Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister-president, u zei in uw Septemberverklaring heel overtuigend dat alle generaties – alle Vlamingen van 3 tot 103 jaar – mee moeten op de trein van de digitalisering. Dat is maar goed, want digitalisering is nu meer dan ooit oh zo belangrijk. Dat blijkt ook – terecht – uit de prominente plaats die digitalisering binnen het relancebeleid van uw regering heeft gekregen. Die ambitie kunnen we alleen maar toejuichen. We weten het immers: digitalisering is de motor van vooruitgang.
Minister-president, ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om te waarschuwen voor het feit dat er toch wel een aantal kwetsbare Vlamingen zijn die die voorbijrazende digitaliseringstrein helaas dreigen te missen, die digitaliseringstrein die door deze gezondheidscrisis alleen maar is blijven versnellen.
Minister-president, laten we ervoor zorgen dat het analfabetisme van de 21e eeuw geen plaats krijgt hier in Vlaanderen. De strijd tegen die digitale achterstand gaat niet alleen over het beschikken over het juiste materiaal. Het is veel meer dan dat.
Minister-president, ik heb dan ook een concrete vraag voor u als regeringsleider, en niet alleen regeringsleider maar ook als kersvers minister van Digitalisering.
Hoe gaat deze Vlaamse Regering ervoor zorgen dat alle Vlamingen, en in het bijzonder de meest kwetsbaren onder ons, mee kunnen op die Vlaamse digitaliseringstrein en die zeker niet zullen missen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, binnen het relanceplan Vlaamse Veerkracht van de Vlaamse Regering besteden we de nodige aandacht aan de toenemende digitalisering van onze samenleving. Door de coronacrisis woedt er versneld – ik denk dat we ons daar de laatste maanden allemaal bewust van zijn geworden – een grote digitaliseringsgolf door onze samenleving. We moeten die digitale transformatie voluit omarmen, met ons vizier op de toekomst gericht.
We houden daarbij rekening met de digitale competenties van alle Vlamingen, in het bijzonder de meest kwetsbaren, door een digitale overheidsdienstverlening aan te bieden die voor iedereen toegankelijk, bruikbaar en inclusief is.
Voor de overheid, maar ook voor bijvoorbeeld bedrijven, is het immers belangrijk dat we digitale dienstverlening vlot en duidelijk tot bij elke burger en werknemer kunnen krijgen.
Wat de Vlaamse overheid betreft, is het het agentschap Informatie Vlaanderen dat aan centrale oplossingen werkt, zoals het webplatform en Mijn Burgerprofiel, die door alle Vlaamse overheidsinstanties en ook de lokale overheden kunnen worden gebruikt.
Die oplossingen zorgen ervoor dat er rekening wordt gehouden met wettelijk verplichte webtoegankelijkheidsvereisten, dat op het vlak van informatie, zowel de schrijftaal als de schrijfwijze, alles heerlijk helder wordt gehouden, dat er ondersteunende tools beschikbaar zijn tijdens het doorlopen van een digitaal dienstverleningsproces, zoals de hulpwidgets van 1700, en dat het steeds meer mogelijk wordt – en dat is belangrijk – dat een digitaal dienstverleningsproces ook kan worden afgehandeld door een tussenpersoon die optreedt in naam van de minder digitaal vaardige burger.
Bovendien – en dat is een engagement – verwachten we in de toekomst steeds meer gebruik te kunnen maken van automatische rechtentoekenning, waarbij de burger automatisch de vergoedingen of diensten krijgt waar hij of zij recht op heeft.
Er worden specifieke initiatieven genomen voor de digitale vaardigheid, zowel binnen het beleidsdomein van mevrouw Crevits, binnen het beleidsdomein van minister Somers als binnen het beleidsdomein van minister Weyts. Maar ik zie dat mijn spreektijd op is, voorzitter. Ik kan daar in een tweede ronde nog op terugkomen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw omstandige en duidelijke antwoord. U maakt het mij ook gemakkelijk om meteen het bruggetje te maken naar een ander belangrijk punt in dezen, namelijk dat de strijd tegen digitale achterstand eigenlijk een strijd is van de volledige Vlaamse Regering. Denk maar aan digitaal onderwijs, digitaal solliciteren, online een afspraak maken, en zo kan ik nog even blijven doorgaan. Er zijn heel veel voorbeelden.
