Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Dames en heren, aan de orde is het voorstel van decreet van Wilfried Vandaele, Peter Van Rompuy en Willem-Frederik Schiltz tot afwijking van diverse bepalingen van het Energiedecreet van 8 mei 2009, het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en de uitvoeringsbesluiten ervan, en tot dekking van de kosten voor elektriciteitsverbruik, verwarming of waterverbruik voor de eerste maand van tijdelijke werkloosheid ten gevolge van de coronacrisis.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, de impact van de maatregelen tegen corona is groot en grijpt in op het inkomen van heel veel mensen. Door de opeenvolgende maatregelen van de Veiligheidsraad zijn heel wat bedrijven verplicht gesloten, andere hebben die verplichting niet, maar zijn natuurlijk qua activiteit en omzet erg teruggevallen.
Er zijn nog beslissingen genomen. De federale ministerraad besliste op 20 maart om alle ondernemingen toegang te geven tot het stelsel van tijdelijke werkloosheid en dat retroactief vanaf vrijdag 13 maart, en ondertussen verlengd tot 18 april. Winkels en handelszaken die verplicht gesloten zijn, kunnen een aanvraag indienen wegens overmacht voor tijdelijke werkloosheid enzovoort.
Werknemers, en er zijn er heel wat door die maatregelen, die in het systeem van tijdelijke werkloosheid terechtkomen, verliezen 30 procent van hun loon en voor velen van hen wordt het betalen van facturen een grote uitdaging. Daarom dienen we met de meerderheidspartijen, in overleg en mede op vraag van minister Demir, een voorstel van decreet in waarbij de overheid voor een periode van één maand de water- en energiefactuur betaalt voor mensen die op of na 20 maart in het stelsel vergoede tijdelijke werkloosheid belandden. Zo willen we die gezinnen financieel helpen door deze moeilijke periode.
Het systeem is zeker niet perfect, geen enkel systeem is perfect. We werken met een forfaitair bedrag gebaseerd op de gemiddelde water- en energiefactuur van alle huishoudens. Het gaat om een bedrag van 202,68 euro: 30,77 euro voor water, 95,05 euro voor verwarmingskosten en 76,86 voor de elektriciteitskosten. Zo’n forfaitair systeem – ik zei het al – is nooit perfect, maar we wilden hier snel gaan, we wilden een werkbaar en eenvoudig systeem op poten zetten, waar we heel snel werk van kunnen maken. Op die manier kan de tussenkomst het snelst gestort worden. De federale gegevens kunnen hopelijk eind april aan Vlaanderen worden overgemaakt en dan kunnen onze diensten aan de slag richting uitbetaling.
Het is de bedoeling dat de Vlaamse overheid via informatie van de RVA en de Kruispuntbank komt tot een automatische en rechtstreekse storting van het bedrag op de rekening van de werknemer, voor zover die in het Vlaamse Gewest woont. Ook personen die in Vlaanderen werken maar niet wonen of omgekeerd komen in aanmerking, zij moeten de tegemoetkoming zelf aanvragen.
Het kan natuurlijk niet de bedoeling zijn van welke maatregel ook dat mensen die aan het werk blijven minder zouden overhouden dan wie niet werkt, maar deze eenmalige maatregel die hier voorligt, zal alvast – daar zijn wij van overtuigd – vele gezinnen met plots inkomensverlies nu wat extra zuurstof geven. In die zin, voorzitter, hopen we op een brede goedkeuring in dit parlement.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
We hebben het al eerder gezegd: wij vinden het absoluut een goede zaak dat de Vlaamse Regering tussenkomt in de energiefactuur, de water- en gasfactuur, voor wie door deze crisis inkomensverlies lijdt. Het is ook absoluut goed dat er geen afsluitingen van water of elektriciteit zullen komen. We hebben wel een paar vragen. We hebben samen met Groen twee amendementen ingediend, waarvan ik er één zal toelichten.
Er wordt inderdaad gekozen om de uitbetaling te laten doen door het departement Financiën en Begroting dat hiervoor, zoals de heer Vandaele zei, de lijst van de RVA zal krijgen. Wij vragen ons af of het niet efficiënter zou zijn om die tegemoetkoming te laten uitbetalen door de instanties die vandaag al de uitbetaling doen van de tijdelijke werkloosheid. Dat lijkt ons veel logischer.
