Verslag plenaire vergadering
Voorstel van resolutie over een fundamentele strategische heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije
Verslag
Voorstellen tot spoedbehandeling
Dames en heren, vanmiddag heeft de heer Wilfried Vandaele bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Karl Vanlouwe, Karin Brouwers, Gwendolyn Rutten, Joris Nachtergaele, Orry Van de Wauwer en Cathy Coudyser over een fundamentele strategische heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije.
De heer Chris Janssens heeft bij motie van orde een voorstel tot spoedbehandeling gedaan van het voorstel van resolutie van Johan Deckmyn, Kristof Slagmulder, Carmen Ryheul en Chris Janssens over de rol van Turkije als regionale destabiliserende factor.
We behandelen beide voorstellen tot spoedbehandeling samen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, de heer Vanlouwe zal de spoedbehandeling sterk beargumenteren.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, we denken dat de behandeling van ons voorstel van resolutie hoogdringend is. Morgen vindt er namelijk een Europese top plaats waarop verschillende punten ter discussie staan, waaronder de verhoudingen tussen de EU en Turkije. We denken dat ons voorstel van resolutie voldoet aan de voorwaarde van de hoogdringendheid en we wensen het vandaag te behandelen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, wat de behandeling van ons voorstel van resolutie betreft, sluit ik me volledig bij deze argumentatie aan.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
Dan stemmen we nu bij zitten en opstaan over de voorstellen tot spoedbehandeling.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen tot spoedbehandeling wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik sta op’.
De volksvertegenwoordigers die de voorstellen tot spoedbehandeling niet wensen aan te nemen, drukken op ‘Ik blijf zitten’.
De voorstellen tot spoedbehandeling zijn aangenomen. Dan stel ik voor dat de voorstellen van resolutie van Johan Deckmyn, Kristof Slagmulder, Carmen Ryheul en Chris Janssens over de rol van Turkije als regionale destabiliserende factor en van Karl Vanlouwe, Karin Brouwers, Gwendolyn Rutten, Joris Nachtergaele, Orry Van de Wauwer en Cathy Coudyser over een fundamentele strategische heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije onmiddellijk worden behandeld.
Is het parlement het daarmee eens? (Instemming)
Het incident is gesloten.
Bespreking
Dames en heren, aan de orde zijn de voorstellen van resolutie van Johan Deckmyn, Kristof Slagmulder, Carmen Ryheul en Chris Janssens over de rol van Turkije als regionale destabiliserende factor en van Karl Vanlouwe, Karin Brouwers, Gwendolyn Rutten, Joris Nachtergaele, Orry Van de Wauwer en Cathy Coudyser over een fundamentele strategische heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije.
De bespreking is geopend.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik zal beide voorstellen van resolutie samen bespreken, natuurlijk vanuit de insteek van mijn eigen voorstel van resolutie.
De Turkse president Erdogan heeft zich de laatste jaren ontpopt tot een nogal autoritaire leider met dictatoriale trekjes. Onder zijn leiderschap schakelde Turkije over naar een presidentieel systeem, waardoor de president een aanzienlijke hoeveelheid macht kreeg. De Turkse Regering, onder leiding van de AKP, de partij van president Erdogan, voert een actief islamiseringsbeleid. De verwezenlijkingen van Mustafa Kemal Atatürk, de grondlegger van het seculiere Turkije en de moderne staat, worden op deze manier tenietgedaan.
Turkije probeert al geruime tijd invloed als regionale grootmacht te verwerven. Sinds de AKP in 2002 in Turkije aan de macht is gekomen, is de focus van de Turkse buitenlandse politiek sterk verschoven. Turkije wil zich opwerpen als de niet-gecontesteerde leider van de soennitische moslimwereld. Een terugkeer naar de zogenaamde gloriedagen van het Ottomaanse rijk wordt door veel aanhangers van het Turkse regime als wenselijk beschouwd.
Na de val van de Iraakse dictator Saddam Hoessein in 2003 heeft Turkije aangegeven dat het zou proberen zich actief te mengen in de binnenlandse politiek van de omliggende landen. Turkije heeft in Irak de soennitische Iraaks-Islamitische Partij gesteund. De Turkse Regering heeft in de Gazastrook ook vrijwel meteen Hamas gesteund. Hamas is een radicaal-islamitische beweging en een afsplitsing van de Egyptische Moslimbroederschap. Zo zijn nog veel voorbeelden te noemen.
Gedurende de migratiecrisis van 2015 toonde Ankara aan dat het ook de confrontatie met Europa niet uit de weg zou gaan. Zo ondernam Turkije geen enkele poging om de massale stroom migranten naar Europa tegen te houden. De Turkse regering gebruikte integendeel de migratiecrisis als chantagemiddel om Europa op de knieën te dwingen. Ten gevolge van die chantage verkreeg Turkije in het kader van de zogenaamde vluchtelingendeal die het met de Europese Unie sloot, maar liefst 6 miljard euro. Turkije dreigde er in maart 2020 mee de vluchtelingendeal op te blazen en hield, tegen de gemaakte afspraken in, migranten niet langer tegen op hun doortocht naar Europa.
De laatste maanden lijkt Turkije zich echter steeds agressiever te gedragen en gaat het steeds minder de confrontatie uit de weg om te bereiken wat het wil. In 2011 sprak de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties een wapenembargo uit tegen Libië. De bewijzen stapelden zich op dat Turkije dit wapenembargo niet respecteerde.
Er zijn ook tal van andere voorbeelden. Turkije wil bijvoorbeeld de olie- en gasvoorraden die zich in de oostelijke Middellandse Zee bevinden, voor zichzelf opeisen. Het wil zich ook profileren als een maritieme grootmacht ten koste van de soevereine rechten van onder meer Griekenland en Cyprus.
Op het Cypriotische eiland zelf pookt Turkije de onlusten ondertussen verder op. In de voorbeschouwing van mijn voorstel van resolutie ben ik daar uitvoerig op ingegaan. Ik zal dat hier nu niet herhalen, maar de collega's kunnen het daar zeker nalezen.
Collega's, het meest recente conflict waarin Turkije een destabiliserende rol speelt en escalatie in de hand werkt, is dat tussen Armenië en Azerbeidzjan over de betwiste regio Nagorno-Karabach, ook gekend als Artsakh.
