Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Een op de zes pendelaars gelooft niet dat als je verschillende vervoerswijzen met elkaar combineert, bijvoorbeeld de wagen, de trein, de deelfiets, dat een beter alternatief is dan met de auto in de file te gaan staan. Daardoor blijven zeven op de tien pendelaars hardnekkig voor de auto kiezen om naar hun werk te gaan, eventueel met een verkeersapp waarmee ze door woonkernen en dorpen rijden, zigzaggend om toch maar vooruit te raken. Sinds vandaag weten we dat de stiptheid van de treinen even slecht is als die van de bussen van De Lijn. De helft komt niet op tijd.
Dat zijn vier weinig hoopgevende nieuwsfeiten die ik tijdens de afgelopen dagen heb gesprokkeld en die eigenlijk aantonen dat we qua mobiliteit in Vlaanderen echt wel in een doodlopende straat zijn terechtgekomen.
De files nemen meer dan ooit toe. De mensen zien geen alternatief om de wagen aan de kant te laten staan waardoor die files alsmaar blijven toenemen. Een doodlopende straat.
Daarom is mijn vraag heel eenvoudig. Ziet u vandaag wél aanwijzingen dat uw beleidskeuzes tot een ommezwaai kunnen leiden waarbij mensen meer gebruik maken van de alternatieven voor de wagen en minder van de wagen zelf?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Vandenbroucke, Rome is niet in een dag gebouwd. Dat weten we. Maar als u de vraag stelt naar investeringen in de weg en in de alternatieven voor de wagen, dan kunnen we met deze Vlaamse Regering toch een aardig palmares voorleggen. Als ik het vergelijk met de vorige regering die ongeveer 7,3 miljard euro heeft geïnvesteerd in mobiliteit en openbare werken, dan komt deze regering op bijna 10 miljard euro. Daarbij zijn alle vervoersmodi en investeringen in alle vervoersmodi serieus gestegen. In totaal gaat het over een stijging van ongeveer 35 procent, voor investeringen in alternatieve vervoersmodi hebben we nog veel meer gedaan. De investering in het openbaar vervoer is met 40 procent gestegen. In 2014 zijn we begonnen met 89 miljoen euro te investeren in fietsinfrastructuur. Ik had beloofd dat we in 2018 110 miljoen euro moesten halen. Wel, we hebben afgeklopt op 138 miljoen euro. Dat is een stijging met 55 procent.
U hebt gelijk, alles kan beter. We zullen meer moeten doen, we zullen nog meer moeten investeren. Ik vind dat de volgende Vlaamse Regering de lat moet leggen op minstens 300 miljoen euro als het over investeringen in fietsinfrastructuur gaat. Evenzeer zullen we meer moeten investeren in extra weginfrastructuur en in andere alternatieven voor de wagen. Voor mij, voor mijn partij en voor vele collega’s is het wel een en-enverhaal. Niet, zoals u zegt, dat je niet meer mag investeren in extra weginfrastructuur, maar enkel nog in alternatieven voor de wagen.
U zegt dat wanneer enkel nog wordt geïnvesteerd in alternatieven voor de wagen, mensen uiteindelijk wel voor die alternatieven zullen kiezen. Dat zal wel natuurlijk, wanneer men de infrastructuur zo laat verkommeren en teloorgaan en ook niet zorgt voor extra capaciteit, zal men wel moeten kiezen voor de alternatieven. En dat komt erop neer dat u mensen uit hun wagen ranselt en hen koeioneert om hen zo naar de alternatieven te drijven.
Wij staan voor een en-envisie waarbij we investeren in alternatieven voor de wagen maar evengoed in de weginfrastructuur. Dat is onze visie en wij denken dat we zo vooruit kunnen gaan.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik betwist niet dat u tijdens deze legislatuur meer hebt geïnvesteerd. En wanneer u meer hebt geïnvesteerd in openbaar vervoer en fietspaden, heb ik dat altijd toegejuicht. Dat kunnen de collega’s van de meerderheid en de oppositie getuigen. Ik vraag echter naar de resultaten van die investeringen. En als ik dan kijk naar de cijfers van uw eigen studiewerk, van uw eigen diensten, dan zie ik bijvoorbeeld dat het aandeel van bus en tram in het woon-werkverkeer historisch laag is geworden deze regeerperiode. Dan zie ik dat bijvoorbeeld het aandeel van de fiets in het woon-werkverkeer vandaag lager ligt dan aan het begin van de regeerperiode. Dan zie ik dat het aandeel van de auto in het woon-werkverkeer met 70 procent nog altijd even hoog ligt als tien jaar geleden.
U hebt inderdaad meer geld uitgegeven dan al uw andere voorgangers maar ik zie geen resultaten. Wij blijven stilstaan, ik zie geen mensen die meer kiezen voor de alternatieven omdat ze die gewoon niet zien. En daarom is mijn vraag: hoe u verklaart dat we, ondanks al die extra investeringen, op geen enkel vlak ook maar enige vooruitgang zien in die broodnodige omslag naar duurzame mobiliteit. (Applaus bij sp.a en Groen)
De heer de Kort heeft het woord.
Minister, op het vlak van files zijn we er de voorbije periode effectief niet op vooruitgegaan. Er is een zelfs stijging met 54 procent. Het is dan ook absoluut noodzakelijk dat er aan die alternatieven zoals openbaar vervoer en fiets wordt gewerkt. We zullen de kans krijgen om tijdens de volgende commissievergaderingen verder van gedachten te wisselen over het ontwerp van decreet betreffende taxivervoer en over het ontwerp van decreet inzake basisbereikbaarheid. Minister, ik ben benieuwd om van u te horen hoe op het platteland meer initiatieven kunnen worden genomen voor de toekomst om de lokale besturen te ondersteunen voor vervoer op maat. Ik hoop dat het antwoord hier niet is dat alles wordt verwacht van enkel de lokale besturen en dat de Vlaamse overheid daadwerkelijk bijkomende initiatieven zal nemen.