Er staat in dit voorstel van decreet dat er geen nieuwe budgetmeters kunnen worden geplaatst. Onze vraag is: kunnen mensen die vandaag al een budgetmeter hebben nog terugvallen op minimumlevering? Ons lijkt het beter dat we zolang we in een civiele noodsituatie zitten mensen niet zonder gas en een minimum aan elektriciteit zetten. Als dat toch nog altijd de bedoeling is, kunt u dan geen extra middelen voorzien voor de OCMW’s om die mensen financieel te ondersteunen?
Dan ons amendement. Het is hier al een paar keer over gegaan: natuurlijk valt niet iedereen die vandaag inkomensverlies lijdt, onder dat statuut van tijdelijke werkloosheid. Ook voor hen, en misschien voor hen zelfs nog meer, weegt die energiefactuur bijzonder zwaar door. Ik denk dan aan de freelancers. Ik denk ook bijvoorbeeld aan iemand die ons contacteerde en die met ziekteverlof is door een operatie. Heel haar bedrijf is ondertussen in tijdelijke werkloosheid gezet. Die maken wél aanspraak op die premie, maar zij op dit moment dus niet. Dat lijkt me niet eerlijk. Vandaar dus ons voorstel om te gaan naar een verruiming van de tegemoetkoming naar iedereen die aantoonbaar inkomensverlies lijdt door deze crisis – eigenlijk een beetje naar analogie met wat jullie nu doen voor ondernemers –, waarbij we een aparte procedure in het leven roepen voor het aanvragen van die tegemoetkoming voor mensen die niet onder de tijdelijke werkloosheid vallen, maar waarvan wij vinden dat ze ook recht moeten hebben op die premie.
De heer Rzoska heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, wij gaan het voorstel uiteraard steunen. Ik denk dat wat op tafel ligt, een goede zaak is en inderdaad voor een stuk tegemoetkomt aan hetgeen de Vlaamse Regering vorige week naar voren heeft geschoven als zijnde werken op mensen hun inkomen. Minister Diependaele, ik geloof dat u het zo verwoordde. Op dat vlak dus geen enkel probleem, alleen vinden wij dat je dat ook wel een stuk ruimer zou kunnen bekijken dan enkel diegenen die nu worden getroffen door die tijdelijke werkloosheid.
We hebben vorige week ook duidelijk gemaakt, en dat wordt, denk ik, ook wel gesteund door heel wat collega’s, dat we mensen die het vandaag moeilijk hebben en in een kwetsbare positie zitten, toch ook wel moeten meenemen, zodat we niemand achterlaten. Ook zij worden vandaag geconfronteerd met extra uitdagingen. Ik geef alleen maar al het voorbeeld van een pc, een internetaansluiting enzovoort voor een aantal gezinnen met kinderen. Er zitten heel wat kloven in een samenleving. Daarom stellen we een amendement voor op artikel 8, waarin de Vlaamse Regering al de optie neemt om dit te kunnen uitbreiden. We stellen voor om op zijn minst toch al twee duidelijk afgelijnde groepen datzelfde voordeel te geven, om ook te werken op hún inkomen. Het gaat over gezinnen die binnen het huidige groeipakket en de vroegere algemene kinderbijslagwetgeving al een sociale toeslag krijgen. Dat is een bijzonder kwetsbare groep. De tweede groep is die van alle mensen, buiten diegenen die al vervat zaten in punt 1, die sociale bijstand genieten, dus een leefloon, inkomensgarantie voor ouderen, gewaarborgde gezinsbijslag of tegemoetkoming aan gehandicapten. Ik denk dat het ook belangrijk is dat we ook het inkomen van die groepen versterken, zodat we niemand achterlaten. Vandaar het amendement dat we samen met de collega’s van sp.a op tafel leggen.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, de crisis treft veel mensen hard, ook financieel. Dit voorstel van decreet, dat eigenlijk een sociale maatregel behelst, zouden ook wij dus graag willen steunen. Ik denk dat er ook een ruime steun voor zal zijn bij de Vlaamse bevolking. Ik denk dus dat het goed is dat dit hier in het Vlaams Parlement unaniem zal worden goedgekeurd.
