Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Tobback heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, er is iets raars aan de gang. Eigenlijk is er iets normaals aan de gang: dat is dat er op Europees niveau, vanuit het Europees Parlement en de Commissie voorstellen op tafel liggen om onze doelstellingen inzake een rationeel energiegebruik en energie-efficiëntie aan te scherpen. Er zijn voorstellen om de doelstellingen inzake hernieuwbare energie aan te scherpen. We weten immers allemaal dat we de doelstellingen van de Klimaatconferentie in Parijs op dit moment, met wat we nu aan het doen zijn, niet gaan halen.
Dat is logisch. Het punt stond op de agenda van een Europese Raad in Luxemburg de voorbije maandag, eergisteren. Daar bleek dat een grote meerderheid van de landen in Europa eigenlijk akkoord gaat om die doelstellingen mee aan te scherpen. Er is een beperkte groep die zich verzet. Dat zijn landen uit Oost-Europa – zoals Polen, Hongarije, Slovakije – landen die voornamelijk afhankelijk zijn van bruin- en steenkool voor hun energievoorziening. Dat zijn misschien wel een beetje rationele redenen, naast het feit dat er wat notoire klimaatontkenners tussen zitten.
Wat raar was, wat er aan de hand was, is dat die lijst werd aangevuld met één land dat uit de band sprong, namelijk België. Wie zich afvraagt waarom, en dat gaat uitzoeken, komt bij een rapport van een coördinatievergadering van vorige week. Daaruit blijkt dat de Belgische deelstaten zich wel bewust zijn van de noodzaak, maar dat Vlaanderen, de Vlaamse Regering, de Vlaamse vertegenwoordiger, op die vergadering, tegenhoudt, niet alleen dat Vlaanderen praat over misschien het verregaande voorstel van het Europees Parlement, maar zelfs blokkeert dat België mee zou gaan in een compromisvoorstel dat door het Bulgaarse voorzitterschap op tafel werd gelegd.
Minister-president, de vraag rijst, wetende dat we in België onze steenkoolmijnen al lang gesloten hebben, dat we grote verklaringen van u en uw ministers horen over toekomstige doelstellingen rond hernieuwbare technologie en over de zorg voor onze kinderen en kleinkinderen op de klimaattop, wat bezielt Vlaanderen om zich aan te sluiten bij de steenkoolboeren uit Oost-Europa, terwijl al de omliggende landen kiezen voor de toekomst?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Tobback, wij sluiten ons helemaal niet aan, bij niemand, zeker niet bij steenkoolboeren. Wij zijn ambitieus op het vlak van hernieuwbare energie. We willen de strijd aangaan tegen de klimaatverandering. We zitten niet bij de ontkenners. De situatie zoals u die schetst, klopt niet.
Om te beginnen, we zitten nu in de fase tot 2020. U weet dat we Europees een akkoord hebben om tegen 2020 drie keer 20 procent te halen: 20 procent hernieuwbare energie, 20 procent meer efficiëntie, 20 procent reductie van de broeikasgassen. Pas in 2015 hebben we intra-Belgisch een akkoord bereikt. Ik heb hard aan de kar getrokken om daartoe te komen, heb ook onderhandeld met mijnheer Magnette. Het resultaat was dat Vlaanderen bindend 15,7 procent zou halen inzake de reductie van de broeikasgassen en dat we bindend 25.000 gigawattuur hernieuwbare energie zouden hebben tegen 2020. U weet dat we daar nog met een onbestemd deel zitten, zoals collega Tommelein het noemt, van 1400 gigawattuur die we nog moeten vinden tegen 2020.