De heer Keulen heeft het woord.
Wanneer het gaat over mobiliteit, dan is dat een en-enbeleid en moeten we ons niet opsluiten in ideologisch geïnspireerde slogans. Het gaat hier over een vraaggestuurd openbaar vervoer, over spitsstroken en het aanleggen van de missing links, maar ook – en daar moeten we absoluut een lans voor breken – over deelmobiliteit. Rijk worden door te delen bestaat in de mobiliteit. De Nederlandse staatssecretaris heeft de aanbieders van deelfietsen samengebracht op te komen tot één operabel systeem. Minister, ik denk dat het promoten van deelmobiliteit ook een van die hefbomen is om iets te doen aan de verkeersleefbaarheid en aan de bestrijding van de files.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik denk dat iedereen het erover eens is dat we moeten investeren in die veilige en vlotte weginfrastructuur, in een goed en performant openbaar vervoer en in de fietsinfrastructuur. Dat wordt breed gedragen.
Mijnheer Vandenbroucke, u hebt een aantal cijfers genoemd maar er zijn ook andere cijfers die aantonen dat meer mensen sporadisch het openbaar vervoer gebruiken en dat er meer fietsers zijn. In plaats van te goochelen met cijfers, is het beter allemaal hetzelfde doel na te streven, en dat is ook wat veel steden en gemeenten de volgende jaren zullen doen, namelijk ervoor zorgen dat meer mensen de fiets nemen.
Minister, ik hoor u graag de lat hoog leggen voor de volgende regering. U zegt dat er vandaag 138 miljoen euro wordt geïnvesteerd in fietsinfrastructuur maar dat u die lat op 300 miljoen euro wilt leggen. Ik ben daar absoluut pleitbezorger van. Minister, waar legt u met die 300 miljoen euro de grote prioriteiten in Vlaanderen? Wat wilt u daarmee extra aanpakken in vergelijking met vandaag?
Mijnheer Vandenbroucke, als ik vergelijk met de socialistische ministers van Mobiliteit, zie ik dat ze niet alleen veel minder hebben geïnvesteerd, maar dat ze vooral veel minder hebben gerealiseerd.
U zegt dat u een supporter bent van de fietser en van het openbaar vervoer, maar dat u geen positieve elementen ziet. Wel, dan bent u me er wel eentje als supporter. Een goede supporter zou toch alle positieve elementen kunnen onderkennen van de ploeg die hij zo sterk ondersteunt? Dan zou hij zien dat er meer wordt gefietst, dat er meer mensen het openbaar vervoer gebruiken, dat er meer aanbod is inzake openbaar vervoer. Maar u blijft het riedeltje en de leugen herhalen, ook in uw communicatie.
U zegt dat het aanbod van het openbaar vervoer gedaald is. Neen, het aanbod van het openbaar vervoer is gestegen. Het is van 2014 tot 2017 met 4 procent gestegen. Daarbovenop hebben we eind vorig jaar nog eens 9 miljoen euro uitgetrokken voor het extra aanbod waar de vraag het hoogst is. Daarin hebben we nog eens extra geïnvesteerd. Er zijn dus bijkomende impulsen. En wat betreft de fiets is er 55 procent bij gekomen. Maar ik ben het volledig met u eens dat we nog meer zullen moeten investeren. Ik heb minstens 300 miljoen euro voor ogen voor een volgende Vlaamse Regering. We zullen dat prioritair moeten investeren in veilige schoolomgevingen en in ons fietssnelwegennetwerk. We hebben vandaag samen met de provincies een fietssnelwegennetwerk uitgetekend van maar liefst 2650 kilometer. Daarvan moet nog 20 procent worden gerealiseerd, dat is ongeveer 580 kilometer. Dat moet de ambitie zijn van een volgende Vlaamse Regering, die daarvoor niet alleen extra middelen – die kritiek was correct – maar ook extra capaciteit, extra mensen, zal moeten aantrekken.
Naast het extra investeren moeten we ervoor zorgen dat de fietsvergoeding tot stand komt, dat dat niet langer een gunst is maar een recht. Dat recht moet voor iedereen gelijk zijn. Het mag niet zijn zoals vandaag: de ene werkgever geeft het wel en de andere niet; de ene werkgever geeft, zoals in het onderwijs, 15 cent, en de andere werkgever 21 cent, en nog een andere 23 cent. Neen, het moet voor iedereen gelijk zijn: minstens 23 cent en als het even kan nog meer.
Dat zijn onze ambities voor een volgende regering. (Applaus bij de N-VA)
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister en partijgenoten van de minister, jullie blijven natuurlijk zwaaien met de vele miljoenen euro die zijn geïnvesteerd. Nogmaals, ik betwist dat niet. Maar als je geld uitgeeft, doe het dan met visie en maak een duidelijke keuze, een keuze die de mensen helpt te overtuigen om meer te kiezen voor het alternatief. Dat gebeurt vandaag niet.
De verklaring is heel eenvoudig. Wat heeft de Vlaming heel concreet ondervonden van uw keuzes? De prijs van de bus en de tram is omhooggeschoten, de stiptheid is omlaaggegaan, en ondertussen hebt u vele tientallen miljoenen euro die u had kunnen investeren in meer en beter openbaar vervoer en in meer fietspaden, geïnvesteerd in extra spitsstroken, om nog meer auto’s door de file te jagen, terwijl we precies het omgekeerde nodig hebben. (Applaus bij sp.a en Groen)
De actuele vraag is afgehandeld.