Niettemin zijn er ook een aantal groepen die weliswaar worden getroffen door de crisis, maar die toch nog uit de boot dreigen te vallen bij deze sociale maatregel. Ik denk bijvoorbeeld aan uitzendarbeiders en nog een aantal andere groepen kwetsbare mensen die daarstraks ook tijdens het actualiteitsdebat en in mijn tussenkomst werden vernoemd. Ook al wordt dan in het voorstel van decreet bepaald dat de Vlaamse Regering zelf nog een aantal categorieën kan toevoegen, in de amendementen van de collega’s die zojuist werden toegelicht, breidt men dat uit met een aantal groepen. Mij lijkt dat terecht, dus we zouden niet alleen het voorstel van decreet, maar ook de twee amendementen willen steunen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s van sp.a en Groen, dank voor jullie amendementen. We hebben die met enige welwillendheid bekeken, zij het dat het allemaal kort dag was, maar ook voor jullie, om de teksten te bekijken. Nog eventjes een aantal punctuele opmerkingen. Er staat wel degelijk in de tekst dat mensen met een budgetmeter niet kunnen worden afgeschakeld. Dat is de garantie: het blijft doorlopen wanneer zij in die situatie verkeren. Echter, voor alle duidelijkheid, deze maatregel is bedoeld voor mensen die in technische werkloosheid belanden, en dus terugvallen op 70 procent van hun loon, wat niet niks is. Dat heel wat, want je zult maar net de rest nodig hebben om je huur te betalen en dergelijke meer. Eigenlijk is dat forfait dus zo opgevat dat het dat inkomensverlies voor een deel compenseert. Het is dus niet zo dat we iedereen zijn facturen willen gaan betalen. We willen er echter voor zorgen dat het loon van mensen die door de coronacrisis en de verplichte sluitingen technisch werkloos worden, iets beter gegarandeerd is.
Door voor een forfait te kiezen, heb je bovendien nog een sociale correctie. Voor mensen die iets minder verbruiken, bescheidener wonen enzovoort, zal dit iets royaler zijn. Voor mensen die een groot huis, een grootverbruik hebben, is het iets beperkter, maar ook dat is sociaal.
Waarom is daar op deze manier voor gekozen? Stel dat je het puur op verbruik zou doen, dan zou het heel jammer zijn dat mensen bestraft worden die zwaar geïnvesteerd hebben in energiebesparing. Zij moeten die investeringen ook wel afbetalen. Dat is het idee van derdepartijfinanciering of het doorschuiven van kosten naar investeringen.
Door voor het forfait te kiezen, hebben we gefocust op de categorie van de technisch werklozen – dat klopt – op een manier die zo rechtvaardig mogelijk is. Het is niet opportuun om vandaag naar andere categorieën te gaan. We hebben het gehad over de uitzendarbeid, de freelancers, de zelfstandigen enzovoort, maar daarvoor hebben we in die 3000 euro forfait voorzien die niet voorzien is voor technisch werklozen. Of dit helemaal volledig dekkend zal zijn, wil ik betwijfelen, maar vergeet niet dat we hier per week een paar miljard euro op de tafel leggen. Deze maatregel dekt inkomensverlies, en mensen die van een uitkering leven, die in een precaire groep zitten, verliezen niet per se inkomen door deze crisis. Ik zeg niet dat we er niet voor moeten opletten dat er geen andere problemen opduiken. Dat zal zeer veel waakzaamheid vergen. Daarom is die opening in artikel 8 opgenomen. Vandaag verder gaan, is bijzonder complex.
Over de manier van inning hebben we ons laten adviseren. Dit is op basis van techniciteit. Dit zou de meest efficiënte manier zijn om zo snel mogelijk met accurate gegevens aan de slag te kunnen gaan.
Ik moet dan ook helaas zeggen dat we de amendementen niet kunnen steunen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dit is inderdaad een bijzonder belangrijke maatregel. 202 euro lijkt niet veel, maar het gaat over 650.000 mensen op dit moment in Vlaanderen die tijdelijk werkloos zijn als gevolg van de coronacrisis. Dat zijn 650.000 gezinnen die hun koopkracht ernstig aangetast zien. Op deze manier kan de Vlaamse Regering mee het verschil maken om die koopkracht in stand te houden. Dat is belangrijk voor die gezinnen. Dat is belangrijk voor de economie. Dat is ook belangrijk om op die manier opnieuw de doorstart te kunnen maken na de coronacrisis.