Waar u het over hebt, zijn de nieuwe plannen voor 2030. Ter zake heeft de Raad van Ministers voorgesteld, en alles is belangrijk, om niet-bindend, indicatief twee keer 27 procent te doen: 27 procent hernieuwbare energie en 27 procent efficiëntie inzake energie. Het is een trilogie, zoals u terecht zegt. Het Europees Parlement zegt ‘neen, twee keer 35 procent en bindend’. Nu vraagt de Raad, vraagt de Commissie aan de lidstaten om een standpunt in te nemen. In tegenstelling tot wat u zegt, is er intra-Belgisch wel al een standpunt ingenomen, en wel in die zin dat we 27 procent hernieuwbare energie doen, maar dat we een impactanalyse vragen, die de Europese Commissie had aangekondigd, en dat we gaan voor 30 procent energie-efficiëntie. Nu is de situatie zo dat de Europese Commissie de impactanalyse niet heeft aangeleverd, alleen een telefoontje heeft gedaan de avond voor we bijeenkwamen met de directie-generaal Europese Zaken en Coördinatie (DGE) om te zeggen dat de impact voor ons beperkt zal zijn. Neem me niet kwalijk, ik vind het niet ernstig om daarmee vooruit te gaan. We wachten dus op die impactanalyse. We hebben de 27 procent onderschreven onder voorbehoud daarvan.
Ondertussen werkt collega Tommelein de voorstellen uit die u kent in het kader van het pact dat wij zijn aangegaan, waarbij hij heeft gezegd met een potentieelstudie te zullen komen voor Vlaanderen, en met een bottom-upvoorstel wat het aandeel van Vlaanderen betreft intra-Belgisch in de ‘burden sharing’ die we zullen moeten doen. Hij komt daarmee tegen de zomer, tegen 1 juli, als ik me niet vergis. Op het moment dat wij de onderbouw hebben, zullen we kunnen beslissen wat we exact gaan doen. Wij zijn geen mensen die voluntaristisch 30 of 35 procent zeggen, zoals het Europees Parlement zegt, bindend, zonder een burden sharing. We willen de impactanalyse kennen. We willen dat het haalbaar is. We gaan voor ambitieuze doelstellingen. Het moet ook betaalbaar zijn. U weet dat we op het ogenblik tot 2032 nog altijd een zware factuur betalen. Zodra we de impactanalyse hebben, zowel op Vlaams vlak als op Europees vlak, kunnen we dus gaan naar definitieve engagementen.
Minister-president, u moet me verontschuldigen, maar ik hoor voornamelijk een hele hoop woorden die alleen maar dienen om te zeggen dat de Vlaamse Regering niet bereid is om zich tot wat dan ook te engageren op dit ogenblik. U mag het me niet kwalijk nemen. Ik heb hier het verslag van die coördinatievergadering bij. Daaruit blijkt heel duidelijk dat alleen de Vlaamse Regering niet bereid is om over te gaan tot een constructieve dialoog – de termen staan letterlijk in het verslag – op Europees niveau voor doelstellingen waarover we allemaal weten dat ze scherper moeten. Het gaat er niet om dat u 35 procent moet zeggen. Ook de compromisvoorstellen zijn door de Vlaamse Regering zonder meer van tafel geveegd, in die mate zelfs dat alle andere deelregeringen en partners in die vergadering klaar en duidelijk zeggen dat dit een bijzonder negatieve houding is, die er bovendien nog eens toe dreigt te leiden dat al die andere landen, want ze gaan wél akkoord, zullen beslissen en dat België daar niks aan te zeggen heeft.
Minister-president, als visie slaat dat nergens op. Het staat bovendien haaks op al uw grote verklaringen over de toekomst en over de technologie die we nodig hebben. We zijn vandaag in Vlaanderen aan het investeren in nieuwe technologie. Ik denk maar aan de opening van EnergyVille in de gesloten steenkoolmijnen.
De houding van uw Vlaamse Regering zal erop neerkomen dat opnieuw de technologie die wij uitwerken met geld van de Vlaamse belastingbetaler, industrieel elders zal worden uitgewerkt. De jobs zullen naar elders gaan omdat u met uw regering niet het lef hebt om te springen, omdat u voor de camera's grote Obama-uitspraken doet maar achter het gordijn Trump bent.(Applaus bij sp.a)
De heer Danen heeft het woord.
