Verslag plenaire vergadering
Verslag
Collega’s, dames en heren, graag had ik ook nog even uw aandacht voor een afscheidswoord.
Door een verschuiving binnen de Federale Regering zal Elke Sleurs van rechtswege opnieuw haar mandaat als Vlaams volksvertegenwoordiger opnemen. Wij zijn nog niet honderd procent zeker of zij al bij onze volgende plenaire vergadering, namelijk op 8 maart, onder ons zal vertoeven. In elk geval zal zij opnieuw de taak opnemen die tijdens haar afwezigheid door haar opvolgster, Caroline Croo, werd vervuld.
Beste Caroline, het klinkt misschien al wat voorbarig en het komt misschien wat cynisch over als ik u nu een afscheidswoord voorlees, maar het zou anderzijds doodzonde zijn als ik dat nu niet doe en daartoe niet meer de kans krijg.
Zoals gezegd hebt u uw plaats in dit halfrond hier ingenomen als opvolgster van Elke Sleurs, en dat gebeurde op 15 oktober 2015. In anderhalf jaar hebt u uw ervaring en expertise als tandarts hier ten volle weten te benutten in de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Ik herinner me dat u een van de ijveraars was toen hier in dit Vlaams Parlement op 11 oktober de petitie werd overhandigd aan minister Vandeurzen voor een automatische neonatale screening op mucoviscidose. U zette zich in voor vaccinatieprogramma’s, voor de erkenning van zorgberoepen en voor kwalitatieve zorgverlening in de taal van de patiënt.
Maar het sterkst was uw resolutie over preventieve mondzorg, die in november 2016 bijna unaniem werd goedgekeurd door dit hele parlement. Het gebeurt niet vaak dat een initiatief van een individuele volksvertegenwoordiger zo snel zo goed als kamerbreed wordt ondersteund. Daarvoor verdient u alle lof, beste Caroline. Het is dan ook met spijt in het hart dat we u hier zien vertrekken naar Melle.
Op dit moment ervaart u wellicht dat politiek een harde stiel is, een job vol onzekerheid. Toch hoop ik dat u, na deze plotse wending, in uw thuishaven Melle politiek actief zult blijven, naar ik hoor samen met uw man Erwin, en dat u daar verder zult werken aan hetgeen u zo hoog in het vaandel draagt: de zorg voor de mensen.
Collega’s, wij danken Caroline voor haar inzet en wij wensen haar het beste in haar verdere loopbaan. (Applaus)
Jan, intussen weet je dat spreken niet echt mijn ding is. Ik ben een wetenschapsmens. Maar toch wil ik iedereen danken voor de periode die ik hier heb meegemaakt. Het was heel leerrijk. Maar wees gerust, ik kom terug, dat is zeker. (Applaus)
Als alle tussenkomsten zo lang zouden duren, zouden we veel vroeger kunnen eindigen.
Nu gaan we ons eerst toespitsen op de gemeenteraadsverkiezingen in Melle, waar ik inderdaad mijn echtgenoot, die schepen is, en de andere mensen die opkomen, dik ga ondersteunen. En misschien kom ik wel opnieuw op voor de provincie, waar ik ook een heel goede score haalde. En wanneer Elke ooit schepen wordt, kom ik misschien wel terug. Never say never. (Applaus)
Dank u wel.