Bij de recente escalatie zijn ondertussen al honderden levens verloren gegaan. Armenië en Azerbeidzjan bevinden zich allebei in een staat van oorlog en de gewelddaden dreigen door de Turkse betrokkenheid een internationale dimensie te krijgen. De Turkse regering beschouwt de Turkssprekende Azeri's als een natuurlijke bondgenoot en heeft ook economische belangen in het gebied. Daarnaast zou president Erdogan Azerbeidzjan niet alleen militair steunen met de levering van drones en ander wapenmateriaal, maar zou hij ook Syrische huurlingen naar het gebied zenden. De Franse president Emmanuel Macron sprak over de inzet van jihadistische strijders en het overschrijden van een rode lijn.
Ook waren er berichten dat een Turkse F-16 een Armeens gevechtsvliegtuig zou hebben neergeschoten boven Armeens grondgebied. In plaats van de invloed over Azerbeidzjan te gebruiken om het conflict te doen bedaren, gooit Turkije dus juist olie op het vuur door resoluut de kant van Azerbeidzjan te kiezen en zich direct in een conflict te mengen.
Dit is dan ook de aanleiding voor de vragen die we hebben geformuleerd in ons voorstel van resolutie aan de Vlaamse Regering. Wij vragen het Turkse optreden in de oostelijke Middellandse Zee ten strengste te veroordelen. Wij vragen ook de Turkse inmenging in het conflict tussen Armenië en Azerbeidzjan over de betwiste regio Nagorno-Karabach ten strengste te veroordelen. Wij vragen vervolgens de Turkse overheid op te roepen de soevereiniteit van Cyprus te respecteren. Wij vragen ook dat de Vlaamse Regering bij de federale overheid, de andere gewestelijke overheden en de Europese Commissie aandringt op sancties tegen Turkije, en op de onmiddellijke stopzetting van de toetredingsonderhandelingen van Turkije met de Europese Unie. We roepen tevens op tot beëindiging van het NAVO-lidmaatschap van Turkije. Ten slotte vragen we dat de Turkse ambassadeur over die kwesties wordt aangesproken en dat de Vlaamse Regering erop aandringt dat Turkije het internationaal zeerecht respecteert, alsook de soevereiniteit van de staten waarin het invloed probeert te verwerven.
Collega's, ik heb ook het voorstel van resolutie van de meerderheid nagekeken. Wat mij betreft, is dat een zeer goed voorstel van resolutie, maar ik heb er wel enkele kanttekeningen bij, die ik heb verwoord in twee amendementen.
Het eerste amendement wil het huidige tweede streepje vervangen door “- besluit dat in het licht van de reeks nieuwe incidenten, boven op de nefaste ontwikkelingen op het vlak van democratie en mensenrechten, en het huidige kader voor gesprekken met Turkije over het lidmaatschap van de EU, er geen toekomst is voor Turkije in de EU”. Dat wil ik in het voorstel van resolutie van de meerderheid vervangen zien. Waarom? Turkije ligt geografisch voor 97 procent in Azië. Daarnaast staat zijn culturele en islamitische identiteit haaks op de Europese identiteit. Turkije heeft bijgevolg geen plaats in de Europese Unie. De passage in het voorstel van de meerderheid “op dit moment” is daarom overbodig en wordt beter geschrapt.
Een tweede amendement betreft het invoegen van een nieuw eerste streepje, dat luidt als volgt: “ - veroordeelt het Turkse optreden in de oostelijke Middellandse Zee ten strengste;”. Ik vind dat we niet alleen de Grieken en Cyprioten moeten steunen en hun een hart onder de riem moeten steken – wat de meerderheid ook duidelijk wil doen –, maar dat we het optreden van Turkije in de Middellandse Zee ten strengste moeten veroordelen. De militarisering van de oostelijke Middellandse Zee benadeelt en bedreigt niet enkel Cyprus en Griekenland, maar zorgt voor een algehele destabilisatie van de regio. De algemene veroordeling van het optreden van Turkije ter plekke behelst zo niet alleen een veroordeling van de Turkse schendingen van het internationale zeerecht, maar eveneens een veroordeling van de Turkse wapentrafiek richting Libië.
Collega's, om de meerderheid een beetje ter wille te zijn, heb ik mijn voorstel van resolutie steeds uitgesteld voor bespreking. Ik ben blij dat de meerderheid ermee akkoord is gegaan om naar aanleiding van deze hoogdringendheid ook mijn voorstel van resolutie hieraan te koppelen. We zullen het voorstel van de meerderheid goedkeuren, omdat er een oproep in staat om de toetredingsonderhandelingen van Turkije tot de EU te stoppen. Dat is een vraag die het Vlaams Belang al heel lang stelt, maar ze werd vaak een beetje weggeduwd. Nu vinden wij de vraag die wij al heel lang stellen verwoord in een voorstel van resolutie van de meerderheid en dat stemt ons tevreden. We zijn daar blij om en steunen samen met de meerderheid uitdrukkelijk de Grieken en Cyprioten.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik zal ook beide voorstellen van resolutie samen behandelen, omdat ze voor een deel gelijklopend zijn. Meer dan dertig jaar geleden, in 1987 om precies te zijn, vroeg Turkije het lidmaatschap aan van de toenmalige Europese Gemeenschappen. Het veto dat Griekenland stelde tegen een Turkse toetreding, werd opgeheven in 1999, en sindsdien is Turkije officieel kandidaat-lidstaat van de Europese Unie, naast enkele andere landen zoals Bosnië-Herzegovina en Servië.
Maar lid worden van een club, houdt natuurlijk in dat men zich schikt naar de regels van die club. De toetredingsregels tot de Europese Unie zijn vastgelegd in de Kopenhagencriteria. Ten eerste moet men over stabiele instellingen beschikken. Ten tweede moet men de democratische principes respecteren. Ten derde moet men de mensenrechten en de rechten van minderheden respecteren. Ten vierde moet men een functionerende markteconomie hebben die bestand is tegen de concurrentie van de interne markt. Ten vijfde moet men het zogenaamde ‘acquis communautaire’ overnemen en toepassen, zeg maar het bestaande Europese recht. Ten slotte moet men een Europees land zijn.
