Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de toename van fysieke agressie tegen leerkrachten
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, we vernemen dat er vorig jaar gedurende de eerste 11 maanden 72 gevallen waren van leraars die gewond waren na incidenten op school. Het is belangrijk dat we deze cijfers in een juist kader plaatsen, in die zin dat het schooljaar ervoor er een nog lager cijfer was, maar dat er in 6 van de 8 jaren ervoor eigenlijk meer incidenten waren met lichamelijke letsels. Collega's, bovendien spreken we over een miljoen leerlingen en 150.000 leerkrachten. Ik verneem ook dat sommigen zoeken naar een oorzakelijk verband met het M-decreet. Dit met de natte vinger in de lucht verklaren, vind ik gevaarlijk en bovendien stigmatiserend.
Minister, mijn specifieke vraag wil inzoomen op een aspect. Ik lees dat in 2011 niet minder dan 32.000 leerkrachten persoonlijk een polis hebben afgesloten tegen lichamelijke schade en dat vorig schooljaar reeds 40.000 leerkrachten dat hebben gedaan. Uit de antwoorden op mijn vragen aan uw voorgangers of dit noodzakelijk is, heb ik steeds als antwoord gekregen dat de arbeidsongevallenverzekering enerzijds en de schoolpolis anderzijds voldoende zijn en leerkrachten geen bijkomende verzekering hoeven af te sluiten. Graag kreeg ik hier opnieuw bevestiging van.
De heer Janssens heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb u al eerder bevraagd over deze materie en ik moet dan beginnen met de cijfers die de collega zojuist heeft genoemd, te corrigeren. Er zijn inderdaad in de eerste 11 maanden van 2016, 72 gevallen geweest van arbeidsongevallen waarbij leerkrachten het slachtoffer werden van fysiek geweld door leerlingen of hun ouders. Dat waren er meer dan in 2015 en ook meer dan in 2014.
Los daarvan weten we ook dat het sowieso om een onderschatting gaat. We weten dat omdat heel veel incidenten niet worden gemeld door de school of door de betrokken leerkracht, uit angst om in diskrediet te raken. We weten dat er alleen maar incidenten worden geregistreerd waarbij effectief door een arts een lichamelijk letsel is vastgesteld. Andere incidenten, waarbij dat niet meteen wordt vastgesteld, zijn niet mee opgenomen in de cijfers. We weten ook dat het om een onderschatting gaat omdat we gisteren in de krant hebben vernomen dat vorig jaar 40.000 leerkrachten een geweldpolis hebben afgesloten bij een bepaalde verzekeraar. 1800 leerkrachten hebben vorig jaar zelfs gebruikgemaakt van die geweldpolis omdat zij het slachtoffer waren van fysiek geweld of psychologische terreur.
We moeten dat niet alleen veroordelen, en zeggen dat we geweld moeten voorkomen, zowel in de samenleving als binnen de schoolmuren, we moeten een krachtiger signaal geven. Ik kijk daarvoor in eerste instantie naar u.
Wat is uw reactie op die cijfers? Kondigt u nu wel maatregelen aan, terwijl u, toen ik u daar vorig jaar over ondervroeg, dat niet meteen hebt gedaan? Hoe wilt u dit een plaats geven in uw beleid?
Minister Crevits heeft het woord.
Elk jaar gaan er meer dan een miljoen leerlingen naar school en er staan iets meer dan 160.000 leerkrachten klaar om onze jongeren op te vangen. Dat is enorm veel. Mijnheer Janssens en mijnheer De Meyer, als we het hebben over agressiecijfers kan ik alleen maar bijzonder duidelijk zijn: in onze samenleving is elke vorm van agressie en elk geval van agressie er een te veel, niet alleen op school, maar ook buiten de school. Daarover moeten we heel duidelijk zijn.
Wat de cijfers betreft, wil ik wat nuanceren. Volgens de heer De Meyer bedraagt het aantal gevallen van agressie niet echt meer of minder dan de vorige jaren; volgens de heer Janssens bedraagt het meer. Het hangt ervan af waarmee we vergelijken. In 2010 waren er 94 registraties; in 2016 zullen het er waarschijnlijk 81 zijn, geen 72. Dat is meer dan in 2015, meer dan in 2014, maar minder dan in 2010 en 2011. De cijfers schommelen dus, maar ze zijn er natuurlijk wel.
Wat ik bijzonder veroordeel, is de link die op een bijzonder spectaculaire negatieve manier wordt gemaakt met het M-decreet. Mijnheer Janssens, ik ben blij dat u er niet naar verwijst, maar het stond wel in uw vraag. Ik vind het afschuwelijk dat blijkbaar alle middelen goed zijn om in te zetten in de grote strijd tegen het M-decreet. Nu zijn het plotseling de kinderen met een beperking die de oorzaak zijn van de gestegen agressie. Ik doe daar niet aan mee! (Applaus)
Wat de punctuele antwoorden betreft, is het niet nodig om een extra verzekering af te sluiten. Al wie geconfronteerd wordt met agressie of met tekenen van agressie, is daarvoor verzekerd via de arbeidsongevallenverzekering van de school. Er is dus geen enkele reden waarom leerkrachten een extra verzekering moeten nemen.
