Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, één van de maatregelen die u al genomen hebt en waar u ook terecht naar verwees, is het terugkommoment. Het terugkommoment is in voege gegaan vanaf 1 oktober 2017. Dat houdt in dat we de bestuurder, nadat hij zijn rijbewijs heeft gehaald, zes tot negen maanden later willen terugzien. We willen een aantal dingen doen die we in het verleden nog niet hebben gedaan: de risicoperceptie vergroten, de risicoacceptatie verminderen. Dus eigenlijk willen we de bestuurder bewuster maken van het gevaar dat hij of zij op de weg kan betekenen.
Mijn vraag is eigenlijk heel kort. Als ik een eenvoudige rekensom maak, dan is op 1 oktober 2017 de vernieuwde rijopleiding in voege gegaan. Die vernieuwde rijopleiding voorzag dat men minstens negen maanden moet oefenen voor men examen kan afleggen. Dus als ik even uit het hoofd reken, en ik weet dat dat hier op het spreekgestoelte gevaarlijk is, dan zouden op 1 juli 2018 de eerste bollebozen hun examen kunnen hebben afgelegd en hun rijbewijs hebben behaald. Als we dan nog eens zes maanden verder zijn, dan zouden op 1 januari 2019 de eerste bestuurders moeten terugkomen voor het terugkommoment.
Mijn vraag is dan ook heel duidelijk: zijn we klaar om deze bestuurders dat terugkommoment aan te bieden?
Minister Weyts heeft het woord.
Ja! Maar ik zal wat meer duiding geven.
Het is zo dat vanaf 1 januari de allereerste lichting zal kunnen aantreden. Maar het zal vooralsnog een eerder theoretische oefening zijn, ook door de wetenschap dat je dan in de blokperiode zit. We verwachten geen grote toeloop in die eerste maand.
Per jaar zijn er 75.000 mensen in Vlaanderen die het examen voor hun theoretisch rijbewijs afleggen, dat wil niet zeggen dat we volgend jaar in 2019 75.000 mensen zullen hebben voor het terugkommoment, verre van.
Maar het gaat natuurlijk over diegenen die de kortst mogelijke oefenperiode nemen en vervolgens ook vanaf januari tot april kunnen starten, want ze hebben drie maanden tijd om dat terugkommoment af te leggen. Trouwens, diegenen die de korte weg volgen, zijn nog altijd een minderheid. De meerderheid opteert zelfs voor de lange procedure, tot en met zesendertig maanden.
Niettemin hebben we er wel voor gezorgd dat de vormingsmomenten voor de instructeurs georganiseerd zijn. Er lopen er nog, maar ondertussen zijn er 300 à 350 instructeurs gevormd. Ze zijn klaar om vanaf januari volgend jaar die terugkommomenten te organiseren. We gaan ervan uit dat tegen het eind van het jaar uiteindelijk 1500 instructeurs zullen gevormd zijn om die cursus te kunnen doceren en dat terugkommoment te kunnen geven.
We gaan ook uit van een theoretisch maximale capaciteit tegen eind 2020 van 100.000 plaatsen. We zien heel veel interesse bij de rijscholen om mee in dat systeem van die terugkommomenten te stappen. Ik maak me wat dat betreft vandaag nog geen zorgen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ik ben blij om te horen dat er al 300 instructeurs gevormd zijn en dat er inderdaad vanaf 1 januari van start kan worden gegaan. Ik ga er met u ook vanuit dat het op 1 januari geen overrompeling zal worden en dat het eerder mondjesmaat op gang zal komen.
Het terugkommoment is er nu, in principe moeten de mensen die vandaag hun rijbewijs hebben, na zes à negen maanden terugkomen. Is het voorzien dat die mensen worden verwittigd en wie gaat hen verwittigen over dat terugkommoment?
Minister Weyts heeft het woord.
Wanneer bestuurders hun theoretisch examen afleggen, krijgen zij natuurlijk ook de mededeling dat zij zich opnieuw zullen moeten aandienen. Of zij later dan ook nog een schriftelijk of digitaal signaal in die zin krijgen, dat zou ik eens moeten bekijken. Dat kan ik niet zo vanbuiten zeggen.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik stel de vraag omdat ik een aantal ongeruste signalen hoor – al dan niet terecht. Misschien is het goed om voorbereid te zijn, om ervoor te zorgen dat niemand achteraf zegt: ik heb dat mislopen, ik wist er niets van. Daarover kunnen we misschien via een campagne, of via een bevoegdheid die iemand krijgt, de mensen informeren, zodat ze duidelijk op dat terugkommoment geattendeerd worden en ervoor uitgenodigd worden.
De actuele vraag is afgehandeld.