening aanbieden. U hebt het ook gehad over vaardigheden bij de Vlaming, maar mijn bijkomende vraag is: hoe zult u zorgen voor extra vertrouwen bij de Vlaming om, ondanks een aantal risico’s die er zijn, volledig mee te doen met die noodzakelijke digitalisering?
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord. Ik heb dus goed genoteerd dat er voorlopig – en ik begrijp dat u met twee woorden moet spreken – geen gevolgen zijn voor het Vlaamse niveau. Dat gezegd zijnde: die operatie op federaal niveau was al sinds 2019 bezig, en men heeft ze ook pas nu ontdekt. Ook al is er op het eerste gezicht dus niks aan de hand in Vlaanderen, toch zou ik u bijkomend willen vragen om, gezien dit nieuwe gegeven, namelijk dat dit over spionage gaat, waarschijnlijk staatsspionage, waarbij men richting China kijkt, toch met diezelfde expertise en diezelfde ernst onze huidige digitale systemen eens door te lichten, zodat we daar zeker van zijn. Nogmaals, ik denk dan in het bijzonder aan heel de vaccinatiecampagne. Die begint aan een belangrijke eindsprint nu we voor de zomer staan. We moeten er toch zeker van zijn dat dit niet wordt onderuitgehaald.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister-president, het is hier al gezegd: onlangs werd bekend dat de FOD Binnenlandse Zaken werd getroffen door een cyberaanval. Er wordt inderdaad naar China gekeken. Het lijkt er toch al op dat een vreemde mogendheid naar alle waarschijnlijkheid toch wel heel wat gevoelige informatie over communicatie, veiligheidsprocedures en onze politiewerking heeft verkregen. Dat wordt trouwens ook beaamd door onderzoekers van Universiteit Antwerpen.
Er is hier al gezegd dat dit soort hackings en bedreigingen alleen maar zal blijven toenemen, dat dat een uitdaging blijft voor de toekomst. Daar zijn we van overtuigd. We hebben hier heel veel zaken gehoord, heel veel stappen gehoord die u zult zetten qua digitalisering. We kunnen dat alleen maar toejuichen, maar toch mis ik de concrete stappen die zijn gezet inzake cybersecurity. Mijn vraag is dus: welke stappen op het vlak van cybersecurity heeft de Vlaamse Regering in deze legislatuur al gezet, en wat plant ze nog te ondernemen?
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, tot spijt van wie het benijdt ga ik het niet over de hacking zelf hebben. Minister-president, het was al een zeer breed debat tot nu toe. Er werd hier daarnet onder andere gesproken ook gesproken over de interne en de externe digitale experten van Digitaal Vlaanderen, dat binnenkort wordt opgericht en dat centraal moet staan in heel die omslag naar een digitale overheid. Ik hoor dat voor die experten wordt gewerkt met kortlopende contracten, contracten van drie jaar, dat er een aanwervingsstop is voor mensen met een ambtenarenstatuut, dat consultants daar weliswaar wat hogere lonen, maar wel een minder goed sociaal statuut hebben, en geen sociale vertegenwoordiging. Minister-president, als we zo’n omschakeling willen doen, dan denk ik dat ook het personeelsbeleid in orde moet zijn, want dat is belangrijk voor de continuïteit van de dienstverlening, zeker als men zoiets heel belangrijks aan het uitbouwen is, maar ook voor de waardering van het personeel dat die omschakeling moet dragen.
Ik weet dat dit nog een extra thema toevoegt aan het debat, maar mijn vraag is dus: bent u van plan om verder op die weg te gaan, of wilt u toch de omslag maken naar sterke statuten, die goed zijn voor de burgers, voor de lokale besturen en voor de werknemers bij Digitaal Vlaanderen zelf?
De heer Veys heeft het woord.
Minister-president, daarnet zei u dat digitale veerkracht en die cyberaanval twee verschillende dingen zijn. Ik zou u toch willen waarschuwen: de veiligheid van dienstverlening en digitalisering staat of valt met die cyberveiligheid. Dat die aanval van 2019 pas gisteren bekend raakte, toont dat het ons daar toch wel menens mee moet zijn. Die aanvallen zullen er in de toekomst niet minder op worden. Dat digitale relanceplan met de middelen is een belangrijke stap, maar wij zijn toch van mening dat ‘cybersecurity by design’ integraal deel moet uitmaken van die digitalisering. Het is voor ons, voor Vooruit, dan ook belangrijk dat alle besturen op een verantwoorde manier met digitalisering omgaan.
Nu, collega De Roo vroeg daarnet – en ik heb u daarop nog niet horen antwoorden – hoe u gaat garanderen dat de data van de burgers en de dienstverlening veilig blijven. Het mag toch niet afhangen van de wil van een lokaal bestuur om daarin te investeren. Daar zijn wij toch bezorgd over. Ik wil dat graag nog eens expliciet van u horen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, werk in de commissie is toch ter voorbereiding van de plenaire vergadering, dat mag op dinsdagavond toch niet worden uitgeveegd in de aanloop naar de plenaire vergadering van de woensdag erna.