Wat de heer Janssens zegt, is natuurlijk juist, namelijk dat de gevallen die in de media komen, de gevallen zijn waarin effectief een tussenkomst is geweest. Uiteraard is het goed mogelijk dat er incidenten zijn in scholen. We hebben het daar trouwens in de Commissie voor Onderwijs al vaak over gehad.
Zeggen dat er niets aan wordt gedaan, is fout. Ik heb vorige week of twee weken geleden in het parlement nog aangekondigd dat we nu ook 160 vertrouwenspersonen gaan opleiden die in scholen incidenten kunnen detecteren – incidenten met leerlingen maar ook incidenten tussen leerkrachten of incidenten tussen leerkrachten en de ouders van leerlingen: het is een heel complexe samenhang. We moeten daar absoluut verder de strijd tegen opvoeren.
Anderzijds is het ook de taak van elke school in Vlaanderen om te werken aan een schoolklimaat dat agressie zo veel mogelijk uitsluit. Er zijn ook jongeren die daar zelf rond werken. Op vele fronten wordt daar dus absoluut actie tegen ondernomen. Dat zal ik ook verder blijven doen.
We moeten er niet flauw over doen: er is een verruwing van de samenleving. Dat weten we allemaal. Minister, u hebt ten volle gelijk: agressie hoort nergens thuis, en zeker en vast niet in de scholen. U hebt heel duidelijk geantwoord op mijn specifieke vraag of leerkrachten zich bijkomend moeten verzekeren: dat is niet nodig.
Ik denk toch dat we iets meer moeten doen dan open deuren intrappen door te zeggen dat we agressie binnen de schoolmuren niet aanvaarden. Dat lijkt me nogal evident. Dat is de logica zelve.
Maar ik wil bijkomend een oproep en een suggestie doen, in eerste instantie een oproep aan onze leerkrachten om melding te maken van elk geval van agressie, zowel fysiek, psychisch als aanhoudend pestgedrag. Maak daar melding van, zowel binnen het onderwijsveld als desnoods, in ernstige gevallen, bij de politie.
Ik wil ook een suggestie doen aan u, minister. Opdat wij hier in het parlement over de volledige gegevens en de juiste cijfers zouden kunnen debatteren, is het belangrijk dat u eens een bevraging doet bij de scholen zelf, dat u eens een onderzoek doet in de scholen, om te vragen hoeveel leerkrachten er nu inderdaad slachtoffer zijn van fysiek of psychisch geweld of van pestgedrag. Bent u bereid om alle scholen in Vlaanderen daarover te bevragen, zodat we op basis van een volledig gegeven en volledige cijfers een debat kunnen voeren?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, geweld tegen leerkrachten is inderdaad iets dat we niet kunnen tolereren. Het loont de moeite om te onderzoeken of er inderdaad een toename is, of er sprake is van een verruwing en of er niet meer kan gebeuren. Er zijn mooie projecten rond geweldloos communiceren, rond herstelgericht werken, die ervoor zorgen dat het schoolklimaat effectief verbetert. Op zulke projecten kunnen we verder blijven inzetten. Daar moeten scholen voor ondersteund worden.
Ik ben heel blij dat u de link met het M-decreet en de gratuite beschuldigingen, als zou het M-decreet ervoor zorgen dat er een toename is van geweld op leerkrachten, heel expliciet hebt veroordeeld. Ik vind dat heel terecht. Ik vond dat ook erg pijnlijk om te lezen. Dus dank u wel daarvoor.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister, geweld en agressie op school zijn uiteraard ontolereerbaar. Dat kan echt niet. Het gaat over respect op school en respect in de klas. Het zijn ook geen faits divers. We kunnen daar niet gewoon luchtig mee omspringen.
Het is ook heel belangrijk dat we een heel goed zicht krijgen op die problematiek. Dat wil zeggen dat alle leerkrachten het geweld dat tegenover hen gebeurt, zouden kunnen aangeven, zowel fysiek als psychisch, en dat alle vormen worden gemeld, niet alleen de arbeidsongevallen. Zo kunnen we een zicht krijgen op de werkelijke omvang van het probleem.
Minister, zou u bijkomende initiatieven nemen zodat leerkrachten het geweld standaard zouden kunnen melden? Hebt u er zicht op hoe de scholen omgaan met die agressoren?
De heer De Ro heeft het woord.