Er zijn een aantal terechte bekommernissen geuit, maar het systeem zoals we het hier hebben ontwikkeld, is eenvoudig, is automatisch en zorgt voor een zo snel mogelijke uitbetaling, wat economisch en sociaal heel snel een effect geeft.
De mensen met een budgetmeter worden niet alleen niet afgeschakeld, maar als ze tijdelijk werkloos worden, hebben ze ook recht op de premie. Ook op dat vlak is er rekening gehouden met deze doelgroep.
Wat betreft het toevoegen van andere doelgroepen: in het voorstel van decreet is het artikel opgenomen zodat de regering een uitbreiding kan doen daar waar eventueel nodig. Ik kan me voorstellen dat voor werkzoekenden die in een individuele beroepsopleiding (IBO) zaten en net aan de rand van een arbeidscontract stonden, deze premie misschien ook het verschil kan uitmaken. Een IBO zorgt ervoor dat men een aantal maanden een opleiding krijgt op de bedrijfsvloer, waarna automatisch een arbeidscontract volgt. We leggen het in de handen van de Vlaamse Regering om te zien op welke manier dat eventueel zou kunnen.
Dat neemt niet weg dat deze en andere regeringen inspanningen doen en moeten doen voor mensen die het moeilijk hebben. Een van de groepen waarover het dan kan gaan, zijn leefloongerechtigden. In januari en maart zijn de leeflonen opgetrokken. Op jaarbasis gaat dat over 387 tot 580 euro, afhankelijk van de categorie waarin de leefloongerechtigde zich bevindt. Dus, deze premie staat niet los van ander beleid dat mee de inkomens van zij die het moeilijk hebben, kan ondersteunen, ook in deze crisistijden. Daarom zullen we de amendementen niet steunen, maar voluit ons voorstel van decreet goedkeuren.
De heer D’Haese heeft het woord.
Voorzitter, ik wil absoluut zeggen dat we het voorstel van decreet zeker zullen goedkeuren. Het lijkt me een heel goede maatregel. Ik heb dat hier ook al gezegd. Ik vind het wel jammer dat de meerderheid de uitbreiding niet steunt. We hebben het er hier al verschillende keren over gehad dat er heelder categorieën zijn die daarbuiten vallen omdat ze niet op technische werkloosheid terugvallen, zoals mensen die ziek worden en op een ziekte-uitkering vallen door corona, mensen die niet meer kunnen gaan werken omdat ze voor mensen thuis moeten zorgen, mensen van wie het contract afloopt tijdens deze periode en op gewone werkloosheid vallen, mensen die geen contract hebben gekregen net omdat de coronacrisis startte enzovoort. Er zijn heel veel dergelijke gevallen. Ik weet dat het vaak individuele gevallen zijn, maar daarvoor lijken mij net de voorstellen van Groen en sp.a goed om een mogelijkheid te creëren zodat die mensen kunnen proberen in te tekenen.
Bovendien stijgen de gezinsuitgaven zeer sterk in deze periode omdat mensen meer in huis zijn, meer verwarming nodig hebben, meer eten enzovoort. Daarom denk ik dat het absoluut opportuun is om die maatregel uit te breiden naar gezinnen in kwetsbare situaties. Ik vind het heel goede en constructieve voorstellen van Groen en sp.a. Ik vind het een beetje jammer dat de meerderheid daar niet op ingaat.
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, ik wil toch ook reageren op de amendementen van de collega's van Groen en sp.a. Collega's, er zitten zeker suggesties bij die waardevol zijn. In de ideale wereld, met onbeperkte middelen – de minister-president had het er al over deze middag dat we niet alles zullen kunnen bijpassen – zou je natuurlijk verder kunnen gaan dan wat wij nu doen in ons voorstel van decreet. Een aantal zaken verhinderen ons in elk geval om mee te gaan in jullie voorstellen. We hebben geen enkel idee van de aantallen waar we het over hebben. We hebben geen idee van de uiteindelijke financiële impact als we dat doen. We hebben ook geen idee van de administratieve haalbaarheid daarvan. Alleen al het voorstel dat wij hier vandaag ter stemming leggen, zal een gigantische administratieve druk leggen op de diensten die dat moeten uitvoeren. Maar goed, dat is bekeken, dat kan. Maar niet alles kan. Dat is een eerste kanttekening.