Uiteraard kan wel gediscussieerd worden over dat laatste criterium, maar het zijn toch vooral de andere criteria waarover in Europa een algemene consensus moet bestaan. Er bestaat momenteel een consensus dat Turkije daar op dit ogenblik niet aan voldoet en, wat ons betreft, geen lid kan worden van de Europese Unie. Het feit dat Turkije weigert om Cyprus als Europese lidstaat officieel te erkennen helpt natuurlijk ook niet om toe te treden tot de club. Wanneer een land wil toetreden tot de Europese club, maar weigert een land te erkennen, omdat het daar een conflict mee heeft, dan is dat een fundamenteel probleem.
De onderhandelingen gingen van start op 3 oktober 2005 en zijn onderverdeeld in 33 verschillende hoofdstukken. Vandaag is daarvan slechts één hoofdstuk afgerond. Momenteel staan er nog 15 hoofdstukken open en blijven 17 hoofdstukken gewoon gesloten. De toetredingsonderhandelingen gaan de laatste jaren absoluut niet vooruit maar, laten we eerlijk zijn, eerder achteruit. Het Europees Parlement sprak hier tijdens de afgelopen jaren zijn bezorgdheid over uit in verschillende resoluties en ook hier hebben wij de voorbije jaren twee resoluties goedgekeurd, in 2017 en in 2019, naar aanleiding van de inval van Turkije in het noorden van Syrië, in een deel van Koerdistan.
Maar er is ook de achteruitgang van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, de vrijheid van vergadering en er zijn problemen met de vrijheid van meningsuiting, de eerbiediging van mensenrechten en de eerbiediging van de rechtsstaat in Turkije. En dat baart het Europees Parlement alsook het Vlaams Parlement grote zorgen. Ik wil even citeren uit een aantal rapporten van het Europees Parlement. Daarin staat letterlijk dat de ernstige achteruitgang van het respect voor democratische normen, de rechtsstaat en fundamentele vrijheden doorgaat. Er is de aanhoudende zwakke parlementaire controle op de uitvoerende macht. Er zijn arrestaties en ontslagen van gekozen burgemeesters, partijvertegenwoordigers. Die gingen gewoon door en brachten ernstige schade toe aan de lokale democratie.
In het vooruitgangsrapport, zoals dat heet in het Europees Parlement heet, staat dat het maatschappelijk middenveld voortdurend onder druk staat en dat de ruimte om vrij te opereren voor hen steeds kleiner is geworden. Er blijft bezorgdheid bestaan over het systematisch gebrek aan onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Turkije heeft ook nog steeds geen preventieve instanties voor corruptiebestrijding.
Ik zou hier uren mee kunnen doorgaan omdat er jaarlijks een dergelijk rapport verschijnt van maar liefst 150 bladzijden. Maar wees gerust, voorzitter ik zal het niet doen.
Niet alleen interne Turkse aangelegenheden zorgen voor spanningen tussen Turkije en de Europese Unie, ook de dubbelzinnige rol die Turkije speelt als bondgenoot in de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) is zeer problematisch. Denk aan de directe betrokkenheid van Turkije in het conflict in Nagorno-Karabach, waarbij Turkije Syrische jihadisten heeft ingezet tegen Armenië. Maar ook de rechtstreekse relaties tussen Turkije en de Europese Unie staan zwaar onder druk. Men zou verwachten dat iemand die lid wil worden van een club, er juist alles aan doet om aanvaard te worden door de club en zorgt voor goede relaties, maar dat is dus niet het geval.
President Erdogan lijkt er af en toe wel een sport van te maken om dwars te liggen, tegen te werken en Europese regeringshoofden daadwerkelijk voor het hoofd te stoten. Herinner u onder meer de deal uit 2016, die werd afgesloten om de vluchtelingenstroom naar Europa vanuit Syrië via Turkije te stoppen en die niet meer wordt nageleefd sinds de Turkse inval in de Syrische provincie Idlib. De Turkse president Erdogan kondigde aan om de poorten naar Europa open te zetten en dat heeft hij letterlijk verklaard tijdens meerdere televisieoptredens. Hij gebruikt dus ongeveer 4 miljoen vluchtelingen als cynisch geopolitiek wapen tegen de Europese Unie. Als signaal naar de Europese club waar Turkije dan toch officieel lid van wil worden, kan dat toch wel tellen.
Sinds augustus 2020, enkele maanden terug, staan de relaties tussen Turkije en de EU opnieuw onder hoogspanning. Turkije voert activiteiten uit om olie en gas te zoeken onder de zeebodem. Er werden Turkse oorlogsschepen ingezet en Turkije schond de grens met de territoriale wateren van Griekenland en Cyprus, opnieuw een zwaar conflict met twee EU-landen. Dit explosieve conflict tussen een EU-lidstaat en een kandidaat-lidstaat toont nog maar eens aan dat Turkije een eigen geopolitieke agenda nastreeft die niet in lijn ligt met de Europese belangen.
Er is al over de heropening van de kuststrook aan de Cypriotische stad Varosha, een van de pijnlijke symbolen van de Turkse bezetting van Cyprus, gesproken. Inderdaad, Turkije bezit nog altijd het noordelijke deel van Cyprus, waar al jaren geprobeerd wordt om met de VN tot een oplossing te komen, maar president Erdogan zelf kwam daar vorige maand ter plaatse. Qua signaal naar de Europese lidstaat Cyprus kan dat tellen. Het Europees Parlement keurde naar aanleiding hiervan – van deze Turkse provocatie – een resolutie goed waarin de Europese Raad wordt opgeroepen om te bekijken of er sancties kunnen worden genomen richting Ankara.
Collega’s, behalve al deze voorbeelden waarin Turkije beleidsmatig aantoont dat het geen lid kan worden van de EU, zijn er ook de vele en eigenlijk wel vijandige, zelfs waanzinnige en totaal onaanvaardbare uitspraken van president Erdogan. Ik zal ze niet allemaal opsommen, maar ik wil er toch enkele aanhalen die recent zijn geuit. Ik citeer letterlijk. “Als Europa zo doorgaat, kunnen Europeanen over de hele wereld niet meer veilig over straat.” Dat zijn de woorden van een president die lid wil worden van de EU. Of wat te denken van het volgende? “Duitsland, jullie zijn niet anders dan tijdens de naziperiode. Ik dacht dat het nationaalsocialisme voorbij was, maar het is er nog.”
