Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
De Vlaamse overheid is veroordeeld door het Europese Hof van Justitie wegens het Taaldecreet en de impact daarvan op de facturatie van onze Vlaamse ondernemingen. Zoals u weet, hebben we een zeer exportgedreven economie. Tienduizenden ondernemers boeken een groot deel van hun omzet uit export. Bijna twintigduizend bedrijven hebben meer dan één miljoen euro omzet, louter en alleen uit export. Dat resulteert uiteraard in honderdduizenden facturen die vanuit Vlaanderen naar het buitenland gaan. Conform het Taaldecreet moeten die in het Nederlands opgesteld worden. Daarover ging de rechtszaak waar het Europees Hof zich gisteren over uitsprak. Die uitspraak was duidelijk: het Taaldecreet is in dit opzicht in strijd met het Europees vrij verkeer van goederen en diensten en moet worden aangepast.
Wat ons betreft, is dit een kans om veel kosten bij onze bedrijven weg te nemen. We moeten werk maken van een snelle aanpassing van ons Taaldecreet om op dat vlak voor onze bedrijven een vereenvoudiging door te voeren.
Hoe zult u antwoorden op de kritiek van het Europees Hof en hoe zult u de Vlaamse taalwetgeving aanpassen?
Minister Muyters heeft het woord.
U schetste heel duidelijk het probleem, en in de schriftelijke voorbereiding van uw vraag die ik heb gekregen, had u ook al de oplossing gegeven. Het was een oplossing die ik zelf heb gebruikt inzake de arbeidswetgeving. We zijn daarbij uitgegaan van het feit dat het Nederlands voor ons nog altijd belangrijk is, en dat is ook in deze materie het geval. In de arbeidswetgeving is voor het contract tussen werknemer en werkgever het Nederlands een eerste taal, maar een werkgever en een werknemer kunnen ook afspreken om dat contract in een tweede taal af te sluiten. Indien er een conflict is en er voor de rechtbank een conflict is tussen de twee versies, primeert de Nederlandse versie.
Hier kunnen we dezelfde filosofie toepassen. Een factuur is en blijft in het Nederlands. Als een bedrijf omwille van klantvriendelijkheid en in afspraak met de klant een factuur in een andere taal wil opstellen, is dat prima. Als er een conflict is tussen de twee facturen, telt de Nederlandstalige factuur. Ik denk dat we in die richting een oplossing kunnen vinden. Ik heb al gevraagd aan mijn kabinet en aan het departement om een decreetswijziging voor te bereiden met het oog op de indiening ervan in het parlement.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor uw bereidheid om het decreet aan te passen. Alleen vind ik dat we in dezen verder moeten gaan. Het kan niet de bedoeling zijn dat we alle bedrijven gaan vragen om twee versies van hun facturen op te maken: een Nederlandstalige en een versie in een andere taal. We moeten in dezen voor een echte vereenvoudiging gaan en toelaten dat facturatie gebeurt in een Europese taal naar keuze zodat zowel het Vlaamse bedrijf als de klant in het buitenland de factuur duidelijk begrijpen en zodat er een rechtszeker kader ontstaat.
Ik wil u er ook op wijzen dat de Raad van State vrij forse kritiek heeft geleverd op die regeling die twee jaar geleden is uitgewerkt over de arbeidsovereenkomsten. Hij neemt de regeling met de twee versies, de Nederlandstalige en de anderstalige, op de korrel en kwalificeert ze als niet rechtszeker. Ik denk dat we inzake facturatie iets verder moeten gaan en gaan voor één duidelijke versie in één Europese taal.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Minister, ik heb dat arrest gelezen. In april had de advocaat-generaal al een dergelijk advies gegeven. Ik hoop dat we zoals de heer Bothuyne heeft gezegd, zullen zoeken naar een klantvriendelijke oplossing, maar ik hoop dat we niet dezelfde lijn volgen als ten tijde van de arbeidsovereenkomsten. Toen trof u de regeling dat voor een Fransman een arbeidsovereenkomst in het Frans kan worden opgesteld, maar niet voor een Waal. Ik hoop dat voor de facturatie het surrealistische wordt overstegen en dat dezelfde regeling wordt toegepast voor Franstalige landgenoten.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik ben een beetje verbaasd over deze vraag. Ik hoor de heer Bothuyne pleiten voor één Europese taal. Misschien kan hij dat in zijn slotrepliek even uitleggen.