Die voorbijrazende digitale trein stopt niet. En die hoeft ook niet stoppen, maar het is wel ontzettend belangrijk dat de volledige Vlaamse Regering het engagement opneemt om op elk beleidsdomein aandacht te hebben voor de kwetsbare personen die die trein dreigen te missen. Vandaar ook mijn bijkomende vraag, minister-president: hoe gaat u die gezamenlijke inspanning van de volledige Vlaamse Regering coördineren?
De heer Annouri heeft het woord.
Minister-president, vorige week zei u hier nog: ‘Ik ben bezwaarlijk een wetenschapper te noemen, ik ben maar een informaticus.’ Ik denk dat u als informaticus weet hoe belangrijk het is om die digitale kloof tegen te gaan en ervoor te zorgen dat iedereen mee op die trein kan springen.
Ik vind het een interessante vraag, collega Verheyen. Ik denk dat we gerust kunnen stellen dat internet vandaag de dag een basisrecht is. Als mensen daar geen beroep op kunnen doen, zullen ze al die stappen niet kunnen zetten om mee te zijn met die digitale trein, die op dit moment in Vlaanderen en globaal voorbij aan het donderen is.
Los van het feit dat we inderdaad moeten inzetten op digitale geletterdheid, minister-president, is mijn specifieke vraag hoe we er vanuit Vlaanderen voor kunnen zorgen dat iedereen al die basistoegang heeft tot internet. Ik stel de vraag omdat ik bijvoorbeeld weet – en u weet dat ongetwijfeld ook – dat Telenet is begonnen met een project in Mechelen, Brussel en nog een andere stad, om ervoor te zorgen dat iedereen – kwetsbare gezinnen – toegang krijgt tot het internet via een 4G-box. Ik vraag mij af welke maatregelen Vlaanderen zal nemen om ervoor te zorgen dat elke Vlaming op zijn minst toegang heeft tot het internet.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Collega's, het is natuurlijk van heel groot belang dat iedereen mee is met de digitalisering en zijn of haar weg kan vinden in een samenleving die meer en meer digitaal is en waar iedereen dus een minimum aan digitale kennis moet hebben om nog volwaardig te kunnen participeren aan die samenleving. Die digitalisering moet natuurlijk samengaan met een sterke visie op digitale inclusie. En dat komt doorheen de verschillende beleidsplannen heus wel vaak terug.
Er zullen altijd mensen zijn die begeleiding of hulp nodig hebben wanneer ze iets gaan opzoeken. Digitale inclusie is natuurlijk meer dan toegang tot internet of laptops. Dat heeft collega Verheyen daarstraks ook gezegd. Er moet ook rekening worden gehouden met laaggeletterdheid. In Duitsland moet bijvoorbeeld alle overheidscommunicatie, minister-president, aan bepaalde standaarden voldoen, die maken dat communicatie ook toegankelijk en verstaanbaar is voor laaggeletterde mensen. Want op het internet kunnen is één zaak, maar als je dat niet verstaat, heb je natuurlijk nog een probleem. Hoe zal daar in Vlaanderen voor gezorgd worden?
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik hoor het de collega's graag zeggen. Internet is inderdaad een basisrecht, minister-president. Uw eerbare collega, ondertussen onze collega, Philippe Muyters, zei in 2017 nog dat internet een basisrecht wordt, zoals kraantjeswater.
Anno 2021 komt het internet nog altijd niet bij iedereen langs de muur binnen. Ik denk dat het belangrijk is dat de Vlaamse Regering garandeert dat dat wel het geval is.
Wat zal de Vlaamse Regering heel concreet doen om een snelle internetaansluiting en 5G voor iedere Vlaamse burger te garanderen?
Dank u wel voor de bijkomende vragen. Ik had er net al een bruggetje naar gemaakt. Mevrouw Verheyen, u vroeg hoe dit in de Vlaamse Regering wordt gecoördineerd. Wel, het antwoord daarop zit al in het relanceplan Vlaamse Veerkracht. Zowel ikzelf als minister Crevits, minister Somers en minister Weyts hebben daarin een duidelijk luik. Ik zal dat even overlopen.