Erdogan loopt behalve met Cyprus ook niet hoog op met andere Europese lidstaten. Nederland is volgens hem fascistisch en een overblijfsel van het naziregime. De laatste in het rijtje die eraan moet geloven, is de Franse president. Erdogan vroeg zich af wat Macrons probleem was met de islam en moslims, want “hij heeft psychische hulp nodig”, vond de Turkse president. Ik heb hem niet veel horen vertellen over de aanslagen of de onthoofding die plaatsvonden in Frankrijk.
Zijn uitspraken bewijzen dat er nu geen plaats is voor Turkije binnen de Europese Unie, wat vanzelfsprekend niet wil zeggen dat we geen relatie willen met Turkije. Zoals de titel van dit voorstel van resolutie weergeeft, vragen wij een heroverweging van deze betrekkingen. We pleiten voor een vernieuwd zakelijk nabuurschap, met de nadruk op ‘zakelijk’ én ‘nabuurschap’. De EU heeft aangegeven open te staan voor een modernisering van de Europees-Turkse douane-unie. Voor onze Vlaamse bedrijven is de Turkse markt ook wel te interessant om zomaar links te laten liggen. Ook dat wil ik benadrukken.
Morgen staan de relaties tussen Turkije en de Europese Unie geagendeerd op de Europese top. Het is dan ook het ideale moment om hier vanuit het Vlaams Parlement onze bijdrage te leveren. In ons voorstel van resolutie roepen wij daarom onder andere op tot een fundamentele strategische heroverweging van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije. We vragen ook expliciet om de onderhandelingen en de procedure tot toetreding van Turkije tot de EU stop te zetten. We betuigen expliciet onze steun aan Griekenland en Cyprus in de context van de voortdurende Turkse provocaties. Ook vragen we de schrapping van de toetredingssteun die nu nog altijd bestaat. In het verleden kreeg Turkije maar liefst 9 miljard euro aan toetredingssteun, het voorbije jaar was dat ongeveer 600 miljoen euro.
Collega's, ik hoop op een brede steun van dit parlement voor dit initiatief.
Ik wil nog kort ingaan op de twee amendementen van collega Deckmyn. Ik denk dat beide amendementen opgevangen zijn door de resolutie die de meerderheid heeft ingediend. Ik denk dat wij daarnaar verwezen. Daarom gaan we deze amendementen niet goedkeuren.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega’s, ik wil eigenlijk maar heel kort tussenkomen. Maar dit voorstel van resolutie bepaalt toch een heel belangrijke heroverweging van de relatie tussen de EU en Turkije. En wij als parlement zouden ook een belangrijk standpunt innemen als dit voorstel wordt aangenomen. Ik ga het niet zo uitgebreid doen als mijn twee vorige collega’s, maar ik ga toch alle belangrijke punten voor mijn fractie maken. Ik spreek ook namens Karin Brouwers, die voor CD&V mee de pen heeft vastgehouden bij dit voorstel van resolutie. Ik heb het dan weliswaar over de meerderheidsresolutie, niet de resolutie van het Vlaams Belang. Dat zou een andere tekst hebben opgeleverd.
Een Nederlands columnist schreef over de relatie van Turkije met de EU en de NAVO: “Kemal Ataturk heeft verloren: Turkije is definitief afgehaakt.” Ik wil zeker niet zo ver gaan, want het is niet Turkije dat als land heeft afgehaakt, maar wel de huidige president Erdogan en zijn AKP. Want zoals collega Vanlouwe ook zei: Turkije blijft op heel veel vlakken een belangrijke bondgenoot en partner, zowel voor de Europese Unie als voor de NAVO.
Maar in een relatie ben je met twee en moet je respect hebben voor elkaar en voor de aangegane engagementen en verbintenissen. Sinds de AKP in Turkije aan de macht is, merken we wel dat die relatie met de EU steeds meer en meer gecompliceerd is geworden. Het land dat in 1999 kandidaat-lidstaat van de EU werd, dreef de voorbije jaren steeds verder af van de Europese en democratische waarden. En ondanks de geregelde aanmaningen en signalen vanuit de EU, ook vanuit dit parlement, bleef de regering in Ankara een eigengereide koers varen. Daardoor is het een illusie dat het huidige autocratisch bestuurde Turkije nog aanspraak kan maken op een EU-lidmaatschap.
In 2020, dit jaar dus, werd de relatie met Turkije helemaal op scherp gezet, en niet alleen door de proefboringen naar gas en olie in de oostelijke Middellandse Zee, waarbij Turkse oorlogsschepen meegestuurd werden met een onderzoeksschip dat naar nieuwe bronnen zocht. Het kwam ook door de betrokkenheid in het conflict van Nagorno-Karabach en door de zware uithaal naar de Franse president Macron, die het islamitisch fundamentalisme in zijn land wilde aanpakken.
Ook het recente EU-overzichtsrapport beklemtoont dat Turkije steeds verder afdrijft van de Europese Unie, als gevolg van een ernstige achteruitgang op het gebied van democratie, de rechtsstaat en de rechterlijke macht. Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat Turkije een belangrijke partner is en blijft. Op het vlak van defensie, via de NAVO, speelt Turkije een cruciale rol tussen de Europese Unie en het vaak woelige Midden-Oosten. En dat is ook een van de redenen waarom onze fractie de resolutie van het Vlaams Belang niet zal goed goedkeuren: omdat wij dat belangrijke partnerschap, dat bondgenootschap van Turkije binnen de NAVO, nog wel erkennen. Dat is dus een van de verschilpunten tussen onze twee resoluties.
Niet alleen op militair vlak is Turkije een belangrijk partner, ook op het vlak van handel neemt het een heel belangrijke positie in. De EU is de grootste handelspartner van Turkije, en voor Europa zelf is Turkije de zevende grootste importeur en de vijfde grootste exportmarkt. Verder is 75 procent van de buitenlandse directe investeringen door de EU gedaan. Bijgevolg ligt het voor de hand dat, wat Vlaanderen betreft, Turkije ook voor ons een belangrijk partner is. Het land is het dertiende belangrijkste exportland voor Vlaanderen, met een waarde van iets meer dan 4,3 miljard euro vorig jaar, in 2019.
Turkije is ook voor de EU van heel groot belang bij het coördineren en het effectief bestrijden van de vluchtelingenstroom die in 2015 op gang kwam. In 2016 is er een deal gemaakt en daarin is afgesproken dat Turkije meer migranten opvangt en zijn grenzen beter moet bewaken. In ruil daarvoor ontvangt Turkije extra financiële steun van de Europese Unie en zijn er afspraken gemaakt over de afschaffing van de visumplicht voor Turken die naar de EU reizen. Dat is niet altijd van een leien dakje gelopen, dat gaan we ook zeker niet ontkennen. Maar over het algemeen kunnen we wel stellen dat Turkije getrouw uitvoering heeft gegeven aan de gemaakte afspraken.