We moeten uitgaan van de feiten. Het is inderdaad zo dat voor een aantal bedrijven om het even welke reden goed is om niet te betalen. Hier gaat het effectief over een Vlaamse ondernemer die een Italiaanse klant heeft en uit vriendelijkheid de factuur in het Italiaans opstuurt. Het Italiaanse bedrijf vindt dat het Vlaamse bedrijf niet voldoet aan de taalwetgeving en betaalt de factuur niet.
Hoe lost men dit op? In heel veel ondernemingen wordt de factuur opgemaakt in het Nederlands en voegt men pro forma een kopie toe in de taal van het land waarin het bedrijf ligt naar wie de factuur wordt opgestuurd. Dan is er geen enkel probleem: de ontvanger begrijpt wat op de factuur staat en er wordt voldaan aan de taalwetgeving.
Stelt u de omgekeerde situatie voor waarbij een Frans bedrijf levert aan een klant in Vlaanderen. Dan zal dat bedrijf een factuur in het Frans opsturen.
Mijnheer Van Eyken, ik zal uitdrukkelijk dezelfde regeling toepassen als bij de arbeidswetgeving.
Mijnheer Bothuyne, u moet twee zaken in ogenschouw nemen. Ten eerste hebt ook u die oplossing voor het arbeidsrecht mee goedgekeurd, en dat was een verstandige beslissing. We kunnen die regeling hier immers opnieuw invoeren. Onze inspectie moet die facturen kunnen begrijpen. Wanneer die zijn opgesteld in een taal die onze inspectie niet kent, dan wordt een controle daarvan moeilijk.
Ten tweede bent u het toch met me eens dat wanneer een firma die investeert in Vlaanderen en van buitenlandse oorsprong is, een factuur stuurt naar een Vlaams bedrijf, dat bedrijf mag verwachten dat die factuur in het Nederlands wordt opgesteld en niet in een andere taal. (Applaus bij de N-VA)
Wat mij betreft, is het heel duidelijk dat de oplossing die wij hebben geboden bij het arbeidscontract een goede oplossing is die de zekerheid geeft voor elk bedrijf dat het een factuur in het Nederlands kan krijgen. Uit klantvriendelijkheid kan nog een andere taal worden aangeboden.
De heer Gryffroy heeft gelijk dat het ging over een Italiaans bedrijf dat vond dat het een factuur in het Nederlands moest krijgen volgens de taalwetgeving. Het ging niet over de taalwetgeving, maar over het al dan niet willen betalen van een factuur.
Laten we de zaken eenvoudig houden: onze bedrijven zijn het gewoon om facturen in het Nederlands op te stellen. Als zij daar uit klantvriendelijkheid een kopie in een andere taal aan toevoegen, is dat prima maar op die manier zijn onze inspectie en taalwetgeving verzekerd.
Minister, het is belangrijk dat we ons Taaldecreet niet laten gebruiken door wanbetalers die Vlaamse bedrijven niet willen betalen wat hun toekomt. Anderzijds moet er ook vertrouwen zijn in dezelfde bedrijven. Het bedrijf moet kunnen overeenkomen met de klant in welke Europese taal de facturatie gaat gebeuren. Er is geen nood om de bedrijven op te leggen telkens twee versies van dezelfde factuur op te maken. Ik ben zelf Vlaams voelend, en ik denk niet dat het Vlaams karakter van de Vlaamse natie zal worden aangetast als we onze bedrijven toelaten hun facturatie in het Engels of het Frans te laten doen. Daar is geen enkel probleem mee. Minister, als we willen streven naar daadwerkelijke vereenvoudiging, moeten we verder durven te gaan dan wat u voorstelt. (Applaus bij CD&V)
De actuele vraag is afgehandeld.