Een tweede kanttekening: collega Goeman zegt – dat is amendement 1 dat u voorstelt – dat iedereen die inkomen verliest, in aanmerking moet komen voor die maatregel. Mevrouw Goeman, dat betekent dan ook dat een multimiljonair die twee bestuursvergaderingen niet heeft kunnen bijwonen, kan vragen om van die maatregel te mogen genieten. Wij denken dus dat dit iets te kort door de bocht is en ook te kort om dat hier vandaag allemaal af te wegen, te bekijken en te bestuderen. Daarom gaan we die dingen niet volgen. Een aantal collega's, de heer Schiltz en de heer Bothuyne, hebben al gezegd dat er wel een artikel 8 in dit voorstel van decreet staat. Collega Rzoska heeft erop gewezen. Dat artikel 8 zegt dat de regering nog categorieën kan toevoegen. Ik zou me dus kunnen voorstellen dat, wanneer een aantal van de dingen die jullie noemen en situaties die jullie naar voren schuiven – mensen die inderdaad in problemen komen en inkomensverlies lijden, naast de categorie van de technisch werklozen –, onderbouwd kunnen worden, de regering dan nog verfijningen kan aanbrengen en categorieën kan bijvoegen. Dat staat nu eenmaal in dat artikel 8. Ons voorstel zou zijn om als een eerste grote stap het basisverhaal dat wij hier ter stemming voorleggen, goed te keuren.
De heer Rzoska heeft het woord.
Het is me duidelijk dat jullie het niet gaan steunen, wat ik een beetje jammer vind. We proberen dit parlement te laten werken in de mate van het mogelijke. U weet zeer goed dat wij de tekst gisterennamiddag zeer laat hebben gekregen. Ik begrijp dat ook. Er zit een hele techniciteit achter. Daar heb ik absoluut geen probleem mee. U mag me dat ook niet kwalijk nemen, maar wat het overlaten aan de regering betreft: ik heb altijd graag dat het parlement ook nog beslist, ondanks het feit dat heel wat van de maatregelen, zo goed als alle, die de Vlaamse Regering nu uitvaardigt, op kamerbrede steun kunnen rekenen.
Over de financiële impact van ons voorstel, collega Vandaele: ik zeg niet dat u dat nu als karikatuur gebruikt. Ik heb daarnet goed de uitleg van de minister van Financiën en Begroting gehoord. Ik zou niet zeggen dat we blindvaren, maar er worden nu toch grote volumes aangesproken. Op ons voorstel zeggen dat er geen berekening bij staat: ik wil dat gerust doen hoor, om op minder dan 24 uur een berekening op tafel te leggen. Daarom hebben we in het amendement dat we naar voren schuiven, de doelgroepen zeer duidelijk afgebakend. Het enige dat ik vandaag kan hopen, is dat de regering toch eens goed kijkt. Want er zijn wel degelijk ook vanuit die kwetsbare groepen, die vaak geen belangenorganisaties hebben, signalen dat die mensen het vandaag moeilijk hebben. Als we dan iedereen willen meepakken, dan is wat mij betreft ook hun inkomen een essentieel element om deze crisis te overleven. Dat was bij wijze van spreken de insteek van het amendement.
Goed, ik hoop op enig inzicht van de Vlaamse Regering. We hebben geprobeerd om op korte termijn ook een antwoord te geven op de vraag over de taskforce rond armoede, die we al een paar keer hebben aangegeven en die vanuit een aantal organisaties klinkt. Net zoals we het ook logisch vinden dat er een taskforce is rond economie, waarvoor u een aantal actoren regelmatig naar het kabinet haalt, al dan niet fysiek, om dat voor te bereiden, is ook dit een roep vanuit de samenleving.
Maar goed, ik heb begrepen dat het vandaag niet zal lukken. Ik hoop dat de Vlaamse Regering dan zelf het initiatief neemt, maar ik vind dat het parlement in dezen wél decreetgevend en richtinggevend kan optreden.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De argumentatie die hier wordt aangehaald, hebben we vorige week ook al gehoord, namelijk dat de compensatie bedoeld is als compensatie voor het inkomensverlies van mensen in technische werkloosheid. Dat geldt natuurlijk a fortiori voor mensen die vandaag compleet zonder inkomen vallen en die zelfs niet op technische werkloosheid kunnen terugvallen. Daar lijkt de nood mij net groter.