Dit alles gezegd zijnde, ga ik concluderen dat wij als CD&V deze meerderheidsresolutie zullen steunen, omdat er belangrijke elementen in deze resolutie zitten die die relatie, waarvan ik heb benadrukt hoe belangrijk ze is, toch blijven garanderen.
De resolutie herinnert ook aan de lovenswaardige rol die Turkije heeft gespeeld bij het reageren op de migratiecrisis, die als gevolg van de oorlog in Syrië in alle hevigheid is uitgebroken, en het erkent dat dat land hierin ook nog altijd een rol te spelen heeft, met wederzijds respect voor de aangegane verbintenissen.
De resolutie laat Turkije ook niet volledig los. De middelen die in het kader van de pre-toetredingsgesprekken voorzien zijn en die reeds voor een groot deel opgeschort werden, blijven voor een stuk geheroriënteerd voor het Turks middenveld. Dat is toch ook een belangrijk punt. Wij vinden het belangrijk dat ook in Turkije de kritische stem van het democratische middenveld gegarandeerd blijft. Daartoe roepen we ook op met dit voorstel van resolutie.
Ten slotte gaan met dit voorstel van resolutie de deuren ook niet definitief toe. We vinden dat in de huidige omstandigheden de gesprekken en procedures tot toetreding moeten worden stopgezet. Cruciaal daarin is het woordje ‘nu’ in het desbetreffende dispositief. Gezien de inhoudelijke verschillen en een aantal tegenstrijdigheden tussen beide voorstellen van resolutie, collega Deckmyn – en dit is er één van – zal onze fractie stemmen voor die van de meerderheid en tegen die van het Vlaams Belang. Zo erkennen wij, zoals ik eerder al heb gezegd, wel die belangrijke rol van Turkije als partner binnen de NAVO.
We steunen dit voorstel van resolutie omdat het moment is gekomen om een heel duidelijk signaal te geven: met dit regime in Turkije en onder de huidige omstandigheden, kan Turkije geen lid worden van de Europese Unie. Maar daarmee pleiten we niet voor een totaal isolement van Turkije. Het land blijft op vele manieren verbonden met de Europese Unie. Ondanks alle repressies en ondanks alle media die aan banden zijn gelegd, blijven de oppositiekrachten in Turkije zelf veerkracht tonen. Zolang die oppositie in Turkije zelf de hoop niet heeft opgegeven, collega’s, zolang mogen wij dat ook niet doen.
De heer Keulen heeft het woord.
Voorzitter, minister en goede collega’s, ik denk dat we dit voorstel van resolutie niet mogen onderschatten. Europa en Turkije zijn elkaars lot- en bondgenoten, geografisch: we liggen in elkaars verlengde. Turkije is, evenals de rest van Europa, lid van het Westerse verdedigingsbondgenootschap, de NATO. Na het Amerikaanse leger, is het Turkse het grootste daarin. Het is ook zeer goed uitgerust.
Daarnaast, op het vlak van cijfers inzake internationaal zakendoen, export en investeringen, neemt de Europese Unie 75 procent van de investeringen in Turkije voor haar rekening. 40 procent van de Turkse export gaat naar Europa. Er zijn dus zowel structurele banden van economische aard als banden inzake onze verdedigingspolitiek. Eigenlijk staan we daar schouder aan schouder en komen we op voor de verdediging van de waarden waarvoor de NATO staat.
Voorzitter, ik vind het altijd heel interessant om in de internationale politiek – ‘das war einmal’ – eens te gaan kijken naar de periode van de eeuwwisseling. In die periode waren het AK-regime in Ankara en Erdogan eigenlijk symbolen van een verlichte islam. Het was bijna een verademing na de corrupte regimes die aan Erdogan voorafgingen, zoals Tansu Çiller en Mesut Yilmaz. Er waaide plotseling een nieuwe wind, met een objectief bestuur en groeicijfers tot tegen de 10 procent op jaarbasis. Investeerders ontdekten Turkije opnieuw als een land waarmee zaken konden worden gedaan en waar ook opnieuw een objectief bestuur leek te bestaan. Macht corrumpeert. Absolute macht corrumpeert helemaal. Je kan inderdaad niet ontkennen dat er de jongste jaren een duidelijke verwijdering is tussen Turkije en de Europese Unie en dat Erdogan en het AK-regime daar alles voor hebben gedaan om die verwijdering tot stand te brengen. Ik denk dat Europa heel vaak heeft weggekeken om dingen niet te zien en om dingen niet te moeten aanklagen. Het regime is helemaal de pedalen kwijtgespeeld toen er in juli 2016 een mislukte staatsgreep plaatsvond. Toen heeft Erdogan eigenlijk alle duivels ontbonden. Ontelbaar zijn de docenten, leerkrachten, officiers, rechters enzovoort – allemaal vertegenwoordigers van verschillende geledingen van de zogenaamde ‘société civile’ – die achter de tralies terechtgekomen zijn. Sindsdien staat daar inderdaad geen rem meer op. Er was ook het nadrukkelijk ambiëren van het opnieuw in de voetsporen treden van de vroeger sultans. Dan zitten we eigenlijk in het oude Ottomaanse regime, dat zich toen uitstrekte van het huidige Turkije tot in Noord-Afrika. Dan zitten we in Libië. Dat liep dan over Egypte, het Arabische schiereiland, Israël en de Levant. Dan zitten we al in Libanon en Syrië en Irak. Hij wou daar eigenlijk laten zien wat het is als je een regionale grootmacht bent, die bovendien ook nog beschikt over een sterk leger.
En dan krijgen we dus de voorvallen die al door de collega's zijn geciteerd, in Azerbeidzjan, het verhaal van de maritieme aspiraties rond Cyprus, de gas- en olievoorraden. Het feit dat men ook in Libië een vinger in de pap probeert te krijgen, is nog niet gezegd. Want dat is vandaag een feitelijke schurkenstaat, waar alle mogelijke bendes lappen grondgebied controleren en daar hun dwingelandij opleggen. Turkije probeert daar wat in te arbiteren en een verdeel- en heerspolitiek te voeren. Je kunt het palmares wat dat betreft inderdaad ellenlang maken en dan blijf je nog altijd zakelijk bij feiten.