Mijnheer Verheyden, u was er gisteren bij. Ik heb een heel omstandig antwoord gegeven over wat er in het verleden en in deze legislatuur is gebeurd en wat we in het kader van het plan Vlaamse Veerkracht nog vooruitschuiven. In antwoord op een vraag van mevrouw Rutten heb ik daar nog een aantal elementen aan toegevoegd. Je kunt niet bezig blijven. Lees het verslag van de commissie van gisteren en van wat ik daarstraks aan mevrouw Rutten heb geantwoord. Dat zijn alle elementen van cybersecurity die op dit moment op de tafel liggen.
Mijnheer Gryffroy, wat 5G betreft: dat stond inderdaad op de agenda van het Overlegcomité van deze morgen. Dat is altijd een werk in stappen. Wat we deze morgen hebben beslist, is om de federale wet voor de veiling van 5G voor de spelers mogelijk te maken. Dat kan nu worden goedgekeurd in het federaal parlement. De vijf uitvoeringsbesluiten die daarmee gepaard gaan, worden voor advies opgestuurd naar de Raad van State, met de uitdrukkelijke vraag of ze stroken met het bewuste artikel 52 van de Europese regelgeving. Dan zal dat terugkeren naar het Overlegcomité. Wij hebben er wel op aangedrongen om vooruitgang te boeken in dit dossier, want heel wat kringen zitten daar op te wachten, en dan kunnen wij de infrastructuurwerken aanvatten.
Mevrouw Rutten, de doorlichting gebeurt. Het is ook logisch dat als je zo'n signaal krijgt, je nog wat dieper gaat graven. Dat gebeurt dus.
Mijnheer De Roo, extra vertrouwen komt door de communicatie over welke beveiligingssystemen we allemaal in stelling brengen. Die beveiligingssystemen moeten tot en met het lokale niveau worden geaudit, die moeten voldoende veilig zijn. Daarover ben ik het absoluut met u eens.
Mijnheer D'Haese, we zijn inderdaad van plan om op die weg verder te gaan met goede statuten voor onze ambtenaren. Het nieuwe agentschap Digitaal Vlaanderen zal ongeveer 450 ICT-specialisten tellen. Daarnaast gaan we ook de nodige wendbaarheid in onze personeelsbezetting handhaven door met externe partners te werken, omdat je soms maar tijdelijk een bepaalde kennis of bijkomende capaciteit nodig hebt. De wendbaarheid in dat systeem gaan we dus blijven handhaven.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister-president, het is goed dat we nu ook op federaal niveau in het Overlegcomité vooruitgang boeken over onze digitale infrastructuur, 5G dus. Als we als uitgangspunt nemen – en daar gaan we 100 procent mee akkoord – dat we het aantal e-governmentgebruikers moeten verhogen, dan kan dit maar op twee manieren, namelijk dat het gebruiksvriendelijk is en dat het veilig is in de breedste zin van het woord. Uiteraard hoort cybersecurity daarbij, maar dat was niet de basis van de vraag. De basis van de vraag is: als we het aantal e-governmentgebruikers kunnen verhogen, kunnen we in de top vijf terechtkomen. Dan zal de uitdaging in de toekomst de samenwerking op de verschillende beleidsniveaus zijn. Een aantal apps ontwikkelen zal keuzes vragen tussen het hoogste niveau en het lokale niveau. Het is wel zeer logisch dat het lokale bestuur de unieke toegangspoort is, want die staat ook het dichtst bij de burger.
De heer De Roo heeft het woord.
We zijn het erover eens dat de verdere digitalisering een noodzaak is en dat cyberveiligheid daarin van cruciaal belang is. We moeten er wel voor oppassen dat niet elk positief bericht over digitalisering in de grond wordt geboord door een aantal berichtgevingen over veiligheid. Daar moeten we heel goed voor opletten.
We moeten vooral lokale besturen aanmoedigen en overtuigen om in te tekenen op het aanbod dat Vlaanderen nu voorziet. Via die lokale besturen zullen we Vlamingen bereiken en zullen we voor goede resultaten kunnen zorgen in de verdere digitalisering van Vlaanderen.
Mevrouw Rutten heeft het woord.
Ik ben, net als mijn fractie, een heel groot voorstander van verdere digitalisering. Ik juich ook die ambitie toe. Maar dit moet wel hand in hand gaan met garanties voor de privacy van mensen. Dat is even belangrijk. Minister-president, dank u wel voor deze nieuwe bijkomende informatie. Voorlopig is er geen impact op Vlaanderen, dat heb ik goed onthouden. Er komt een bijkomende gerichte screening om te bekijken of er hier geen lekken zijn. Dat lijkt mij dan een boodschap die op alle niveaus moet worden doorgetrokken. Als burgemeester ben ik alvast heel blij met het raamcontract. Ik denk dat u daarmee heel wat lasten uit de handen neemt van lokale besturen die wensen in te stappen.
De actuele vragen zijn afgehandeld.