Het is duidelijk dat wij vandaag op een andere golflengte zitten. Ik vind dat zeer jammer. Veel burgers zaten te wachten op wat zekerheid om financiële ademruimte te krijgen rond hun energie- en waterverbruik. Het parlement had beter het heft in handen genomen, in het belang van burgers die er vandaag buiten vallen. Ik kan dus ook alleen maar hopen op voortschrijdend inzicht bij de Vlaamse Regering.
De heer Schiltz heeft het woord.
Collega’s, twee dingen. Het parlement kan dit decreet nog altijd op een later moment wijzigen, wanneer de categorieën geïdentificeerd worden. Vandaag zijn die categorieën nog niet gedefinieerd. Ik herhaal nogmaals: die 70 procent dankzij technische werkloosheid volstaat niet om je vaste kosten en je huur te betalen. Dit voorziet in die cruciale schakel. Het oplossen van het armoedeprobleem is niet minder acuut dan het aanpakken van de coronacrisis, maar het is niet helemaal hetzelfde. Ik denk dat dat werk is dat we de komende weken verder zullen kunnen zetten. Collega’s, als er meldingen zijn van bepaalde groepen die door de coronacrisis fors getroffen worden of in de problemen raken, dan kunnen we daar een debat over houden en kijken welke maatregelen nog genomen moeten worden.
De heer D’Haese heeft het woord.
Dit gaat niet alleen over armoedebestrijding. Er zijn maatregelen genomen op federaal vlak voor langlopende interimcontracten, maar niet voor de kortlopende. Er zijn heel veel mensen die met dag- of weekcontracten werken, al dan niet op lange basis, en zij vallen vandaag zonder inkomen, als ze werken in sectoren waar de productie tot stilstand is gekomen. Enkel de langlopende contracten zijn aangepakt, niet de kortlopende. Het gaat over veel mensen. Dat zijn niet per se mensen in armoede, maar zij vallen vandaag op niets terug. Ik denk dat we echt moeten bekijken – als het niet hier met amendementen kan – hoe we er in de komende weken voor kunnen zorgen dat we die mensen er ook in steken.
Minister Diependaele heeft het woord.
Ik ga me niet uitspreken over de opportuniteit. Het is een voorstel van decreet, dus dat laat ik aan het parlement over. Ik wil alleen een beetje achtergrondinformatie geven bij de opmerking van collega Rzoska over het feit dat we er inderdaad voor kiezen om op die inkomsten te gaan werken. We doen dat omdat in een economische string alles bij die inkomsten begint. Daarmee betaal je je huur, facturen en wat nog allemaal. Je moet wel een onderscheid maken tussen de doelstelling, namelijk op de inkomsten werken, en het instrument dat je daarvoor gebruikt. Dat heeft collega Vandaele ook aangehaald.
Het was inderdaad zeer moeilijk om op zeer korte termijn een instrument uit te werken waarmee je die mensen heel snel geld kunt bezorgen. Dat is niet zo gemakkelijk. Dat geldt trouwens nog veel meer voor die hinderpremie: collega Crevits heeft naar een instrument gezocht dat al bestond om zo snel als mogelijk te kunnen uitbetalen. En dat is ook heel snel gegaan, want de uitbetalingen zijn al bezig, als ik me niet vergis, of de aanvragen worden toch ingediend. We hebben dat heel snel via de administratie kunnen uitrollen. In dezen is het eenzelfde verhaal: we hebben naar een instrument gezocht om dat zo snel mogelijk te laten verlopen, vandaar dat het op basis van de energiefactuur gebeurt. Dat wilde ik als achtergrond meegeven.
Vraagt nog iemand het woord? (Neen)
De algemene bespreking is gesloten.
Artikelsgewijze bespreking
Dames en heren, aan de orde is de artikelsgewijze bespreking van het voorstel van decreet. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 257/1)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 1 tot en met 5.
Er zijn amendementen op artikel 6. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 257/2)
– Er zijn geen opmerkingen bij artikel 7.
Er is een amendement op artikel 8. (Zie Parl.St. Vl.Parl. 2019-20, nr. 257/2)
– Er zijn geen opmerkingen bij de artikelen 9 en 10.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen straks de hoofdelijke stemmingen over de amendementen, de artikelen en het geheel van het voorstel van decreet houden.