Binnen het beleidsdomein Werk en Sociale Economie van minister Crevits moeten de opleidingen in het kader van levenslang leren, ook binnen de arbeidsmarkt en op de werkvloer, maximaal digitaal verlopen. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) draagt actief bij aan het verhogen van de digitale skills van werknemers. Het Vlaams opleidingsverlof wordt aangepast om e-leren of online opleidingen mogelijk te maken. Er wordt ook een actieplan rond e-leren uitgewerkt en daarbij worden juridische drempels weggewerkt en opleidingsverstrekkers geïnformeerd over de mogelijkheden. Binnen het Europees Sociaal Fonds (ESF) zetten we via verschillende projectoproepen in op de versterking van de digitale competenties. Tot slot heb je nog het programma digibanken, dat voor kwetsbare groepen en kansengroepen een ambitieus programma uitwerkt om komaf te maken met digitaal analfabetisme.
Dan is er het beleidsdomein Gelijke Kansen van minister Somers. De jaarlijkse informatiebarometer van de Federale Overheidsdienst Economie leert ons drie lessen: ten eerste is het voorzien van internet thuis bij mensen met een laag inkomen een prioriteit, ten tweede moet worden ingezet op de ontwikkeling van digitale vaardigheden bij de bredere bevolking en ten derde moeten publieke digitale diensten makkelijk te gebruiken zijn en toegankelijk zijn voor iedereen. In ons relanceplan Vlaamse Veerkracht voorziet minister Somers daarom vanaf 2021 een budget van 50 miljoen euro om de lokale besturen te ondersteunen in hun inclusiebeleid. Men krijgt dus financiële ondersteuning om een lokale e-inclusiewerking op te zetten. We maken ook middelen vrij om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk kwetsbare personen een goedkopere toegang hebben tot het internet. We werken ondersteunende instrumenten en vormingen voor de lokale besturen uit, die zij kunnen inzetten voor het verbeteren van de digitale vaardigheden van hun werknemers, om hun digitale dienstverlening toegankelijker te maken, enzovoort.
In zijn beleidsdomein heeft minister Weyts al meer dan 58 miljoen euro geïnvesteerd in digitale inclusie en geletterdheid. In het kader van het Vlaamse relanceplan voorzien we ook hier bijkomende investeringen. Het plan Digisprong wil van een achterstand een voorsprong op het vlak van ICT maken, zodat we kunnen zorgen voor kwalitatief, digitaal onderwijs.
Eerst en vooral werkt minister Weyts aan een nieuw actieplan rond de digitalisering van het onderwijs. Dat gaat dan over het voorzien van een eigen device voor alle leerlingen vanaf het vijfde leerjaar, het verbeteren van de basisinfrastructuur in de scholen, de vorming van leerkrachten en de versterking van ICT-coördinatie.
Een tweede belangrijke aspect is de structurele verankering van digitale geletterdheid in de eindtermen. Daar is al voor gezorgd bij de invoering van de eindtermen voor de eerste graad secundair onderwijs.
Ten derde wordt er in het plan Geletterdheid bijzondere aandacht besteed om onder andere digitale geletterdheid te verhogen.
Ten vierde spelen de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s) en de centra voor basiseducatie (CBE’s) ook een grote rol in de basisgeletterdheid, maar ook in de digitale geletterdheid van mensen die het nu al moeilijk hebben en van nieuwkomers.
Ten vijfde zijn er binnen het jeugd- en kinderrechtenbeleidsplan (JKP) acties rond e-inclusie voorzien.
Mevrouw Schryvers, ik heb in mijn inleiding al op uw vraag geantwoord. Het Agentschap Informatie Vlaanderen zal erop toezien dat alle overheidscommunicatie de toets ‘heerlijk helder’ kan doorstaan. Die opdracht ligt bij het agentschap.
Het is een ontzettend belangrijk thema, waar niet altijd echt bij wordt stilgestaan. Gelukkig doet de Vlaamse Regering dat wel. Ik zal de digitaliseringsambitie van de Vlaamse Regering blijven aanmoedigen. Nogmaals, digitalisering is en blijft de motor van de vooruitgang. Daarom is het ook zo belangrijk dat we alle Vlamingen meekrijgen op die digitaliseringstrein, en in het bijzonder de meest kwetsbaren onder ons. Geef het analfabetisme van de 21e eeuw geen kans in Vlaanderen.
De actuele vraag is afgehandeld.