De houding van de Vlaamse Regering verwondert mij in die zin niet zo heel erg omdat ik vaststel op de interfederale klimaatcommissie waar we al een paar keer zijn geweest, dat de andere gewesten, Brussel en Wallonië, veel verder willen gaan dan Vlaanderen. Ik vraag mij af op welke studies ze zich dan wel baseren om verder te willen gaan. Ik vind het heel vreemd. Ik vind het geen goede zaak dat als het gaat over het klimaat en de klimaatambitie, we bij de landen horen die het minst ver willen gaan. Ik vind dat bijzonder jammer. Ik zou u willen vragen om op dat vlak ambitieuzer te zijn. Inderdaad, uw grote woorden zijn omgekeerd evenredig met de ambitie die u op het vlak van klimaat aan de dag legt. Ik zou echt willen vragen om het andersom te doen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister-president, we weten allemaal dat dit niet de eerste keer is dat Vlaanderen een eerder conservatieve rol speelt in dergelijke discussies. Wat mij extra teleurstelt in dit verhaal, is dat u een impactstudie vraagt voor het voorstel van het Europees Parlement dat inderdaad een stuk ambitieuzer is. Het is al fel opgeschoven naar beneden. U hebt het zelf vermeld: de 27 en de 30 procent. Zelfs daarover zegt u dat u het eerst nog wat zult bekijken waardoor het op de lange baan wordt geschoven. Daarmee geeft u impliciet toe dat u niet verder wilt gaan, zelfs niet als de rest van Europa mee wilt. Ik betreur dat ten zeerste, want het betekent dat we de strijd tegen de klimaatverandering echt niet au sérieux nemen. Dat is heel spijtig.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voor een aantal andere parlementen is inderdaad ‘the sky the limit’. We hebben dat gezien in het interfederaal klimaatparlement, maar ook bij andere partijen. Men wil veel verder gaan. Voor de ecovoluntaristen is ‘the sky the limit’, maar zij zullen de betaalbaarheid in gevaar brengen. Ik vind het als ecorealist logisch dat we een terdege impactassessment willen hebben. Is dat nu echt te veel gevraagd? U bent het misschien niet gewoon dat het ooit is gevraagd, maar wij zijn al jaren bezig met te wijzen op enerzijds de betaalbaarheid en anderzijds op de technische capaciteiten. U doet daar lacherig over, maar ik niet. Voor mij is dat bloedserieus. Ik ben ecorealist en ik meen dat. Ik wil dat het systeem betaalbaar blijft.
De heer Bothuyne heeft het woord.
We hebben ons in Parijs geëngageerd om de klimaatopwarming onder controle te houden en om de grens op 2 graden te leggen. We weten dat de plannen die vandaag in Europa en in ons land voorliggen niet volstaan om die ambitie waar te maken. We moeten effectief een tandje bijsteken. Dat doen we best niet door – naar goede traditie in Wallonië en Brussel – zomaar loze ambities te formuleren. We moeten die ambities inderdaad onderbouwen. Maar, minister-president, ze moeten ook scherp zijn. Zeker op het vlak van energiebesparing kan Vlaanderen niet één maar nog heel veel tandjes bijsteken. Als we kijken naar de uitstoot van mobiliteit, naar de uitstoot van woningen, naar de uitstoot en het energieverbruik van onze kmo's, dan hebben we nog heel veel winst te boeken, winst voor het klimaat maar ook voor de betrokkenen. We kunnen kostenbesparingen realiseren bij kmo's en gezinnen in Vlaanderen door een scherpe doelstelling naar voren te schuiven die onderbouwd is als het gaat over energiebesparing. Ik hoop dat u daar werk van maakt.
Ik vraag mij af wie hier woorden, woorden, woorden gebruikt. Wij houden van daden en van onderbouwde daden.
Mijnheer Bothuyne, maak u geen zorgen, ik heb net gezegd dat we akkoord gaan met 30 procent energie-efficiëntie. Dat is zeer ambitieus, wetende dat onze industrie nu al heel energie-efficiënt werkt en daarin jaar na jaar vooruitgang boekt. We zetten daar dus een heel scherpe doelstelling.
Wat hernieuwbare energie betreft, hoor ik hier heel veel woorden maar geen feiten. De laatste cijfers die ik van het VEA heb van 2016 – het spijt me ook dat ze geen recentere cijfers geven – zeggen dat we in Vlaanderen aan 6,4 procent hernieuwbare energie zitten.