Aan de andere kant – en dan ga ik terug naar het begin van mijn betoog – zijn we elkaars lot- en bondgenoten. We zijn elkaars partners in een aantal instellingen. En dus is het een kwestie om tot dat nieuwe zakelijke partnerschap te komen, waarbij we proberen als strategische partners met elkaar in dialoog te gaan en daar ook afspraken rond te maken. Maar op het ogenblik dat een van de partners dan buiten de lijnen kleurt, moeten we dat ook zeggen en daar ook mogelijke sancties aan koppelen. Regimes van het genre Erdogan, het AKP-regime, die verstaan eigenlijk maar één taal, en dat is die van de macht. Vanaf het ogenblik dat je daar probeert te spelen met de spelregels zoals wij die nog hanteren in het overleg en in de contacten tussen democratische staten, ben je altijd verliezende partij.
We mogen dus zeker en vast de deur niet dichtslaan, want daarmee leveren we de wereld over aan de Erdogans van deze wereld. Tezelfdertijd moeten we ook kijken naar datgene wat ons bindt. En tezelfdertijd mogen we ook de democratische krachten in Turkije niet in de steek laten. Want dat is wat ik niet hoor in alle tussenkomsten. Eigenlijk is Erdogan iemand die – met de nationalisten aan zijn kant, want hij moet nu een coalitie aangaan – net nog aan de macht kan blijven. Maar vandaag is de Turkse ‘société civile’ zeer sterk. Erdogan moet als het ware op de toppen van zijn tenen staan om zich te kunnen handhaven en moet wat regionale conflicten uitlokken om zo de nationalisten aan zich te kunnen binden. Maar we laten anders inderdaad die democratische, goed menende Turken in de steek. En dat mogen we niet doen. Vandaar dus de oproep om tot dat nieuwe zakelijke partnerschap te komen, hopend dat morgen en overmorgen de Europese Raad, de raad van staatshoofden en regeringsleiders, ook wat dat betreft stappen zet en zich ook weer niet laat overleveren aan een verdeel- en heerspolitiek, maar vooral aan Turkije een signaal geeft. Europa moet de goed menende, democratische Turken, die daar electoraal bijna de meerderheid van de stemmen vertegenwoordigen, zeker altijd in het vizier laten, zodat we voor hen altijd eeuwige partners blijven.
De heer Rzoska heeft het woord.
Collega's, ik ga het heel beknopt en kort houden, want er is door de voorgaande collega's al zeer veel ingebracht. Ik ga gewoon namens mijn fractie aangeven dat ook wij op alle manieren afstand nemen van het politieke regime dat vandaag de macht uitmaakt in Turkije. Ik zal niet herhalen wat de collega’s al hebben gezegd. Er is al ten overvloede geciteerd uit allerhande documenten.
Collega's, als ik het voorstel van resolutie van de meerderheid bekijk, zitten daar zeer veel goede dingen in. Maar ik pik aan waar collega Keulen zowat geëindigd is: ik zou niet graag hebben dat we de deur definitief dichtslaan voor de democratische Turken en heel wat mensen binnen die Turkse bevolking. Mijn fractie is ervan overtuigd dat we te allen prijze de dialoog met hen open moeten houden. We moeten ook proberen om die mensen te versterken, om naar een kanteling te gaan, naar een verandering in het regime.
Ik kom, ook gezien het vergevorderde uur, gewoon tot het zinnetje waar wij wat over vielen, collega's. Het zal u niet verwonderen dat dat het zinnetje is waarin staat om de onderhandelingen – nu, is er wel gezegd door collega Van de Wauwer – en de procedure voor toetreding van Turkije stop te zetten. Wij hadden daar liever het woordje ‘bevriezen’ zien staan. Ik vind dat internationale politiek, en zeker het ontwikkelen van druk op een land als Turkije, inderdaad het best gebeurt in een gezamenlijke slagorde. Als ik dan zie wat aan de overkant van de straat op dit moment de lijn is die door de Federale Regering en de regeringspartijen wordt uitgezet, dan is dat toch veeleer in het kader van bevriezen en de dialoog openhouden. En dus, collega's, ondanks de vele goede en terechte dingen die in het voorstel van resolutie staan, zullen wij ons bij de stemming onthouden.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ook sp.a vindt dat in de gegeven omstandigheden de relaties met Turkije in geen geval business as usual kunnen zijn en dat we een duidelijk signaal moeten sturen. Het kan natuurlijk niet dat de regering, die eigenlijk een bondgenoot zou moeten zijn, via unilaterale acties, provocaties en escalerende retoriek tegen de EU het de EU en haar leiders moeilijk maakt. Ik denk dat het echt belangrijk is dat we onze eigen belangen en waarden verdedigen, ook als dat indruist tegen Turkije. In die zin kunnen we ons ook vinden in heel veel van wat in dit voorstel van resolutie staat.
Als we dit voorstel van resolutie in detail lezen – en ik sluit me op dat vlak aan bij wat de heer Rzoska zegt – dan staat er echter wel heel duidelijk dat jullie de onderhandelingen over de toetreding van Turkije willen stopzetten. Het is veelzeggend dat het Vlaams Belang daar enthousiast over is. Wij hadden daar ook liever het woord ‘bevriezen’ zien staan. Dat standpunt hebben wij als partij in het verleden altijd ingenomen. Het is een vraag aan de collega’s van de meerderheid: gaat het hier inderdaad over een koerswijziging? Is dit nu een wijziging in jullie standpunt ten opzichte van vroeger? Als het over een formele stopzetting de jure van de onderhandelingen gaat, dan denken wij dat dat niet in ons Europees, Belgisch en – no pun intended – Vlaams belang is. Turkije zal altijd een deel en partner zijn van Europa, economisch, geopolitiek, maar ook militair als NAVO-lidstaat. Het is ook een partner om de vluchtelingenstroom gecontroleerd te laten verlopen.
Ten tweede denk ik dat het ook nodig is om mensen in Turkije een Europees, vrij en modern toekomstperspectief te blijven geven. We moeten ons niet alleen maar blindstaren op wie er vandaag aan de macht is.