Op mijn beurt dank, minister, voor het expliciet afstand nemen van de gratuite link die gelegd werd. Ik wou zelfs het omgekeerde zeggen. In heel wat scholen waar nu waarborgteams actief zijn, die actief zijn geworden dankzij het M-decreet, werken zij onder andere aan het omgaan met moeilijk gedrag of met verbale of fysieke agressie van jongeren op de speelplaats of in de klas. Het M-decreet hierbij sleuren, was dus echt wel bij de haren getrokken.
Dat leerkrachten zich niet extra hoeven te verzekeren, vind ik ook heel belangrijk. Ik sluit me op dat punt aan bij collega De Meyer. Mij lijkt het alsof sommige verzekeraars handig inspelen op elk artikel dat in de krant verschijnt, om dan te zeggen: zou je toch geen geweldpolis afsluiten?
Desnoods moet er nog eens een extra onderzoek gebeuren. De Vlaamse overheid heeft een centrale verzekeraar. Als het zo is dat er geen extra verzekering moet worden genomen, dan moeten alle leerkrachten dat ook zeer duidelijk gecommuniceerd krijgen, want dit is pure geldklopperij op de kap van leerkrachten, die andere kosten hebben in het leven. (Applaus bij Open Vld)
Collega’s, ik ben het eens met alle collega’s die zeggen dat je sowieso niet mag toelaten dat leerkrachten die zich gepest voelen, daar geen melding van maken. De vraag is alleen of een bevraging, een invulformulier voor iedereen, de juiste weg is om ervoor te zorgen dat de conflicten die er zijn, weg zijn. Het is niet omdat je op een formulier invult dat er potentieel een conflict is, dat je conflict opgelost is.
Ik vind het echt van belang om kleinschalig – collega Meuleman en collega De Ro verwezen naar het team – na te gaan hoe we juiste condities voor een schoolklimaat kunnen scheppen waarin geen ruimte is voor agressie. Er zijn scholen die werken met Conflixers, die leerlingen uit het secundair onderwijs opleiden om bij sluimerende agressie en conflicten met elkaar te gaan spreken en zo sociale druk uit te oefenen om agressie niet toe te laten. Sinds kort kunnen scholen ook time-ins organiseren. Er zijn jongeren die thuis opgroeien in een situatie van geweld en voor wie agressie normaal is bij het uiten van hun emoties. Het is dan van belang om op school manieren te zoeken om daarmee om te gaan. Dat is voor mij eigenlijk het allerbelangrijkste: alles wat we kunnen, gooien we in de strijd om ervoor te zorgen dat agressie wordt weggehaald uit het onderwijs.
Collega Janssens, u zegt dat we een grote bevraging moeten organiseren. Ik heb vanuit het regeerakkoord de opdracht gekregen om een beetje meer ‘Tarra’ in te voeren en om niet van van alles en nog wat grote papierbergen aan te leggen. De inspectie passeert ook in de scholen en gaat na hoe scholen omgaan met pesterijen. Binnen elke school is er een vertrouwenspersoon verplicht aangeduid die moet kunnen omgaan met conflictsituaties op het terrein. Voor mij is dat de plaats waar men moet investeren op de best mogelijke manier.
U zegt dat er niet zoveel gebeurt. Er worden momenteel 160 personen opgeleid tot vertrouwenspersoon. Dat is voor mij cruciaal om in te investeren: kanalen die laagdrempelig zijn, dicht bij de school, dicht bij waar de persoon in het werk staat en waar actoren kunnen worden ingezet om conflictsituaties te ontmijnen. Het kunnen conflicten zijn tussen leerkrachten, tussen leerlingen en leerkrachten en conflicten tussen leerkrachten en ouders van leerlingen. Er zijn zeer verscheiden manieren waarop psychische of fysieke agressie tot uiting komt.
Minister, de kwantificering van pesten en agressie is uiteraard een mogelijke stap, maar de uitdaging en de opdracht is samenwerken aan een pest- en agressievrije school. Dat is een opdracht, niet alleen voor de leerkrachten en de schooldirecties, maar ook voor de leerlingen en de ouders. Uiteraard heeft ook het beleid daar een opdracht bij.
Minister, in een kennismaatschappij als de onze, waarbij hersenen onze belangrijkste grondstof zijn, hebben we uiteraard goed onderwijs nodig, en daarvoor hebben we goede leerkrachten nodig, gemotiveerde leerkrachten die niet naar school moeten gaan met angst voor een of andere vorm van agressie of pestgedrag.
Ik wil mijn verzoek herhalen om een volledig beeld te krijgen door de leraren en de scholen zelf te bevragen, maar ook door fysieke agressie tegen leerkrachten strenger te bestraffen. Ik denk dat we strenger moeten sanctioneren, net zoals we dat doen bij bijvoorbeeld ambulanciers en politieagenten. Zo geven we iedereen in Vlaanderen het signaal dat we agressie tegen leerkrachten, fysiek of psychisch, absoluut niet zullen dulden. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vragen zijn afgehandeld.