Dat betekent dat we op elf jaar tijd een vooruitgang met 4,5 procent hebben gemaakt. De kostprijs was 20 miljard euro, waarvan we tot 2032 nog altijd 700 miljoen euro moeten betalen. We zijn van 1,9 procent tot 6,4 procent gestegen. We hebben in dit land 900 vollasturen zonne-energie. In zuiderse landen als Spanje hebben ze 3000 tot 4000 zonne-uren op een totaal van meer dan 8000 uren.
Inzake hernieuwbare energie staat Wallonië inderdaad beter, maar er zijn daar meer natuurlijke mogelijkheden. Indien het zo gemakkelijk zou zijn, zouden we de verdeling in België tegen 2020 veel eerder hebben doorgevoerd. We hebben in 2015 zeer hard moeten sleuren om finaal een akkoord te bereiken over een akkoord dat eigenlijk al liep. We zijn toen naar een reductie met 15,7 procent gegaan. We zijn naar 25.000 gigawattuur hernieuwbare energie in Vlaanderen gegaan. We zijn daar nog niet. Zoals minister Tommelein heeft gezegd, is 1400 gigawattuur nog onbestemd.
We zijn zeer ambitieus en we blokkeren niets. We willen die strijd volop aangaan en we zetten in op nieuwe technologieën. We hopen op grote doorbraken, bijvoorbeeld voor de opslag van energie. Dat is nog altijd veel te duur en te moeilijk. In dialoog met de EU en met andere landen zullen we ons op een onderbouwde wijze engageren.
De Europese Commissie had verklaard ons een impactanalyse te zullen bezorgen. Aan de vooravond van de DGE is er een telefoontje geweest om ons te vertellen dat de impact niet zo geweldig en veeleer beperkt zal zijn. Neem me niet kwalijk, maar ik heb niet de gewoonte op die manier engagementen aan te gaan. Minister Tommelein voert zijn potentieelstudie uit. Hij zal met voorstellen voor Vlaanderen komen. Op basis van die Vlaamse studies zullen we in staat zijn Europese engagementen aan te gaan.
Woorden hoor ik vooral van de oppositie. Ik houd me aan de feiten, de metingen en de resultaten die er zijn. Ik weet dat we allemaal voluntaristisch zijn, maar als we doelstellingen formuleren, moeten ze onderbouwd zijn.
Een laatste punt is dat we aandacht moeten hebben voor de factuur voor de gezinnen en voor de bedrijven. Niets is gratis en alles kost geld. Ook hernieuwbare energie kost geld. We zullen met al die elementen rekening houden. (Applaus bij de N-VA)
Minister-president, mijnheer Gryffroy, wat jullie schijnen te vergeten, is dat blijven stilstaan en een reservaat van dinosaurussen worden ook geld zal kosten. Het zal zelfs nog meer kosten, want wat nu aan de gang is en wat we al jaren zien, is dat de industrialisering van een hele hoop nieuwe technologieën, of het nu zonnepanelen, windmolens of batterijtechnologie betreft, volop aan de gang is. Indien Vlaanderen echt een regio wil zijn waar in de toekomst jobs worden gecreëerd, waar technologie aanwezig is en waar moderne, nieuwe, toekomstgerichte bedrijven aanwezig zijn, dan zal men op een bepaald moment moeten springen.
Wie niet durft te springen, is zijn steenkool aan het verdedigen, maar ik denk dat we dat niet meer hebben, of zijn dinosaurussen aan het beschermen. Hoezeer ik ook voor natuurbescherming ben, denk ik dat noch Vlaanderen, noch wij, noch onze kinderen of kleinkinderen er belang bij hebben op die manier met de voeten tot aan de knieën in de klei te blijven zitten terwijl elders wel stappen vooruit worden gezet.
Dit moge met het nodige voluntarisme en het nodige risico gebeuren, maar indien u hiertoe niet bereid bent, wordt dit Bokrijk. Dat zou voor iedereen een ongelooflijke gemiste kans zijn. Dat is wat de Vlaamse Regering in de Belgische context volop doet. Het is ongelooflijk jammer die lafheid te zien. (Applaus bij sp.a)
De actuele vraag is afgehandeld.