Ten derde denk ik ook echt dat als we de onderhandelingen stopzetten, we er op die manier alleen maar voor zullen zorgen dat we zonder een alternatief de autoritaire, islamitische en isolationistische strekkingen in het land zullen versterken en dat we de democratische krachten in de steek zullen laten. Het lijkt ons met het oog op de toekomst geen goed idee om de hefbomen die we in onze verhouding met Turkije hebben, definitief overboord te gooien.
Ik herhaal het: als we de onderhandelingen formeel en finaal stopzetten, is dat niet in ons belang. Turkije is en blijft een van onze belangrijkste buren, of we dat nu leuk vinden of niet. We zullen altijd moeten samenwerken. Wij houden dan liever de blik op de toekomst gericht. Wij willen de onderhandelingen bevriezen, maar niet finaal stopzetten. Om die reden zullen wij ons onthouden.
In de resolutie van het Vlaams Belang staat zelfs heel expliciet dat het NAVO-lidmaatschap van Turkije zou moeten worden opgezegd. Dat lijkt ons een bijzonder slecht idee. Dat is volgens mij de beste manier om president Erdogan recht in de armen van dictators à la Poetin te duwen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Ook wij stellen ons uiteraard vragen bij de huidige evoluties in Turkije. Zoals iedereen weet, zijn wij geen voorstander van de huidige Europese Unie. Dit is geen Europese Unie van samenwerken, maar van wedijveren met elkaar. We denken dan ook dat de Turkse toetreding tot de Europese Unie geen voordelen biedt voor de Turkse bevolking, maar ook niet voor de Belgische, de Franse, de Roemeense of de Maltese. We zullen ons dus onthouden bij de stemming.
Ik wil toch nog heel even aanstippen dat dit soort spierballengerol, beste collega’s van de meerderheid, onder de hete adem van het Vlaams Belang geen enkel conflict zal oplossen. Het is bijzonder tekenend dat het Vlaams Belang zich vandaag zo enthousiast in jullie resolutie kan vinden. Ik denk dat jullie je daar vragen bij moeten stellen. Het zal geen oplossingen bieden voor de problemen in Turkije en het zal de relaties tussen Europa en Turkije niet verbeteren. Ik denk dat we op deze manier geen zoden aan de dijk zetten.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik ga heel kort antwoorden op een paar bemerkingen. Ik denk dat sommige collega’s van de linkerzijde toch wel een kort geheugen hebben wanneer ze moeilijkheden zouden hebben met de tekst waarin we pleiten voor het stopzetten van de onderhandelingen met Turkije. Ik wil erop wijzen dat we hier voor de derde keer debatteren over de relatie van de Europese Unie met Turkije. In 2017, toen er opnieuw ook een belangrijk incident was, was er sprake van: we moeten de onderhandelingen bevriezen. In 2019, toen Turkije een oorlog begonnen is door Noord-Syrië binnen te vallen om de Koerdische bevolking aan te vallen uit vrees dat er een Koerdische staat zou komen, hebben we hier in het Vlaams Parlement al beslist dat we voorstander zijn van een stopzetting nu van de toetredingsonderhandelingen, van de toetredingsprocedure. Er is dus helemaal geen koerswijziging. Een meerderheid van dit parlement – en dat is trouwens in veel EU-landen het geval – is voorstander van een stopzetting van de toetredingsonderhandelingen.
Met betrekking tot de terechte opmerking van collega Keulen: we vragen inderdaad in dit voorstel van resolutie dat de jaarlijkse pretoetredingssteun van ongeveer 600 miljoen euro, over de vele jaren 9 miljard euro, inderdaad wordt geschrapt, maar tegelijkertijd menen we dat het middenveld wel degelijk gesteund moet worden. En ook dat staat heel letterlijk in het voorstel van resolutie, waarbij we vragen dat een deel van de vrijgekomen fondsen kan en moet worden gebruikt om het Turkse middenveld en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) te ondersteunen. En uiteraard weten we dat er daar een middenveld is en dat er een oppositie is die ondersteund kan worden.
Ik wil er wel aan herinneren – en u hebt dat ook gezegd, collega Keulen –: vijftien jaar geleden was er heel veel vertrouwen in president Erdogan. We zagen daarin iemand die een bepaalde verlichting zou brengen. Vijf of tien jaar later moesten we eerlijk zijn dat dat absoluut niet zo is geworden. Het grote verschil tussen ons voorstel van resolutie en dat van het Vlaams Belang – er zijn heel wat verschillen – is dat we pleiten voor een nabuurschap, met de nadruk inderdaad op nabuurschap – goede afspraken maken met Turkije – en dat we er geen voorstander van zijn dat Turkije uit de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) zou verdwijnen.
Daar ligt een fundamenteel verschil tussen beide partijen en beide voorstellen van resolutie. We denken echter niet dat het zinvol is de toetredingsonderhandelingen nu voort te zetten. Ik weet dat aan de overkant van de straat, in het Federaal Adviescomité voor de Europese Aangelegenheden, al met de premier is gesproken. We zullen zien hoe ver België zal gaan, maar het zou een belangrijk signaal en geen koerswijziging van het Vlaams Parlement zijn om er nu voor te pleiten de procedure voor de toetredingsonderhandelingen tussen Turkije en de EU stop te zetten. De EU kan dat geld beter anders inzetten. We pleiten ervoor dat een gedeelte van dat geld naar het middenveld kan gaan, maar dat de pretoetredingssteun gewoon wordt stopgezet.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, ik wil eerst antwoorden op wat u daarnet hebt gezegd over het verwerpen van onze twee amendementen. U hebt gesteld dat beide amendementen die we hebben ingediend, in het voorstel van resolutie van de meerderheid worden opgevangen. Quod non. Die amendementen worden niet opgevangen.
In een van de besluiten staat dat “in het licht van de reeks nieuwe incidenten, boven op de nefaste ontwikkelingen op het vlak van democratie en mensenrechten, en het huidige kader voor gesprekken met Turkije over het lidmaatschap van de EU, er op dit moment geen toekomst is voor Turkije in de EU”. Volgens u wordt dit opgevangen. Ik heb gezegd dat er geen plaats is voor een toetreding van Turkije tot de EU. Dat wordt in uw voorstel van resolutie niet opgevangen. Ik vind het belangrijk om dat hier klaar en duidelijk te stellen.
Ons tweede amendement wordt misschien deels opgevangen, maar dat gebeurt eigenlijk onrechtstreeks. U hebt het over een expliciete steun aan Griekenland en Cyprus, die we waarderen, want wij steunen beide landen natuurlijk ook. U moet ook het huidig beleid in Turkije durven te veroordelen. Dat is de reden waarom we dat tweede amendement hebben ingediend.
Ik stel vast dat verschillende mensen een probleem hebben met het feit dat in ons voorstel van resolutie staat dat we een probleem hebben met het lidmaatschap van de NAVO van Turkije. Ik zal twee voorbeelden geven.
Ten eerste heeft Turkije niet zo lang geleden een unilaterale aanval uitgevoerd op het noorden van Syrië. Turkije is een bondgenoot in de NAVO en voert unilaterale, onbesproken aanvallen uit op een land dat niet tot de NAVO behoort. Ik hoop dat iedereen beseft wat dit betekent.
Ten tweede steunt Turkije Azerbeidzjan actief in een geopolitiek conflict. Daarmee komt Turkije in aanvaring met Rusland. Opnieuw wordt de NAVO betrokken in een geopolitiek conflict dat voor ons, als partner in de NAVO, de nodige gevolgen kan hebben.
Eerlijk gezegd, denk ik dat we beducht moeten zijn voor dergelijke zaken. Turkije is volgens de verdragsakkoorden van de NAVO gerechtigd om effectief hulp in te roepen bij een dergelijk conflict. Als Turkije dat doet, moeten wij, als NAVO-partner, Turkije verdedigen in conflicten in Syrië en Azerbeidzjan. Ik denk dat dit waanzin is. Dit is in ons voorstel van resolutie zeker op zijn plaats.
Ten slotte zijn we uiteraard zeer blij dat er in het voorstel van resolutie van de meerderheid sprake is van de stopzetting van de toetredingsonderhandelingen tussen Turkije en de EU. We zijn daar al jarenlang vragende partij voor en we zien dit nu expliciet in het voorstel van resolutie van de meerderheid staan. Hoewel de rest van het Vlaams Parlement onze amendementen niet steunt, zullen wij dit voorstel van resolutie steunen.
Ik wil de collega’s er toch ook op wijzen dat het vragen van die stopzetting vanuit de meerderheid geen koerswijziging is. Heel recent stelde ik nog een vraag om uitleg aan de minister-president, en toen heeft hij dat ook uitdrukkelijk gezegd. Ik citeer letterlijk wat hij heeft gezegd: “Het Vlaams Parlement is tot de conclusie gekomen dat de toetredingsonderhandelingen het best zouden worden stopgezet en dat is natuurlijk ook het standpunt van de Vlaamse Regering.” Niet ik heb dat gesteld, maar minister-president Jambon. Dit is dus niet nieuw, en ik ben blij dat dit ook verwoord staat in het voorstel van resolutie van de meerderheid, dat we bijgevolg enthousiast zullen goedkeuren.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voor de volledigheid en reagerend op wat de heer Vanlouwe heeft gezegd, wou ik gewoon nog kort zeggen dat wij alvast altijd coherent zijn geweest in ons standpunt. Het klopt dat wij voor die resolutie hebben gestemd naar aanleiding van de nieuwe humanitaire crisis in Noord-Syrië, maar daar stond op dat moment heel expliciet in dat er “nu geen toekomst is in de EU voor Turkije”. Daar konden wij ons toen bij aansluiten, maar daarin werd niet gerept over het stopzetten van de onderhandelingen. Ik blijf dus bij mijn standpunt: wij zullen ons onthouden.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me daarbij aan. Dat stond inderdaad in de tekst. Ik ga de tekst niet herhalen. Mijn collega Jeremie Vaneeckhout, die het dossier opvolgt, heeft dat toen ook heel expliciet gezegd in de plenaire vergadering. U kunt het Woordelijk Verslag erop naslaan. Zoals het hier geformuleerd staat, hadden we liever het woord ‘bevriezen’ zien staan. Stopzetting betekent immers echt dat je met dialogen stopt, ook met degenen in Turkije die in onze ogen vandaag moeten worden versterkt om een kanteling in het regime te krijgen.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Collega’s van sp.a en Groen, toen ik jullie eerste reacties zonet beluisterde, had ik eigenlijk het gevoel dat jullie reageerden op het voorstel van resolutie van het Vlaams Belang, en niet op het voorstel van resolutie van de meerderheid. Zowel wij als jullie hebben het belang van die goede relaties benadrukt inzake handel en militaire samenwerking. Op dat vlak komen we overeen, maar het grote verschil is er tussen dat bevriezen en het nu stopzetten. Ik heb het toegelicht: het gaat voor ons om het nú stopzetten. In de vorige resolutie stond dat er “nu geen toekomst” voor Turkije is. Dat houdt ook in dat een stopzetting nu geen voorafname op de toekomst is. (Opmerkingen van Johan Deckmyn)
Dat heb ik ook geantwoord aan collega Deckmyn, dat dat het grote verschil is tussen het voorstel van resolutie van het Vlaams Belang en dat van de meerderheid. Wij gaan voor een stopzetting nu, maar niet voor een definitieve. Ik hoop dus dat jullie dat alsnog heroverwegen en dit voorstel van resolutie van de meerderheid mee willen steunen en zo een duidelijk signaal geven.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Ik zou de collega’s van sp.a en Groen toch even willen wijzen op de tekst die daadwerkelijk is goedgekeurd. U bent blijkbaar niet goed voorbereid, u hebt die blijkbaar niet goed gelezen, maar in de tekst die hier in de plenaire vergadering is goedgekeurd, onder andere met uw steun, staat letterlijk dat we de Vlaamse Regering vragen “bij de Europese Unie aan te dringen om nu de toetredingsonderhandelingen en -procedure van Turkije tot de EU stop te zetten”. U bent dus absoluut niet consequent. U hebt evenmin nagelezen wat er een jaar geleden is goedgekeurd. Wij denken dat we inderdaad die weg verder moeten inslaan. We hebben inderdaad een paar jaar geleden gesproken over bevriezing. Na die oorlog, die een jaar geleden is gestart, hebben we gevraagd om die onderhandelingen stop te zetten. U hebt dat toen gesteund, dus ú hebt een koerswijziging gedaan na alles van het voorbije jaar, na al de verwijten door president Erdogan, maar het stond een jaar geleden reeds letterlijk in de resolutie.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen en de voorstellen van resolutie houden.